Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant |
Citeertitel | Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-06-2022 | artikel 1, 3, 7, 8, bijlage 1, 2 | 17-05-2022 | C2295269/5045858 | ||
15-02-2020 | 02-06-2022 | nieuwe regeling | 04-02-2020 | C2258144/4643176 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 10 oktober 2017 het Uitvoeringsprogramma Ondersteunende Maatregelen Transitie Veehouderij hebben vastgesteld, dat gericht is op een verdere ontwikkeling van de veehouderij naar een duurzame en rendabele sector;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten daartoe onder meer een paragraaf hebben opgenomen in de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant om de doorontwikkeling naar natuurinclusieve landbouw te stimuleren, door veehouders in staat te stellen realistische businessplannen op te stellen om een meer natuurinclusieve manier van ondernemen mogelijk te maken;
Overwegende dat natuurinclusieve landbouw vaak alleen mogelijk is met behulp van extensivering en het doen van investeringen; dat om die reden een veehouder dient te beschikken over voldoende middelen om de doorontwikkeling of omschakeling naar een natuurinclusieve onderneming mogelijk te maken en Gedeputeerde Staten het daartoe wenselijk achten een beleidsregel vast te stellen omtrent de aankoop, het in erfpacht geven en de verkoop van landbouwgrond door de provincie Noord-Brabant;
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
aankoop: in eigendom verwerven van gronden door de provincie, met inbegrip van de levering door middel van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers;
biologische veehouderij: door de Stichting Skal gecertificeerde veehouder;
businessplan: plan waarin de natuurinclusieve bedrijfsvoering uiteen is gezet als bedoeld in bijlage 1 bij deze beleidsregel;
ecologische verbindingszone: langgerekt gebied waarbinnen natuur- en landschapselementen zijn of worden gerealiseerd, gericht op het verbinden van natuurgebieden als opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
erfpacht: overeenkomst als bedoeld in artikel 85 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij een veehouder de bevoegdheid krijgt om grond van de provincie te houden en te gebruiken;
gecombineerde opgave: door agrarische ondernemers bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks aangeleverde bedrijfsgegevens;
groenblauwe mantel: gebieden zoals opgenomen op de kaart in bijlage 10 van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant die een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water hebben en overwegend grenzen aan het Natuurnetwerk Brabant en ecologische verbindingszones;
grond: gras- of bouwland dat in gebruik is als landbouwgrond;
GVE: groot vee-eenheid als bedoeld in de bijlage met GVE-normen per dier, gebaseerd op RVO en WUM-fosfaatexcreties uit de meest actuele versie van het rapport “Rekenregels van de Kringloopwijzer” van Wageningen University Research;
kruidenrijk grasland: grasland waarop ten minste vier verschillende indicatorsoorten aanwezig zijn tijdens het groeiseizoen, voorkomend op de indicatorsoortenlijst als bedoeld in bijlage 3 van de Subsidieregeling Natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant;
natuurinclusieve landbouw: economisch rendabel en grondgebonden landbouwsysteem dat voedsel en gewassen produceert, in balans is met de natuurlijke omgeving, natuurlijke hulpbronnen integreert in de bedrijfsvoering en zorgdraagt voor de biodiversiteit op en rond het bedrijf;
natuurinclusief vruchtwisselingssysteem: vruchtwisselingssysteem van zes jaar waarbij gedurende een aaneengesloten periode van minimaal drie jaar ofwel kruidenrijk grasland ofwel gras-klaver wordt afgewisseld met maximaal drie jaar bouwland bestaande uit teelt van de voedergewassen granen, mais, voederbieten of vlinderbloemigen;
Natuur Netwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, en is opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
veebezetting: aantal GVE per hectare grond die, behalve voor biologische veehouderijen, gelegen is binnen een straal van 15 km van de veehouderij en waarover het bedrijf langdurig beschikt of kan beschikken, berekend op basis van grond in eigendom, erfpacht of langdurige pacht, alsmede de minimale oppervlakte overige grond zoals over de drie meest recente, achtereenvolgende jaren gerapporteerd in de gecombineerde opgave;
veehouder: ondernemer met een agrarische onderneming gericht op het fokken, mesten of houden van landbouwhuisdieren;
verkoop: het in eigendom van een derde doen overgaan van gronden die in eigendom toebehoren aan de provincie, met inbegrip van de levering door middel van een notariële akte en de inschrijving daarvan in de openbare registers.
