Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van de directeur van de directie Participatie van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de directeur van de directie Participatie van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling
CiteertitelAlgemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling, directie Participatie
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het ondermandaatbesluit RVE Participatie.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/377469/CVDR377469_18.html
  4. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/627626/CVDR627626_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-01-202001-01-202030-03-2021nieuwe regeling

07-01-2020

gmb-2020-11882

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de directeur van de directie Participatie van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling

De directeur van de directie Participatie,

 

Gelet op:

 

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    het Burgerlijk wetboek;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam;

  • -

    de Budgethoudersregeling;

 

BESLUIT:

 

  • I

    Ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

     

het afdelingshoofd Activering

het afdelingshoofd Beleid

het afdelingshoofd Intake

de teamleider

de klantmanager

de administratief medewerker

de medewerker ESF

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp. 

Hoofdstuk 2 Overdracht algemene bevoegdheden

Artikel 2  

Overdracht algemene bevoegdheden, op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (zie bijlage).

  • 1.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet met betrekking tot een privaatrechtelijke overeenkomst:

    • a.

      Het nemen van besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bedoeld in bijlage 1, onder B van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

    • b.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt slechts uitgeoefend met inachtneming van hetgeen daarover in de Budgethoudersregeling is vermeld en binnen de instructies van de mandaatgever.

    • c.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt voorts slechts uitgeoefend indien daarvoor een financiële dekking aanwezig is in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost.

    • d.

      De gemandateerde bevoegd is tot het aangaan van een financiële verplichting overeenkomstig het bepaalde in de Budgethoudersregeling.

  • 2.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, Faillissementswet, Wetboek van burgerlijke rechtsvordering:

    • a.

      Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering, alsmede het aangeven welke aflossingsmogelijkheden er zijn (artikel 285, eerste lid 1, onder e en f , van de Faillissementswet).

    • b.

      Het nemen van besluiten over geleden schade als gevolg van feitelijk handelen en genomen beschikkingen zoals kosten rechtsbijstand, wettelijke rente en gevolgschade (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet).

    • c.

      Het afgeven van een doelgroepverklaring aan de werkgever, als bedoeld in de Wet tegemoetkomingen loondomein (artikel 2.3 Wtl).Het geven van informatie dan wel een verklaring inzake het verrichten van periodieke betalingen (artikel 475g, derde en artikel 476a van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering).

  • 3.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd , de teamleider en de klantmanager voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, worden de bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, zoals bedoeld in bijlage 1, onder C van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

  • 4.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

  • 5.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG):

    Indien nodig, het doen van een mededeling aan de betrokkene van een inbreuk in verband met persoonsgegevens (art. 34 AVG).

  • 6.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd ,de teamleider en de klantmanager worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG):

    • a.

      Bevoegdheden en feitelijke handelingen die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (artikelen 12 tot en met 23 van de AVG), deze zijn:

      • -

        het recht op inzage;

      • -

        het recht op rectificatie en aanvulling;

      • -

        het recht om minder gegevens te laten verwerken;

      • -

        het recht om bezwaar te maken tegen de gegevensverwerking;

      • -

        het recht op vergetelheid;

      • -

        het recht op dataportabiliteit, d.w.z. het recht om persoonsgegevens op te vragen en over te dragen aan een andere verantwoordelijke;

      • -

        het recht met betrekking tot geautomatiseerde besluitvorming op basis van profilering.

  • 7.

    Niet gemandateerd aan functionarissen worden besluiten op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage) ten aanzien van A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR, F. Algemene Verordening Nadeelcompensatie en G. Archiefwet en aanverwanten.

Hoofdstuk 3 Directie specifieke bevoegdheden op grond van bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 3, rve-manager Participatie, van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam

Artikel 3  

  • 1.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de administratief medewerker, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van inburgering en participatie aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het college ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, als bedoeld in bijlage 4, hoofdstuk III, Bevoegdheden besluit, onderdeel A. Subsidies en voorzieningen.

