Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020
CiteertitelSubsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Kerkrade/63421/CVDR63421_1.html

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

28-01-2020

gmb-2020-37674

19n00666

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kerkrade;

 

Overwegende dat het gewenst is dat alle kinderen in de gemeente Kerkrade een peuterprogramma kunnen volgen en extra voorschoolse educatie krijgen als dat nodig is;

Overwegende dat het gewenst is om de kwaliteit van het peuteraanbod in de gemeente Kerkrade te waarborgen;

Gelet op het bepaalde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade 2008;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

“Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Aanbieder peuteropvang: een in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde houder van een kinderopvangorganisatie die in Kerkrade peuterprogramma’s verzorgt;

b. Besluit: Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

c. Doelgroeppeuter: een peuter met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie van GGD Jeugdgezondheidszorg omdat is vastgesteld dat er sprake is van achterstand of risico op achterstand in de Nederlandse taal of algemene ontwikkeling, overeenkomstig de hiervoor door het college vastgestelde definitie;

d. Geïndiceerd peuterprogramma: een door de Erkenningscommissie Interventies:

Deelcommissie Jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering van het Nederlands Jeugd Instituut als “goed onderbouwd” beoordeeld peuterprogramma;

e. Kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang, in de zin van de wet, welke tenminste 1 jaar is ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met VVE aantekening;

f. Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van de opvang van kinderen, zoals bedoeld in de wet;

g. Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

h. Kinderopvangtoeslagtabel: een tabel waarin terug te vinden is welk bedrag ouders terugkrijgen voor de kinderopvang via de belastingdienst;

i. Koppeloverleg: periodiek afstemmingsoverleg tussen de basisschool, de hieraan verbonden aanbieder(s) van geïndiceerde peuteropvang en de vertegenwoordiger van de gemeente Kerkrade afdeling welzijn om de doorgaande leerlijn te waarborgen en zorg te dragen voor een “warme” overdracht;

j. Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, zoals bedoeld in de wet, waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven, organisaties voor buitenschoolse opvang en peuteropvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

k. Ouder: de juridische ouder of wettelijk verzorger van een peuter;

l. Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang als in bijgevoegde bijlage 1;

m. Ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag;

n. Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en ingeschreven in de gemeente Kerkrade;

o. Peuteropvangvoorziening : de opvang van (al dan niet geïndiceerde) 2,5- en 3-jarige peuters in een separate peutergroep voor minimaal 12,31 uur per week verdeeld over 2 dagdelen van 3 uur en 10 min. (ochtenddagdeel) én 2 dagdelen van 3 uur (middagdagdeel) per week gedurende maximaal 52 weken per jaar waarbij een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool door een kindercentrum wordt aangeboden. Het opvangaanbod aan 2 – 2,5 jarige peuters betreft het 1e en 2e dagdeel voor totaal 6,16 uur per week;

p. Peuterprogramma: een educatie-programma, waarin gedurende 12,31 uur per week, verdeeld over 4 dagdelen per week, gedurende 52 weken per jaar, in een kindercentrum op gestructureerde en samenhangende wijze in gemengde vaste groepen de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen van 2,5 en 3 jaar op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling, in de zin van de wet (1 april 2013: (art. 5 Besluit).

q. Subsidieverordening: de vigerende Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade;

r. VVE monitor: Een digitaal instrument waarin per peuter(groep) de (door-)ontwikkeling op taal- en rekenvaardigheden en een observatie-instrument worden geregistreerd;

s. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): educatie verdeeld in een voorschoolse periode (2- en 3-jarigen) doorlopend in de eerste jaren van het basisonderwijs (4- en 5-jarigen), de vroegschoolse periode;

t. Voorschoolse educatie (VE): educatie in de voorschoolse periode voor doelgroeppeuters in de vorm van een geïndiceerd peuterprogramma zoals bedoeld in de wet;

u. Wet: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

v. Wet IKK: Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang;

w. Wet OKE: de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie.

Artikel 2. Subsidie

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend aan de houder verstrekt ten behoeve van (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders:

a. Ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een peuter;

b. Ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroeppeuter;

c. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter;

d. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroeppeuter.

Artikel 3. Activiteiten

De subsidiabele activiteiten zijn:

1. Het gedurende een kalenderjaar (52 weken) aanbieden van een geïndiceerd peuterprogramma (gedurende 12,31 uur per week, verdeeld over vier dagdelen per week) aan alle peuters van ouders met en zonder recht op kinderopvangtoeslag wonend in Kerkrade.

2. Per unieke peuter wordt het volgen van maximaal 1 peuterprogramma binnen de gemeente Kerkrade tegelijkertijd gesubsidieerd.

