Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Besluit mandaatverlening gebiedsontzegging tijdens evenementen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaatverlening gebiedsontzegging tijdens evenementen
CiteertitelBesluit mandaatverlening gebiedsontzegging tijdens evenementen
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Grondslag: artikle 172 Gemeentewet en artikel 2:50a APV Cuijk

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-02-2020nieuwe regeling

06-02-2020

gmb-2020-36429

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaatverlening gebiedsontzegging tijdens evenementen

De burgemeester van de gemeente Cuijk,

 

gelet op het bepaalde in artikel 2:50a van de Algemene plaatselijke verordening Cuijk en artikel 172 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t

  • 1.

    mandaat te verlenen aan de politieambtenaren van de politie eenheid Oost Brabant tot het opleggen van een gebiedsontzegging zoals bedoeld in artikel 2:50a van de Algemene Plaatselijke Verordening Cuijk tijdens evenementen, onder de volgende voorwaarden:

    • I.

      Algemene instructies

      • 1.

        Het mandaat wordt uitgeoefend met inachtneming van de volgende bepaling:

        Artikel 2:50a Gebiedsontzeggingen

        De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevelgeven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.

      • 2.

        De gemandateerden is het niet toegestaan om de bevoegdheid aan derden door te mandateren.

      • 3.

        Een gebiedsontzegging kan door de politieambtenaren van de eenheid Oost Brabant uitsluitend op de dagen (en een week voorafgaand) van grote evenementen in de gemeente Cuijk worden opgelegd. Onder grote evenementen worden in ieder geval verstaan, de Kuukse Elfkroegetocht (zie ook aanwijzing gebied artikel II), de Vierdaagse feesten (zie ook aanwijzing gebied artikel II), de jaarlijkse kermis, de carnaval (specifiek de wegen van doorkomst van de carnavalsoptochten) en evenementen die georganiseerd worden aan de Maaskade / Waaistraat.

    • II.

      Aanwijzing gebied

      • 1.

        Als gebied, waar de gemandateerden een gebiedsontzegging kunnen opleggen voor de Kuukse Elfkroegetocht en de Vierdaagse feesten, wordt aangewezen:

        Het centrum van Cuijk, waaronder in deze verstaan moet worden: de Stationstraat, de Parallelweg, Het Louis Jansenplein, de Korte Molenstraat, de Fraterstraat, de Kaneelstraat, de Grotestraat, de Deken van den Ackerhof, het Tuigleerstraatje, de Smidstraat, de Kerkstraat, de Maasstraat, de Markt, het gedeelte van de Waaistraat vanaf het tunneltje (aan de Maasstraat) tot en met de veerpont, het gedeelte van de Maasboulevard gelegen vanaf het tunneltje (aan de Maasstraat) tot en met de veerpont.

      • 2.

        Met betrekking tot de overige evenementen in de gemeente Cuijk wordt als gebied aangewezen, het evenemententerrein en de omliggende wegen.

    • III.

      Voorwaarden gebiedsontzegging

      • 1.

        Een bevel tot gebiedsontzegging kan worden gegeven in het belang van de openbare orde en veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid. Daarbij dient sprake te zijn van gedragingen zoals aangegeven onder V.

      • 2.

        Indien degene aan wie een gebiedsontzegging wordt opgelegd een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden (bijvoorbeeld dat de geadresseerde in het aangewezen gebied zijn woning heeft, zijn werk heeft of beroep uitoefent), kan hiermee rekening gehouden worden door in het besluit een route aan te wijzen (het betreft de kortste route naar de rand van het gebied), langs welke de geadresseerde het gebied dient te betreden dan wel te verlaten.

    • IV.

      Procedure gebiedsontzegging

      • 1.

        Voordat een gebiedsontzegging wordt opgelegd, krijgt de belanghebbende de kans een zienswijze te geven, tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet. Vanwege de vereiste spoed gebeurt dit in principe mondeling. De zienswijze wordt later vastgelegd in de beschikking.

      • 2.

        In de gebiedsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en welk gebied het verbod geldt. In de gebiedsontzegging wordt aangegeven op grond van welk(e) feit(en) de persoon de gebiedsontzegging opgelegd heeft gekregen.

      • 3.

        De gebiedsontzegging wordt in persoon door de politie uitgereikt. De gebiedsontzegging gaat van kracht op het moment dat de gebiedsontzegging aan de betrokkene is uitgereikt.

      • 4.

        Een tweede gebiedsontzegging ten aanzien van dezelfde persoon valt niet binnen het mandaat. Met andere woorden, een herhaalde gebiedsontzegging dan wel verlenging van de gebiedsontzegging kan uitsluitend worden opgelegd door de burgemeester.

         

      • V.

        Strafbare gedrag en/of openbare orde verstorende handelingen waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd

        Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd wanneer sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde of recidive van aantasting van de openbare orde middels overtreding van onderstaande feiten.