Artikel 3 Voorwaarden grondtransactie
De provincie is bereid een grondtransactie als bedoeld in artikel 2, aan te gaan met een veehouder die:
een toelichtende notitie waaruit blijkt dat de veehouder een biologische veehouderij exploiteert, de voorgestane grondtransactie financieel haalbaar is, de veebezetting maximaal twee GVE per hectare bedraagt, de bestaande en de te ontwikkelen landschappelijke kwaliteiten van het bedrijf worden toegelicht en waarover de adviescommissie, bedoeld in artikel 8, derde lid, een positief advies heeft gegeven;
In geval de provincie overgaat tot aankoop van grond, verbindt zij aan de aankoop in ieder geval de volgende voorwaarden:
Artikel 5 Voorwaarden erfpacht
De provincie verbindt aan de erfpacht de voorwaarden uit de model-erfpachtovereenkomst, opgenomen in bijlage 2 bij deze beleidsregel.
De provincie verkoopt eerder van de veehouder gekochte grond terug aan deze veehouder onder de volgende voorwaarden:
Artikel 8 Aanvragen grondtransactie
Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een projectplan, waarin minimaal is opgenomen:
een beschrijving van risico's en beperkingen die verband houden met de kwaliteit van de grond en het gebruik dat van de grond kan worden gemaakt, waaronder de bodemkwaliteit, bodemverontreiniging, eventuele zakenrechtelijke beperkingen, kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen, en de aanwezigheid van kabels en leidingen.
’s-Hertogenbosch, 4 februari 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk MBA
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen
Bijlage 1, behorende bij artikel 8, tweede lid, onder a en derde lid, onder b, van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
Het op te stellen businessplan is een professioneel en praktisch plan waarin de ondernemer de verschillende stappen en maatregelen, die nodig zijn om van zijn huidige bedrijfsvoering om te schakelen naar een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering, uitwerkt. In het plan geeft de aanvrager duidelijk aan welke veranderingen in de bedrijfsvoering worden genomen (nieuw te nemen maatregelen/activiteiten, achterwege laten van huidige maatregelen/activiteiten) en wat hiervan de te verwachten effecten zijn voor bodem, water, biodiversiteit en landschap. Deze maatregelen worden zoveel mogelijk op kaart aangeduid en toegelicht. Bijlage 9, maatregelentabel natuurinclusieve landbouw, van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant is hierbij behulpzaam.
Ten behoeve van een goed overzicht wordt voorgesteld een tabel op te nemen waarin de huidige en beoogde bedrijfssituatie (geconcretiseerd met maatregelen en hun effecten) naast elkaar worden gezet.
Bijlage 2, behorende bij artikel 5 van de Beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw Noord-Brabant
OVEREENKOMST TOT VESTIGING RECHT VAN ERFPACHT
………………., statutair gevestigd te ………… en kantoorhoudende te ……….., ………… .., ingeschreven in het handelsregister onder nummer …………., ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …………, ………………., geboren op …………… te ………….., en ……………….., geboren op ………….. te ……, ……………….. hierna te noemen: “(de) Erfpachter”
De publiekrechtelijke rechtspersoon, de provincie Noord-Brabant, gevestigd te 's-Hertogenbosch, kantoorhoudende te (5216 TV) 's-Hertogenbosch, Brabantlaan 1, ten deze op grond van ………… rechtsgeldig vertegenwoordigd door ……………, programmamanager Majeure Projecten en Ontwikkelbedrijf, ten deze handelende voor en namens de provincie Noord-Brabant: "(de) Provincie”
De ondergetekenden onder 1. en 2. hierna tezamen te noemen: “(de) Partijen”
De Provincie wil de gangbare agrarische bedrijfsvoering doorontwikkelen en stimuleren naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. De Erfpachter heeft aangegeven deze doorontwikkeling in zijn bedrijfsvoering te willen doorvoeren. Erfpachter zal ecologische processen inzetten voor de productie van voedsel en gewassen, hetgeen blijkt uit zijn goedgekeurde businessplan. De Provincie heeft (een deel) van de agrarische gronden van Erfpachter aangekocht. De gronden worden door deze overeenkomst weer in erfpacht uitgegeven voor de duur van 26 jaren. Op deze manier verkrijgt de Erfpachter liquide middelen om daarmee in zijn bedrijf te kunnen investeren. De erfpachtovereenkomst geeft daarbij invulling aan de intentie van de Provincie om een duurzame relatie met elkaar aan te gaan.
