Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Nadere regels Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beverwijk 2020) |
Citeertitel | Nadere regels Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beverwijk 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning 2018 gemeente Beverwijk.
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Beverwijk/CVDR630462.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-01-2020 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 07-01-2020 | C-19-05289 en INT-19-53225 |
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Artikel 4 Hoogte van het pgb voor huishoudelijke hulp
De hoogte van het pgb voor huishoudelijke hulp als bedoeld in artikel 28, lid 2, sub b, en lid 3 van de verordening bedraagt maximaal:
Artikel 5 Hoogte van het pgb voor ambulante begeleiding
Artikel 6 Hoogte van het pgb voor dagbesteding
De hoogte van het pgb voor dagbesteding als bedoeld in artikel 28, lid 2, sub d en e, van de verordening bedraagt maximaal voor:
Artikel 7 Hoogte van het pgb voor kortdurend verblijf
De hoogte van het pgb voor kortdurend verblijf als bedoeld in artikel 28, lid 2, sub e, van de verordening bedraagt maximaal:
Artikel 8 Hoogte van het pgb voor fasehuis/kamertrainingscentrum
De hoogte van het pgb voor een fasehuis/kamertrainingscentrum voor jongvolwassenen als bedoeld in artikel 17 en artikel 28, lid 2, sub e van de verordening bedraagt € 197,01 per etmaal.
Artikel 14 Hoogte van het pgb voor woonvoorzieningen
De hoogte van het pgb voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 28, lid 2, sub a, van de verordening bedraagt maximaal het bedrag dat in natura voor dezelfde aanpassing zou worden verstrekt.
Artikel 15 Terugbetaling ingeval van waardestijging woning bij maatwerkvoorziening woonvoorziening
De eigenaar-bewoner, die krachtens de verordening een woonvoorziening heeft ontvangen van meer dan € 25.000,-- en die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van vijf jaar na gereedmelding van de voorziening, dit onverwijld aan het college te melden. De berekening van de meerwaarde en de wijze van terugbetalen worden in de beschikking geregeld.
Hoofdstuk 5 Slot- en overgangsbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze Nadere regels, indien toepassing van de Nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 23 Intrekking oude nadere regels en overgangsbepalingen
Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van Nadere regels Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beverwijk 2018. Aanvragen, die zijn ingediend onder de ‘Nadere regels Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Beverwijk 2018 waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze nadere regels, worden afgehandeld krachtens deze nadere regels.
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Beverwijk op 7 januari 2020
het college voornoemd,
de secretaris,
drs. E.R. Loenen
de burgemeester,
drs. M.E. Smit
In de ‘Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beverwijk 2018’ zijn de kaders vastgelegd voor het beleid ten aanzien van de maatwerkvoorzieningen Wmo. In deze Nadere regels worden de kaders verder uitgewerkt.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 3 Hoogte van het pgb voor zaken
Voor alle voorzieningen geldt, dat eventuele noodzakelijke aanpassingen in het pgb-tarief zijn inbegrepen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld noodzakelijke aanpassingen aan een rolstoel.
De hoogte is gebaseerd op de door de gemeente te betalen huurprijs in natura per jaar. Rekening houdend met een technische levensduur van 7 jaar voor zaken voor volwassenen en 5 jaar voor zaken voor kinderen, inclusief kosten voor reparatie en onderhoud en verzekering voor de gehele periode.
Voor de meeste voorzieningen geldt dat de prijs ervan als gevolg van individuele aanpassingen (maatwerk) kan verschillen. Voor de onder het tweede lid genoemde voorzieningen geldt dit niet. Daarom wordt voor deze voorzieningen een vast bedrag genoemd.
Artikel 4 Hoogte van het pgb voor huishoudelijke hulp
Zoals in de verordening is aangegeven is de hoogte van het pgb-tarief voor hulp bij het huishouden afgeleid van de tarieven van de door de gemeente gecontracteerde aanbieders. Voor professionele ondersteuners, waaronder ook zzp-ers, zijn de tarieven vastgesteld op 100% van het laagst gecontracteerde tarief.
