Organisatie | Echt-Susteren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de burgemeester van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent bestuursrechtelijke handhaving Opiumwet (Damoclesbeleid Echt-Susteren 2020) |
Citeertitel | Damoclesbeleid Echt-Susteren 2020 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Damoclesbeleid Echt-Susteren 2016.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2020 | nieuwe regeling | 14-01-2020 |
De Burgemeester van Echt-Susteren:
dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een last onder bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is of een voorwerp of stof als bedoel in artikel 10a, eerste lid onder 3o, of artikel 11a voorhanden is;
dat per 1 januari 2019 artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet zodanig gewijzigd is dat de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester is verruimd in die zin dat een woning, lokaal of daarbij behorend erf ook gesloten kan worden als daar onder meer een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3 of artikel 11a Opiumwet voorhanden is;
dat deze wetswijziging aanleiding is om het “Damoclesbeleid Echt-Susteren 2016” te wijzigen.
dat de tekst van artikel 13b Opiumwet als volgt luidt:
Gezien de uitgangspunten van het Hennepconvenant Limburg 2012 (revisie 2016) en de taak die de burgemeester hierin heeft op het gebied van integrale veiligheid en zijn verantwoordelijkheden in het kader van preventie, signalering, handhaving, hulpverlening en het opwerpen van barrières om te voorkomen dat georganiseerde criminaliteit, criminele organisaties of personen misbruik maken van legale structuren.
Als beleidsuitgangspunt wordt als regel gekozen voor het opleggen van een last onder bestuursdwang en niet voor het opleggen van een dwangsom. Een last onder bestuursdwang is een directer middel dat in tegenstelling tot de dwangsom binnen een concreet gestelde begunstigingstermijn tot feitelijke beëindiging van de overtreding leidt.
Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt in principe gekozen voor sluiting van de woning/het lokaal. Dit moet als de meest effectieve maatregel worden beschouwd om de met de Opiumwet strijdige situatie te doen beëindigen en herhaling ervan te voorkomen, gelet op het feit dat het financiële gewin in het verdovende middelen-circuit dusdanig groot is dat met een dwangsom naar verwachting niet zal worden bereikt dat een overtreding ophoudt of niet meer wordt herhaald.
Gelet op het doel van artikel 13b van de Opiumwet (te weten preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid en het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden) bij het vaststellen van de sluitingsduur in overweging is genomen de noodzaak om de bekendheid van de inrichting als drugsadres te niet te doen, het doen wederkeren van de rust in de directe omgeving, het voorkomen van herhaling van de verstoring van de openbare orde alsmede het voorkomen van een verdere aantasting van het woon- en leefklimaat. Dat specifiek ten aanzien van hennepteelt kan worden gesteld dat deze teelt een negatieve invloed heeft op het openbare leven en het woon- en leefklimaat en zorgt voor overlast, verloedering en verhoogd brandrisico door overbelasting van het energienetwerk en veelal gepaard gaat met uitkeringsfraude, belastingontduiking en energiediefstal.
De duur van de sluiting is afhankelijk van de overtreding en van de vraag of de woning/het lokaal reeds eerder gesloten is geweest en varieert van een sluiting voor drie maanden tot een sluiting voor 36 maanden. Hierbij wordt verwezen naar de handhaving matrices op pagina’s 7 en 9, onder artikelen 2 en 3.
Voor het toepassen van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt verwezen naar aanwezigheid van middelen op lijst I en II van de Opiumwet dan wel middelen aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid Opiumwet. Op lijst II is hennep in al zijn verschijningsvormen opgenomen, hiervan zijn alleen zaden uitgesloten. Verder zal de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet worden toegepast indien er in een pand voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, genoemd in artikel 10a, eerste lid onder 3o en 11a Opiumwet.
Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van verdovende middelen volgt uit het woord “daartoe” dat de enkele aanwezigheid van verdovende middelen – waaronder hennep in al zijn verschijningsvormen – ten behoeve van verkoop, aflevering of verstrekking de bevoegdheid verschaft tot sluiting. Teneinde een last onder bestuursdwang te kunnen opleggen is het niet vereist dat de verdovende middelen daadwerkelijk zijn verhandeld.
Bij toepassing van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt aansluiting gezocht bij de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11 en 11a Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet. Concreet betekent dit dat er sprake is van een overtreding in de zin van dit beleid bij een hoeveelheid softdrugs van meer dan 5 gram, meer dan 5 hennepplanten en bij een hoeveelheid harddrugs van meer dan 0,5 gram. Tevens is er sprake van een overtreding in de zin van dit beleid indien sprake is van voorbereidingshandelingen met de aanwezigheid van voorwerpen of stoffen genoemd in artikel 10a eerste lid onder 3o en 11a Opiumwet. Het gaat hierbij om voorwerpen of stoffen die duiden op het bewerken of vervaardigen van harddrugs, respectievelijk voor grootschalige of bedrijfsmatige illegale softdrugs. Denk hierbij aan apparatuur, chemicaliën en versnijdingsmiddelen. Onvoldoende om als voorbereidingshandelingen te kwalificeren zijn uitsluitend vervoermiddelen gelden of andere betaalmiddelen als bedoeld in artikel 10a lid 1 Opiumwet, welke niet voldoende duiden op drugshandel.
