Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent onderzoeksprotocol Rekenkamercommissie 2019 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2020 | nieuwe regeling | 15-01-2019 |
ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE WIJK BIJ DUURSTEDE 2019
Met dit onderzoeksprotocol wordt de procedure vastgelegd die de rekenkamercommissie van Wijk bij Duurstede hanteert bij de uitvoering van haar onderzoeken.
De rekenkamercommissie is een onafhankelijke commissie die de gemeenteraad ondersteunt bij haar controlerende taak. Gewoonlijk onderzoekt een rekenkamercommissie of het gemeentelijke beleid goed is uitgevoerd en het gewenste effect heeft gehad. Zij kijkt daarbij ook of er geen geld is verspild. In de gesprekken die hebben geleid tot het tot stand komen van de huidige rekenkamercommissie is door alle partijen (kandidaten en gemeenteraad) de wens uitgesproken om ook met name aandacht te besteden aan ex-ante onderzoek. De basis voor de werkzaamheden van de rekenkamercommissie is vastgelegd in de Verordening Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede.
Met haar onderzoeken hoopt de rekenkamercommissie een positief kritische bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteit van bestuur van de gemeente Wijk bij Duurstede. Ten behoeve van het vastleggen van de taken van de rekenkamercommissie en het vastleggen van de wijze waarop hierover met de ambtelijke organisatie en het college wordt gecommuniceerd heeft de rekenkamercommissie haar onderzoeksproces opgesplitst in acht fasen, naar voorbeeld van de rekenkamercommissie Den Haag.
Daar waar in het onderzoeksprotocol de gemeentesecretaris staat vermeld, moet worden gelezen gemeentesecretaris, dan wel een door hem aan te wijzen of aangewezen vervanger. De rekenkamercommissie wordt op de hoogte gebracht.
Groslijst met onderzoeksonderwerpen opstellen: de rekenkamercommissie bepaalt zelf de onderzoeksagenda (het Jaarplan), maar haalt wel informatie op bij de diverse raadsfracties. Uiteindelijk stelt de rekenkamercommissie een groslijst met onderzoeksonderwerpen op. | |
Oriëntatie en opstellen onderzoeksopzet: de rekenkamercommissie heeft verschillende thema’s op het oog, gaat informatie verzamelen om een gefundeerde keuze te kunnen maken en stelt vervolgens een onderzoeksopzet op. Er wordt gewerkt met een eerder door de rekenkamercommissie vastgesteld format qua vooronderzoek. | |
Uitvoeren onderzoek: de rekenkamercommissie voert het onderzoek uit en stelt een feitenrapport met voorlopige bevindingen op. | |
Feitelijk wederhoor: het feitenrapport met voorlopige bevindingen wordt ter verificatie teruggelegd bij de gemeentesecretaris en indien van toepassing eveneens bij de in het onderzoek betrokken instellingen. | |
Verwerken feitelijke reactie en opstellen bestuurlijk rapport: naar aanleiding van de feitelijke reactie wordt het feitenrapport zo nodig aangepast. Vervolgens wordt het bestuurlijk rapport met conclusies en aanbevelingen opgesteld. | |
Bestuurlijk wederhoor: het college krijgt de gelegenheid om op het bestuurlijk rapport te reageren. 1 | |
Publicatie: het feitenrapport, het bestuurlijk rapport inclusief reactie van het college en het nawoord van de rekenkamercommissie, worden gebundeld en met een persbericht gepubliceerd. | |
Behandeling: de raad behandelt het rapport van de rekenkamercommissie in een voorbespreking en neemt in de raadsvergadering een besluit over de aanbevelingen. | |
Nazorg: de rekenkamercommissie monitort de opvolging van het raadsbesluit over de aanbevelingen en rapporteert hierover zo nodig aan de raad. |
Op de volgende pagina’s wordt ingegaan op de taken van de rekenkamercommissie per fase. Daarbij is ook aangegeven welke werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie hieruit voortvloeien. Tevens is aangegeven op welke wijze de rekenkamercommissie de ambtelijke organisatie, het college en de raad informeert en betrekt bij de verschillende processtappen. Per fase wordt ook een aantal aandachtspunten en noties naar voren gebracht die van belang kunnen zijn voor zowel de ambtelijke organisatie als de rekenkamercommissie.
Fase 0: Opstellen groslijst met onderzoeksonderwerpen
De rekenkamercommissie stelt elk jaar een onderzoeksprogramma op. Daarvoor worden
potentieel relevante onderzoeksonderwerpen geïnventariseerd tijdens een ronde langs de fracties. Daarnaast staat de rekenkamercommissie open voor suggesties vanuit het college of de bevolking. Uiteraard kan de rekenkamercommissie ook op eigen initiatief onderwerpen selecteren.
De rekenkamercommissie houdt een groslijst bij van onderwerpen bij die zich lenen voor onderzoek.
Criteria voor het al dan niet opnemen van onderwerpen op de groslijst zijn:
Voor een volledig overzicht van de criteria verwijzen wij graag naar art. 3.3 van de Verordening Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede, zoals te vinden op de website van de rekenkamercommissie.
Fase 1: Oriëntatie en opstellen onderzoeksopzet
De rekenkamercommissie heeft verschillende thema’s op het oog, maar moet meer informatie verzamelen om een gefundeerde keuze voor onderzoek te kunnen maken. Hiervoor worden oriënterende gesprekken met betrokken ambtenaren en zo nodig ook met medewerkers van betrokken instellingen gevoerd, wordt informatie opgevraagd en bestudeerd, en wordt besluitvorming door de rekenkamercommissie over het mogelijk onderzoeken van desbetreffend thema voorbereid. Het eventuele besluit om een onderzoek uit te voeren gebeurt door vaststelling van een onderzoeksopzet door de leden van de rekenkamercommissie. Voor de onderzoeksopzet wordt gebruik gemaakt van een eerder door de rekenkamercommissie vastgesteld format.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De interviewverslagen zijn vertrouwelijk. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de geïnterviewde personen kan het verslag aan derden worden verstrekt. De medewerkers en leden van de rekenkamercommissie hebben ten behoeve van het onderzoek en de interne kwaliteitscontrole hierop wel toegang tot alle interviewverslagen.
De informatie uit de interviewverslagen kan door de rekenkamercommissie gebruikt worden om op te nemen in een op de oriëntatie volgende onderzoeksopzet of een daaropvolgend rapport met bevindingen en/of conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Indien dit aan de orde is wordt in het rapport als bron enkel “interview ambtelijke organisatie” en de datum van het interview opgenomen en worden in de bronvermelding geen namen, functies of afdelingen genoemd. 2
De rekenkamercommissie start conform de onderzoeksopzet met het onderzoek. Hiervoor worden interviews met betrokken ambtenaren en medewerkers van betrokken instellingen gehouden. Van de interviews worden verslagen gemaakt, die ter verificatie worden teruggelegd bij de geïnterviewde personen. Bij de betrokkenen wordt informatie opgevraagd en worden nadere vragen uitgezet. Na de analyse wordt een feitenrapport met voorlopige bevindingen opgesteld. Omdat het om voorlopige bevindingen gaat worden deze bevindingen nog niet gewogen en worden nog geen conclusies en aanbevelingen geformuleerd.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie heeft recht op alle informatie en inlichtingen die zij ter vervulling van haar taak nodig acht, en heeft dus eveneens recht op geheime informatie (Gemeentewet, art. 183). De rekenkamercommissie legt haar bevindingen en haar oordeel daarbij vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn (Gemeentewet, art. 185, lid 1).
De interviewverslagen zijn vertrouwelijk. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de geïnterviewde personen kan het verslag aan derden worden verstrekt. De medewerkers en leden van de rekenkamercommissie hebben ten behoeve van het onderzoek en de interne kwaliteitscontrole hierop wel toegang tot alle interviewverslagen.