Artikel 4. Voorwaarden voor het ontvangen van subsidie

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    - de houder van een kinderopvangorganisatie die peuteropvang in de gemeente Kerkrade aanbiedt en;

    - waarvan de opvangvoorziening op 1 juni voorafgaand aan het subsidiërend kalenderjaar tenminste 1 jaar staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang met VVE aantekening met een minimale (gemiddelde) bezetting gedurende het kalenderjaar van 70% en;

    - die voldoet aan de vereisten en kwaliteitseisen uit het besluit, de Wet, de Wet OKE en de Wet IKK, de hier uit voortvloeiende regelgeving en de nadere regels en;

    - waarvan de peuteropvangvoorziening(-en) tevens deelne(e)m(en)(t) aan het koppeloverleg en;

    - waarvan de peuteropvangvoorziening(-en) medewerking verle(e)n(en)(t) aan een juiste en tijdige invulling van de VVE monitor NIPIA overeenkomstig de hiervoor geldende instructies.

  • 2.

    De aanbieder van peuteropvang komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer deze aan (doelgroep)peuters een geïndiceerd peuterprogramma in gemengde vaste groepen aanbiedt in Kerkrade.

  • 3.

    Voor de uitvoering van het reguliere en het geïndiceerde aanbod wordt inhoudelijk hetzelfde peuterprogramma ingezet, waarbij een gemengd aanbod (VVE- en niet-VVE peuters in één peutergroep) verplicht is.

  • 4.

    De aanbieder van peuteropvang is verplicht om bij aanmelding van een doelgroeppeuter aan dit kind voorschoolse educatie te bieden.

  • 5.

    De aanbieder geeft in voorkomende gevallen voorrang aan het plaatsen van een doelgroeppeuter boven het plaatsen van een niet tot de doelgroep behorende peuter.

  • 6.

    Verschillende aanbieders van peuteropvang nemen -waar nodig in onderling overleg - aantoonbaar maatregelen om dubbele subsidiering per Kerkraadse peuter uit te sluiten.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag bevat de naam en het adres van de aanbieder van peuteropvang, de locatie(s) waar de opvang plaatsvindt, de wijze waarop de opvang is vermeld in het LRK met het bijbehorende registratienummer, bewijsstukken waaruit blijkt dat wordt voldaan aan artikel 2, 3 en 4 van deze regeling.

  • 2.

    Bij de subsidieaanvraag wordt een begroting gevoegd waaruit blijkt:

    * de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    * (de opbouw van) het bedrag van de aanvraag waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3.

    Ter completering van de subsidieaanvraag wordt in overleg met de gemeente een uitvoeringsplan opgesteld.

    In dit uitvoeringsplan wordt o.a. aangegeven:

    * de (per locatie) te verwachten aantallen peuters (in de leeftijd van 2 - 2,5 en 2,5 – 4 jaar) en de aantallen ouders met en ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag, inclusief op recente realisatiecijfers gebaseerde of aan de inschrijvingen gerelateerde onderbouwing;

    * de (per locatie) te verwachten aantallen peuters met VVE-indicatie, inclusief op recente realisatiecijfers en/of aanvragen gerelateerde onderbouwing;

  • 4.

    In aanvulling op lid 1, 2 en 3 van onderhavig artikel kan het college overige gegevens opvragen die het nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    De uiterste datum voor het indienen van een subsidieaanvraag is 1 juli van het aan subsidiering voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    Het in artikel 5.3 genoemde uitvoeringsplan is uiterlijk 15 oktober van het aan subsidiering voorafgaande kalenderjaar beschikbaar.

Artikel 7. Beslistermijn

Het College beslist op een tijdig ingediende en met een uitvoeringsplan gecompleteerde subsidieaanvraag uiterlijk 31 december van het aan subsidiering voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De gemeente Kerkrade subsidieert het uitvoeren van peuterprogramma’s op basis van groepsgebonden subsidie als volgt:

    a. Ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een peuter maximaal 12,33 uur per week minus het voor het 1e en 2e dagdeel maximale uurtarief kinderopvang voor maximaal 6,16 uur opvang per week.

    b. Ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroeppeuter maximaal 12,33 uur minus het voor het 1e en 2e dagdeel maximale uurtarief kinderopvang voor maximaal 6,16 uur opvang per week.

    c. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter maximaal 12,33 uur per week minus de voor het 1e en 2e dagdeel gedifferentieerde ouderbijdrage voor maximaal 6,16 uur opvang per week conform de tabel in bijlage 1.

    d. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroeppeuter maximaal 12,33 uur per week minus de voor het 1e en 2e dagdeel gedifferentieerde ouderbijdrage voor maximaal 6,16 uur opvang per week conform de tabel in bijlage 1.

