| Organisatie | Westerwolde |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Standplaatsenbeleid gemeente Westerwolde |
| Citeertitel | Standplaatsenbeleid gemeente Westerwolde |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 14-01-2020 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 | Z/19/091838 |
In de gemeente Westerwolde worden op verschillende plaatsen zaken als bloemen, vis, kaas, friet en ijs aangeboden op straten en pleinen vanuit een verkoopwagen of kraam. Dit fenomeen is niet weg te denken uit het straatbeeld van de gemeente. Het verlevendigt de openbare ruimte, terwijl deze activiteiten tevens een aanvulling kunnen vormen op het reguliere assortiment in de supermarkten en de winkels.
In vergelijking met de detailhandel vanuit winkels, kunnen ondernemers die vanuit een standplaats verkopen op een economisch aantrekkelijkere wijze werken; zonder al te hoge investeringen en vaste lasten kunnen zij direct hun koopwaar aan de man brengen. Op deze wijze krijgen nieuwe en bestaande ondernemers een kans op bestaan.
Elke medaille heeft echter een keerzijde. Door de laagdrempeligheid van deze manier van verkopen kan een wildgroei ontstaan aan standplaatsen. Dit kan leiden tot ongewenste situaties zoals parkeerproblematiek, overlast voor omwonenden en verkeersonveilige situaties. Ook heeft het innemen van een standplaats invloed op het uiterlijk van de omgeving en kan deze aantasten. De belangrijkste doelstelling van het standplaatsenbeleid is om duidelijkheid te scheppen over de voorwaarden waaronder een standplaats mag worden ingenomen.
Afbeelding 1. Standplaats bijvoorbeeld voor bloemen
Aanleiding voor het opstellen van deze nota
Op 1 januari 2018 zijn de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde samengevoegd tot de gemeente Westerwolde. Voor beide voormalige gemeenten geldt nu nog het oud beleid dat zij hanteerden als interne richtlijn. Dit brengt ongelijkheid met zich mee. Met deze nieuwe beleidsregels wordt dit opgeheven en gelden voor ons gehele grondgebied dezelfde regels voor het innemen van standplaatsen.
Met het vaststellen van een beleidskader worden de volgende doelen beoogd:
Het begrip standplaatsen kan onderverdeeld worden in reguliere en incidentele standplaatsen. Een reguliere standplaats is een standplaats die met een bepaalde regelmaat het hele jaar door wordt ingenomen. Voorbeeld hiervan zijn de viskraam of de snackwagen. Voor een incidentele standplaats geldt dat de standplaatshouder slechts een enkele keer een standplaats inneemt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het plaatsen van een bus voor onderzoek naar borstkanker. Ook de verkoop van oliebollen en kerstbomen worden aangemerkt als een incidentele standplaats.
Het beleidskader dat wordt beschreven is het kader waarbinnen de gemeente vergunningen voor reguliere en incidentele standplaatsen afgeeft of weigert. Ook is het mogelijk om op basis van dit kader handhavend op te treden indien nodig.
De artikelen 5:17, 5:18, 5:19 en 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening Westerwolde (hierna: APV Westerwolde) gaan over standplaatsen. In artikel 5:17 van de APV Westerwolde staat aangegeven dat onder standplaats wordt verstaan: het vanaf een vaste plaats of openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. Daarnaast wordt aangegeven wat niet onder een standplaats wordt verstaan. In artikel 5:20 van de APV Westerwolde staat een afbakeningsregeling opgenomen.
In artikel 5:18 van de APV Westerwolde staat aangegeven dat het verboden is zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben. Verder worden in dit artikel gronden genoemd op basis waarvan het college vergunning kan weigeren.
In artikel 1:8 van de APV Westerwolde wordt vermeld dat de vergunning kan worden geweigerd in het belang van:
Het wettelijk kader is breder dan de APV Westerwolde. Ook o.a. de Warenwet, Winkeltijdenwet, Wet milieubeheer en de Woningwet zijn van toepassing. Zie hiervoor bijlage 1.