De Provincie tegen deze achtergrond een grondtransactie met Erfpachter wenst aan te gaan, waarbij zij bereid is om het/de door haar aangekochte respectievelijk bij haar in eigendom zijnde perce(e)l(en) kadastraal bekend gemeente …….., sectie ………….., nummer(s) ……….. voor 26 jaar in erfpacht uit te geven, om door te ontwikkelen of om te schakelen naar natuurinclusieve landbouw;
VERKLAREN HET NAVOLGENDE OVEREEN TE KOMEN:
Partijen verklaren een overeenkomst aan te gaan, op grond waarvan de Provincie in erfpacht aan de Erfpachter uitgeeft, die zulks aanvaardt, het/de registergoed(eren), zoals hieronder nader omschreven en met arcering aangegeven op de door Partijen gewaarmerkte situatietekening, die als bijlage 1 is aangehecht, betreffende (een) perce(e)l(en) cultuurgrond, gelegen aan de …….. te ……., hierna (tezamen) te noemen: “het Terrein”.
Indien van toepassing: De Provincie verklaart, voor zover nodig, onherroepelijk volmacht te geven aan de notaris, alwaar de uitgifte in erfpacht van het Terrein plaats zal vinden, om ten behoeve van de akte van uitgifte in erfpacht van het Terrein, een splitsingsverzoek middels de Splitsapplicatie bij het Kadaster in te dienen in het kader van het vormen van nieuwe percelen met een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte. Deze volmacht geschiedt met de macht van substitutie. Alle kosten die het Kadaster in rekening brengt, waaronder mede begrepen de kosten voor het splitsingsverzoek en de verificatiemeting, komen voor rekening van de provincie.
Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor een aaneengesloten periode van 26 jaren, ingaande op de datum dat de notariële akte tot uitgifte in erfpacht wordt verleden, zoals vermeld in artikel 31.
Artikel 3. Vergoeding en canon
De Erfpachter is aan de Provincie een jaarlijkse canon verschuldigd wegens de erfpacht van het Terrein en bedraagt bij aanvang € ……. (zegge: …………………euro) per hectare per jaar, ofwel in totaal € …………… (zegge: ……………………. euro), te voldoen bij vooruitbetaling in jaarlijkse termijnen, vervallende per 1 oktober van ieder jaar.
Indien betaling van een canontermijn niet op de vervaldag als bedoeld in lid 2 van dit artikel heeft plaatsgehad is de Erfpachter zonder nadere ingebrekestelling, aanmaning, bevel of soortgelijke daad van rechtsopvolging in verzuim en wordt het verschuldigde verhoogd met de wettelijke rente voor niet-handelstransacties naar rato van de tijdsduur van het verzuim.
De canon wordt op/per1 januari van ieder jaar aangepast aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens, zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld, of indien deze index niet meer bestaat, door middel van/aan de hand van de index die de oude index het meest benadert. Deze aanpassing geschiedt op basis van de formule:
A: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan de ingangsdatum van de canonaanpassing;
B: de CPI van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar bedoeld onder A;
Artikel 5. Periodieke canonherziening
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 kan de canon op verzoek van de Provincie telkens na verloop van vijf erfpachtsjaren, voor het eerst vijf jaar na uitgifte van het recht van erfpacht conform artikel 31, worden herzien in verband met fluctuaties in de waarde van onroerende zaken. Hierbij zal rekening worden gehouden met de marktconformiteit van de canon, mede in het licht van het opbrengend vermogen van het Terrein.
Wanneer uit de brief, als bedoeld in lid 4, blijkt dat de Erfpachter niet instemt met het voorstel, of wanneer de Erfpachter die brief niet of niet bijtijds verzendt, zal de herziene canon worden vastgesteld door drie onafhankelijke deskundigen. Elk van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige.
Tot uiterlijk één jaar voor afloop van de overeengekomen duur van het erfpacht, als bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst, kunnen Partijen met elkaar in overleg treden omtrent een eventuele verlenging en de daarbij te stellen voorwaarden. Aan het gestelde in dit artikel kan door geen van de Partijen een recht van continuatie van het erfpachtrecht worden ontleend. Zowel de Erfpachter als de Provincie kan zonder opgaaf van redenen weigeren medewerking te verlenen aan een door de wederpartij gewenste verlenging.
De erfpacht eindigt door het verstrijken van de duur, als overeengekomen in artikel 2 van deze overeenkomst. Wanneer de Erfpachter het Terrein niet op dat tijdstip heeft ontruimd, blijft het recht van erfpacht doorlopen, tenzij de Provincie uiterlijk zes maanden na dat tijdstip doet blijken, dat zij het recht van erfpacht als geëindigd beschouwt.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het erfpachtrecht door de Provincie worden opgezegd indien de Erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn andere verplichtingen. Onder ‘in ernstige mate tekortschieten in de nakoming van zijn andere verplichtingen’ zoals hiervoor vermeld dient in ieder geval te worden begrepen: het niet voldoen aan de in artikelen 12 en 13 van deze overeenkomst omschreven verplichtingen. De opzegging geschiedt bij exploot en tenminste een maand voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging moet tevens op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Ingevolge het in artikel 5:87 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan het erfpachtrecht (tussentijds) door de Provincie (deels) worden opgezegd om redenen van algemeen belang of voor gebruik ten algemenen nutte. De redenen die deze opzegging rechtvaardigen moeten gemotiveerd uiteen worden gezet in het besluit tot opzegging, met overeenkomstige toepassing van artikel 1 van de Onteigeningswet. De opzegging geschiedt bij exploot en tenminste twee jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd. Deze opzegging moet tevens op straffe van nietigheid binnen acht dagen worden betekend aan degenen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op de erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Ingevolge het in artikel 5:97 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde, kan de rechter, indien 25 jaren na de vestiging van de erfpacht zijn verlopen, op vordering van de Provincie of Erfpachter de erfpacht wijzigen of opheffen op grond van onvoorziene omstandigheden, die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de akte van vestiging niet van de Provincie of de Erfpachter kan worden gevergd.
Het recht van erfpacht kan (tussentijds) door de Provincie worden opgezegd indien (i) de Erfpachter in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling of schuldsanering natuurlijke personen aanvraagt, of (ii) de rechtspersoon van de Erfpachter, om welke reden dan ook, wordt ontbonden of het samenwerkingsverband wordt beëindigd ingeval de Erfpachter een rechtspersoon of een samenwerkingsverband is. De opzegging geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:88 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, bij exploot en ten minste één jaar voor het tijdstip waartegen wordt opgezegd.
Artikel 8. Bodemverontreiniging
De Provincie verklaart niet bekend te zijn met feiten, onder meer op grond van eigen deskundigheid en het gebezigde gebruik van het Terrein, die erop wijzen dat het Terrein enige bodemverontreiniging bevat die kan leiden tot een verplichting tot sanering van het Terrein dan wel tot het (laten) nemen van andere maatregelen.
Partijen komen overeen dat geen opdracht wordt gegeven tot het uit laten voeren van een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, van het Terrein en gaan ervan uit dat de grond en/of het grondwater van het Terrein niet verontreinigd is. De Erfpachter vrijwaart de Provincie na de vestiging van het recht van erfpacht voor alle hiermee samenhangende gevolgen, hoe dan ook genaamd. Het risico van verontreiniging die de beoogde gebruiksfunctie van het Terrein beperkt, is alsdan voor de Erfpachter.
Bij gelegenheid van het einde van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel 7 van deze overeenkomst, is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een verkennend bodemonderzoek gebaseerd op de NEN 5740, inclusief een vooronderzoek NEN 5725 en asbestonderzoek, gebaseerd op de NEN 5707, uit te laten voeren. Indien uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat er sprake is of kan zijn van bodem- en/of asbestverontreiniging, dan is de Provincie gerechtigd om voor haar rekening een nader onderzoek in te stellen.
Van bodem- en/of asbestverontreiniging is sprake indien zich op en/of in de grond en/of het grondwater van het Terrein hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan de streefwaarde van de bij de Wet bodembescherming behorende uitvoeringsregelingen dan wel daarvoor in de plaats tredende algemeen gangbare kwaliteitseisen of op grond van natuurlijk voorkomen is te verwachten.
Artikel 9. Wijziging, vervreemding, verhuur en jacht
De Erfpachter is bevoegd om in overleg met de WBE (wildbeheereenheid), welke WBE actief is in het gebied waar het Terrein is gelegen, een jachtrecht uit te geven conform de dan geldende wet- en regelgeving. Dit jachtrecht mag enkel gedurende de duur van het erfpachtrecht, conform artikel 2, worden uitgegeven waarbij de duur van het jachtrecht de duur van het erfpachtrecht niet mag overschrijden.
Artikel 10. Voorkeursrecht tot koop
De Provincie verleent aan de Erfpachter een voorkeursrecht tot koop van het blote eigendom van het Terrein. Indien de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk wenst te vervreemden, dient zij de Erfpachter daarvan in kennis te stellen door middel van een aangetekend schrijven. Voormeld voorkeursrecht is niet van toepassing ingeval de Provincie het blote eigendom van het Terrein geheel of gedeeltelijk wenst te vervreemden aan een ander publiekrechtelijk lichaam dan wel ………………………….. die de intenties van de verduurzaming van de landbouw zoals opgenomen in de ‘beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw’ op het Terrein nastreeft.
Het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, eindigt op het moment dat de erfpachtovereenkomst eindigt. Indien de Provincie besluit tot verkoop over te gaan dan dient zij de Erfpachter daarvan binnen 6 maanden voor het einde van onderhavige erfpachtovereenkomst in kennis te stellen.