Conform de hierna volgende beleidsregels wordt zonder voorafgaande waarschuwing overgegaan tot sluiting van de woning/het lokaal indien er sprake is van een overtreding van artikel 13b Opiumwet en er sprake is van een meer dan geringe overschrijding van de gebruikershoeveelheid verdovende middelen (zie de in Lid 10 aangehaalde hoeveelheden die de Aanwijzing Opiumwet stelt). In het geval dat er sprake is van een geringe overschrijding van de gebruikershoeveelheid drugs, moeten er andere indicatoren zijn die wijzen op handel. Daarbij kan worden gedacht aan (niet limitatief):
Indicatoren van enige professionaliteit. De professionaliteit wordt afgemeten aan de attributen die wijzen op regelmatige handel in verdovende middelen, zoals weegschalen, grote hoeveelheden cash geld, verpakkings- en versnijdingsmaterialen etc. of attributen die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt.
Een wijziging in de huursituatie wordt als niet ter zake doende beschouwd indien deze wordt aangebracht nadat het voornemen tot op opleggen van een last onder bestuursdwang is uitgegaan. De ratio hierachter is dat de verhuurder niet met het plaatsen van andere huurders onder de genoemde last kan uitkomen. Het is immers op dat moment nog steeds noodzakelijk de loop van en naar een dergelijk pand af te halen, het enkel plaatsen van nieuwe huurders leidt niet tot het voorkomen van herhaling van een met de Opiumwet strijdige situatie.
Indien na deze sluiting opnieuw een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van softdrugs was en er wordt een tweede overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 18 maanden.
Indien er een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 18 maanden. Indien de eerste twee overtredingen waren ten aanzien van softdrugs en de derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 24 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van softdrugs was, de tweede overtreding ten aanzien van harddrugs en de derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 24 maanden. Indien de eerste overtreding werd geconstateerd ten aanzien van softdrugs en de tweede en derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 30 maanden. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien na deze sluiting opnieuw een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 24 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van harddrugs was en er wordt een tweede overtreding geconstateerd ten aanzien van softdrugs, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 18 maanden. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Indien er een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs, wordt het lokaal gesloten voor de duur van 36 maanden. Indien de eerste twee overtredingen waren ten aanzien van harddrugs en de derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 30 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van harddrugs was, de tweede overtreding ten aanzien van softdrugs en de derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 30 maanden. Indien de eerste overtreding werd geconstateerd ten aanzien van harddrugs en de tweede en derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 24 maanden. Indien er sprake is van een vergunning wordt bovendien de leidinggevende schriftelijk opgeroepen voor het horen van diens visie over de geconstateerde feiten en wordt het voornemen tot intrekken van de vergunning bekendgemaakt. Wanneer geen nieuwe feiten worden aangevoerd, wordt de vergunning ingetrokken.
Het vorenstaande resulteert in de volgende handhaving-matrix:
Deze overtredingen zien op de handel in soft- of harddrugs in of vanuit een voor het (niet) publiek toegankelijk lokaal en daarbij behorende erven, zoals een horeca-inrichting (zowel nat als droog), winkel, groothandel, loods of bedrijfsruimte.
Van deze overtreding is in ieder geval (niet limitatieve opsomming) sprake in de volgende gevallen:
aanwezigheid van softdrugs in het lokaal in een handelshoeveelheid (> 5 gram, > 5 hennepplanten) en/of door middel van het voorhanden hebben van voorwerpen of stoffen als bedoeld in artikel 10a lid 1 onder 3o of artikel 11a Opiumwet die zijn bestemd voor (de voorbereiding van) de handel in softdrugs in het lokaal.
Indien opnieuw een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van 6 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van softdrugs was en er wordt een tweede overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van 9 maanden.
Indien er een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van 9 maanden. Indien de eerste twee overtredingen waren ten aanzien van softdrugs en de derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van softdrugs was, de tweede overtreding ten aanzien van harddrugs en de derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien de eerste overtreding werd geconstateerd ten aanzien van softdrugs en de tweede en derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 15 maanden.
Indien opnieuw een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van harddrugs was en er wordt een tweede overtreding geconstateerd ten aanzien van softdrugs, dan wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van 9 maanden.
Indien er een derde overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van harddrugs, wordt de woning gesloten voor de duur van 18 maanden. Indien de eerste twee overtredingen waren ten aanzien van harddrugs en de derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 15 maanden. Indien de eerste overtreding ten aanzien van harddrugs was, de tweede overtreding ten aanzien van softdrugs en de derde overtreding ten aanzien van harddrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 15 maanden. Indien de eerste overtreding werd geconstateerd ten aanzien van harddrugs en de tweede en derde overtreding ten aanzien van softdrugs dan wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden.
Het vorenstaande resulteert in de volgende handhaving-matrix:
Deze overtreding ziet toe op de handel in soft- of harddrugs in of vanuit een woning en de daarbij behorende erven.
Van deze overtreding is in ieder geval (niet limitatieve opsomming) sprake in de volgende gevallen:
aanwezigheid van softdrugs in de woning (en daarbij horende erven) in een handelshoeveelheid (> 5 gram, > 5 hennepplanten) en/of doormiddel van het voorhanden hebben van voorwerpen of stoffen als bedoeld in artikel 10a lid 1 onder 3o of artikel 11a Opiumwet die zijn bestemd zijn voor (de voorbereiding van) de handel in softdrugs in de woning.
aanwezigheid van harddrugs in de woning (en daarbij horende erven) in een handelshoeveelheid (> 0,5 gram) en/of doormiddel van het voorhanden hebben van voorwerpen of stoffen als bedoeld in artikel 10a lid 1 onder 3o of artikel 11a Opiumwet die zijn bestemd zijn voor (de voorbereiding van) de handel in harddrugs in de woning.
Dit beleid treedt in werking vanaf de dag na publicatie van de bekendmaking van het besluit tot vaststelling.
Dit beleid wordt aangehaald als Damoclesbeleid Echt-Susteren 2020.