Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG ArbeidsplaatsenregelinG (EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG ArbeidsplaatsenregelinG (EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020)
CiteertitelEBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Groningen/602497/CVDR602497_1.html
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Groningen/610434/CVDR610434_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-05-202014-01-2020artikel 1

19-05-2020

prb-2020-3231

14-01-202029-05-2020nieuwe regeling

07-01-2020

prb-2020-180

K18886

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG ArbeidsplaatsenregelinG (EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 7 januari 2020, nr. A.6, afdeling ECP, dossiernummer K18886 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • -

    In het programma "Route voor het versterken van de economie in Noordoost-Groningen’ van Economic Board Groningen als programmalijn 2 is voorzien in het versterken van de economische structuur in het aardbevingsgebied door passende subsidie-instrumenten te ontwikkelen;

  • -

    Het bestuur van Economic Board Groningen in dit kader heeft besloten om een subsidieregeling op te stellen van waaruit ondernemers financiële steun kunnen ontvangen voor het vergroten van de duurzame werkgelegenheid in het werkingsgebied

  • -

    Gedeputeerde Staten van Groningen de regeling vaststellen op verzoek van Economic Board Groningen en met middelen die hiervoor door Economic Board Groningen beschikbaar worden gesteld.

 

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3 van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • -

    de De-minimisverordening.

 

Besluiten:

 

I. Vast te stellen de:

 

Subsidieregeling "EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst of arbeidscontract is een afspraak tussen werkgever en werknemer, waarbij de werknemer zich verplicht werk te verrichten gedurende een aantal uren per week in dienst van de werkgever. Belangrijke aspecten in de overeenkomst zijn de betaling en hoogte van het loon, de omschrijving van de functie en de gezagsverhouding. Deze aspecten zijn verplicht om in een arbeidscontract op te nemen. Een stagecontract wordt niet gezien als arbeidsovereenkomst;

  • b.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Bedrijfsoverdracht: overdracht van de zeggenschap over een onderneming of een deel daarvan;

  • e.

    Businessplan: een plan voor het starten van een nieuwe onderneming of het overnemen van een bestaande onderneming of voor uitbreiding of ontwikkeling van nieuwe bedrijfsactiviteiten;

  • f.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352);

  • g.

    Diversificatieproject: een project waarbij binnen een vestiging van een onderneming nieuwe activiteiten worden ontplooid als aanvulling op de bestaande activiteiten;

  • h.

    Fte: full time equivalent, met als basis 32 uur per week;

  • i.

    Fundamenteel wijzigingsproject: een project waarbij het volledige productieproces van een (vestiging van een) onderneming opnieuw wordt ingericht;

  • j.

    Innovatieproject: een project gericht op bedrijfsinvesteringen in onderzoek en ontwikkeling voor het ontwikkelen van producten, diensten of procedés die in technologisch opzicht nieuw zijn of een wezenlijke verbetering inhouden ten opzichte van de huidige stand van de techniek in de betreffende sector, en die een risico op technologische of industriële mislukking inhouden;

  • k.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • l.

    MKB-onderneming: een entiteit die is ingeschreven in het handelsregister, dat wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel en een economische activiteit uitoefent en die voldoet aan de MKB definitie in bijlage I van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) nr. 651/2014.

  • m.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • n.

    Project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in tijd en gericht zijn op een specifiek eindresultaat;

  • o.

    Uitbreidingsproject: een project waarbij de bestaande ondernemingsactiviteiten worden opgeschaald;

  • p.

    Vestigingsproject: een project, anders dan een uitbreidingsproject, waarbij:

    • 1.

      een nieuwe onderneming wordt opgericht; of

    • 2.

      een nieuwe vestiging van een reeds bestaande onderneming wordt opgericht.

  • q.

    provincie: provincie Groningen;

  • r.

    Werkingsgebied: Het Hogeland, Midden-Groningen, Delfzijl, Oldambt, Appingedam, Loppersum, de voormalige gemeente Ten Boer en de dorpen Ezinge, Feerwerd, Garnwerd en Aduarderzijl.

