Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Beleidsregels briefadres Veenendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels briefadres Veenendaal
CiteertitelBeleidsregels briefadres Veenendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet basisregistratie personen
  2. Besluit basisregistratie personen
  3. Regeling basisregistratie personen
  4. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-2020vaststelling Beleidsregels briefadres Veenendaal

07-01-2020

gmb-2020-13561

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels briefadres Veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

Overwegende dat

  • de gemeente een beheertaak heeft rond de kwaliteit (juistheid, volledigheid en actualiteit) van de persoonsgegevens in de BRP;

  • het wenselijk is regels te stellen over de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres, te registreren op een briefadres;

 

Gelet op

  • de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.50, 2.52 en 2.60 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

  • artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP);

  • de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP);

  • de artikelen 4:8 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Besluit

vast te stellen de Beleidsregels briefadres Veenendaal

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    briefadres:

adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • b.

    briefadresgever:

de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP);

  • c.

    briefadreshouder:

de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt;

  • d.

    college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

  • e.

    Wet BRP:

Wet basisregistratie personen;

  • f.

    woonadres:

het adres waar betrokkene woont (artikel 1.1 onder o Wet BRP).

 

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor een briefadres zijn:

  • a.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • i.

      dak- of thuisloosheid;

    • ii.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • iii.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • iv.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derde van de tijd;

    • v.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • vi.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    langdurig vermiste personen.

  • b.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • c.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • d.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet BRP).

 

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2.

    De aangever overlegt bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid worden in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van de aangever;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever; en,

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2 sub a.

  • 4.

    De aangever, dan wel de briefadresgever, licht desgevraagd het verzoek in persoon toe.

  • 5.

    Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2 sub d., is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 6.

    Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2 sub a. onder vi. en vii., blijkt de noodzakelijkheid daarvan uit een onderliggend dossier.

  • 7.

    De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 8.

    Lid 7 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, zoals bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet BRP.

  • 9.

    De briefadresgever is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die zijn zetel heeft in Nederland en die door de burgemeester is aangewezen om als briefadresgever in zijn gemeente op te treden.

 

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte wordt aangevuld of uitstel wordt gevraagd, wordt de aangifte niet in behandeling genomen.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college kan weigeren de aangifte om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, sub a. onder vi., sub b., c. of d.;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 8 en lid 9;

  • f.

    de briefadresgever een rechtspersoon is die niet door de burgemeester is aangewezen om als briefadresgever in zijn gemeente op te treden;

  • g.

    het adres qua aard of bestemming niet geschikt is om een briefadres op te houden;

  • h.

    het vermoeden bestaat dat het briefadres is aangevraagd of wordt gebruikt met een illegaal (winst) oogmerk;

  • i.

    niet aan de voorwaarden van artikel 3 is voldaan.

 

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, sub a. onder ii., namelijk bij korte overbrugging tussen twee woonadressen, kan een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal zes maanden met de mogelijkheid deze termijn met maximaal drie maanden te verlengen.

  • 2.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, sub a. onder iv. en v. mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, sub b. en sub c. mag een briefadres worden gekozen voor de duur van de maximale periode dat de aangever in deze instelling zal verblijven.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, sub d. mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 6.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5. De aangever, dan wel de briefadresgever, kan daarbij gevraagd worden in persoon te verschijnen.

  • 7.

    Als de briefadreshouder een woonadres verkrijgt, doet hij daarvan aangifte bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum.

  • 8.

    De briefadreshouder verklaart iedere drie maanden dat de noodzaak tot het houden van het briefadres nog steeds aanwezig is. Daarbij meldt hij eventuele nieuwe feiten die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van het voortbestaan van het briefadres.

  • 9.

    De in lid 8 genoemde verplichting is niet van toepassing indien het een briefadres betreft als bedoeld in artikel 2 sub a. onder ii., iv., v. en vii en artikel 2 sub b, c en d.

 

Artikel 7 Resultaten van het onderzoek

  • 1.

    In afwijking van artikel 6 kan het briefadres in onderzoek worden geplaatst en zo nodig eerder beëindigd worden, als:

    • a.

      het vermoeden bestaat dat de aanvrager of briefadresgever onjuiste of onvolledige informatie bij de aanvraag hebben verstrekt;

    • b.

      het vermoeden bestaat dat het briefadres is aangevraagd of wordt gebruikt met een illegaal (winst) oogmerk;

    • c.

      de briefadreshouder, de briefadresgever, dan wel het adres waarop het briefadres wordt gehouden, niet meer aan de voorwaarden uit de wet of deze beleidsregel voldoet;

    • d.

      de briefadreshouder een woonadres heeft gekregen;

    • e.

      de briefadresgever zijn toestemming intrekt;

    • f.

      de briefadresgever een rechtspersoon is en wordt ontbonden.

  • 2.

    Indien één of meerdere van de in lid 1 genoemde situaties zich voordoen, meldt de briefadreshouder dit direct en doet zo nodig opnieuw aangifte.

  • 3.

    Indien de briefadreshouder niet voldoet aan zijn informatieplicht, dan wel in gebreke is in het doen van aangifte, kan dit leiden tot een ambtshalve adreswijziging op grond van artikel 2.22 Wet BRP.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels briefadres Veenendaal.

 

Vastgesteld in de vergadering van  7 januari 2020

 

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

secretaris

 

de heer K.J.G. Kats

burgemeester