Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer
CiteertitelRegeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Regeling vergoeding woon-werkverkeer uit 2014

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020Nieuwe regeling

17-12-2019

gmb-2020-32244

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

 

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

Gelet op de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, artikel 160, lid 1 onder c, van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

 

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

 

 

Artikel 1 Definities

a. eigen vervoermiddel : een motorvoertuig waarvoor een rijbewijs vereist is;

b. fietspakket : fiets en (optioneel) verzekering;

c. werknemer : de werknemer als bedoeld in de Cao Gemeenten;

d. openbaar vervoer (OV) : vervoer per trein 2e klas, tram, metro, stads- en streekbussen;

e. werkgever : Gemeente Alphen aan den Rijn;

f. werkplek : het gebouw, gebouwencomplex of terrein, waar de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

g. woonadres : het adres binnen de gemeente waar de werknemer in de gemeentelijke basisadministratie is opgenomen.

 

Artikel 2 Aanspraak

1. De werknemer komt in aanmerking voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer als bedoeld in artikel 3.22 Cao Gemeenten met inachtneming van de hieronder opgenomen bepalingen.

2. De keuze van de werknemer voor de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer geldt voor de duur van één jaar tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9.

3. De werknemer dient een wijziging van woonadres, dienstverband of werkpatroon door te geven aan de werkgever.

 

Artikel 3 Berekening afstand woonadres - werkplek

De afstand van het woonadres naar de werkplek wordt berekend met behulp van de routeplanner die gekoppeld is aan het eHRM-systeem van de werkgever op basis van woonadres. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal kilometers op basis van de snelste route.

 

Artikel 4 Fiets

1. De werknemer voor wie de afstand tussen woonadres en werkplek maximaal 15 kilometer enkele reis bedraagt en die op minstens de helft van het aantal werkdagen met de fiets naar de werkplek komt, komt één maal in de vijf jaar in aanmerking voor een fietspakket ter waarde van maximaal € 749,-.

2. De werknemer die op grond van het eerste lid een fiets ontvangt en die buiten het postcodegebied 2400-2409 woont, kan daarnaast voor een periode van maximaal 72 dagen per jaar in aanmerking komen voor vergoeding van de kosten van OV.

3. De werknemer die op grond van het eerste lid een fiets heeft ontvangen en binnen drie jaar na verstrekking van de fiets kiest voor een andere vergoeding, is verplicht voor de nog niet verstreken maanden per volle maand 1/36e deel van de kosten van de fiets terug te betalen.

 

Artikel 5 Openbaar Vervoer (OV)

1. De werknemer die buiten het postcodegebied 2400-2409 woont en die niet kiest voor een fiets als bedoeld in artikel 4, komt in aanmerking voor een vergoeding van de kosten van OV (waaronder tevens begrepen de kosten van een betaalde fietsenstalling bij het treinstation) tot een maximumbedrag van € 2.139,- per jaar (peildatum 1/1/2020). Dit maximumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met 2%.

2. Indien de kosten van OV boven het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag uitkomen, dan komen deze meerkosten voor rekening van de werknemer.

3. Bij verlies of diefstal van een OV abonnement komen de kosten van een nieuw abonnement voor rekening van de werknemer.

4. Boetes voor onjuist gebruik van OV-abonnementen komen voor rekening van de werknemer.

 

Artikel 6 Eigen vervoermiddel

1. De werknemer, voor wie de afstand tussen woonadres en werkplek minimaal 10 kilometer enkele reis bedraagt, die niet kiest voor een fiets of vergoeding van de kosten van OV en die gebruik maakt van een eigen vervoermiddel, komt in aanmerking voor een vergoeding van € 0,15 (onbelast) per kilometer met een maximum van 60 kilometer per dag.

2. Voor de werknemer die gemiddeld 5 dagen per week naar de werkplek reist, wordt uitgegaan van 214 werkdagen per jaar. Voor de werknemer die gemiddeld 4, 3, 2 of 1 dag per week naar de werkplek reist, wordt uitgegaan van respectievelijk 171, 128, 86 of 43 werkdagen per jaar.

3. De vergoeding wordt maandelijks bij het salaris uitbetaald.

 

Artikel 7 Ziekte of andere langdurige afwezigheid

1. Bij volledige afwezigheid wegens ziekte wordt gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand de vergoeding voor kosten OV of de maandelijkse vergoeding voor gebruik eigen vervoermiddel uitbetaald.

2. Bij (gedeeltelijke) werkhervatting herleeft de vergoeding als bedoeld in het eerste lid met ingang van de maand volgend op de maand waarin de werknemer weer werkzaam is op de werkplek, naar rato van het aantal reisdagen.

3. Bij zwangerschaps- en bevallingverlof en bij ander langdurig verlof van tenminste zes weken wordt de vergoeding met ingang van de eerste dag van het verlof stopgezet.

 

Artikel 8 Vergoeding voor werknemer met fysieke beperking

1. De werknemer die op grond van artikel 4 in aanmerking komt voor een fiets maar door medische redenen niet met de fiets naar de werkplek kan komen, kan in aanmerking komen voor een vergoeding OV conform artikel 5 of een vergoeding voor gebruik eigen vervoermiddel conform artikel 6 of een andere maatwerkoplossing.

2. De medische noodzaak wordt bepaald door de Arbo-arts.

 

Artikel 9 Wijziging van woonadres, dienstverband of werkpatroon

Bij wijziging van het woonadres, dienstverband of werkpatroon kan de werknemer met ingang van de datum van de wijziging in aanmerking komen voor een andere vergoeding. In deze situatie is de terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 4, derde lid, niet van toepassing.

 

Artikel 10 Beëindiging dienstverband

De werknemer die op grond van artikel 4 een fiets heeft ontvangen is bij beëindiging van het dienstverband van rechtswege, op eigen verzoek of wegens ontslag op staande voet binnen drie jaar na verstrekking van de fiets verplicht voor de nog niet verstreken maanden per volle maand 1/36e deel van de kosten van de fiets terug te betalen aan de werkgever.

 

Artikel 11 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de werkgever.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt aangehaald als regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer en treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Toelichting Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

 

Artikel 1

Alle werknemers met een vast of tijdelijk dienstverband komen in aanmerking voor een vergoeding van of tegemoetkoming in de kosten van het woon-werkverkeer. Uitgezonderd zijn stagiaires, als bedoeld in artikel 3, lid 1, van de Regeling stagevergoeding (stagiaires in bezit van een OV-jaarkaart die geldig is op ‘doordeweekse dagen’ en die redelijkerwijs met openbaar vervoer kunnen reizen), uitzendkrachten en andere via een bureau of zelfstandig ingehuurde personen.

 

Artikel 2

De keuze die de werknemer maakt voor de vergoeding of tegemoetkoming woon-werkverkeer geldt in principe voor één jaar. De werknemer kan ieder jaar opnieuw een aanvraag indienen. De keuze voor een vergoeding/tegemoetkoming wordt ‘stilzwijgend’ verlengd tenzij de werknemer een andere keuze maakt of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 9. Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, dient de werknemer een aanvraagformulier in te vullen en te mailen naar het informatiepunt P&O.

 

Artikel 3

Met behulp van de routeplanner van het eHRM-systeem wordt de afstand bepaald van het woonadres naar de werkplek. Voor aanvragen of wijzigingen vanaf 1 januari 2020 is dat Google Maps in Motion (tot en met 2019 werd gebruik gemaakt van www.routenet.nl). Indien de routeplanner een andere route aangeeft dan de route die de werknemer doorgaans volgt, wordt uitgegaan van de afstand die de routeplanner aangeeft. De afstand wordt niet op hele getallen afgerond. Als de routeplanner het woonadres niet kan vinden wordt het dichtstbijzijnde adres dat wel herkend wordt ingevoerd voor de berekening van de reisafstand. Indien het woonadres nog niet is opgenomen in de database van de routeplanner wordt door middel van een schatting van de afstand van woonadres naar werkplek de hoogte van de vergoeding bepaald. Op het moment dat het adres is opgenomen in de database van de routeplanner wordt de werkelijke afstand berekend en vindt zo nodig een verrekening met het salaris van de werknemer plaats.

 

Artikel 4

In het tweede lid is bepaald dat de werknemer die een fietspakket ontvangt ook voor een periode van maximaal 72 dagen per jaar in aanmerking kan komen voor vergoeding van de kosten van OV. Voor een deeltijder geldt dit aantal dagen naar rato van zijn/haar aantal reisdagen.

 

Artikel 5

De werknemer kan gebruik maken van meerdere vervoermiddelen op basis van OV. Dit is met name van toepassing in het kader van het zgn. voor- en navervoer. Hierbij wordt wel uitgegaan van de (geïndexeerde) maximale vergoeding. Het maximale vergoedingsbedrag geldt voor werknemers die 4 of 5 dagen per week met het OV naar het werk reizen. Voor medewerkers die op minder dan 4 dagen met het OV naar het werk komen, geldt het maximumbedrag naar rato.

 

Artikel 6

Conform de voorschriften van de Belastingdienst wordt er gerekend met een maximum van 214 dagen per jaar.

 

Artikel 7

Bij gedeeltelijke werkhervatting van de zieke werknemer herleeft de vergoeding naar rato van het aantal dagen dat de werknemer weer aanwezig is op de werkplek. Bij een vergoeding voor reizen met de trein betekent dit dat bij een hervatting voor maximaal 3 reisdagen een vergoeding op basis van losse ritprijzen en bij een hervatting vanaf vier dagen een vergoeding op basis van een abonnement.

 

Artikel 10

Alleen bij beëindiging van het dienstverband van rechtswege, op eigen verzoek of als gevolg van ontslag op staande voet van de werknemer kan sprake zijn van een terugbetalingsverplichting in verband met de verstrekking van een fiets. Bij beëindiging van het dienstverband in verband met bijv. reorganisatie of ziekte geldt geen terugbetalingsverplichting.

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op 17 december 2019,

De secretaris, de burgemeester.