Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2020) |
Citeertitel | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leiderdorp 2019.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2020 | 01-01-2020 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 21-01-2020 |
Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorzieningen
Artikel 1. Maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning luiden per periode van vier weken:
* Om hoogte van het pgb voor Huishoudelijke ondersteuning basis en basis intensief per 2020 (minimaal) gelijk te laten zijn aan 2019 wordt - positief afwijkend van de verordening - bij het non-professionele tarief een percentage van 58 % gehanteerd (in plaats van 55%) en bij het zzp tarief 72.5% gehanteerd (in plaats van 70%).
Artikel 3. Maatwerkvoorzieningen Begeleiding groep
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van vier weken:
*Bij pgb voor begeleiding groep vervalt het onderscheid dat in zorg in natura gemaakt wordt tussen A en B, omdat het prijsverschil tussen 1 dagdeel A en 1 dagdeel B zeer beperkt is. Bij begeleiding groep wordt de hoogte van het pgb berekend door het in artikel 11, lid 5 van de verordening genoemde percentage te nemen van het (gewogen) dagdeeltarief in natura en deze te vermenigvuldigen met het midden van de bandbreedte van de gehanteerde intensiteit.
Artikel 4. Aanvullende bedragen per dagdeel en uur
Wanneer het resultaat met de bedragen genoemd in artikelen 1, 2 en 3 niet bereikt kan worden binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan er op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb-tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur of dagdeel:
* Bij huishoudelijke ondersteuning speciaal en Thuisondersteuning is voor het tarief non-professional en het tarief professional ZZP aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Bij Huishoudelijke ondersteuning basis is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 114% van het wettelijk minimumloon.
Artikel 5. Overige maatwerkvoorzieningen
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:
**Bij de maatwerkvoorziening maaltijdvoorziening en kindverzorging is aansluiting gezocht bij de additionele tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal, omdat dit product wat betreft inhoud het meest aansluit bij de genoemde maatwerkvoorzieningen..
Artikel 6. Bedragen persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf, inclusief standaard fabrieksopties, en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:
Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel betreft dit 7 jaar).
De restwaarde kan worden teruggevraagd, wanneer een cliënt verhuist of overlijdt binnen de in lid 2 genoemde gebruiksjaren. De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:
Hoofdstuk 2 Overgangsregelingen persoonsgebonden budget
Artikel 7. Overgangsregeling persoonsgebonden budget
Voor cliënten met een indicatie voor:
afgegeven vóór 1 januari 2020 blijft het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2019 van toepassing tot 31 december 2020 of tot zoveel eerder op het moment dat deze indicatie, al dan niet vanwege een nieuwe aanvraag, wordt verlengd, gewijzigd of is komen te vervallen.
Hoofdstuk 3 Bedragen voor vervoer
Artikel 8. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) moeten een bijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt € 0,80 per zone voor personen jonger dan 65 jaar en € 0,67 voor personen van 65 jaar en ouder.
Op jaarbasis bestaat de (maatwerk)voorziening CVV uit 456 zones voor het gebruik van het CVV.
In afwijking van lid 2 blijven voor beschikkingen voor CVV afgegeven voor 1 januari 2020 de regels en bedragen van toepassing zoals opgenomen in artikel 8 leden 1 tot en met 3 en artikel 9 vierde lid van het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2019. Deze toepassing geldt tot uiterlijk 31 december 2020 of tot zoveel eerder op het moment dat deze indicatie, al dan niet vanwege een nieuwe aanvraag, wordt verlengd, gewijzigd of is komen te vervallen.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet
Artikel 9. Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid
Voor zover levenspartners 1 beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een
percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Voor zover levenspartners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de financiële tegemoetkoming in de meerkosten voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.
Artikel 10. Bedragen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming
Indien het primaat van verhuizing geldt, bedraagt de tegemoetkoming voor de verhuis- en inrichtingskosten eenmalig: € 1.975,- .
De tegemoetkoming voor vervoer per eigen auto bedraagt, met in achtneming van de in artikel 20 eerste lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2020 benoemde inclusiegrond, € 576,- per jaar.
In afwijking van lid 2 blijven voor beschikkingen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming afgegeven voor 1 januari 2020 de regels en bedragen van toepassing zoals opgenomen in artikel 10 eerste lid onder a van het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp 2019. Deze toepassing geldt tot en met uiterlijk 31 december 2020 of tot zoveel eerder op het moment dat deze indicatie, al dan niet vanwege een nieuwe aanvraag, wordt verlengd, gewijzigd of is komen te vervallen.
Hoofdstuk 4 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 11. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De persoon, aan wie de maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.
Levenspartners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.