Het pgb-tarief bedraagt voor personen uit het sociaal netwerk bedraagt 75% van het tarief van de laagst gecontracteerde aanbieder.
Artikel 5 Hoogte van het pgb voor ambulante begeleiding
Zoals in de verordening is aangegeven is de hoogte van het pgb-tarief voor ambulante begeleiding afgeleid van de tarieven van de door de gemeente gecontracteerde aanbieders. Voor professionele ondersteuners, waaronder ook zzp-ers, zijn de tarieven vastgesteld op 100% van het laagst gecontracteerde tarief.
Het in het tweede lid bedoelde tarief voor personen uit het sociaal netwerk bedraagt € 20,-- per uur (tarief geldend op 31 december 2017).
Artikel 6 Hoogte van het pgb voor dagbesteding
Het pgb-tarief is gelijk aan het laagste tarief van de gecontracteerde aanbieders.
Artikel 7 Hoogte van het pgb voor kortdurend verblijf
Het pgb-tarief is gelijk aan het laagste tarief van de gecontracteerde aanbieders.
Artikel 8 Hoogte van het pgb voor fasehuis/kamertrainingscentrum
Het pgb-tarief is gelijk aan het laagste tarief van de gecontracteerde aanbieders.
Artikel 9 Hoogte van het pgb voor vervoer
Het uitgangspunt is dat men 1.500 kilometer per jaar binnen de eigen leef- en woonomgeving kan afleggen.
Het tarief, genoemd in het eerste lid, sub a, van dit artikel is gebaseerd op de autokosten (miniklasse), zoals aangegeven voor het Nibud.
Voor het tarief, genoemd onder sub, is aangesloten bij de taxikostenvergoeding, die de Zorgverzekeraar (Zilveren Kruis) hanteert voor zittend ziekenververvoer, te weten € 0,90 per kilometer.
Het tarief onder sub c is vastgesteld op basis van de kilometervergoeding voor een rolstoeltaxi, zoals die ook door Valys wordt gebruikt, te weten € 1,31 per kilometer.
Artikel 10 Hoogte van het pgb voor een autoaanpassing en voorwaarden
De hoogte van het pgb voor een autoaanpassing is gelijk aan de kostprijs in natura voor dezelfde voorziening. Dat wordt per aanvraag vastgesteld. Als een autoaanpassing wordt toegekend worden daaraan de in het tweede en derde lid genoemde voorwaarden verbonden, dit om te bewerkstelligen dat het om een duurzame voorziening gaat.
Artikel 11 Hoogte van het pgb voor verhuiskosten
De hoogte van het pgb voor verhuiskosten is gebaseerd op de kosten van een gemiddelde verhuizing via een erkend verhuisbedrijf, inclusief inpakken en de- en montage.
Mocht iemand aantoonbaar noodzakelijke meerkosten hebben, dan kan een hogere vergoeding worden toegekend.
Wanneer een woningaanpassing meer dan € 10.000,-- kost, ligt het primaat bij verhuizen, conform artikel 20, lid 2 van de verordening.
Artikel 12 Hoogte van het pgb voor een sportvoorziening en voorwaarden
De hoogte van het pgb voor een sportvoorziening is gebaseerd op een gemiddeld tarief voor sportrolstoel, verzekering en onderhoud gedurende drie jaar, op basis van informatie van de gecontracteerde leverancier.
Artikel 13 Hoogte van het pgb voor het bezoekbaar maken van een woning en voorwaarden
De hoogte van het pgb voor het bezoekbaar maken van een woning is gelijk aan de kostprijs in natura voor dezelfde voorziening. Dat wordt per aanvraag vastgesteld.
Artikel 14 Hoogte van het pgb voor woonvoorzieningen
De hoogte van het pgb voor een woningaanpassing is gelijk aan de kostprijs in natura voor dezelfde voorziening. Dat wordt per aanvraag vastgesteld.