Indien de Provincie het voorkeursrecht van de Erfpachter, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, passeert, verbeurt de Provincie ten behoeve van de Erfpachter een direct opeisbare boete van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro), zonder dat daartoe enige ingebrekestelling nodig is. Deze boete laat onverlet het recht van de Erfpachter op vergoeding van de door haar geleden en/of te lijden schade en interesten. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index die de oude index het meest benadert.
5. Indien de Erfpachter van zijn voorkeursrecht gebruik wil maken, wordt de koopsom van het blote eigendom vastgesteld door een door de Provincie aangewezen onafhankelijke erkende taxateur tegen de alsdan geldende marktwaarde vrij van erfpacht. Voor het begrip ‘marktwaarde’ dient daarbij aansluiting te worden gezocht bij de European Valuation Standards (EVS): “het geschatte bedrag waartegen vastgoed zou worden overgedragen op de waarde peildatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen zouden hebben gehandeld met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang”.
6. Indien Partijen over de hoogte van de koopsom geen overeenstemming bereiken, zal de waarde van het blote eigendom tegen de alsdan geldende marktwaarde door maximaal drie onafhankelijke erkende taxateurs (deskundige) worden vastgesteld. Elk van de Partijen benoemt een deskundige en deze twee benoemen samen de derde, die als voorzitter zal fungeren. Als over deze derde deskundige geen overeenstemming wordt verkregen, benoemt een rechter van de Rechtbank van het arrondissement waarin het Terrein is gelegen, op verzoek van de meest gerede partij, de derde deskundige. Het waardeoordeel van deze commissie is voor Partijen bindend. De kosten van deze deskundigen komen evenredig voor rekening van Partijen. Het als zodanig uitgebrachte rapport dient door de deskundigen ten spoedigste aan de betrokken Partijen ter hand te worden gesteld door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst. Na ontvangst daarvan hebben zowel de Erfpachter als de Provincie één maand bedenktijd. Zowel de Erfpachter als de Provincie dienen binnen deze maand bedenktijd aan de wederpartij, door middel van een aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, te kennen te geven of zij willen verkopen respectievelijk kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs.
Indien Erfpachter overgaat tot aankoop zijn Partijen gebonden aan de hierna onder a tot en met f gemelde bepalingen:
Zodra er overeenstemming is, dienen de Erfpachter en de Provincie de gemaakte afspraken schriftelijk vast te leggen in een koopovereenkomst en dient het verlijden van de notariële akte van levering binnen een maand daarna te geschieden, dan wel op een later, in onderling overleg te bepalen, tijdstip, doch uiterlijk voor één december van het kalenderjaar waarin de wilsovereenstemming tot stand is gekomen;
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij niet wil verkopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te kennen, dat hij wel wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan blijft het voorkeursrecht van kracht en is de Provincie niet vrij om aan derden te vervreemden.
Indien de Provincie aan de Erfpachter te kennen geeft, dat zij wil verkopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs en de Erfpachter geeft aan de Provincie te kennen, dat hij niet wil kopen voor de door de deskundigen vastgestelde prijs, dan eindigt het voorkeursrecht per de datum waarop de in lid 4 van dit artikel bedoelde maand bedenktijd verstrijkt en is de Provincie vrij om aan derden te vervreemden.
Artikel 11. Staat van het Terrein
De feitelijke levering (aflevering) van het Terrein vindt plaats op de dag dat de notariële akte tot uitgifte in erfpacht, als bedoeld in artikel 31, wordt verleden, in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt, met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden en alle andere (kwalitatieve) rechten, lasten en verplichtingen als daaraan zijn verbonden, doch vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.
De Provincie geeft kennis van de volgende met het Terrein verbonden lasten uit hoofde van erfdienstbaarheden als dienend of heersend erf, van kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen en overige lasten en beperkingen: ….
Voor het overige wijst de Provincie op de kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen die gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht, zoals omschreven in artikel 31, op het Terrein respectievelijk het recht van erfpacht zullen worden gevestigd, zoals omschreven in artikel 14
De Provincie heeft geen kennis gegeven van eventueel met het Terrein verbonden lasten uit hoofde van erfdienstbaarheden als dienend of heersend erf, van kettingbedingen, kwalitatieve verplichtingen en overige lasten en beperkingen, met dien verstande dat gelijktijdig met de uitgifte in erfpacht, zoals omschreven in artikel 31, kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein respectievelijk het recht van erfpacht zullen worden gevestigd, zoals omschreven in artikel 14.
Het Terrein zal op het moment van de notariële akte van vestiging, zoals omschreven in artikel 31 van deze overeenkomst, de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor het huidige gebruik als bedoeld in artikel 12 van deze overeenkomst. De Erfpachter is bevoegd het Terrein voor de notariële akte van vestiging te inspecteren.
