Organisatie | Meerssen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent de auditcommissie (Verordening Auditcommissie Meerssen 2020) |
Citeertitel | Verordening Auditcommissie Meerssen 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Auditcommissie 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2020 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 06-02-2020 |
De Raad van de gemeente Meerssen,
gezien het voorstel van het Presidium d.d. 27 januari 2020;
gelet op artikel 82 van de Gemeentewet waarin is opgenomen dat de Raad raadscommissies kan instellen;
gelet op artikel 83 van de Gemeentewet waarin is opgenomen dat de Raad bestuurscommissies kan instellen;
gelet op het feit dat in de verordening ex artikel 213 van de Gemeentewet ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole in artikel 4, lid 3 is geregeld dat periodiek (afstemmings-)overleg plaatsvindt tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente.
Daarbij moet worden gedacht aan een vertegenwoordiger uit de Raad (bijvoorbeeld de Auditcommissie), de rekenkamerfunctie, de portefeuillehouder Financiën, de gemeentesecretaris en het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering;
overwegende dat de Raad van de gemeente Meerssen het wenselijk acht dat leden van de auditcommissie een vergoeding voor deze werkzaamheden krijgen, hetgeen aanpassing van deze verordening noodzakelijk maakt.
Vast te stellen de navolgende Verordening Auditcommissie Meerssen 2020;
Artikel 8 Uitnodiging bijwonen vergaderingen
De Auditcommissie is bevoegd om leden van het College, de gemeentelijke Rekenkamercommissie, de accountant als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, ambtenaren, belanghebbenden en deskundigen uit te nodigen voor het verschaffen van inlichtingen of het deelnemen aan de beraadslagingen.
Het hoofd van de afdeling bedrijfsvoering ontvangt als vaste adviseur standaard een uitnodiging voor vergaderingen van de Auditcommissie.
Artikel 9 Besloten vergaderingen
De vergaderingen van de Auditcommissie vinden achter gesloten deuren plaats.
De Auditcommissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van aan hem overgelegde stukken geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de Auditcommissie haar opheft.
Op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het College en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan de Auditcommissie overlegt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat haar heeft opgelegd dan wel de Gemeenteraad haar opheft.
Indien omtrent stukken die zijn gericht aan de Auditcommissie geheimhouding is opgelegd blijven deze onder berusting van de secretaris van de Auditcommissie. De secretaris verleent inzage aan de leden van de Auditcommissie alsmede aan andere personen voor zover aan hen kennisneming onder geheimhouding is toegestaan.
Toelichting Verordening Auditcommissie
De Auditcommissie (AC) is een hulpmiddel voor de Raad om meer structuur aan te brengen in de controlefunctie. Het doel van de AC is om de Raad te assisteren in zijn controlerende, toezichthoudende functie. De AC houdt zich bezig met ‘toezicht houden op de kwaliteit van de interne en externe financiële rapportages’ en ‘onderhouden van contact met de accountant’. Om de AC stevig te positioneren en herkenbaar neer te zetten is het belangrijk dat er een vastomlijnde structuur ontstaat rondom de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de AC.
Om de rol van adviseur voor de Raad te kunnen vervullen, is het van belang dat de leden van de AC onafhankelijk zijn van het dagelijks bestuur en management van de gemeente. De AC bestaat uit een representatieve vertegenwoordiging vanuit verschillende fracties. Voordeel daarvan is draagvlak in de Raad en eenzelfde wijze van informatieverstrekking bij de fracties.
De leden van de AC zijn tevens raadslid. Omdat gekozen wordt voor een commissie conform artikel 83 Gemeentewet is het niet mogelijk om te kiezen voor een externe (van buiten de fracties) voorzitter. De voorzitter dient vanuit de AC te worden gekozen.
Om de leden van de AC zo goed mogelijk hun taak te laten uitvoeren is het van belang dat zij adequate ondersteuning kunnen krijgen. Het gaat daarbij om secretariële ondersteuning (die vanuit de Griffie wordt geleverd) en er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het aanbieden van een training o.i.d., toegespitst op de taken van de AC. Ook kan worden gedacht aan het inzetten van (externe) capaciteit bij het uitvoeren van bepaalde taken zoals bijvoorbeeld het onderzoeken van de jaarrekening.
In de gemeentelijke organisatie zijn meerdere actoren belast met een controlefunctie. Afstemming is belangrijk en daarom wordt voorgesteld om een aantal functionarissen toe te voegen aan de AC als adviseur. Het gaat daarbij om: accountant, gemeentesecretaris, portefeuillehouder financiën, hoofd van de afdeling bedrijfsvoering, Rekenkamercommissie en de griffier.
De adviseurs en overige ambtenaren zullen op verzoek worden uitgenodigd voor de vergaderingen van de AC.
Het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering fungeert als vaste adviseur en wordt standaard uitgenodigd voor de bijeenkomsten van de Auditcommissie.
Het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers biedt een grondslag voor het verstrekken van een toelage voor het werk in bijzondere commissies. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke ‘bijzondere commissie’, met deze financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden.
Het lidmaatschap van de Auditcommissie is duidelijk meerwerk naast het reguliere lidmaatschap van de Gemeenteraad. Door artikel 11 van deze verordening wordt voorzien in de mogelijkheid om aan de leden van de Auditcommissie een toelage te verstrekken.
De toelage wordt telkens verstrekt op basis van presentie tijdens vergaderingen van de commissie.