Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Beleidsregels gebruik waterpijpen in horeca Velsen 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gebruik waterpijpen in horeca Velsen 2020
Citeertitel
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 174 van de Gemeentewet
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-2020Nieuwe regeling

13-02-2020

gmb-2020-42008

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gebruik waterpijpen in horeca Velsen 2020

De burgemeester van de gemeente Velsen;

gelet op het bepaalde in artikel 174 van de Gemeentewet en artikel 2:15 van de Algemene plaatselijke verordening Velsen 2019 (hierna: APV);

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Inleiding

Het roken van waterpijpen (ook wel bekend als shisha) wordt steeds populairder in Nederland. Op dit moment is dat met name in de grote steden het geval, maar ook in Velsen zijn inmiddels horecabedrijven actief die waterpijpen aan (willen) bieden.

Het gebruik van waterpijpen is niet zonder brandgevaar. De kooltjes die gebruikt worden kunnen na gebruik lang blijven gloeien. Daarnaast lijkt het aanbod van waterpijpen vaker gepaard te gaan met overlast voor de omgeving en gezondheidsrisico’s voor zowel omwonenden als voor de gebruikers van waterpijpen. Gemeenten worstelen met de vraag in hoeverre zij het aanbieden van waterpijpen moeten toestaan en welke voorwaarden en regels zij kunnen stellen.

Op dit moment lijkt het niet goed mogelijk om het aanbieden van waterpijpen in zijn geheel te verbieden. Wel is het in een horeca-inrichting aanbieden van waterpijpen verboden als daarin tabak is verwerkt. Uit het rookverbod zoals dat is opgenomen in de Tabaks- en rookwarenwet volgt dat de exploitant van een horeca-inrichting verplicht is tot het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod (het verbod tabaksproducten te roken). In september 2019 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de uitzondering op dit verbod voor rookruimtes ongeldig is.

In bestaande regelgeving is bovendien niet opgenomen wat voor voorwaarden in een exploitatievergunning kunnen worden opgenomen als het gaat om het aanbieden van waterpijpen. In deze beleidsregels wordt daarom uitgewerkt welke voorwaarden in beginsel zullen worden opgenomen in een exploitatievergunning als het gaat om het aanbieden van waterpijpen.

Dat dit in beleidsregels is opgenomen geeft horeca-inrichtingen duidelijkheid over de vraag onder welke voorwaarden waterpijpen kunnen worden aangeboden.

Waterpijpen

Een waterpijp is een instrument om pijp- of fruittabak of kruidenmengsels mee te roken. Het is ook wel bekend als shisha, hookah, nargileh (narghile), ghaliyam of hubble bubble. Naast tabak kunnen er ook aromatische stoomsteentjes, hasj of wiet mee gerookt worden. Op grond van de Opiumwet is het verboden om hennepproducten te verkopen of überhaupt aanwezig te hebben. Dit geldt dus ook voor shishalounges.

Een waterpijp bestaat uit verschillende onderdelen. Het rookwaar wordt bovenin in een tabakskommetje gelegd. Het kommetje wordt bedekt met aluminiumfolie en daarboven wordt een verhittingsbron geplaatst (veelal een gloeiend kooltje), waardoor de tabak in het kommetje wordt verhit. Onder het kommetje loopt een buis die is verbonden met water in het onderste gedeelte van de waterpijp. De gebruiker zuigt aan het mondstuk van een flexibele slang, waarvan het uiteinde boven het water in de waterpijp vastzit. De rook van het kooltje en de verhitte tabak wordt zo door de buis omlaag getrokken, via het water in de flexibele slang en komt zo in de mond en longen terecht. De hitte van het kooltje wordt door het tabakskommetje getrokken. Hierdoor wordt de tabak alleen verhit en niet verbrand. Doordat het water de rook verkoelt, wordt een zachte koude rook geïnhaleerd.

Gezondheidsrisico’s

Het roken van een waterpijp is, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, niet zonder risico’s. Eén van die risico’s is koolmonoxidevergiftiging door het vrijkomen van koolmonoxide. De afgelopen jaren zijn een aantal meldingen gedaan van personen die onwel zijn geworden na een bezoek aan een shishalounge. Bij het roken van een waterpijp kan tot wel 30 keer meer koolmonoxide vrij komen dan bij het roken van sigaretten. Meer dan negentig procent van de CO in de rook is afkomstig van kooltjes. Zowel de roker als de omgeving worden blootgesteld aan koolmonoxide. Koolmonoxide is een reukloos en schadelijk gas dat 250 maal sneller in het bloed opgenomen wordt dan zuurstof. Bij een koolmonoxidevergiftiging neemt het de plek in van zuurstof bij het transport door de bloedvaten. Het lichaam kan hierdoor minder zuurstof opnemen bij het inademen met als gevolg dat vitale organen (hart, lever, hersenen) te weinig zuurstof krijgen. De ernst van een koolmonoxidevergiftiging kan variëren van duizeligheid en benauwdheid tot een ziekenhuisopname of in het ergste geval overlijden. Ook kan blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide gedurende langere tijd, gezondheidsklachten geven bij mensen die zich in de omgeving bevinden en bij omwonenden.