Artikel 2 Doel

De regeling heeft als doel steun te verlenen voor nieuwe arbeidsovereenkomsten bij MKB-ondernemingen die projecten uitvoeren in het werkingsgebied.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een onderneming die behoort tot het MKB en:

  • a.

    die gevestigd is in het werkingsgebied en hier ondernemingsactiviteiten uitvoert, of

  • b.

    die onderbouwt dat de beoogde economische effecten van het project overwegend neerkomen in het werkingsgebied.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen één of meer openstellingsbesluiten vaststellen.

  • 2.

    Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    aan de aanvrager op grond van deze regeling reeds een subsidie is verstrekt;

  • b.

    het project voldoet niet aan het bepaalde in deze regeling;

  • c.

    het project is niet in overeenstemming met het doel van deze regeling;

  • d.

    de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming is gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming niet aanvaardbaar of er bestaat gerede twijfel omtrent het voortbestaan van de onderneming;

  • e.

    er bestaat een gegronde reden dat het project in financiële, organisatorische, technische of economische zin niet haalbaar is;

  • f.

    activiteiten hebben geheel of gedeeltelijk betrekking op verschuiving van personeel in concernverband in het werkingsgebied;

  • g.

    ondernemingen behoren tot één of meer van de sectoren die staan genoemd in artikel 1 eerste lid, onder a tot en met e van de de-minimis verordening;

  • h.

    tegen het project bestaan anderszins overwegende bezwaren.

Artikel 8 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    Er wordt een arbeidsovereenkomst aangegaan welke een direct onderdeel of gevolg is van een investering in één of meer van de volgende projecten:

    • a.

      vestigingsproject;

    • b.

      fundamenteel wijzigingsproject;

    • c.

      uitbreidingsproject;

    • d.

      diversificatieproject

    • e.

      innovatieproject.

  • 2.

    Het project behaalt op basis van de criteria in bijlage 1, tabel 1, op totaalniveau de volgende minimale score:

    • a.

      indien bij de aanvrager minder dan 10 fte’s werkzaam zijn: 40 punten;

    • b.

      indien bij de aanvrager minimaal 10 tot 30 fte’s werkzaam zijn: 44 punten;

    • c.

      indien bij de aanvrager 30 of meer fte’s werkzaam zijn: 50 punten.

  • 3.

    Het project op behaalt op basis van de criteria in bijlage 1, tabel 1 op het criterium ‘werkgelegenheid’ de volgende minimale score:

    • a.

      indien bij de aanvrager minder dan 10 fte’s werkzaam zijn: 20 punten;

    • b.

      indien bij de aanvrager minimaal 10 tot 30 fte’s werkzaam zijn: 24 punten;

    • c.

      indien bij de aanvrager 30 of meer fte’s werkzaam zijn: 25 punten.

  • 4.

    het project leidt tot minimaal 2 nieuwe arbeidsovereenkomsten bij een aanvrager waar minder dan 10 fte’s werkzaam zijn, minimaal 3 nieuwe arbeidsovereenkomsten bij een aanvrager waar minimaal 10 tot 30 fte’s werkzaam zijn en minimaal 5 nieuwe arbeidsovereenkomsten bij een aanvrager waar 30 of meer fte’s werkzaam zijn.

  • 5.

    het project leidt tot een netto toename van het aantal arbeidsovereenkomsten in de betrokken vestiging, in vergelijking met het gemiddelde van de voorbije 12 maanden. Alle verloren gegane arbeidsovereenkomsten worden in mindering gebracht op het tijdens deze periode aantal bruto geschapen arbeidsovereenkomsten.

  • 6.

    een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt ingevuld na de in de aanvraag aangegeven startdatum en binnen 36 maanden daarna. Deze startdatum kan maximaal 6 weken vóór de ontvangstdatum van de aanvraag liggen, maar is uiterlijk de ontvangstdatum van de aanvraag.

  • 7.

    Op verzoek kan Gedeputeerde Staten besluiten om de in lid 5 genoemde termijn met maximaal 6 maanden te verlengen.

