Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2020 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2020 |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 31-12-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 | bb19.00523 |
Bij besluit van 17 december 2019 met het kenmerk BB19.00523 heeft de gemeenteraad de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 vastgesteld.
De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2019;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2020
Artikel 1Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 6Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:
als een kampeermiddel op een vaste standplaats in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende: | ||
Artikel 7Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing voor vaste standplaatsen
In afwijking van het bepaalde in artikel 6wordt op basis van een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan verzoek, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien aangetoond kan worden dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
De belastingplichtige, aan wie niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar schriftelijk te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,59
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 5,-- worden niet opgelegd.
Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 14Termijnen van betaling
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,- of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 16Administratieve plichten
De “Verordening Toeristenbelasting 2019” vastgesteld bij besluit van 4 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting 2020’.