Het roken van een waterpijp kan ook anderszins schadelijk zijn voor de gezondheid, omdat er stoffen zoals teer, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), fijnstof, zware metalen en koolmonoxide (CO) vrijkomen. De stoffen die vrijkomen bij het roken van een waterpijp zijn afkomstig van zowel de rookwaar (kruiden, vruchtenmengsels of aromatische stoomstenen) als de verhittingsbron (kooltjes van houtskool, quick-light-kooltjes, natuurkooltjes of elektrische kooltjes). CO komt alleen vrij bij het gebruik van houtskool en natuurkool en niet bij het gebruik van elektrische kooltjes. Het water in de waterpijp filtert de rook slechts in zeer geringe mate. Onderzoek laat zien dat er in shishalounges tevens hoge- en daarmee schadelijke- concentraties fijnstof worden aangetroffen en dat de luchtverontreiniging door fijnstof (maar ook door CO) toeneemt naarmate er meer waterpijpen tegelijkertijd worden gerookt.

Uit de Tabaks- en rookwarenwet volgt dat het roken van tabaksproducten in horeca-inrichtingen (waaronder shishalounges) verboden is. Op 27 september 2019 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat rookruimtes in de horeca ook niet zijn toegestaan.

Effect op de omgeving

De rook die vrijkomt, is niet alleen schadelijk voor de rokers, ook voor de overige aanwezigen in deze horecaruimte en de nabije omgeving kan deze schadelijk zijn. Met name als er een woning boven of naast een horecabedrijf met waterpijpen is gelegen, kan het CO-gehalte hierin toenemen. Naast het risico van een verhoogd CO-gehalte in de woning kan de afgezogen lucht ook zorgen voor geuroverlast.

Een ander risico dat gepaard gaat met het gebruik van waterpijpen, is de toepassing van kooldeeltjes en het daarbij ontstane brandgevaar. Het gebruik van kooltjes is in principe niet verboden, omdat dit niet wordt gedefinieerd als open vuur. Brandende kooltjes zijn te vergelijken met een smeulbrand en het grote risico hiervan is dat deze kooltjes zeer lang blijven branden en tevens na lange tijd opnieuw tot ontbranding kunnen overgaan (ook nadat er is gecontroleerd of de kooltjes uit zijn). Ook worden de brandende kooltjes gebruikt in waterpijpen, deze zijn smal en hoog waardoor het risico van omvallen in het horecabedrijf niet is uit te sluiten. Na het omvallen van een waterpijp zullen de brandende kooltjes zich verspreiden en een ontstekingsbron vormen voor het interieur van het horecabedrijf, waarna rookontwikkeling en/of brand in het horecabedrijf en de nabij gelegen woningen kan ontstaan. Om deze reden wordt het maximum aantal waterpijpen ook gekoppeld aan de totale vloeroppervlakte van de horeca-inrichting. Dit om het risico op omvallen en het daarbij behorende brandgevaar te beperken.

Het roken van waterpijpen is vooral onder jongeren populair aan het worden. Horecabedrijven waar het roken van waterpijpen een belangrijke activiteit is (zogenaamde shisha-lounges) hebben een bepaalde aantrekkingskracht op jongeren. De jongeren associëren de waterpijp vooral met een sociale activiteit en dat gebruikt wordt vooral in de vriendengroep. Door de strenge aanpak van coffeeshops vindt er een verschuiving in aantallen van coffeeshops naar shisha-lounges. Cijfers uit bijvoorbeeld politie-eenheid Midden-Nederland tonen aan dat bij veel shisha-lounges sprake is van verschillende incidenten, zoals illegaal gokken, vernieling, drugs, geluids- en parkeeroverlast. In bepaalde gevallen kunnen shisha-lounges als ontmoetingsplaatsen fungeren voor criminelen. Voor de politie is het lastig om op dit soort activiteiten te controleren, omdat dit soort horecabedrijven een gesloten uitstraling hebben.

Voorschriften en beperkingen

Uit artikel 1:3, eerste lid, van de APV volgt dat aan een vergunning voorschriften en beperkingen kunnen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist. Uit artikel 1:7 juncto 2:15 van de APV volgt dat de vergunning is vereist in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu en de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting.

Uit het bovenstaande volgt dat er verschillende gezondheidsrisico’s kleven aan het gebruik van waterpijpen en dat de aanwezigheid van een shishalounge ook effect kan hebben op de omgeving als het gaat om overlast op gevaren met betrekking tot de veiligheid en gezondheid.

In een exploitatievergunning voor een horeca-inrichting waar waterpijpen worden aangeboden worden in ieder geval de volgende voorschriften gesteld als het gaat om het aanbieden van waterpijpen. Deze opsomming is niet limitatief en indien noodzakelijk kunnen dus ook aanvullende voorschriften worden gesteld.

1. Maximaal aantal waterpijpen

In een horeca-inrichting met een vloeroppervlakte van minder dan 200 m2 mogen maximaal tien waterpijpen tegelijk in gebruik zijn en daarnaast maximaal tien reservewaterpijpen in een andere ruimte (niet zijnde het horecagedeelte) aanwezig zijn.

In een horeca-inrichting met een vloeroppervlakte van meer dan 200 m2 mogen maximaal vijftien waterpijpen tegelijk in gebruik zijn en daarnaast maximaal vijftien reservewaterpijpen in een andere ruimte (niet zijnde het horecagedeelte) aanwezig zijn.

2. CO-melder In een horeca-inrichting waar waterpijpen worden aangeboden dient een werkende CO-melder aanwezig te zijn die regelmatig wordt gecontroleerd. 3. Materiaalgebruik op vloer en wanden

De bedekking van de vloer van een horeca-inrichting waar waterpijpen worden aangeboden dient te bestaan uit steenachtige materialen (geen kleden of vloerbedekking).

4. Open karakter

Er moet sprake zijn van een open inrichting in die zin dat van buitenaf waargenomen moet kunnen worden wat zich binnen in het horecabedrijf afspeelt.

 

Aldus vastgesteld op 13 februari 2020

De burgemeester van de gemeente Velsen,

F.C. Dales