  • 8.

    een nieuwe arbeidsovereenkomst voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Een nieuwe arbeidsovereenkomst betreft een arbeidsovereenkomst tussen de onderneming en werknemer van minimaal 32 uur per week;

    • b.

      Een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt voor minimaal 12 maanden gerealiseerd binnen de in lid 5. genoemde termijn en na deze 12 maanden wordt het dienstverband op basis van een arbeidsovereenkomst voortgezet voor minstens 12 maanden of voor onbepaalde tijd.

Artikel 9 De subsidieaanvraag

  • 1.

    In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een subsidieaanvraag:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      een projectplan, met daarin een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd (inclusief start- en einddatum) en een beschrijving op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten uit de subsidieregeling;

    • c.

      een begroting van de kosten en een bijbehorend dekkingsplan;

    • d.

      een de-minimis verklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun;

    • e.

      een meest recente jaarrekening (indien beschikbaar);

    • f.

      een ingevuld formulier MKB-toets.

  • 2.

    Aanvragen worden getoetst aan de criteria in bijlage 1. Gedeputeerde Staten kan, alvorens een besluit te nemen over de aanvraag, een aanvraag voorleggen aan één of meer door hen aan te wijzen deskundigen.

Artikel 10 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor deze regeling wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De kosten voor een nieuwe arbeidsovereenkomst als omschreven in artikel 8 komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Indien subsidiabele kosten reeds worden gefinancierd vanuit andere subsidieregelingen, komen alleen die kosten voor subsidie in aanmerking die niet al reeds worden gefinancierd en worden deze maximaal aangevuld tot 100%.

Artikel 12 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 10.000,- per nieuwe arbeidsovereenkomst die wordt gerealiseerd bij een aanvrager waar minder dan 10 fte’s werkzaam zijn.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 5.000,- per nieuwe arbeidsovereenkomst die wordt gerealiseerd bij een aanvrager waar meer dan 10 fte’s werkzaam zijn.

  • 3.

    De maximale subsidie bedraagt € 50.000,- per project waarmee de nieuwe arbeidsovereenkomsten verband houden.

Artikel 13 Beslistermijn

In afwijking van artikel 2.4 van de Procedureregeling beslist het Gedeputeerde Staten binnen een termijn van 8 weken op een aanvraag tot subsidieverlening.

Artikel 14 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidiabele kosten van arbeidsovereenkomsten worden op een eenduidige wijze in de administratie van de aanvrager weergegeven.

  • 2.

    Een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt ingevuld na de in de aanvraag aangegeven startdatum en binnen 36 maanden daarna. Deze startdatum kan maximaal 6 weken vóór de ontvangstdatum van de aanvraag liggen, maar is uiterlijk de ontvangstdatum van de aanvraag.

  • 3.

    Op verzoek kan Gedeputeerde Staten besluiten om de in lid 2 genoemde termijn met maximaal 6 maanden te verlengen.

  • 4.

    Indien het subsidiebedrag € 25.000,- of hoger is rapporteert aanvrager één keer per 12 maanden over de voortgang van het project. Deze rapportage kan digitaal worden ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) met gebruik van het E-loket van het SNN. Deze is bereikbaar via www.snn.nl.

  • 5.

    Indien het subsidiebedrag lager is dan € 25.000,- dient de subsidieaanvrager binnen 8 weken na de einddatum van het project op de in de verleningsbeschikking aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen

Artikel 16 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 2.9 van de Procedureregeling kan op de verleende subsidie een voorschot van maximaal 80% worden verstrekt.

  • 2.

    Het voorschot zoals genoemd in het eerste lid kan alleen worden verstrekt nadat minimaal 20% van het aantal nieuwe arbeidsovereenkomsten is ingevuld.

Artikel 17 Subsidievaststelling

  • 1.

    Verleende subsidies lager dan € 25.000,- worden door Gedeputeerde Staten ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Wanneer het verleende subsidiebedrag € 25.000,- is of hoger,- dient de subsidieontvanger binnen 8 weken na de einddatum van het project een verzoek tot vaststelling in door middel van een volledig ingevuld vaststellingsformulier.

  • 3.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het aantal gecreëerde nieuwe arbeidsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 8, in combinatie met artikel 12.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten besluiten binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling of, indien sprake is van ambtshalve vaststelling, binnen 13 weken na de einddatum van het project.

  • 5.

    De aanvrager dient ten minste 5 jaar nadat de subsidie is vastgesteld, haar administratie ten aanzien van de kosten van de uitvoering van het project te bewaren en toegankelijk te houden.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020.

Groningen, 7 januari 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2

Centraal in de regeling staat het tot stand brengen van investeringsprojecten in het werkingsgebied en daarbij het vergroten van de duurzame werkgelegenheid in het werkingsgebied.

 

Artikel 8 lid 7

De arbeidsovereenkomst dient ten minste 32 uur per week te bedragen. Een arbeidsovereenkomst die voor minder dan 32 uur wordt aangegaan komt niet als arbeidsplaats in aanmerking. De voorwaarde dat de arbeidsplaats ten minste voor 12 maanden in de projectperiode moet worden gerealiseerd kan door meerdere personen worden ingevuld. Stel werknemer A begint voor 32 uur per week, maar vertrekt na een half jaar en wordt vervangen door werknemer B onder dezelfde voorwaarden, dan is na een half jaar voor werknemer B voldaan aan het 12 maanden criterium. Beide dienstverbanden tellen dus samen voor de 12 maanden termijn. Wel blijft de verplichting bestaan dat werknemer B ook nadat aan de twaalf maandstermijn is voldaan nog ten minste 12 maanden in dienst blijft.

Bijlage 1  

 

Criteria beoordeling aanvragen Subsidieregeling EBG ArbeidsplaatsenregelinG provincie Groningen 2020

De subsidie wordt bepaald in de volgende stappen:

Verlening subsidie:

  • »

    Bepalen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van de regeling;

  • »

    Bepalen of de aanvrager behoort tot de doelgroep;

  • »

    Bepalen van de score die aan een project wordt toegekend, op basis van de criteria en punten volgens tabel 1;

  • »

    Bepalen van de hoogte van de subsidie, rekening houdend met de voorwaarden voor arbeidsplaatsen.

  • »

    Vaststelling subsidie (na uitvoering project):

  • »

    Vaststelling van de subsidie op basis van het aantal gecreëerde arbeidsplaatsen.

 

Tabel 1 scorelijst

Criterium

Puntenscore

1. Werkgelegenheid

 

Aantal gecreëerde arbeidsplaatsen bij de aanvragende onderneming

40

 

Minimale score aanvrager < 10 fte’s 20 punten

Minimale score aanvrager vanaf 10 tot 30 fte’s 24 punten

Minimale score aanvrager > 30 fte’s 25 punten

 

maximale score

 

 

 

 

 

40

 

 

 

2. Economische structuur

 

 

(Verwachte) verankering in de regio

<10 fte’s

Gelijk aan of meer dan 10 fte’s

 

Opleidingsfaciliteiten voor werknemers, inclusief aanbieden (praktijk)stages en/of samenwerking met lokale/regionale opleidingsinstellingen

 

 

15

10

 

15

 

 

maximale score

30/25

 

3. Maatschappelijke opgave

 

Project heeft betrekking op een of meer thema’s: aardbevingsbestendige, levensloopbestendige en energiezuinige bouw, groene chemie, energietransitie,

of de volgende generatie mobiele communicatietechnologie (5G)

 

 

5

 

Project speelt in op duurzaamheid (verduurzaming bedrijfspand en/of bedrijfsmiddelen, CO₂-reductie, biobased economy, circulaire economie)

 

 

15

 

 

Investering ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en/of vermarkting van de voor de regio nieuwe producten en/of processen

<10 fte’s

Gelijk aan of meer dan 10 fte’s

 

 

 

10

5

 

 

 

 

maximale score

 

30/25

maximale totaalscore

 

90/100

minimale totaalscore aanvrager < 10 fte’s 40 punten

minimale totaalscore aanvrager met 10 tot 30 fte‘s 44 punten

minimale totaalscore aanvrager met 30 of meer fte’s 50 punten

 

 

 

 

 

Toelichting op de criteria

Om het belang van een aanvraag en het project waarop de aanvraag betrekking heeft voor de regionale economie te beoordelen, wordt het project beoordeeld op tevoren vastgestelde criteria. Drie clusters van criteria worden daarbij onderscheiden:

  • Werkgelegenheid;

  • Economische structuur;

  • Maatschappelijk opgave.

