Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Klachtbehandeling Ouder-Amstel 2019 |
Citeertitel | Regeling Klachtbehandeling Ouder-Amstel 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2020 | 01-09-2019 | Nieuwe regeling | 05-09-2019 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
De klachtbehandeling kent drie fasen:
Indien iemand zich met een klacht tot het bestuursorgaan wendt, wordt in eerste instantie middels een gesprek tussen klager en de coördinator van het betreffende team getracht de klacht direct op te lossen. Bij bejegeningsklachten kan de coördinator een bemiddelings-gesprek tussen klager en beklaagde organiseren om tot een oplossing te komen.
Het gestelde onder b. geldt voor iedere klacht, met uitzondering van klachten die betrekking hebben op de integriteit van het bestuursorgaan of een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Klachten die betrekking hebben op de integriteit van het bestuursorgaan of een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan worden, indien daar naar het oordeel van de klachtencoördinator en/of de klachtbehandelaar voldoende aanleiding toe is, formeel afgehandeld na advies van de klachtencommissie als bedoeld in artikel 5.
Fase 2: Formele behandeling in eerste instantie
Een klacht wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van afdeling 9.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht en met inachtneming van de bepalingen van deze regeling. Wanneer de informele behandeling niet tot een oplossing heeft geleid dan neemt de gemeentesecretaris de klachtbehandeling over en wordt daarmee de klachtbehandelaar.
Indien de aard van de klacht naar de mening van de coördinator daartoe aanleiding geeft, wordt de gemeentesecretaris geïnformeerd over de klacht. De gemeentesecretaris kan besluiten de klacht te laten behandelen door de klachtencommissie als bedoeld in artikel 5. Artikel 2 lid 1 onder b is in dat geval niet van toepassing.
De klachtencommissie stelt een advies op waarin de bevindingen zijn opgenomen en eventuele aanbevelingen. In het advies wordt vermeld wat er tijdens het horen aan de orde is gesteld. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter van de klachtencommissie. Het advies, de bevindingen en eventuele aanbevelingen worden verstuurd aan het bestuursorgaan.
Hoofdstuk 3. Behandeling van klachten
Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen zes weken of, na verdaging, binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift af. Wanneer de klachtencommissie om advies wordt gevraagd geldt een termijn van tien weken, of na verdaging van veertien weken. Van de verdaging wordt door de klachtencoördinator schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
Het bestuursorgaan danwel de naasthogere leidinggevende van de klachtbehandelaar informeert de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd over de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, zijn oordeel daarover en over de eventuele conclusies die daaraan zijn verbonden.
Hoofdstuk 4. Nationale ombudsman
Artikel 12. Behandeling in tweede instantie
Bij het toezenden van de bevindingen van het onderzoek als bedoeld in artikel 11, vierde lid, wordt klager meegedeeld dat hij, indien hij het niet eens is met de conclusie die uit het onderzoek is getrokken, binnen één jaar na de ontvangst van de bevindingen zijn klacht kan voorleggen aan de Nationale ombudsman te Den Haag. Daarbij worden tevens de adresgegevens en een link naar de website van de Nationale ombudsman vermeld.
Hoofdstuk 5. Autoriteit Persoonsgegevens
Artikel 13. Klachten inzake verwerken van persoonsgegevens
Deze klachtenregeling is tevens van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens en de uitoefening van rechten van betrokkenen in dat verband. Hieronder vallen klachten over het verwerken van persoonsgegevens op een manier die in strijd is met de privacyregelgeving en klachten over de wijze waarop door de verwerkingsverantwoordelijke binnen de gemeente wordt gereageerd op een verzoek van een betrokkene tot inzage, rectificatie, gegevenswissing, beperking van de verwerking, dataportabiliteit dan wel zijn verzoek niet aan profilering te worden onderworpen.
Klager moet in eerste instantie een klacht indienen bij de verwerkingsverantwoordelijke binnen de gemeente, dan wel bezwaar maken tegen de wijze waarop er door de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking is besloten op een verzoek van klager omtrent de uitoefening van zijn rechten inzake zijn persoonsgegevens. Komt de klager er samen met de verwerkingsverantwoordelijke niet uit dan kan klager een klacht indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
De klachtencoördinator brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college van burgemeester en wethouders verslag (kwantitatieve en kwalitatieve rapportage) uit van alle klachten die in het voorafgaande jaar zijn behandeld, aangevuld met een verslag van alle klachten die in het voorafgaande jaar zijn ingediend bij de Nationale ombudsman. Het verslag bevat informatie over: