Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Beleidsregels bewegwijzering (toeristische) objecten Oisterwijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bewegwijzering (toeristische) objecten Oisterwijk
CiteertitelBeleidsregels bewegwijzering (toeristische) objecten Oisterwijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpruimte en infrastructuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2020nieuwe regeling

21-01-2020

gmb-2020-17829

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bewegwijzering (toeristische) objecten Oisterwijk

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk d.d.

21 januari 2020

gelet op artikel 4:81 van algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de beleidsregel bewegwijzering (toeristische) objecten Oisterwijk

H1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Oisterwijk heeft tot op heden geen vastgesteld beleid met betrekking tot de bewegwijzering van lokale objecten en voorzieningen. Het is wenselijk om beleid te formuleren, zodat één duidelijke lijn kan worden getrokken.

Hoewel veel auto’s tegenwoordig vaak zijn uitgerust met een navigatiesysteem, kan een goede bewegwijzering een aanvullende service bieden aan de bezoekers van Oisterwijk. De bewegwijzering dient een logisch en samenhangend geheel zijn. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de algemene (landelijke) ANWB-bewegwijzering en de meer lokale/ondergeschikte bewegwijzering naar zaken als belangrijke openbare voorzieningen en recreatievoorzieningen. In deze nota staat de lokale bewegwijzering centraal. Deze nota heeft geen betrekking op de verkeersborden, reclameborden en plattegrondborden. Ook tijdelijke bebordingsvormen zoals omleidingsroutes bij (weg)werkzaamheden blijven buiten beschouwing

1.2 Wat valt er onder lokale bewegwijzering?

Onder de lokale bewegwijzering vallen de verwijzingen naar objecten en voorzieningen op lokaal niveau. Het gaat hierbij om utilitaire, toeristische en bedrijfsverwijzing. Onder utilitaire objectverwijzing worden objecten als het gemeentekantoor verstaan. Toeristische objectverwijzing zijn bijvoorbeeld verwijzingen naar recreatieparken. Bedrijfsverwijzing is enkel de verwijzing naar bedrijventerrein en winkelcentra, die niet in de ANWB-verwijzingen zijn opgenomen. ANWB-bewegwijzering, zoals verwijzingen naar objecten die nationaal en/of regionaal verkeer aantrekken (bedrijventerreinen, NS stations) vallen niet onder de lokale bewegwijzering. Ook wandel- en fietsroutes en paddenstoelen vallen buiten deze categorie.

2. Doelstelling, randvoorwaarden en uitgangspunten

2.1 Hoofddoelen

Het doel van deze beleidsnota is om op een praktische wijze een leidraad te bieden om de lokale bewegwijzering op een goede en eenduidige wijze te organiseren, zodat een uniform straatbeeld ontstaat en verrommeling wordt voorkomen. Dit moet ertoe leiden dat bezoekers, in de gemeente eenvoudig(er) hun bestemming kunnen bereiken.

2.2 Overige doelen

Naast bovenstaande kan een goed bewegwijzeringsplan een bijdrage leveren aan een verhoging van de verkeersveiligheid. Bewegwijzering kan namelijk het zogenaamde ‘zoekverkeer’, dat doorstromingsbelemmerend kan werken en verkeersonveilige situaties kan veroorzaken, beperken. Vooral op de gebiedsontsluitingswegen, doorgaande wegen met een maximumsnelheid van 50 km per uur, mag zoekverkeer voor niet te veel oponthoud zorgen. Op de erftoegangswegen, de woonstraten met een maximumsnelheid van 30 km per uur, is enig oponthoud niet erg. Deze wegen zijn juist bedoeld en ingericht voor lagere snelheden. Hieruit volgt dus dat bewegwijzering met name belangrijk is langs gebiedsontsluitingswegen. Daarnaast stimuleert een goede lokale bewegwijzering de lokale economie en informeert het ook op een doeltreffende manier over de toeristische mogelijkheden die onze gemeente biedt.

2.3 Voor wie?

De eigen inwoners van onze gemeente kennen de weg en voor deze groep is dus geen bewegwijzering nodig. De bewegwijzering is vooral bedoeld voor die groep die de gemeente met de auto incidenteel bezoekt en de weg niet kent. De bewegwijzering is vooral gericht op de toeristische en recreatieve bezoeker.