Artikel 15 Terugbetaling ingeval van waardestijging woning bij maatwerkvoorziening
Bij grote woningaanpassingen, waarbij de kostprijs van de woningaanpassing minimaal € 25.000 bedraagt, wordt ervan uitgegaan, dat de waarde van de woning stijgt als gevolg van deze aanpassing. De waardestijging is vastgesteld op 80% van de kostprijs van de woningaanpassing (lid 2). Om te bewerkstelligen dat met de woningaanpassing een duurzame oplossing wordt geboden, is in het derde lid vastgelegd dat als iemand de aangepaste woning binnen 5 jaar verlaat, hij/zij een deel van de meerwaarde dient terug te betalen.
Het vierde lid biedt de mogelijkheid om af te zien van terugvordering indien de gestegen waarde van de woning aantoonbaar niet kon worden behaald bij de verkoop van de woning. Denk hierbij aan een woningmarkt, die instort.
In dit artikel is vastgelegd, dat afschrijving op voorziening gelijkmatig plaatsvindt en dat de economische levensduur daarbij leidend is.
Eenmalige pgb’s worden verstrekt nadat de aanvrager de factuur of koopovereenkomst heeft overlegd. Daarop vindt 100% controle plaats.
Bij pgb’s voor hulp bij het huishouden en begeleiding wordt gebruik gemaakt van het trekkingsrecht van de Sociale Verzekeringsbank.
De gemeente heeft de mogelijkheid om steekproefsgewijs controles uit te voeren.
In het eerste lid wordt aangegeven, dat de kostprijs van een voorziening gelijk is aan de huurprijs van die voorziening. Bijvoorbeeld: de gemeente betaalt per 4 weken € 50,-- huur voor een rolstoel, dan is dit tevens de kostprijs van de rolstoel.
In het tweede lid wordt aangegeven, dat de kostprijs van een voorziening gelijk is aan de koopprijs van die voorziening. Bijvoorbeeld: de gemeente verstrekt een toiletstoel in eigendom. De koopprijs van die voorziening is dan tevens de kostprijs.
In het derde lid wordt tenslotte aangegeven dat als een voorziening in de vorm van een pgb wordt verstrekt, de kostprijs gelijk is aan het pgb.
Artikel 19 Overgangsbepaling kostprijs
De voorzieningen worden via een aanbestedingstraject ingekocht. Een nieuwe aanbesteding kan van invloed zijn op de kostprijs van een voorziening. Als een nieuwe aanbesteding nadelig uitpakt voor een cliënt (hogere kostprijzen) behoudt de cliënt de oude kostprijs voor zijn voorziening voor zover hij over diezelfde indicatie beschikt.
Als een nieuwe aanbesteding voordelig uitpakt voor een cliënt zal de kostprijs voor zijn voorziening wel direct worden aangepast.
Artikel 20 Waardering mantelzorgers
De blijk van waardering aan mantelzorgers bestaat uit een attentie in natura. Ook een cadeaubon wordt geschaard onder een attentie in natura. Hoe deze attentie in natura eruit ziet, zal per jaar worden bezien. De waardering is bestemd voor maximaal 2 mantelzorgers per cliënt aan wie zij mantelzorg verlenen. Die cliënt dient ingeschreven te zijn in de gemeente.
Artikel 21 Voorwaarden waardering mantelzorgers
In dit artikel zijn de voorwaarden vastgelegd voor de mantelzorgwaardering. Het moet gaan om mantelzorg, die gedurende meer dan drie maanden is verleend, waarbij de mantelzorg minimaal vier uur per week omvatte.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van de Nadere regels. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadeel van de cliënt. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet nadrukkelijk worden beschouwd als een uitzondering. Bij de beoordeling van de aanvraag zou het college zelf aanleiding kunnen zien om de hardheidsclausule toe te passen. In het algemeen geldt echter dat de cliënt gemotiveerd moet aangeven dat zijn situatie bijzonder is en zal hij dat desgevraagd ook nader moeten onderbouwen.
Artikel 23 Intrekking oude nadere regels en overgangsbepalingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.