Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Leidraad invorderingen 2020 gemeente Dongen |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Dongen/633761/CVDR633761_1.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 12-11-2019 |
Hoofdstuk 1: Begrippen en reikwijdte
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze leidraad worden de volgende afkortingen en begrippen gehanteerd:
Op grond van artikel 231, lid 1, van de Gemeentewet is voor de heffing en de invordering van belastingen van toepassing de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen als waren die belastingen rijksbelastingen. Daarbij worden de uitsluitingen, zoals genoemd in artikel 249 Gemeentewet, gevolgd.
Artikel 7: Uitzondering op versturen aanmaning of herinnering
Toezending van een aanmaning of tweede herinnering blijft in de volgende situaties achterwege:
Artikel 8: Verhaal van invorderingskosten en -rente
Indien artikel 6, lid 2, van toepassing is op privaatrechtelijke vorderingen, geldt dat de kosten van invordering zoveel mogelijk worden verhaald op de belastingschuldige. De eerste herinnering, de tweede herinnering en de ingebrekestelling geschieden zonder kosten in rekening te brengen. Nadat op deze opvolging van (dringende) verzoeken tot betaling, nog steeds geen betaling heeft plaatsgevonden, worden voor vervolgacties kosten in rekening gebracht. Er volgt direct inschakeling van een incassobureau.
Artikel 10: Betalingsregelingen
Een natuurlijk persoon kan vóór de vervaldatum een verzoek via www.dongen.nl, om een betalingsregeling te treffen, indienen. Hiervan zal worden afgezien indien de invorderingsambtenaar voor invorderingsmoeilijkheden vreest. Betalingsregelingen worden ten alle tijden schriftelijk bevestigd en vastgelegd.
Bij het niet nakomen bij de getroffen betalingsregeling wordt eenmalig schriftelijk het verzoek gedaan de opstaande termijnen te voldoen binnen 7 kalenderdagen. Wanneer deze niet tijdig worden ontvangen zal de betalingsregeling komen te vervallen en het standaard invorderingstraject in gang gezet worden.
Artikel 11: Uitstel van betaling
Een verzoek tot uitstel van betaling kan worden verleend indien de hoogte van een op aanslag gebrachte heffing (publiekrechtelijke vordering) dan wel een op de nota vermeld bedrag (privaatrechtelijke vordering) wordt bestreden. Indien er bezwaar wordt gemaakt tegen de aanslag respectievelijk nota, wordt niet automatisch uitstel van betaling verleend. Indien uitstel wordt verleend, mag dit uitsluitend het bestreden bedrag betreffen.
Artikel 12: Tijdstip van betaling en bestemming van betaling
Indien bedragen terug moeten worden betaald, geschiedt dit binnen 30 kalenderdagen. Wanneer de aangegeven bestemming van de betaling een publiekrechtelijke vordering betreft die al is betaald, terwijl nog andere publiekrechtelijke vorderingen openstaan, wordt die betaling na schriftelijke kennisgeving aangemerkt als een gerichte betaling en dienovereenkomstig behandeld.