De informatie uit de interviewverslagen kan door de rekenkamercommissie gebruikt worden om op te nemen in haar rapporten met bevindingen en/of conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. Indien dit aan de orde is wordt in het rapport als bron enkel “interview ambtelijke organisatie” en de datum van het interview opgenomen en worden in de bronvermelding geen namen, functies of afdelingen genoemd. 3
Het feitenrapport met voorlopige bevindingen wordt ter verificatie teruggelegd bij de gemeentesecretaris en indien van toepassing eveneens ter verificatie teruggelegd bij de in het onderzoek betrokken instellingen, zodat eventuele feitelijke onjuistheden door de rekenkamercommissie gecorrigeerd kunnen worden. De duur van het feitelijk wederhoor is twee weken. Op verzoek van de ambtelijke organisatie en/of de betrokken instellingen en mits schriftelijk goed gemotiveerd kan er om maximaal twee weken uitstel worden gevraagd.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
De voor het onderzoek aangewezen gemeentelijke coördinator verdeelt het feitenmateriaal onder de desbetreffende inhoudelijke beleidsambtenaren. De beleidsambtenaren controleren de teksten en bevindingen uit het feitenrapport op feitelijke onjuistheden, geven beargumenteerd aan welke passages onjuist zijn en leveren de onderliggende bronnen aan (voor zover deze niet reeds in het bezit zijn van de rekenkamercommissie). De coördinator bundelt de feitelijke reacties en zendt deze namens de gemeentesecretaris aan de rekenkamercommissie.
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
Fase 4: Verwerken feitelijke reactie en opstellen bestuurlijk rapport
De rekenkamercommissie bestudeert de feitelijke reactie en stelt zo nodig verhelderende vragen aan de ambtelijke organisatie. De rekenkamercommissie past het concept feitenrapport naar aanleiding van de feitelijke reactie zo nodig aan en stelt dit vervolgens vast. De rekenkamercommissie koppelt schriftelijk per punt aan de gemeentesecretaris terug hoe het feitelijk wederhoor verwerkt is. Daarna weegt de rekenkamercommissie de bevindingen en stelt zij de conclusies en aanbevelingen op. Dit resulteert in een bestuurlijk rapport waarin de hoofdpunten uit het onderzoek zijn opgenomen. Dit kan in een afzonderlijk rapport of door toevoeging van de conclusies en aanbevelingen aan het reeds bestaande feitenrapport.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie biedt het bestuurlijk rapport voor wederhoor aan, aan het college ter attentie van de verantwoordelijk wethouder. Het college krijgt de gelegenheid om op het bestuurlijk rapport en in het bijzonder de conclusies en aanbevelingen te reageren. 4 Na afloop van het bestuurlijk wederhoor wordt de reactie van het college in het bestuurlijk rapport opgenomen, gevolgd door een nawoord van de rekenkamercommissie. De duur van het bestuurlijk wederhoor is vier weken. Op verzoek van de ambtelijke organisatie en mits schriftelijk goed gemotiveerd kan er om maximaal twee weken uitstel worden gevraagd.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De inhoud van het feitenrapport en het bestuurlijk rapport wordt naar aanleiding van de bestuurlijke reactie niet aangepast. De reactie van het college wordt in het bestuurlijk rapport opgenomen. De rekenkamercommissie kan een nawoord bij de reactie van het college schrijven, dat eveneens in het bestuurlijk rapport wordt opgenomen.
Het bestuurlijk rapport en het feitenrapport worden gebundeld en met een persbericht door de rekenkamercommissie gepubliceerd. In het persbericht worden de belangrijkste onderdelen uit het rapport voor het voetlicht gebracht, zonder dat hier vanuit de rekenkamercommissie andere waardeoordelen aan worden verbonden dan in het rapport. Voorafgaand aan de publicatie ontvangen de raad en het college de bundeling van het bestuurlijk rapport en het feitenrapport, het persbericht en het bijbehorende raadsvoorstel. De rekenkamercommissie kan de publicatie eventueel combineren met een persconferentie.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De rapporten van de rekenkamercommissie zijn altijd openbaar (Gemeentewet, art. 185, lid 5), met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn (Gemeentewet, art. 185, lid 1). Tot het moment van publicatie door de rekenkamercommissie zijn de rapporten nog vertrouwelijk.
Opmerkingen en bedenkingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn kan de rekenkamercommissie naar aanleiding van haar bevindingen aan de raad en het college (in beslotenheid) mededelen (Gemeentewet, art. 185, lid 2). Op die mededelingen kan de raad of het college geheimhouding uitspreken. Zo kan de rekenkamercommissie met de raad overeenkomen dat de raad gebruik zal maken van zijn bevoegdheid om geheimhouding op te leggen. De informatie die tijdens de besloten raadsvergadering wordt behandeld, is dan ook niet middels een Wob-verzoek op te vragen.
De rekenkamercommissie ontvangt een eventueel persbericht van het college naar aanleiding van het onderzoeksrapport voorafgaand of gelijktijdig aan de publicatie.
De rekenkamercommissie geeft in de raadscommissie een toelichting op het rapport, waarna vragen van raadsleden beantwoord kunnen worden. Daarna volgt de politieke behandeling waarin de rekenkamercommissie in principe geen rol heeft, tenzij er over eventuele onjuistheden wordt gedebatteerd. Na de raadscommissie volgt de behandeling van het onderzoeksrapport in de gemeenteraadsvergadering waarin de raad een besluit over de aanbevelingen neemt. De rekenkamercommissie kan er bij complexe onderwerpen voor kiezen om op een eerder moment en buiten de orde van de commissievergadering om een presentatie voor geïnteresseerde raadsleden te geven, waarin raadsleden eveneens feitelijke vragen kunnen stellen.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie monitort de opvolging van het raadsbesluit over de aanbevelingen uit haar onderzoeksrapporten. Daar waar de raad via de wethouder wordt geïnformeerd over de opvolging van het raadsbesluit, kan de rekenkamercommissie hierover een separate brief aan de raad te sturen. Wanneer de rekenkamercommissie in dat geval gebruik maakt van nieuw feitenmateriaal, krijgt de ambtelijke organisatie enkele werkdagen de tijd voor een verkort feitelijk wederhoor. Bestuurlijk wederhoor wordt dan achterwege gelaten.
Werkzaamheden voor de ambtelijke organisatie
Communicatie vanuit de rekenkamercommissie
Rapporten van de rekenkamercommissie hebben betrekking op het handelen van het gemeentebestuur en daarom krijgt alleen het college van Burgemeester en Wethouders de gelegenheid om bestuurlijk te reageren (en dus niet de directeuren/bestuurders van de eventueel in het onderzoek betrokken instellingen).
De rekenkamercommissie acht het voor het correct kunnen uitvoeren van haar toezichthoudende taak van groot belang dat gesprekspartners vrijuit kunnen spreken en niet belemmerd worden door de mogelijkheid dat het gespreksverslag in de openbaarheid wordt gebracht (zie ook Rechtbank Midden-Nederland, 21 april 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2253).
De rekenkamercommissie acht het voor het correct kunnen uitvoeren van haar toezichthoudende taak van groot belang dat gesprekspartners vrijuit kunnen spreken en niet belemmerd worden door de mogelijkheid dat het gespreksverslag in de openbaarheid wordt gebracht (zie ook Rechtbank Midden-Nederland, 21 april 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2253).
Omdat het bestuurlijk rapport betrekking heeft op het handelen van het gemeentebestuur (Gemeentewet, art. 182, lid 1) krijgt alleen het college van Burgemeester en Wethouders de gelegenheid om bestuurlijk te reageren. Directeuren/bestuurders van de in het onderzoek betrokken instellingen krijgen deze gelegenheid niet.