 

Werkgelegenheid

De score op dit criterium wordt berekend aan de hand van het aantal arbeidsplaatsen dat wordt gecreëerd als onderdeel of direct gevolg van het project:

Aantal fte’s werkzaam bij aanvrager

Minimaal vereiste toename arbeidsplaatsen van min. 32 uur per week

Aantal punten per nieuwe arbeidsplaats

Minimaal vereiste score

0 tot 10 fte’s

2

10 punten

20 punten

Vanaf 10 tot 30 fte’s

3

8 punten

24 punten

30 fte’s of meer

5

5 punten

25 punten

 

De minimum drempelscore van 20, 24 of 25 punten op dit onderdeel moet borgen dat projecten die niet scoren op dit onderdeel geen gebruik kunnen maken van de regeling.

Monitoring van het effect op de werkgelegenheid vindt plaats door een goede onderbouwing door de aanvrager vooraf en een gedegen verantwoording bij indiening van de eindvaststelling. Tijdens de beoordeling wordt dit gekwantificeerd als ‘nieuw’ ten opzichte van bestaande werkgelegenheid. Bij de aanvraag ligt de bewijslast bij de aanvrager om aannemelijk te maken hoeveel arbeidsplaatsen gecreëerd worden.

 

Economische structuur

Deze criteria worden in eerste instantie kwalitatief beoordeeld waarbij verschillende gradaties mogelijk zijn: zeer goed, voldoende of neutraal/onvoldoende. Deze beoordeling wordt per criterium omgezet in een puntenbeoordeling met de volgende verdeling:

  • 1.

    Zeer goed = 100% van het mogelijke maximum aantal punten

  • 2.

    Voldoende = 50% van het mogelijke maximum aantal punten

  • 3.

    Neutraal/onvoldoende = 0% van het mogelijke maximum aantal punten

 

(Verwachte) verankering in de regio

Verankering van het bedrijf als gevolg van de investering ziet op de aannemelijkheid dat het bedrijf als gevolg van de investering voor lange(re) tijd in de regio blijft gevestigd. Verankering kan betrekking hebben op de huidige situatie, maar ook op de verwachte toekomstige situatie in geval van nieuwvestiging in het gebied. De mate van verankering kan onder andere blijken uit relaties met toeleveranciers in de regio. Hiermee ontstaan indirecte werkgelegenheidseffecten, waarmee de economische structuur wordt versterkt. Er wordt naar de volgende zaken gekeken.

  • a)

    Is er sprake van regionale toeleveranciers?

  • b)

    Hoe makkelijk is het bedrijf fysiek te verplaatsen (koop of huur pand)? Denk aan bijvoorbeeld dienstverlenende bedrijven als callcenters, deze kunnen zich gemakkelijk verplaatsen.

  • c)

    Zijn medewerkers regionaal gebonden? Voert de medewerker zijn werkzaamheden uit binnen de muren van het bedrijf, of werkt deze plaats onafhankelijk (bijvoorbeeld monteurs die bij klanten op de locatie werkzaamheden verrichten)? Is er sprake van een specifieke expertise en vaardigheden van regionaal gebonden medewerkers?

 

Opleidingsfaciliteiten voor werknemers, inclusief aanbieden (praktijk)stages en/of samenwerking met lokale/regionale opleidingsinstellingen

De bereidheid tot het investeren in (opleiding van) het personeel draagt bij aan versterking van de economische structuur. Er wordt naar de volgende zaken gekeken:

  • a)

    Het opleidingsbudget per medewerker. Meer dan € 900,- per medewerker (ondernemingen met 10 fte’s of meer dan 10 fte’s) en minimaal € 500,- (ondernemingen met minder dan 10 fte’s) per jaar scoort als zeer goed Ook intern gegeven opleidingsuren tellen mee voor een maximaal uurtarief van € 39,- per uur. Hiervan moet een goede en volledige administratie worden bijgehouden. Urenregistraties moeten door leidinggevende en medewerker worden geparafeerd.