2.4 Randvoorwaarden

Uit de doelstellingen worden de volgende randvoorwaarden gedestilleerd:

• Uniformiteit

De borden dienen uniform te zijn qua vormgeving, afmetingen en kleurstelling. Dit verhoogt de herkenbaarheid en zorgt voor een rustiger straatbeeld.

• Leesbaarheid

De informatie dient duidelijk leesbaar te zijn. Dit betekent dat de letters voldoende groot moeten zijn, er een goede contrastwerking dient te zijn en dat de borden ook bij duisternis moeten opvallen.

• Begrijpelijkheid

De aanduidingen op de bewegwijzering dienen voor een ieder begrijpelijk te zijn. Dit kan op twee manieren worden bewerkstelligd: enerzijds moeten de objectnamen zo worden omschreven dat de betekenis direct helder is, anderzijds kan worden gewerkt met algemeen geaccepteerde symbolen. Hierbij is de voorkeur voor korte krachtige, en dus, snel leesbare benamingen

• Ideale route

Een object of voorziening dient te worden bewegwijzerd via de meest ideale (en zo mogelijk snelste) route, rekening houdend met de verkeersveiligheid. Dit betekent dat verkeer zo veel mogelijk via de gebiedsontsluitingswegen wordt geleid. Indien van toepassing wordt vervolgens via de erftoegangsweg(en) de meest gerichte route naar de bestemming bewegwijzerd. Hierbij worden gevoelige locaties, zoals basisscholen, zo veel mogelijk vermeden.

• Continuïteit

De verwijzing naar een eenmaal in de bewegwijzering opgenomen voorziening of object dient te worden voortgezet totdat het betreffende doel is bereikt, of totdat de aanduiding niet meer noodzakelijk wordt geacht.

• Minimalisatie aantal verwijzingen

Het aantal wegwijzers per locatie en/of richting dient zo veel mogelijk te worden geminimaliseerd, zeker op kruispunten. Bij een te groot aantal verwijzingen is het aanbod aan informatie voor de weggebruiker niet meer op te nemen en verliest de bewegwijzering zijn waarde. Tevens komt de verkeersveiligheid dan onder druk te staan. Daarnaast kan het uiterlijk aanzien van de gemeente worden ontsierd door een veelheid aan bewegwijzeringsborden op één locatie. In beginsel is per te verwijzen locatie een maximum van vier borden toegestaan.

• Voorkeur voor gebiedsbewegwijzering boven objectbewegwijzering

Uitgangspunt voor het nieuwe beleid is de methodiek van grofmazige gebiedsbewegwijzering boven gedetailleerde objectbewegwijzering. Dit betekent dat er bij voorkeur wordt verwezen naar een winkelgebied, bedrijventerrein of sportcomplex in plaats van naar een individuele winkel, bedrijf of sportvereniging.

2.5 Uitgangspunten

Bovenstaande doelen en randvoorwaarden zijn opgesteld op basis van:

• CROW-richtlijnen. O.a. publicatie 262: Richtlijn toeristische bewegwijzering en publicatie 222: Richtlijn bewegwijzering.

• Gesprekken met ondernemers(verenigingen);

• (Uitvoeringsprogramma) Economische Visie Er zit meer in (in) Oisterwijk

3. Selectie objecten en voorzieningen

3.1 Lokale objecten versus toeristisch-recreatieve voorzieningen

Er is een verschil tussen lokale objecten en toeristisch-recreatieve voorzieningen. Lokale objecten zijn openbare gebouwen of voorzieningen die veel (vreemd) verkeer aantrekken. Voorbeelden zijn een gemeentekantoor of een politiebureau met een publieksfunctie. Toeristisch-recreatieve voorzieningen zijn voorzieningen die door aard, omvang en wijze van beheer zijn ingesteld op bezoek door recreanten en/of toeristen. Er dient sprake te zijn van een duidelijk waarneembaar begrensd gebied met een beperkt aantal ingangen of toegangen. Voorbeelden zijn een pretpark, recreatieplas of camping. Of de objecten al dan niet commercieel worden geëxploiteerd, is uit het oogpunt van de bewegwijzering niet van belang.

