Standplaatsenbeleid Krimpenerwaard 2020

Het verkopen van goederen als groenten, fruit, kaas, bloemen, kleding en horeca vanuit een standplaats is binnen de Krimpenerwaard een veel voorkomende manier van ambulante handel. Deze standplaatsen staan individueel en los van de weekmarkt op de daarvoor aangewezen locaties. Het voorziet in de behoefte, biedt werkgelegenheid en verlevendigt het straatbeeld.

De standplaatsen dienen aanvullend te zijn en een verrijking voor het bestaande winkelgebied. Echter een overmaat aan standplaatsen kan juist het tegenovergestelde effect tot gevolg hebben en de leefbaarheid aantasten. Daarnaast kunnen omwonenden overlast ondervinden door stank, geluid en de aanwezigheid van zwerfafval.

Waarom beleidsregel?

Om te waarborgen dat de standplaatsen aanvullend zijn binnen de winkelgebieden en te voorkomen dat er overlast ontstaat door een wildgroei aan standplaatsen, kan het college op basis van artikel 5:17 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) nadere beleidsregels vaststellen. Hierin wordt aangegeven wanneer wel of niet tot het afgeven van een standplaatsvergunning wordt overgegaan.

Voordelen van beleidsregels

• -

  Het creëert duidelijkheid en zekerheid in de afstemming tussen de ambtelijke en bestuurlijke organisatie.

• -

  Het vergroot rechtszekerheid. Het beleid is herkenbaar, voorspelbaar en controleerbaar voor burgers, lokale ondernemers en standplaatshouders.

• 1.

  Voor het in gebruik nemen van een standplaats is een standplaatsvergunning verplicht. Een geldige aanvraag bevat ten minste:

  • a.

    Een aanvraag middels het ‘’aanvraagformulier standplaatsvergunning’’;

  • b.

    Een kopie van de registratie in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • c.

    Een afbeelding van de verkoopwagen/uitstalling.

• 2.

  Het aanvraagformulier dient minimaal 4 weken voorafgaand aan de gewenste startdatum te worden aangeleverd bij APV vergunningverlening.

• 3.

  Bij het vrijkomen van een standplaats wordt een nieuwe vergunning toegekend op basis van de volgorde van binnenkomst.

• 4.

  Een standplaatsvergunning wordt verleend voor een aaneengesloten periode van 12 maanden.

• 5.

  Voor verlenging van de standplaatsvergunning dient ten minste een maand en ten hoogste 3 maanden voorafgaand aan de einddatum van de vergunning een verzoek tot verlenging te worden ingediend.

• 6.

  Indien de aanvrager zijn standplaats op wil zeggen voordat de einddatum van de vergunning is verstreken, dient hij hiervoor een schriftelijk verzoek tot intrekken in te dienen.

• 7.

  De vergunning draagt een persoonlijk karakter. Dat wil zeggen dat de vergunninghouder daadwerkelijk zelf de standplaats moet innemen en hij of zij zijn/haar rechten niet aan een ander kan overdragen. Uitzondering hierop vormt de overdracht van de vergunning aan echtgeno(o)t(e), partner of bloed- of aanverwant in de eerste graad.

• 8.

  Wanneer aan een rechtspersoon vergunning is verleend, moet de standplaats ingenomen worden door een natuurlijk persoon, die een overwegende invloed heeft op de bedrijfsuitvoering en het besluitvormingsproces binnen de rechtspersoon. De naam van deze persoon wordt in de vergunning vermeld.

• 9.

  Aan een vergunning voor bepaalde tijd kunnen geen rechten worden ontleend.

• 10.

  De vergunning wordt verleend voor de branche welke wordt aangevraagd. Het is niet toegestaan, zonder aanvraag en toestemming van het college hier wijzigingen op aan te brengen.

• 1.

  Artikel 1:8 van de APV bepaalt dat het college de vergunning kan weigeren in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu;

• 2.

  Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 van de APV kan de vergunning worden geweigerd:

  • a.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • b.

    wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • c.

    indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

• 3.

  Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

• 1.

  Een standplaats mag worden aangevraagd voor de dagen maandag tot en met zaterdag.

  • a.

    uitgezonderd de dagen waarop de weekmarkt actief is.

  • b.

    sub a is niet van toepassing indien de locatie van de standplaats niet overeenkomt met die van de weekmarkt.

• 2.

  Standplaatsen worden toegekend per dag. De vergunning is geldig tussen 8:00 en 18:00 uur.

• 3.

  Een uitzondering wordt gemaakt voor standplaatsen met de branche die uitsluitend producten verkoopt voor consumptie op latere tijdstippen. (Friet, snacks, pizza, broodjes). Deze standplaatsen hebben een maximale eindtijd van 20:00 uur.

• 4.

  Het is een vergunninghouder toegestaan maximaal 1 uur voor de aanvang en maximaal 1 uur na afloop van de vergunning de locatie in te nemen voor de op- en afbouw van de standplaats.

• 5.

  Er wordt maximaal 1 standplaats per dag op de aangewezen locatie toegestaan.

• 6.

  Per standplaatshouder worden er maximaal 2 dagen per locatie vergund.

Bestaande standplaatsvergunningen worden nog verlengd onder de geldende voorwaarden met uitzondering van mogelijke locatie wijzigingen.

Het innemen van een vaste standplaats kan enkel op de onderstaande locaties welke zijn vastgesteld als standplaatslocaties. De locaties zijn ter verduidelijking in de bijlage geografisch weergegeven.

*Gezien het aantal inwoners in de kernen Berkenwoude en Vlist wordt bij een aanvraag in deze kernen maatwerk geleverd.

(x = geen standplaats mogelijk i.v.m. de weekmarkt)

Gemeentelijke voorzieningen

Op de aangewezen locaties zijn stroomkasten geplaatst. Deze mogen door de standplaatshouders worden gebruikt ten behoeve van de kraam/wagen. De sleutel voor de stroomkast wordt middels een getekende overeenkomst overhandigd en dient bij het beëindigen van de standplaats ingeleverd te worden. Voor de sleutel wordt een borg van €25 in rekening gebracht. Na beëindiging van de standplaats en het inleveren van de sleutel wordt dit bedrag geretourneerd.

Kosten

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag en het in gebruik nemen van een standplaats zijn standplaatsgelden verschuldigd. Deze kosten zijn inclusief stroomgebruik en worden ieder jaar vastgesteld in de legesverordening.

Evenementen

Wanneer op de locaties van de standplaatsen een evenement wordt georganiseerd waarvoor een evenementenvergunning is afgegeven, is het niet mogelijk de standplaats in te nemen, tenzij de standplaatshouder zelf in overleg met de organisator van een evenement tot afspraken komt over inpassing van de standplaats tijdens het evenement. Indien dit niet mogelijk is wordt door de gemeente in samenspraak met de standplaatshouder gezocht naar een alternatieve locatie.

Tijdelijke standplaatsen

Een tijdelijke standplaats is een standplaats die incidenteel, gedurende een zeer korte termijn en voor maximaal 3 maanden, wordt ingenomen.

De locatie van een tijdelijke standplaats kan afwijken van de vastgestelde locaties. De aanvrager vraagt een locatie aan waarna deze door de vergunningverlener APV wordt getoetst op grond van de weigeringsgronden en voorwaarden van de vergunning. Indien de standplaatsvergunning op particuliere grond wordt ingenomen dient de eigenaar van de standplaats toestemming te verkrijgen bij de eigenaar van deze grond. Het is overigens niet toegestaan om op particuliere grond zonder standplaatsvergunning een standplaats in te nemen. De tijden voor de vaste standplaatsen worden ook voor de tijdelijke standplaats gehanteerd.