        Algemene Plaatselijke Verordening Cuijk

        • -

          samenscholing en ongeregeldheden (art. 2:1 APV);

        • -

          opbreken van de weg (art. 2:11 APV);

        • -

          orde verstoren bij evenement (art. 2:26 APV);

        • -

          orde verstoren in openbare inrichtingen (art. 2:31 lid 2 APV);

        • -

          handel binnen openbare inrichtingen (art. 2:32 APV);

        • -

          vervoeren etc. inbrekerswerktuigen (art. 2:44 APV);

        • -

          hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (art. 2:47 APV);

        • -

          verboden drankgebruik (art. 2:48 APV);

        • -

          verboden gedrag bij of in gebouwen (art. 2:49 APV);

        • -

          hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten (art. 2:50 APV);

        • -

          hinderlijk gedrag voor omwonenden of omgeving met een motorvoertuig of bromfiets (art. 2:52a APV);

        • -

          hond op speelplaats etc. of loslopend waar het niet mag (art. 2:57 lid 1 onder a, b en c APV);

        • -

          handelen in strijd met een aanlijn- en/of muilkorfgebod (art. 2:59 APV);

        • -

          schieten met carbid etc. (art. 2:73a APV);

        • -

          drugshandel op straat (art. 2:74 APV);

        • -

          openlijk drugsgebruik (art. 2:74a APV);

        • -

          samenscholing in verband met drugs (art. 2:74b APV);

        • -

          straatprostitutie (art. 3:9 APV);

        • -

          venten onder verboden omstandigheden (art. 5:15 APV).

           

          Wetboek van Strafrecht, Wet Wapens en Munitie, Opiumwet, Gemeentewet

        • -

          opruiing (art. 131 en 132 WvSr);

        • -

          belediging, aanzetten tot haat/discriminatie wegens ras etc. (art. 137c tot en met 137g WvSr);

        • -

          huisvredebreuk, kraken en lokaalvredebreuk (art. 138, 138a en 139 WvSr);

        • -

          openlijke geweldpleging in vereniging (art. 141 WvSr);

        • -

          voorbereiding van geweldpleging (art. 141a WvSr);

        • -

          brandstichting (art. 157 en 158 WvSr);

        • -

          dwang en wederspannigheid tegen ambtenaar (art. 179 tot en met 182 WvSr);

        • -

          niet-voldoen aan ambtelijk bevel of beletten etc. ambtshandeling (art. 184 WvSr);

        • -

          opschudding veroorzaken en negeren verwijderingsbevel (art. 185 WvSr);

        • -

          deelneming aan samenscholing (art. 186 WvSr);

        • -

          post in brievenbus beschadigen (art. 201 en 202 WvSr);

        • -

          openbare schennis van de eerbaarheid (art. 239 onder 1 en 2 WvSr);

        • -

          aanranding (art. 246 WvSr);

        • -

          belediging (art. 266 en 267 WvSr);

        • -

          dwang (art. 284 WvSr);

        • -

          bedreiging (art. 285 WvSr);

        • -

          mishandeling en deelnemen aan een aanval of vechterij (art. 300 tot en met 306 WvSr);

        • -

          diefstal, afpersing, afdreiging, verduistering, oplichting en flessentrekkerij (art. 310 tot en met 312, 317 en 318, 321, 326, 327 WvSr);

        • -

          vernieling etc. (art. 350, 351 en 351bis WvSr);

        • -

          heling en witwassen (art. 416 tot en met 417bis en 420bis tot en met 420quater WvSr);

        • -

          straatschenderij (baldadigheid) (art. 424 WvSr);

        • -

          gevaarlijke openbare dronkenschap (art. 426 WvSr);

        • -

          opdringen/volgen (art. 426bis WvSr);

        • -

          schieten, vuurwerk of vuur met brandgevaar (art. 429 onder 1 WvSr);

        • -

          rumoer of burengerucht (art. 431 WvSr);

        • -

          openbare dronkenschap (art. 453 WvSr);

        • -

          verboden toegang voor onbevoegden (art. 461 WvSr);

        • -

          meer dan een gebruikershoeveelheid drugs bezitten etc. (art. 2 en 3 Opiumwet);

        • -

          voorhanden hebben etc. wapen/munitie (art. 13, 22, 26, 27 en 31 Wet wapens en munitie);

        • -

          in strijd met een verbod op grond van de Wet aanpak woonoverlast aanwezig zijn in of bij de woning of op of bij het erf (art. 151d lid 3 Gemw);

           

    • VI.

      Foto

      Indien een verdachte toestemming geeft, dient een foto van de verdachte te worden gemaakt. Deze wordt toegevoegd aan de stukken betreffende de gebiedsontzegging.

       

    • VII

      Registratie

      Van de toepassing van de gebiedsontzeggingen wordt door de politieambtenaren eenheid Oost Brabant een registratie bijgehouden. De burgemeester wordt zo spoedig mogelijk – uiterlijk de eerste werkdag na het opleggen van een gebiedsverbod – geïnformeerd.

  • 2.

    in te trekken het Besluit mandaatverlening gebiedsontzegging/verblijfsverbod tijdens de grote evenementen, zijnde de Kuukse Elfkroegetocht, Theatric Beats en de Vierdaagse feesten en de bijbehorende beleidsregels gebiedsontzegging tijdens grote evenementen in Cuijk, zijnde de Kuukse Elfkroegetocht, Theatric Beats en de Vierdaagse feesten, dat is genomen op 24 mei 2012 en in werking is getreden op 30 mei 2012.

3. Dit besluit treedt in werking op 12 februari 2020.

 

Aldus vastgesteld op 6 februari 2020.

De burgemeester van Cuijk,

mr. W.A.G. Hillenaar.