  • 2.

    Gemandateerd aan de teamleider en de medewerker ESF worden de volgende bevoegdheden op grond van de Subsidieregeling ESF 2014-2020:

    • a.

      Het aangaan van overeenkomsten.

    • b.

      Aanvragen van projectsubsidie met betrekking tot re-integratietrajecten en andere in artikel 4, eerste lid, sub a, van de Subsidieregeling genoemde onderwerpen en het indienen van einddeclaraties.

    • c.

      Het verlenen, vaststellen en terugvorderen van subsidies ten behoeve van derden (Subsidieregeling ESF 2014-2020).

  • 3.

    Gemandateerd aan de directeur Participatie worden de volgende bevoegdheden op grond van de Subsidieregeling AMIF:

    • a.

      Het aangaan van overeenkomsten in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie.

    • b.

      Het aanvragen van projectsubsidie met betrekking tot projecten op het gebied van integratie migranten en het indienen van einddeclaraties.

    • c.

      Het verlenen, vaststellen en terugvorderen van subsidies.

  • 4.

    Het beslissen of bezwaar zal worden gemaakt tegen de beschikkingen met betrekking tot aanvragen uit het Europees Sociaal Fonds aan:

  • 5.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel B, Participatiewet:

    • a.

      Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 6b, 7, 9, 9a, 10, 10b, 10c, 10d, 10f, 17, 18, 18a, 44a, 47c, 53a, 54, 55, 63, 66,67 en 78z, artikelen van de Participatiewet.

    • b.

      Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de:

      • 1.

        Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam met uitzondering van het vaststellen van nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.5, 3.1, 3.4, 3.6, 3.7 en 4.5.

      • 2.

        Maatregelenverordening Participatiewet.

      • 3.

        Verordening inburgering Amsterdam 2013.

      • 4.

        Verordening WSW.

      • 6.

        Verordening Participatieraad Amsterdam.

      • 7.

        Amendement 2004/937 (motie Sargentini).

      • 8.

        Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet.

      • 9.

        Beleidsregels educatievoorziening volwassenen.

      • 10.

        Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ.

  • 6.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel C, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers:

    Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20, 34, 47 en andere relevante bepalingen van de IOAW en de daarbij behorende besluiten.

  • 7.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider en de klantmanager, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel D, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen:

    Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 20 en 34, 47 en andere relevante bepalingen van de IOAZ en de daarbij behorende besluiten.

  • 8.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider ende klantmanager , de volgende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang:

    Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet Kinderopvang.

  • 9.

    Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de klantmanager en de administratief medewerker, ieder op zijn eigen taakgebied, de volgende bevoegdheden op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs:

    Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken die in de Wet educatie en beroepsonderwijs aan het college zijn toegekend.

Hoofdstuk 4 Plaatsvervangingsregeling

Artikel 4  

Plaatsvervanging:

  • a.

    De directeur Participatie wijst als vervanger aan de directeur Inkomen en de directeur Werk om zijn bevoegdheden ingevolge het Bevoegdhedenbesluit en de Budgethoudersregeling uit te voeren indien hij meer dan één werkdag afwezig is, bijvoorbeeld wegens ziekte, verlof of dienstreis.

  • b.

    De directeur Participatie wordt vervangen door de directeur Inkomen en bij afwezigheid van de directeur Inkomen, door de directeur Werk .

  • c.

    De ondertekening als plaatsvervanger geschiedt op de volgende wijze:

Namens burgemeester en wethouders,

Plaatsvervangend directeur Participatie,

 

  • II

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en terugwerkt tot 1 januari 2020.

 

  • III

    Het ondermandaatbesluit RVE Participatie (Gemeenteblad 2017, 141761), in te trekken.

