Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling vergoeding en verstrekking |
Citeertitel | Regeling vergoeding en verstrekking |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Regeling vergoeding en verstrekking van 7 januari 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 |
Regeling vergoeding en verstrekking
a. Dienstreis : een naar het oordeel van de werkgever noodzakelijke verplaatsing voor het verrichten van werkzaamheden of het volgen van een studie buiten de werkplek
b. Eigen vervoermiddel: een motorvoertuig waarvoor een rijbewijs vereist is
c. Overwerk: het overwerk als bedoeld in de Cao Gemeenten
d. Werknemer: de werknemer als bedoeld in de Cao Gemeenten
e. Werkplek : het gebouw, terrein of complex waar of van waaruit de werknemer zijn werkzaamheden gewoonlijk verricht
Artikel 2 Vergoeding dienstreizen
1. De werknemer ontvangt in het kader van een dienstreis een reiskostenvergoeding, mits deze niet al wordt vergoed via een vergoeding voor woon-werkverkeer.
2. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de (dienst)fiets, bedrijfsauto of openbaar vervoer. De gemaakte kosten voor openbaar vervoer (2e klas) worden volledig vergoed.
3. Indien het organisatiebelang erbij is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een (trein-)taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.
4. Indien de dienstreis niet doelmatig met het openbaar vervoer kan worden afgelegd, kan aan de werknemer door de leidinggevende toestemming worden verleend voor gebruik van een eigen vervoermiddel. De vergoeding voor het gebruik van eigen vervoer bedraagt € 0,28 netto per kilometer.
5. Bij gebruik van eigen vervoer komt mede voor vergoeding in aanmerking: parkeer-, pont- en tolgelden.
6. Voor het bepalen van de reisafstand wordt gebruik gemaakt van de routeplanner die gekoppeld is aan het eHRM-systeem van de werkgever.
7. De werknemer kan declaraties in het kader van dienstreizen indienen via het eHRM-systeem.
8. Dienstreizen naar het buitenland zijn mogelijk na toestemming van de werkgever. Bij de aanvraag wordt een motivatie en kostenraming gevoegd, rekening houdend met de bepalingen uit paragraaf 10.3 Dienstreizen Buitenland van de Cao Rijk.
Artikel 3 Vergoeding verblijfkosten
1. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden, logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds worden, onder overlegging van bewijsstukken, vergoed volgens paragraaf 10.2 Dienstreizen binnenland van de Cao Rijk dan wel paragraaf 10.3 Dienstreizen Buitenland van de Cao Rijk.
2. Geen aanspraak op vergoeding van verblijfkosten bestaat bij dienstreizen korter dan vier uur en/of voor een dienstreis binnen de gemeente.
3. De betreffende bepalingen in paragraaf 10.2 en 10.3 van de Cao Rijk zijn niet van toepassing indien de verblijfkosten voor rekening komen van derden, dan wel er reeds op een andere wijze in de kosten is voorzien.
Artikel 4 Verstrekking in het kader van tijd- en plaatsonafhankelijk werken
Aan de werknemer wordt in bruikleen een smartphone verstrekt.
Toelichting Regeling vergoeding en verstrekking
Artikel 2 Vergoeding dienstreizen
1. Voor het bepalen van de hoogte van de reiskostenvergoeding wordt rekening gehouden met de vergoeding die wordt ontvangen voor woon-werkverkeer. Hiervan is sprake als een werknemer bijvoorbeeld van huis uit een dienstreis maakt en op die dag al een vergoeding ontvangt voor woon-werkverkeer, hij declareert dan uitsluitend de extra gemaakte kilometers.
2. De werkgever ontmoedigt het gebruik van de eigen auto en stimuleert het gebruik van het Openbaar Vervoer. De werkgever stelt hiertoe NS-Businesscards ter beschikking. Daarnaast stelt de werkgever dienstfietsen ter beschikking voor het maken van korte dienstreizen en zijn er de zgn. “Greenweels” of bedrijfsauto’s beschikbaar.
3. Van organisatiebelang kan bijvoorbeeld sprake zijn indien het gecombineerd openbaar vervoer/(trein-)taxi gebruik, voordeliger is dan het gebruik van een eigen auto.
4. Criteria van “doelmatige wijze van openbaar vervoer”:
- voor dienstreizen geldt dat naar alle plaatsen op de lijn Utrecht-Leiden, Alphen aan den Rijn-Gouda en naar alle andere plaatsen met een intercity/sneltrein-station in Nederland de trein verplicht is tenzij met de auto de reistijd tot minder dan 2/3 kan worden teruggebracht of er is sprake van een uitzondering.
- in de volgende gevallen is sprake van een uitzondering, dat wil zeggen dat de reizen per openbaar vervoer in beginsel doelmatig zijn maar in overleg met de leidinggevende toch de auto gebruikt kan worden:
b. meenemen van zware apparatuur;
5. Boetes worden niet vergoed.
6. De werkgever maakt gebruikt van het eHRM-systeem Motion met Google Maps als geïntegreerde routeplanner.
7. De werkelijk gemaakte kosten worden alleen vergoed onder overlegging van bewijsstukken.