De Erfpachter verplicht zich het Terrein uitsluitend te gebruiken als landbouwgrond in overeenstemming met hetgeen is opgenomen in de beleidsregel grond voor natuurinclusieve landbouw, meer specifiek de in deze beleidsregel opgenomen verplichting om op de in erfpacht gegeven grond minimaal de volgende maatregelen te treffen:
De Erfpachter kan de Provincie verzoeken, mee te werken aan een herziening van het gebruik van het Terrein, op grond van bijzondere of gewijzigde omstandigheden. De Provincie kan haar toestemming aan een herziening van het gebruik van het Terrein onthouden, op grond van haar moverende redenen. Indien van toepassing: Zulks laat onverlet de mogelijkheid tot aanpassing van het recht van erfpacht, als bedoeld in artikel 24.
De Erfpachter draagt er zorg voor dat nooit enige situatie ontstaat, waarbij het Terrein wordt gebruikt in strijd met het gebruik als bedoeld in lid 1 van dit artikel of in strijd met de eventueel overeengekomen herziening van het gebruik, overeenkomstig het bepaalde daarover in lid 2 van dit artikel.
De Erfpachter is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van alle vergunningen, ontheffingen en andere beschikkingen die benodigd zijn voor het in lid 1 van dit artikel bedoelde gebruik, voor de correcte nakoming van alle daaruit voortvloeiende verplichtingen en voor de correcte naleving van alle daarbij gestelde voorwaarden en voorschriften. Erfpachter is bekend met de voorzieningen die in het kader van de eventuele milieuvergunning voor rekening en risico van de Erfpachter dienen te worden getroffen.
Artikel 13. Beheer en onderhoud
Artikel 14. Kwalitatieve verplichtingen/ kettingbedingen
Voor zover een verplichting uit hoofde van artikel 12 en artikel 13 een dulden of niet doen inhoudt en niet reeds een goederenrechtelijke werking heeft, is deze verplichting een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 BW en zal deze verplichting bij notariële akte worden vastgelegd en worden ingeschreven in de daartoe bestemde openbare registers waardoor deze verplichting zal overgaan op degenen die het recht van erfpacht onder bijzondere titel verkrijgen en mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het Terrein en/of het recht van erfpacht verkrijgen of diegenen die een beperkt recht zullen verkrijgen, hierna te noemen: “Rechtsopvolger”.
3. Indien en voor zover een verplichting uit hoofde van artikel 12 en artikel 13 een Rechtsopvolger van Erfpachter als Erfpachter, door welke oorzaak dan ook, niet binden, komen Erfpachter en de Provincie overeen dat de Erfpachter, evenals zijn Rechtsopvolger, verplicht is – op straffe van een direct opeisbare boete van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro) - de betreffende verplichtingen bij overdracht van het recht van erfpacht of vestiging van een beperkt recht als kettingbeding op te leggen aan de Rechtsopvolger door deze te doen aanvaarden en voorts de daaruit voor de Provincie voortvloeiende rechten namens de Provincie aan te nemen.
De in lid 3 bedoelde boete laat onverlet het recht van de Provincie om alsnog nakoming en aanvullende schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index welke de oude index het meest benadert.
In verband met het in dit artikel bedoelde kettingbeding zijn Erfpachter en zijn Rechtsopvolger of toekomstige beperkt gerechtigden ter zake verplicht om in iedere akte van overdracht of vestiging van een beperkt recht naar de in de akte omschreven (persoonlijke) verplichtingen als hiervoor in artikel 12 en artikel 13 vermeld alsmede de daarmee samenhangende boete van artikel 27 te verwijzen en deze letterlijk aan te halen.
Dat het Terrein niet is betrokken in een ruilverkavelings- of herinrichtingsplan en niet is gevorderd of in een onteigeningsprocedure is betrokken, (Indien van toepassing: met dien verstande dat er op het Terrein ruilverkavelinglasten rusten ten bedrage van € ….. (zegge: …………..euro) per jaar met eindjaar 2……;
De Erfpachter is ermee bekend dat de Provincie het Terrein nooit zelf heeft gebruikt en dat de Provincie mitsdien niet op de hoogte is van eigenschappen en/of gebreken waarvan zij wel op de hoogte zou zijn geweest als zij het Terrein zelf feitelijk had gebruikt. Dergelijke eigenschappen en/of gebreken komen voor rekening en risico van de Erfpachter.
Artikel 16. Oplevering en vergoeding na einde recht van erfpacht
De Erfpachter is verplicht om het Terrein bij het einde van de erfpacht, zoals omschreven in artikel 7, onmiddellijk te ontruimen en vrij van hypotheken, beslagen, pacht, huur, ondererfpacht en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg, ontruimd en voor het overige in de staat waarin het zich bevond op het moment van de notariële akte van vestiging, ter vrije beschikking te stellen aan de Provincie.
Behoudens de in lid 2 gemelde situaties heeft de Erfpachter na het einde van het erfpachtrecht geen recht op vergoeding van de waarde van de eventuele door de Erfpachter (onverplicht) aangebrachte en nog aanwezige gebouwen, werken en/of beplantingen op het Terrein. Onder ‘werken’ zoals hiervoor vermeld, dient in ieder geval te worden verstaan: (ondergrondse) leidingen, drainages, hekwerken en /of waterputten.
Indien er door veranderende wet- en regelgeving productierechten worden toegekend aan het bedrijf van Erfpachter, waaronder het Terrein toebehoort, en het erfpachtrecht wordt beëindigd, treden Partijen met elkaar in overleg om te komen tot een verdeling van de waarde hiervan. Partijen zullen daarin de lijn volgen van de jurisprudentie met betrekking tot de verrekening van het melkquotum en fosfaatrechten, waarbij Partijen afspreken dat de productierechten die enkel toekomen aan de Erfpachter ook aan de Erfpachter worden toegekend.
Artikel 18. Onder- of overmaat
Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakte van het Terrein, als bedoeld in artikel 1 lid 1, en de op grond van de mogelijke kadastrale meting vast te stellen daadwerkelijke oppervlakte, verleent Partijen geen recht op verrekening/herberekening van de canon.
Alle betalingen door de Erfpachter aan de Provincie in verband met de uitgifte van het recht van erfpacht op grond van onderhavige overeenkomst, zullen moeten geschieden zonder enige korting, inhouding of schuldverrekening aan de Provincie, op IBAN-nummer ………, ten name van de Provincie onder vermelding van “…………………………”.
Artikel 20. Betreding door de Provincie
De Provincie, de in dienst van de Provincie zijnde ambtenaren, door de Provincie aangewezen derden, alsmede zij die in opdracht van alle bovengenoemde functionarissen werkzaamheden verrichten, hebben ten behoeve van de hun opgedragen taak, na voorafgaande kennisgeving, toegang tot het Terrein.
Alle zakelijke lasten, die ter zake van het Terrein worden geheven of zullen worden geheven, komen vanaf 1 januari volgend op de datum van ondertekening van de notariële akte die naar aanleiding van de onderhavige overeenkomst zal worden opgesteld, als bedoeld in artikel 31 van deze overeenkomst, voor de tijd gedurende welke het recht van erfpacht opstal zal bestaan, voor rekening van de Erfpachter.
Artikel 22. Gevolgen regelgeving overheid
De gevolgen van de naleving en handhaving van publiekrechtelijke regelgeving, met name op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening, zijn geen reden tot beëindiging of wijziging van het recht van erfpacht. Mogelijke nadelige gevolgen van verplichtingen of verboden ter zake zijn voor rekening en risico van de Erfpachter en zullen nimmer aanleiding geven tot een recht op enige vergoeding voor de Erfpachter ten opzichte van de Provincie, noch op vermindering van de canon.
Vanaf het tijdstip van de notariële akte van vestiging, die naar aanleiding van deze overeenkomst zal worden opgesteld, komen de baten van het Terrein de Erfpachter ten goede, zijn de lasten voor zijn risico en draagt hij het risico van het Terrein.
Artikel 24. Gewijzigde inzichten
Indien binnen het project ‘natuurinclusieve landbouw’ zodanig gewijzigde inzichten komen dat onverkorte uitvoering van het recht van erfpacht respectievelijk de kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein niet meer redelijk is, dan treden Partijen met elkaar in overleg, waarbij zo veel mogelijk met inachtneming van de doelstelling van het recht van erfpacht respectievelijk de kwalitatieve verplichtingen/kettingbedingen op het Terrein, zal worden gezocht naar een voor alle Partijen aanvaardbare oplossing.
Indien een partij nalatig is in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, dient de wederpartij hem schriftelijk in gebreke te stellen. In de ingebrekestelling zal een termijn van acht werkdagen worden gesteld, waarbinnen de nalatige partij zijn gebrek alsnog kan herstellen, zonder dat hij in verzuim is. Indien de nalatige partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht werkdagen nalatig blijft in de nakoming van een uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting, is hij in verzuim jegens de wederpartij.
Indien de nalatige partij, na door de wederpartij in gebreke te zijn gesteld, binnen de in lid 1 genoemde termijn van acht werkdagen alsnog zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichting nakomt, is deze partij niettemin gehouden aan de wederpartij diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend.
