Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Westerwolde 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Westerwolde 2020
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing Westerwolde 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-01-202001-01-2021Nieuwe regeling

18-12-2019

gmb-2020-9375

Z/19/096734

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing gemeente Westerwolde 2020

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 19 november 2019, no. Z/19/096734/DV.19-185 afdeling Dienstverlening;

 

gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING GEMEENTE WESTERWOLDE 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder gebruik maken:

gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt en van degene die huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting in artikel 2 wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak van de belasting, bedoeld in onderdeel 2.1 van de tarieventabel, is gelijk aan een kalenderhalfjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1 tot en met 2.2.2 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in de onderdelen 2.3 tot en met 2.3.4 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondeling kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in de onderdelen 1.1 en 2.1 van de tarieventabel, worden betaald in twee gelijken termijnen. De eerste termijn vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet, de tweede vier maanden na de dagtekening

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen zijn opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste zeven en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgde termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid van dit artikel moeten aanslagen die worden genoemd in de onderdelen 2.1 en 2.3 van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    De belasting moet worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving, bedoeld in artikel 7 tweede lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Voor de belasting in hoofdstuk 1 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citertitel

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing Bellingwedde 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Bellingwedde van 20 december 2016 en de ‘Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Vlagtwedde van 20 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing Westerwolde 2020”.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 18 december 2019

De raad voornoemd

De griffier,

De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Westerwolde 2020

Hoofdstuk 1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 246,00

Hoofdstuk 2 Maatstaven en ledigings- c.q. aanbiedingstarieven afvalstoffenheffing

2.1

Voor een op aanvraag één of meer (extra) beschikbaar gestelde containers bedraagt de belasting, ongeacht de mate en de duur van het gebruik gedurende het belastingjaar, per belastingjaar, per container

 

 

€ 246,00

2.2.1

Voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijk afvalstoffen, per aanvraag tot maximaal 3 kubieke meter, per kubieke meter of een gedeelte daarvan

 

€ 20,00

2.2.2

Voor het op aanvraag inzamelen van bruin- en witgoed, per apparaat

€ 10,00

2.3

Het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats bedraagt per keer vanuit:

 

2.3.1

een personenauto

€ 5,00

2.3.2

een aanhanger met twee wielen

€ 10,00

 

een aanhanger met vier wielen met een lengte tot 3 meter

€ 17,50

 

een aanhanger met vier wielen 3 meter of langer

€ 30,00

2.3.3

een bestelauto

€ 10,00

2.3.4

een bestelbus

€ 17,50

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Westerwolde gehouden op 18 december 2019.

De griffier,

De voorzitter,