3.2 Criteria voor selectie objecten

De gemeente Oisterwijk heeft een groot scala aan te verwijzen objecten. Een wildgroei aan borden moet worden voorkomen en dus een selectie van te bewegwijzeren objecten moet gemaakt worden en de frequentie van het bewegwijzeren moet zoveel mogelijk beperkt zijn. In principe komen objecten in aanmerking voor bewegwijzering indien het (relatief) veel, onbekend verkeer aantrekt.

Specifiek voor sportaccommodaties wordt in eerste instantie verwezen naar het sportcomplex of sportpark. Op het terrein van het sportcomplex kunnen dan afzonderlijke verwijzingen, naar de verschillende sportaccommodaties worden geplaatst.

Toeristische-recreatieve voorzieningen gelegen binnen het gebied vennelaan, scheibaan, rosepdreef, fransebaan, oirschotsebaan, gemullehoekenweg wordt in eerste instantie verwezen naar andere recreatievoorzieningen. Ter hoogte van de verschillende voorzieningen kan naar de individuele voorzieningen worden verwezen.

Gebiedsafbakening andere recreatievoorzieningen.

3.3 Lokale objecten

Bedrijventerreinen van enige omvang worden bewegwijzerd via de ANWB-bewegwijzering. Indien deze bewegwijzering ontbreekt, zal door middel van de lokale bewegwijzering deze objecten bewegwijzerd worden. Bedrijven anders dan toeristische bedrijven (zoals afzonderlijke bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen) worden niet bewegwijzerd. De volgende lokale objecten worden in de bewegwijzering meegenomen, indien deze niet door de ANWB-bewegwijzering zijn opgenomen:

1. Overheidsinstellingen met een publieksfunctie

2. Begraafplaatsen en uitvaartcentra

3. Culturele instellingen

4. Toeristisch belangrijke objecten in beheer van gemeente

5. Sportaccommodaties

6. Station

3.4 Toeristisch-recreatieve voorzieningen

 

Bij de toeristische en recreatieve voorzieningen kunnen een vraag voor bewegwijzering indienen indien zij vallen onder één van de volgende subcategorieën en voldoen aan de voorwaarden.

(Dag)Toerisme: Toeristische objecten en dagrecreatieve bedrijven komen alleen in aanmerking voor bruin/witte verwijzing indien deze (gedeeltelijk) toegankelijk zijn voor toeristen, recreanten en passanten.

Verblijfsrecreatie: Verblijfsrecreatieve objecten worden instellingen of bedrijven verstaan die, al dan niet, commercieel, een recreatief vakantieverblijf met minimaal 8 slaapplaatsen aanbieden.

Voorbeelden zijn: (mini)Campings, hotels, pensions, B&B’s, groepsaccommodaties, recreatie- bungalow en stacaravanparken. Voor B&B’s geldt een minimum van 2 slaapplaatsen.

Horeca: Onder horecabedrijven worden bedrijven verstaan die onder de branchecodering horeca van de Kamer van Koophandel vallen. Voor bewegwijzering komen in aanmerking horecagelegenheden met zaalverhuur voor minimaal 100 personen en restaurants, bistro’s en eetcafés met minimaal plaats voor 25 gasten gelegen buiten de centrumgebieden van onze gemeente.

3.5 Methode van bewegwijzering

Om tot een logische en wenselijk route te komen, wordt onderstaand stappenplan doorlopen.

 

Stap 1: Startpunt bewegwijzering

Voor elk object of voorziening wordt bekeken vanaf welke invalsweg/startpunt deze bewegwijzerd gaat worden via een zogenoemd bebordingsplan.

Stap 2: ANWB bewegwijzering

Vanaf de vertrekpunten in stap 1 wordt de bewegwijzering gestart tot aan de locatie van het object of voorziening. De ANWB bewegwijzering is hierin leidend. Indien ANWB bewegwijzering aanwezig én bruikbaar is voor het te verwijzen object, dan wordt zoveel mogelijk van de ANWB bewegwijzering gebruik gemaakt. Zodra de te verwijzen route afwijkt van de ANWB bewegwijzering, dan neemt de lokale bewegwijzering het over. Een goed voorbeeld is de ANWB bewegwijzering ‘ CENTRUM’. Verwacht mag worden dat voor een aantal objecten (zoals gemeentekantoor) de bezoekers logischerwijs eerst de borden ‘ CENTRUM’ volgen. Indien de ‘ CENTRUM’-route van de meeste logische én wenselijke route voor het betreffende object afwijkt, neemt de lokale bewegwijzering het over. Specifiek voor sportaccommodaties en het gebied andere recreatieve voorzieningen geldt dat hier eerst naar het gebied wordt verwezen en daarna naar de individuele voorziening.

Stap 3: De meest logische én wenselijke route

Zodra de lokale bewegwijzering start, wordt gekeken naar de meest logische én wenselijke route. Woonstraten worden zoveel mogelijk vermeden en waar mogelijk wordt via de gebiedsontsluitingswegen bewegwijzerd. Alleen op beslispunten waar van de doorgaande route moet worden afgeweken (zoals kruisingen) wordt bewegwijzering geplaatst.

Stap 4: Verwijzing naar parkeerterreinen

Zodra de te bewegwijzerde route het object bereikt heeft, wordt verwezen (indien aanwezig) naar het aanwezig parkeerterrein.

4. Uitvoering en materiaalkeuze

4.1 Inleiding

Voor de uitvoering van de bewegwijzeringsborden is de CROW2 -publicatie 262 ‘Richtlijn toeristische bewegwijzering’ leidend. In deze publicatie worden uitgangspunten uiteengezet voor bewegwijzering op lokaal niveau. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen verwijzingen naar enerzijds lokale objecten en anderzijds toeristisch-recreatieve voorzieningen. In hoofdstuk 3 is nader ingegaan op de inhoudelijke verschillen tussen deze categorieën. Om de objecten en voorzieningen aan te geven wordt gekozen voor een strokenbord. Hierbij wordt elk object of voorziening, met de bijbehorende symbool en richtingspijl, vermeld op een afzonderlijke strook. De uiteindelijke wegwijzer wordt samengesteld door een reeks stroken te stapelen. Daarbij worden de stroken gegroepeerd naar categorie en richting. Dit levert voor de weggebruiker het meest overzichtelijke beeld op.

4.2 Uitvoering lokale objecten en voorzieningen

Lokale objecten

Wegwijzers voor lokale objecten, zoals het gemeentekantoor, worden uitgevoerd in blauw-wit met zwarte letters.

Toeristisch-recreatieve voorzieningen

Verwijzingen naar toeristisch-recreatieve voorzieningen worden vanwege de herkenbaarheid uitgevoerd in een kleurstelling die afwijkt van die voor de verwijzing naar utilitaire bestemmingen (de algemene ANWB-bewegwijzering) en de lokale objecten. In plaats van witte of zwarte tekst op blauw wordt witte tekst op bruin gebruikt . Voor deze kleur is in de CROW-normen gekozen vanwege de internationale afstemming. Voor de bewegwijzering van objecten en voorzieningen is een groot aantal symbolen ontwikkeld. Dit zijn gestileerde beeldkenmerken voor voorzieningen. Veel van deze symbolen worden internationaal gebruikt. De gehanteerde symbolen staan in bijlage 1.

4.3. Aanvraag

Via de gemeentelijke site van de gemeente Oisterwijk en het lokale weekblad informeert de gemeente Oisterwijk ondernemers over de nieuwe richtlijnen van de toeristische bewegwijzering. De gemeente adviseert de ondernemer hierbij om contact op te nemen met het uitvoerend bedrijf. Elke ondernemer kan bij een uitvoerend bedrijf een verzoek tot bewegwijzering indienen. Het uitvoerende bedrijf neemt namens de gemeente de aanvraag in behandeling en controleert of het object voldoet aan de door de gemeente vastgestelde criteria, waarna zij de gekozen route ter goedkeuring aan de gemeente Oisterwijk voorleggen. De plaatsing, het beheer en onderhoud van de bebording wordt door het uitvoerende bedrijf verzorgd.

4.4. Vervanging huidige bewegwijzering

Bestaande toeristisch-recreatieve objectverwijzingen, die qua kleurstelling niet voldoen aan de in de CROW-richtlijn 262 gestelde eisen, moeten worden vervangen. Dit hoeft niet onmiddellijk te gebeuren, maar aanbevolen wordt de oude borden te vervangen door de nieuwe borden als:

- de levensduur is bereikt;

- een of meerdere borden aan dezelfde ondersteuningsconstructie worden vervangen;

- een bedrijf van eigenaar verandert.

 

Aanbevolen wordt alle toeristisch-recreatieve objectbewegwijzering oude stijl binnen een termijn van 3 jaar te vervangen.

Voor de gemeentelijke objectbewegwijzering is het raadzaam om bij aanvang van de uitvoering van toeristische bewegwijzering binnen bebouwde kom direct alle oude borden te vervangen als voorbeeldfunctie. Voor de private objecten kiezen we de weg van de geleidelijkheid, waarbij we de toeristische ondernemers zullen stimuleren deel te nemen aan deze nieuwe bewegwijzering, die aansluit bij de landelijke richtlijn en het imago van de gemeente Oisterwijk.

4.5 Kosten

Het uitvoerende bedrijf brengt de kosten voor bewegwijzering in rekening bij de aanvrager. Gemiddeld zijn er 2 à 3 borden nodig om een object duidelijk te bewegwijzeren.

Bij toeristisch-recreatieve objecten gelegen aan provinciale wegen, komt de bewegwijzering voor rekening van de provincie. Het uitvoerende bedrijf neemt hiervoor contact op met de provincie.

In onderstaande opsomming is weergegeven welke verwijzingen naar objecten worden bekostigd door de gemeente Oisterwijk. Voorwaarde is dat de objecten conform de gestelde criteria voor verwijzing in aanmerking komen. Voor alle overige objecten, die niet op de lijst genoemd zijn, geldt dat verwijzingen naar deze objecten, door de aanvrager zelf bekostigd dienen te worden. Kosten voor verwijzingen naar de volgende objecten komen voor rekening van de gemeente

1. Overheidsinstellingen met een publieksfunctie

2. Begraafplaatsen en uitvaartcentra

3. Culturele instellingen

4. Toeristisch belangrijke objecten in beheer van gemeente

5. Sportaccommodaties

6. Station

4.6 Onderhoud

Het onderhoud is een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. De gemeente Oisterwijk

pleegt alleen onderhoud aan borden op- of langs wegen die in haar beheer zijn. De borden die langs de provinciale wegen (alleen buiten de bebouwde kom) staan, worden onderhouden door de provincie.

De kosten voor reparatie en vervanging van bebording komen voor rekening van de betreffende ondernemer.

4.7 Mutatie

In een aantal gevallen kan er sprake zijn van het moeten verwijderen/aanpassen van een verwijzing:

- Wijziging van de verkeerssituatie;

- Sluiting/ faillissement/ verplaatsing van een bedrijf of object;

- Wijziging van het beleid;

- De verwijzing voldoet niet langer aan de criteria uit de CROW-richtlijn 262

In deze gevallen wordt contact opgenomen met het betreffende bedrijf of beheerder van een object.

5. Juridisch kader

Het komt voor dat er op particulier initiatief eigen verwijzingsbordjes worden geplaatst naar bijvoorbeeld bedrijven. Op grond van artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Oisterwijk is het verboden om voorwerpen op of aan de weg te plaatsen in strijd met de publieke functie ervan. Hieronder vallen zaken als reclame of particuliere bewegwijzering. Het college van B&W kan besluiten om ontheffing te verlenen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als de bereikbaarheid van een bedrijf vanwege wegwerkzaamheden beperkt is. Het gaat dan vooral om tijdelijke situaties. In deze gevallen ligt het voor de hand om binnen alle redelijkheid hieraan goedkeuring te verlenen. In het geval van de wens voor permanente bewegwijzering dient echter te worden gekeken naar voorliggende beleidsnota. De gemeente Oisterwijk beoordeelt of een verzoek past binnen de beleidslijnen.

 

 

 

 

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 21 januari 2020.

Bijlage 1 Symbolen