  • 2.

    De aanbieder van peuteropvang hanteert een (all-in) (kost)prijs.

    Hiermee voorziet de aanbieder van peuteropvang in de betaling van loonkosten van al het uitvoerend en coördinerend personeel, inclusief directie, bij- en nascholing, vervangings- en verletkosten bij ziekte, uitvoeren van afspraken rond controleren van recht op subsidie individuele peuter, uitvoering van VVE-programma, intake, warme overdracht, observaties, (cito-)toetsen, oudergesprekken, zelfevaluatie, differentiatie, begeleiding, tutor-/mentortijd, organisatie van ouderactiviteiten ten behoeve van ouderparticipatie, lokaal VVE- en koppeloverleg, delen gegevens in het kader van resultaatafspraken VVE, huisvesting, bijdrage in spreiding peuteropvang en overhead.

  • 3.

    De totale subsidie zal niet meer bedragen dan de jaarlijks hiervoor door het college vóór 31 december van het aan subsidiering voorafgaande kalenderjaar vastgesteld budget.

Artikel 9. Voorschot op subsidie

  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt als voorschot in 12 maandelijkse termijnen beschikbaar gesteld.

  • 2.

    De verlening en de bepaling van de hoogte van het voorschot geschiedt in onderling overleg.

Artikel 10. Verantwoording en vaststelling subsidie

Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie gelden de volgende voorwaarden:

1. De aanvrager dient uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar een verzoek tot vaststelling van de subsidie in. Dit verzoek gaat vergezeld van een inhoudelijke en financiële eindrapportage.

2. De eindrapportage bevat:

Algemeen:

- een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten conform de

gestelde voorwaarden zijn verricht;

- een overzicht van de aan de gesubsidieerde activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten

(financieel verslag). Hierin is o.a. opgenomen het gehanteerde (all-in) uurtarief en de inkomsten uit ouderbijdragen en kinderopvangtoeslag;

- een jaarrekening en controleverklaring opgesteld door een onafhankelijk accountant.

Per locatie:

• Het aantal (doelgroep)peuters per groep ouders dat gedurende 52 weken gebruik heeft gemaakt van peuteropvang;

• Het kostenoverzicht (resultaten) van de peuteropvang in het betreffende kalenderjaar, onder aftrek van de (gedifferentieerde) ouderbijdrage die ouders voor de peuteropvang betalen (zie bijlage 1) en de ontvangen kinderopvangtoeslag;

• Het aantal ouders dat al dan niet in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag;

• Een overzicht waaruit de bezetting blijkt van gemiddeld minimaal 75% per peutergroep.

• Het totaal aantal gefactureerde uren per kwartaal waaruit blijkt welke ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag en of het een doelgroeppeuter betreft.

3. Het College stelt de subsidie vast in overeenstemming met de afgegeven subsidiebeschikking.

4. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien de eindrapportage hier aanleiding toe geeft.

5. De gemeente is bevoegd te controleren of per peuter maximaal 1 peuterprogramma tegelijkertijd door de Kerkraadse kindercentra in rekening is gebracht.

Artikel 11. Hardheidsclausule, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 01-01-2020 en geldt voor alle subsidieaanvragen peuteropvang en voorschoolse educatie 2020 e.v.

  • 2.

    In gevallen waarin de toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kunnen burgemeester en Wethouders besluiten af te wijken van deze regeling.

  • 3.

    Voor zover de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken van de bepalingen in de vigerende Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade, geldt deze regeling.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Kerkrade 2020.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 28 januari 2020.

Het college, de secretaris,

dr. T.P. Dassen-Housen H.J.M. Coumans MPM

Bijlage 1. Eigen bijdrage ouders voor peuteropvang

Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een reguliere peuter betalen voor het 1e en 2e dagdeel het bedrag dat volgt uit toepassing van de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst in het desbetreffende kalenderjaar. Voor het 3e en 4e dagdeel betalen zij niets.

Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een peuter die geïndiceerd is voor VVE betalen voor het 1e en 2e dagdeel het bedrag dat volgt uit toepassing van de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst in het desbetreffende kalenderjaar. Voor het 3e en 4e dagdeel betalen zij niets.

Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en een reguliere peuter betalen voor het 1e en 2e dagdeel het bedrag dat volgt uit toepassing van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang in het desbetreffende kalenderjaar. Voor het 3e en 4e dagdeel betalen zij niets.

Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en een peuter die geïndiceerd is voor VVE betalen voor het 1e en 2e dagdeel het bedrag dat volgt uit toepassing van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang in het desbetreffende kalenderjaar. Voor het 3e en 4e dagdeel betalen zij niets.