Amsterdam, 7 januari 2020

Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

R. Venderbosch

directeur Participatie

Bijlage 1 Bevoegdhedenbesluit

Bevoegdhedenbesluit, bijlage 1

Bevoegdheden die worden gemandateerd aan de gemeentesecretaris en worden ondergemandateerd tenzij expliciet voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

 

A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR

 

  • 1.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden:

    • a.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen in verband met aangaan, aanpassen, beëindigen en uitvoeren van arbeidsovereenkomsten van medewerkers met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst heeft, heeft gehad of zal aangaan op grond van artikel 160 van de Gemeentewet en de daarmee verband houdende rechtshandelingen.

    • b.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder c, van de Gemeentewet tot het inrichten van de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Ten aanzien van de bevoegdheden in het eerste lid worden de volgende bevoegdheden uitgezonderd:

    • a.

      het geven van de vereiste toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:669 derde , BW) of het doen van een ontbindingsverzoek (art 7.671b BW) voor leden, kandidaatleden of ex-leden van de ondernemingsraad of onderdeelcommissie in het geval dat er op grond van het Burgerlijk Wetboek geen opzegverbod geldt;

    • b.

      het nemen van een besluit tot een ingrijpende reorganisatie waarbij in ieder geval sprake is van:

      • i.

        een reorganisatie waarbij meer organisatie-onderdelen of meer grote onderdelen zijn betrokken en/of

      • ii.

        een reorganisatie met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen en/of

      • iii.

        een reorganisatie die belangrijke beleidsmatige wijzigingen inhoudt en/of

      • iv.

        een verzelfstandiging, privatisering of uitplaatsing;

    • c.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek en titel 7.15 van het Burgerlijke Wetboek (vaststellingsovereenkomst), voor zover het bedrag aan extra tegemoetkomingen, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek, uitstijgt boven € 75.000 ,- bruto;

    • d.

      Rechtshandelingen waarbij de gemeentesecretaris belanghebbende is;

    • e.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten) en het toepassen van andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, zoals artikel 0.5 Cao Amsterdam, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

  • 3.

    Voorbehouden aan de gemeentesecretaris blijven de volgende bevoegdheden:

    • a.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b BW en titel 7.15 BW (vaststellingsovereenkomst) voor zover de extra tegemoetkoming, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b BW, uitstijgt boven €35.000,- bruto;

    • b.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten en/of de Cao Amsterdam als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten en/of artikel 0.5 Cao Amsterdam), en het toepassen van eventuele andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag niet uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

    • c.

      het besluiten tot het onverwijld opzeggen van de arbeidsovereenkomst om een dringende reden (op staande voet) (artikel 7:677 BW);

    • d.

      het nemen van een besluit tot reorganisatie, voor zover niet voorbehouden aan het College;

    • e.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ten aanzien van stedelijke directeuren, stadsdeelsecretarissen en directeuren van B&O;

    • f.

      het ten aanzien van RVE-managers besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen met inachtneming van:

      • i.

        hoofdstuk 2 Cao Gemeenten (arbeidsovereenkomst);

      • ii.

        hoofdstuk 3 Cao Gemeenten (salaris, salaristoeslagen en vergoedingen) en aanvullingen in hoofdstuk 3 Cao Amsterdam;

      • iii.

        Titel 7.15, afdeling 9 BW (einde van de arbeidsovereenkomst);

      • iv.

        artikel 11.4 Cao Gemeenten (schorsing als ordemaatregel);

      • v.

        artikel 3.20 Cao Gemeenten;

    • g.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen waarbij de desbetreffende stedelijk directeur, RVE-manager of stadsdeelsecretaris of directeur B&O, belanghebbende is.

    • h.

      het nemen van besluiten die advies-, instemmings- of overeenstemmingsplichtig zijn op grond van de Wet op de Ondernemingsraden WOR en de ARBO-wetgeving, voor zover zij niet zijn voorbehouden aan het college.

B. Gemeentewet

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet:

  • 1.

    Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits

    • a.

      zij geen betrekking hebben op:

      • -

        de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

      • -

        het lenen of uitlenen van geld;

      • -

        borgstelling of garantstelling voor schulden van derden;

      • -

        arbeidsrechtelijke bevoegdheden anders dan gemandateerd in onderdeel A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR van deze bijlage; en

    • b.

      de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2, het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitsbeleid.

  • 2.

    Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

  • 3.

    De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

  • 4.

    Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

C. Algemene wet bestuursrecht

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):

  • a.

    Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

  • b.

    Het beslissen dat een aanvrager of derdebelanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

  • c.

    Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

  • d.

    In het geval van niet tijdig beslissen de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vaststellen (art. 4:18 Awb).

  • e.

    Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

  • f.

    Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

  • g.

    Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

  • h.

    Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

  • i.

    Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

  • j.

    Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

  • k.

    Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

  • l.

    Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

  • m.

    Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (artt. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

  • n.

    Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

  • o.

    Het aanwijzen van toezichthouders en het afgeven van legitimatiebewijzen (artt. 5:11 en 5:12 Awb).

  • p.

    Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

D. Wet Openbaarheid Bestuur

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

  • a.

    het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

  • b.

    het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

E. Algemene Verordening Gegevensbescherming

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden en feitelijke handelingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG):

  • 1.

    a. die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (artikelen 12 tot en met 23 van de AVG);

  • 2.

    b. die verband houden met een melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene (artikel 34 van de AVG);

  • 3.

    c. die verband houden met de voorafgaande raadpleging bij de Autoriteit Persoonsgegevens (artikel 36 van de AVG).

F. Algemene Verordening Nadeelcompensatie

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie (AVN)

  • a.

    Het beslissen op een aanvraag om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 2 van de AVN onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de AVN dan wel in overeenstemming is met het concept-besluit, zoals door het Schadeloket Algemene Nadeelcompensatie is vastgesteld

  • b.

    Het verlenen van goedkeuring van de met de schadebeperkende maatregelen gemoeide kosten als bedoeld in artikel 10 van de AVN.

  • c.

    Het beslissen op een aanvraag om een voorschot te verlenen als bedoeld in artikel 11 van de AVN, onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de AVN.

G. Archiefwet en aanverwanten

  • 1.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Archiefwet, Archiefbesluit 1995, Besluit informatiebeheer 2010 e.e.a. na overleg met en instemming van de conform art. 32, derde lid van de Archiefwet door burgemeester en wethouders benoemde functionaris (de gemeentearchivaris):

    • a.

      Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen (art. 7 Archiefwet en art. 6 Archiefbesluit).

    • b.

      Het opmaken van een verklaring van vervanging van archiefbescheiden door reproducties (art. 8 Archiefbesluit).

    • c.

      Het vervreemden van archiefbescheiden (art. 8, eerste en tweede lid Archiefwet en artt. 7 en 8 Archiefbesluit).

    • d.

      Het opmaken van een verklaring van vervreemding van archiefbescheiden (art. 8 Archiefbesluit).

    • e.

      Het overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief) (art. 12, eerste lid Archiefwet en art. 9 Archiefbesluit).

    • f.

      Het vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(art. 13, eerste lid Archiefwet).

    • g.

      Het verzoeken om het verlenen van een machtiging door Gedeputeerde Staten tot opschorting van de overbrenging van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(art. 13, derde en vierde lid Archiefwet).

    • h.

      Het opmaken van een verklaring van overbrenging van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(artikel 8 Archiefbesluit).

    • i.

      Het opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden (art. 8 Archiefbesluit ).

    • j.

      Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden (art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid Archiefwet en art. 10 Archiefbesluit).

    • k.

      De overdracht van informatie (archiefbescheiden) van een organisatieonderdeel aan een ander organisatieonderdeel (artikel 4, onder d van het Besluit informatiebeheer 2010).

  • 2.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Databankenverordening Amsterdam:

    • a.

      Het beslissen inzake verzoeken tot het opvragen of hergebruiken van gemeentelijke databanken (art. 2 Databankenverordening Amsterdam).