3. Indien de nalatige partij in verzuim is, is deze partij gehouden aan de wederpartij diens schade ten gevolge van de niet tijdige nakoming te vergoeden, tenzij de niet of niet tijdige nakoming van de overeenkomst niet aan hem kan worden toegerekend. De nalatige partij is tevens verplicht zijn verzuim zo spoedig mogelijk te herstellen en zijn verplichtingen uit de overeenkomst alsnog na te leven.
Artikel 26. Toepassing wet Bibob
Het eigen onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, kan in ieder geval worden uitgevoerd indien sprake is van één of meer van de volgende feiten en omstandigheden:
Een ander bestuursorgaan of een andere rechtspersoon met overheidstaak past de Wet Bibob toe of heeft de Wet Bibob toegepast in een andere procedure, waarbij sprake was van dezelfde Erfpachter of een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Wet Bibob;
De Erfpachter dan wel een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in relatie staat tot de Erfpachter als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob, staat vermeld in het onregelmatighedenregister, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e, van de Asv Noord-Brabant (Beleidsregel misbruik en oneigenlijk gebruik subsidies Noord-Brabant 2020);
De Erfpachter is een rechtspersoon die voor het verstrijken van de duur van de erfpachtovereenkomst geheel of ten dele in handen komt van een derde partij (waaronder mede begrepen wordt het juridisch splitsen, afsplitsen, fuseren, ontbinden, liquideren of het opgeven van (een deel) van de rechtspersoonlijkheid);
De Erfpachter is verplicht ten behoeve van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid door de Provincie gevraagde gegevens en bescheiden, als bedoeld in artikel 7a, tweede en derde lid, van de Wet Bibob te verstrekken. Tevens is de Erfpachter verplicht ten behoeve van het advies, als bedoeld in het vierde lid, door het Landelijk Bureau Bibob gevraagde gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet Bibob te verstrekken. Indien daaraan niet wordt voldaan en de gevraagde gegevens en bescheiden niet, niet volledig of niet waarheidsgetrouw worden verstrekt, kan de Provincie bij de bevoegde rechter ontbinding of opschorting van de erfpachtovereenkomst vorderen.
Ingeval van niet naleving van enige in deze overeenkomst genoemde verplichting van Erfpachter, is de Erfpachter aan de Provincie, na schriftelijke ingebrekestelling met inachtneming van een termijn van acht dagen waarin de Erfpachter alsnog aan zijn verplichtingen kan voldoen, een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete verschuldigd van € 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro) voor iedere dag dat nakoming uitblijft, zulks onverkort het aan de Provincie van rechtswege toekomend recht aanvullende schadevergoeding te vorderen. De boete zal jaarlijks worden geïndexeerd, conform de wijziging van het Consumentenprijsindexcijfer, CPI, alle huishoudens (2015 = 100), zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek maandelijks wordt gepubliceerd, of indien deze index niet meer bestaat, middels de index die de oude index het meest benadert.
De Erfpachter vrijwaart de Provincie tegen alle aanspraken van derden tot vergoeding van schade die als direct of indirect gevolg van het recht van erfpacht of de bedrijfsvoering van de Erfpachter ontstaat. Daarbij is uitdrukkelijk inbegrepen schade die veroorzaakt is door of met personeel of andere bezoekers van het Terrein.
Artikel 29. Geschillenregeling
Een geschil wordt geacht te bestaan, indien één der Partijen aan de andere partij(en) schriftelijk te kennen geeft, dat er over een aan (de ten uitvoerlegging van) deze overeenkomst gelieerd essentieel onderwerp een zodanig verschil van mening aanwezig is, dat dit als een geschil moet worden aangemerkt. Deze kennisgeving wordt ‘aangetekend’ verzonden.
Met de ondertekening van deze overeenkomst vervallen alle (eventueel) eerder tussen Partijen mondeling of schriftelijk gemaakte afspraken ter zake de in deze overeenkomst vastgelegde vestiging van het recht van erfpacht.
Artikel 32. Totstandkomingsvoorwaarden
Deze overeenkomst komt tot stand:
Artikel 33. Overige bepalingen
Indien een bepaling in deze overeenkomst ongeldig of niet afdwingbaar is of wordt, blijven de Partijen aan de overige bepalingen gebonden. In dat geval vervangen de Partijen de ongeldige of niet-afdwingbare bepaling door bepalingen die wel geldig en afdwingbaar zijn en die met het oog op de aard en strekking van deze overeenkomst, voor zo veel als mogelijk, eenzelfde werking hebben als de ongeldige of niet-afdwingbare bepaling.
Artikel 34. Inhoud overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis hebben genomen van de bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst. De bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst. Bij een eventuele discrepantie tussen de bijlagen en de bepalingen uit deze overeenkomst prevaleren de bepalingen uit deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend