Sport- en recreatieregeling 2020

Bij de kosten van de sport- en recreatie-regeling valt te denken aan niet direct aantoonbare kosten van o.a.:

• .

  Lidmaatschap van een vereniging of club die zich richt op sport en/of beweegactiviteiten;

• .

  Kosten van attributen, kleding en schoeisel die deelname aan (al dan niet verenigings- of clubverband) sport- en/of recreatieve activiteiten mogelijk maakt;

• .

  Kosten verbonden aan de deelname aan de sport- of recreatieve activiteiten;

• .

  Kosten van sport of beweegactiviteiten die niet in verenigingsverband worden beoefend, etc..

Gemeente West Maas en Waal vindt echter dat

• .

  Gezinnen / huishoudens met thuiswonende schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar

• .

  de algemeen noodzakelijke kosten van deelname aan sportieve en/of beweegactiviteiten al dan niet in competitieverband, waarin is voorzien door middel van een inkomen op bijstandsniveau tot een bedrag van € 350,-- per thuiswonend schoolgaand kind in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar in het gezin / huishouden

niet kunnen voldoen uit een inkomen dat niet meer bedraagt dan 110% van de geldende bijstandsnorm als bedoeld in paragraaf 3.2 Participatiewet.

Er wordt rekening gehouden met een draagkracht op grond van inkomen en vermogen. Geen draagkracht hebben belanghebbenden die, op jaarbasis, een netto-inkomen hebben tot110% van de voor hen geldende bijstandsnorm (beide inclusief vakantiegeld) en die geen vermogen hebben boven de voor hen geldende vermogensgrens, zoals bedoeld in artikel 34 lid 3 PW.

Een inkomen boven 110% van de toepasselijke bijstandsnorm en/of vermogen boven de geldende vermogensgrens, leidt tot verlies van het recht op aanspraak op de regeling.

Jaarlijks kunnen gezinnen / huishoudens die tot de doelgroep behoren in aanmerking komen voor een vergoeding van maximaal € 350,-- per thuiswonend schoolgaand kind in de leeftijd van 4 tot en met 17 per kalenderjaar. Het bedrag van € 350,-- per thuiswonend schoolgaand kind in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar is binnen een gezin / huishouden niet overdraagbaar.

• 1.

  De vergoeding wordt alleen verstrekt op aanvraag;

• 2.

  De aanvraag wordt schriftelijk (of digitaal) ingediend met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier;

• 3.

  Een aanvraag voor een vergoeding kan gedurende het gehele jaar ingediend worden;

• 4.

  Aan de vergoeding is de bestedingsverplichting verbonden.

• 5.

  Op verzoek moet aanvrager de besteding van de toegekende vergoeding kunnen aantonen door middel van bonnen, nota’s e.d.

Het college kan, in afwijking van de beleidsregel, besluiten tot toekennen of afwijzen van de aanvraag als toekenning of afwijzing daarvan naar het oordeel van het college kennelijk (on)redelijk is.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Sport- en recreatieregeling 2020” en vervangt de “Sport- en recreatieregeling 2017”.

De beleidsregel treedt in werking één dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.