Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Barneveld |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Barneveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-03-2024 | 01-01-2023 | artikel 3, 4, 24 | 14-03-2024 | 3287 | |
20-12-2022 | 01-01-2022 | 20-12-2022 | artikel 5 | 14-12-2022 | 2424 |
20-12-2022 | 09-11-2022 | 20-12-2022 | artikel 3 | 14-12-2022 | 2424 |
20-12-2022 | 26-03-2024 | artikel 1, 17 | 14-12-2022 | 2424 | |
12-02-2020 | 01-01-2020 | 20-12-2022 | Nieuwe regeling | 05-02-2020 | 302 |
HOOFDSTUK 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING
De rechtmatigheidsverantwoording is de rapportage van burgemeester en wethouders waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
2. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.
3. In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteren burgemeester en wethouders aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.
4. In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) die groter zijn dan de verantwoordingsgrens nader toegelicht.
Artikel 1b. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het: criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
2. Burgemeester en wethouders bieden de raad jaarlijks uiterlijk op 1 maart ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Burgemeester en wethouders operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.
Artikel 1c. Begrotingsrechtmatigheid
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid, die betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
2. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 5.
3. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
4. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:
5. Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Artikel 1d. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen. Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Van oneigenlijk gebruik is sprake indien bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan;
2. Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Artikel 3 Autorisatie begroting en begrotingswijzigingen
Indien burgemeester en wethouders voorzien dat een geautoriseerd programma dreigt te worden overschreden, wordt dit door hen aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Voor afwijkingen binnen het bestaande beleid gebeurt dit via de tussentijdse rapportage, bedoeld in artikel 5, voor afwijkingen met een minimum van € 50.000 aan lasten of baten van het budget op het programma. Kleinere afwijkingen kunnen ook ter autorisatie worden voorgelegd indien deze als politiek en/of bestuurlijk gevoelig worden beoordeeld.
Afwijkingen aan het einde van het begrotingsjaar, die niet eerder in een rapportagemoment zijn geautoriseerd door de raad worden toegelicht in de jaarrekening en worden via vaststelling van de jaarrekening door de raad geautoriseerd.
Indien het burgemeester en wethouders voorzien dat een investeringsbedrag dreigt te worden overschreden, wordt dit door burgemeester en wethouders aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Dit gebeurt voor afwijkingen met een minimum van € 50.000 én meer dan 2% aan uitgaven of inkomsten.
Kleinere afwijkingen kunnen ook ter autorisatie worden voorgelegd indien deze als politiek en/of bestuurlijk gevoelig worden beoordeeld. De autorisatie gebeurt via de tussentijdse rapportage, als bedoeld in artikel 5.
Afwijkingen aan het einde van het begrotingsjaar, die niet eerder in een rapportagemoment zijn geautoriseerd door de raad worden toegelicht in de jaarrekening en worden via vaststelling van de jaarrekening door de raad geautoriseerd.
Artikel 6 Waardering en afschrijving vaste activa
De materiële vaste activa worden afgeschreven overeenkomstig de bij deze verordening behorende tabel met afschrijvingstermijnen. Afwijking van deze tabel is slechts mogelijk bij raadsbesluit. Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen, tenzij zij behoren tot een groep van activa.
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden niet geactiveerd tenzij deze binnen afzienbare tijd gevolgd worden door een investering in materiële vaste activa. De kosten komen in dat geval ten laste van de investering en worden in maximaal vijf jaar lineair afgeschreven. In de andere gevallen worden de kosten in het betreffend jaar in één keer afgeboekt.
Artikel 9 Gemeentelijke belastingen
Burgemeester en wethouders beoordelen tenminste eenmaal per vier jaar de nota gemeentelijke belastingen op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de kaders voortvloeiend uit de nota vast.
Verwachte verliezen op grondexploitatiecomplexen worden op eindwaarde via een verliesvoorziening ten laste van het resultaat getroffen. Een directe afwaardering op een complex vindt alleen in die gevallen plaats bij de complexen die niet verder ontwikkeld worden. De gronden worden na afwaardering overgedragen naar de materiële vaste activa.
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE ORGANISATIE
Burgemeester en wethouders zorgen voor en leggen vast de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van leveringen, diensten en werken en actualiseert deze tenminste eenmaal per vier jaar. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een contractenregister.
Artikel 19 Subsidieverstrekking
Burgemeester en wethouders beoordelen tenminste eenmaal per vier jaar de Algemene subsidieverordening op actualiteit en informeert de raad over de uitkomst. De raad stelt de verordening vast. Burgemeester en wethouders zorgen voor nadere regels voor de verlening van subsidies conform de verordening.
HOOFDSTUK 5 ACCOUNTANTSCONTROLE
Artikel 22 Jaarrekeningcontrole
Indien de accountant bij een controle afwijkingen, waarvoor geen afdoende verklaringen gegeven kunnen worden, constateert en de afwijkingen leiden tot het niet-afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift van deze melding aan burgemeester en wethouders.
Artikel 24 Taken en bevoegdheden
De auditcommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden: