Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent periodieke subsidies voor activiteiten op het gebied van kunst en cultuur voor zover deze worden uitgevoerd door kunstinstellingen die behoren tot de Amsterdam Bis en passen binnen de beleidsdoelstellingen van de Hoofdlijnen (Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019) |
Citeertitel | Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-01-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2019 |
[Let op: dit is een rectificatie van een eerdere publicatie. Deze rectificatie is gedaan vanwege dat een amendement niet goed was verwerkt in de verordening. In artikel 9, achtste lid, is ‘In deze functie zijn 2 plekken beschikbaar’ vervangen door ‘In deze functie is 1 plek beschikbaar’. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 6 januari 2020 plaatsgevonden via het Gemeenteblad 2020, 3102.]
De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen
Artikel 2 Verkenning, Contouren, Hoofdlijnen en het Kunstenplan
Voorafgaand aan het eerste jaar van de Kunstenplanperiode stelt het college het Kunstenplan op en legt dit voor zover het gemeentelijk beleid betreft ter instemming voor aan de gemeenteraad. Bij het Kunstenplan wordt ter kennisname een overzicht gevoegd van de subsidies die het college op grond van deze verordening aan de instellingen in de Amsterdam Bis verstrekt en die het AFK op grond van de Hoofdlijnen en de daarbij behorende regelingen verstrekt.
Hoofdstuk 3 Periodieke subsidiëring van kunstinstellingen
Paragraaf 3.1 Inleidende bepalingen
Artikel 6 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 7 Doel subsidieverordening
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op de vierjarige periodieke subsidies voor activiteiten op het gebied van kunst en cultuur voor zover deze worden uitgevoerd door kunstinstellingen die behoren tot de Amsterdam Bis en passen binnen de beleidsdoelstellingen van de Hoofdlijnen.
Het college kan subsidie verstrekken voor de functie Theatergezelschap of theaterproductiemaatschappij dat/die vanuit een duidelijke missie gericht op de inclusieve stad nieuwe/onvertelde verhalen van jonge en/of nieuwe makers centraal stelt, interdisciplinair werkt, een sterke verbinding met de stad heeft en een breed en divers publiek trekt onder meer in grote zalen. In deze functie zijn 2 plekken beschikbaar.
Het college kan subsidie verstrekken voor de functie Dansgezelschap dat vanuit een duidelijke missie gericht op de inclusieve stad nieuwe dansvormen en jonge en/of nieuwe makers centraal stelt, een sterke verbinding met de stad heeft en een breed en divers publiek trekt onder meer op grote podia. In deze functie is 1 plek beschikbaar.
Het college kan subsidie verstrekken voor de functie Presentatie-instelling voor hedendaagse beeldende kunst die vanuit een duidelijke missie gericht op de inclusieve stad nieuw werk van jonge en/of nieuwe makers centraal stelt, interdisciplinair werkt, een sterke verbinding met de stad heeft en een breed en divers publiek trekt. In deze functie zijn 2 plekken beschikbaar.
Muziekgezelschap (ensemble) dat op zowel nationale als internationale podia optreedt, aandacht heeft voor verbinding met andere genres en voor talentontwikkeling. In deze functie zijn vier plekken beschikbaar, te weten voor een blazersensemble, een strijkersensemble, een ensemble voor hedendaagse muziek en een koor.
Paragraaf 3.2 Subsidieaanvraag
Het college verstrekt de AKr in verband met zijn adviestaak informatie betreffende de zakelijke kwaliteit van een aanvrager, financiële aandachtspunten en de aangevraagde subsidie voor het meerjarenonderhoudsplan aan de hand van door de aanvrager overgelegde jaarrekeningen, meerjarenbegrotingen en meerjarenonderhoudsplan.
Paragraaf 3.3 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 15 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de subsidieontvanger gaat aantoonbaar structurele samenwerkingsverbanden aan met andere kunst- en cultuurinstellingen. Van de podia verwachten we dat zij onderling meer samenwerken en zich optimaal inzetten om met een zo divers en gevarieerd mogelijke reeks van producerende instellingen (bespelers) samen te werken;
de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat het gebruik van bont in kleding of de verkoop van bont geen deel is van de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt, uitgezonderd bont dat vanuit kunsthistorisch perspectief wordt tentoongesteld of bont dat verwerkt is in materiaal dat hergebruikt wordt waaronder begrepen bestaande decorstukken;
De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan is van toepassing op subsidies verleend in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 en blijft van kracht tot het moment dat alle op basis van die verordening verleende subsidies zijn vastgesteld. De hiervoor bedoelde verordening wordt ingetrokken met ingang van de achtste dag na die waarop de laatste subsidie is vastgesteld.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2019.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Toelichting bij de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan
Omdat de verordening voor een deel criteria bevat die niet wijzigen ten opzichte van de huidige verordening, wordt in deze toelichting ingegaan op de belangrijke wijziging in de systematiek.
De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019 is de opvolger van huidige Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan In de gewijzigde verordening wordt, net als bij haar voorganger in het algemeen ingegaan op de wijze van totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen.
Het college kan de vierjarige periodieke subsidies verlenen aan de kunstinstellingen die in de Hoofdlijnen zijn aangewezen. Daarnaast kan het college voor een aantal functies subsidie verlenen. Andere kunstinstellingen kunnen subsidie aanvragen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK).
Hoofdstuk 3 is opgesteld aan de hand van het model dat de gemeente hanteert voor het opstellen van nieuwe subsidieverordeningen. De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken.
De Hoofdlijnen 2021-2024 bevatten het beleidskader voor de komende Kunstenplanperiode waarin tevens omschreven wordt op welke wijze een kunstinstelling voor subsidie in aanmerking kan komen. Daarbij worden in de Hoofdlijnen de beoordelingscriteria, zoals genoemd in artikel 10 van deze verordening, nader uitgewerkt en wordt aangeven op welke wijze deze dienen te worden toegepast. De toelichting op deze verordening is dan ook grotendeels te vinden in de Hoofdlijnen.
AFK besluit binnen de door de raad en het college gestelde kaders zelfstandig over aanvragen om subsidies die zijn aangevraagd op basis van de vierjarige subsidieregeling en de projectsubsidieregeling. Deze regelingen worden door het college vastgesteld. Het AFK is niet bevoegd tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften. Dit volgt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak inzake SCE- Eindhoven. Het AFK wordt geattribueerd subsidie te verstrekken op basis van de subsidieregelingen die het college - op voordracht van het AFK - vaststelt.
AFK is tevens bevoegd tot het in eigen naam afhandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van door het AFK afgegeven subsidiebesluiten.
De gemeenteraad acht het van belang dat AFK alleen subsidies toekent binnen het inhoudelijke en financiële kaders van de Hoofdlijnen en vindt het voorts van belang dat aanvragers en derden dezelfde rechtsbeschermingsmogelijkheden behouden als voorheen. Om dat te realiseren moet het AFK als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b van de Algemene wet bestuursrecht functioneren. Het AFK kan - functionerend als bestuursorgaan - subsidies verstrekken in de zin van de subsidietitel van de Awb, met alle rechtsbeschermingsmogelijkheden voor aanvragers en derde belanghebbenden van dien.
De gemeente baseert zich hiermee op de lijn die de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uitgezet in zijn uitspraak van 17-09-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3394. Hierin heeft de Raad van State bepaald dat privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen voorzieningen aan derden verstrekken (zoals AFK), aangemerkt kunnen worden als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, ook als geen openbaar gezag bij wettelijk voorschrift wordt toegekend.
Hierbij dient te worden voldaan aan twee cumulatieve eisen:
Aan beide eisen wordt in het geval van het AFK voldaan. Met betrekking tot de eerste eis geldt dat de regelingen die AFK voordraagt, door het college worden vastgesteld. Aan de tweede eis wordt ook voldaan, aangezien de gemeente de subsidies die het AFK in dit kader verstrekt volledig financiert.
Artikel 7 Doel subsidieverordening
Dit artikel beperkt het toepassingsbereik van deze verordening tot de vierjarige periodieke subsidies die worden verstrekt aan kunstinstellingen die onderdeel uitmaken van de Amsterdam Bis. De verordening is in ieder geval niet van toepassing op subsidies die enerzijds worden verstrekt door het AFK of anderzijds door het college voor wat betreft het cluster cultuureducatie, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en de lokale media op grond van de Mediawet.
Artikel 14 Aanvullende verplichtingen
Er kan (tussentijds) de verplichting worden opgelegd om een bestemmingsfonds te vormen wanneer blijkt dat het subsidiebedrag niet volledig is besteed.