Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de forensenbelasting 2020 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening op de heffing en de invordering van de forensenbelasting 2020 |
Geen
artikel 223 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 31-12-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 | bb19.00523 |
Bij besluit van 17 december 2019 met het kenmerk BB19.00523 heeft de gemeenteraad de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 vastgesteld.
De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2019;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van de forensenbelasting 2020
Artikel 1Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt per woning € 554,--.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 6A Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 7Termijnen van betaling
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,- of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De “Verordening Forensenbelasting 2019” vastgesteld bij besluit van 4 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting 2020’.