  • b)

    Het aantal aangeboden stageplekken. Stagiairs en afstudeerders per jaar: meer dan 1 stagiair op 6 medewerkers in dienst scoort als zeer goed voor ondernemingen met 10 fte’s of meer dan 10 fte’s. Voor ondernemingen minder 10 fte’s wordt 1 stagiair als zeer goed beoordeeld.

  • c)

    Of er sprake is van samenwerking met lokale/regionale opleidingsinstellingen. De samenwerking met opleidingsinstituten moet projectmatig en actueel zijn. Als men bijvoorbeeld vanuit het bedrijf zitting heeft in adviserende organen of gastcolleges geeft, wordt dat positief beoordeeld. Hiermee worden niet de reguliere contacten i.v.m. stages bedoeld. Op dit onderdeel hoeft voor ondernemingen met minder dan 10 fte’s niet gescoord te worden.

Wordt er voldoende gescoord op twee of meer van deze 3 aspecten dan worden 15 punten gegeven, bij score op één aspect 7,5 punten en anders 0 punten.

 

Maatschappelijke opgave

Er wordt ingezet op het bewerkstelligen van een transitie naar een meer kennisintensief en innovatief bedrijfsleven.

 

De criteria worden in eerste instantie kwalitatief beoordeeld waarbij verschillende gradaties mogelijk zijn: zeer goed, voldoende of neutraal/onvoldoende. Deze beoordeling wordt per criterium omgezet in een puntenbeoordeling met de volgende verdeling:

  • 1.

    Zeer goed = 100% van het mogelijke maximum aantal punten

  • 2.

    Voldoende = 50% van het mogelijke maximum aantal punten

  • 3.

    Neutraal/onvoldoende = 0% van het mogelijke maximum aantal punten

 

Project heeft betrekking op een of meer van de benoemde thema’s

Door Economic Board Groningen wordt ingezet op bedrijfsactiviteiten of projecten die vallen onder een of meer van de volgende thema’s:

  • aardbevingsbestendige, levensloopbestendige en energiezuinige bouw

  • groene chemie

  • energietransitie

  • de volgende generatie mobiele communicatietechnologie (5G)

 

Het thema “de volgende generatie mobiele communicatietechnologie (5G)" gaat over ontwikkeling, integratie en praktijktoetsing van nieuwe, draadloze en mobiele netwerktechnologie, waarbij er sprake is van het online/realtime kunnen verzenden van data via 5G. Alleen het gebruik van wifi in producten voegt niet voldoende toe, omdat wifi een beperkt bereik heeft en alleen gebruikt kan worden als men in de buurt is van een Wifi-spot. Wifi is dan meer een vervanger van een kabel dan dat het online/realtime gegevens overdraagt. Dat laatste “het online/realtime overdragen van gegevens” is bepalend voor het mobiele communicatietechnologie-gehalte.

 

Project speelt in op duurzaamheid (CO₂-reductie, biobased economy, circulaire economie)

In de sectoren wordt ingezet op trends als biobased, circulaire economie en CO₂-reductie. Deze zijn samen te vatten als duurzaamheid. Indien een project hierop is gericht wordt dat positief gewaardeerd. Dit kan gaan om verduurzaming van het product of productieproces, maar ook voor het verduurzamen van het bedrijfspand en bedrijfsmiddelen door het nemen van energiezuinige maatregelen kan men punten scoren. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de aanleg van zonnepanelen, aardwarmte, led verlichting, dubbel glas etc.

 

Investering ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en/of vermarkting van de voor de regio nieuwe producten en/of processen.

Innovatie als bron voor bestendigheid in de economische structuur, of als basis voor toekomstige structuren, wordt gewaardeerd met punten voor nieuwe producten of nieuwe processen (op schaal van de aanvrager).