4. Uitzonderingen standplaatsverbod
Voor het innemen van een standplaats bij een evenement is toestemming nodig van de organisator van een evenement. Het innemen van standplaatsen wordt dan meegenomen bij de aanvraag voor een evenementenvergunning. Er hoeft geen afzonderlijke standplaatsvergunning te worden aangevraagd.
Voor standplaatsen op door het college aangewezen weekmarkten geldt de Marktverordening van onze gemeente.
Dit gaat om een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats. In zo’n geval is een andere vergunning op basis van de APV Westerwolde vereist.
Indien een hogere regeling (Rijks- of provinciaal niveau) van toepassing is op de gevallen die geregeld zijn in de APV Westerwolde, dan treedt de APV Westerwolde terug. Dit is niet het geval als aan de regeling van de APV Westerwolde een ander motief ten grondslag ligt dan bij de hogere regelgeving.
6. Algemene uitgangspunten nieuw beleid
Wij handhaven eerst de standplaatslocaties zoals deze nu feitelijk worden gebruikt.
In 2021/2022 gaat een nieuw omgevingsplan gelden waarin ook de locaties van reguliere standplaatsen worden geregeld. Vanaf inwerkingtreding van dat nieuwe plan, vervalt deze bepaling in dit beleid.
De huidig gebruikte locaties zijn:
6.2 Maximumstelsel aantal reguliere standplaatsen per dagdeel per locatie
Wij bevriezen in dit beleid zo veel mogelijk de feitelijke situatie zoals deze nu is. Dit betekent dat wij om wildgroei te voorkomen maar 2 standplaatsvergunningen per dagdeel per standplaatslocatie verlenen. De dagdelen zijn verdeeld over de tijd vóór 12:00 uur en de tijd na 12:00 uur.
We werken met een wachtlijst. Zodra er een plaats vrij komt op een locatie, wordt deze toegewezen aan de volgende op de wachtlijst. Voor de positie op de wachtlijst geldt het principe ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’.
Ook voor deze bepaling geldt dat deze vervalt zodra het nieuwe omgevingsplan in 2021/2022 in werking treedt.
Indien de vergunning van een vergunninghouder wegens herhaalde overtredingen is ingetrokken en deze wederom een aanvraag voor een standplaatsvergunning doet, kan het college deze aanvraag weigeren op grond van de gerede kans op nieuwe overtredingen en problemen aangaande deze vergunninghouder. Deze weigeringsgrond kan worden aangevoerd, tenzij de aanvrager met objectief bepaalbare, concrete aanpassingen aan kan tonen dat er sprake is van verbetering in het voorkomen van overtredingen.
Op alle locaties geldt dat 20 m² op verantwoorde wijze aan standplaats kan worden ingenomen. Hierbij geldt dat niet alleen de verkoopinrichting als zodanig (de verkoopwagen, kraam e.d.), maar ook de overkapping en de voor opslag benodigde ruimte in berekening van de in te nemen oppervlakte meetellen. Bepalend is het daadwerkelijke ruimtelijke beslag;
In geval van wijziging van de bestemming dan wel herinrichting van het betreffende gedeelte van de openbare weg is het college bevoegd een vervangende plaats aan te wijzen. Indien een vervangende locatie niet voorhanden is, kan intrekking van de vergunning volgen. Een vervangende locatie is geen nieuwe standplaats. Deze mag alleen gebruikt worden totdat de oorspronkelijke looptijd van de vergunning is afgelopen;
Maximaal mogen twee (klap)tafeltjes met daarbij maximaal 8 klapstoelen (2x4) worden gestald voor het ter plaatse nuttigen van de gekochte waren. De tafels en stoelen dienen na sluitingstijd te worden verwijderd. Overkapping van deze tafel en stoelen is niet toegestaan (behoudens parasol). Daarbij dienen de tafels en stoelen zodanig te worden opgesteld dat andere verkeersdeelnemers daar geen hinder van ondervinden.
De standplaatsvergunning heeft op grond van artikel 1:5 van de APV Westerwolde een persoonsgebonden karakter. Een standplaatsvergunning kan niet worden overgedragen aan een andere ondernemer. De vergunninghouder dient dan een schriftelijk verzoek te doen aan het college om de verleende vergunning in te trekken. Nadat de vergunning is ingetrokken, valt de plaats weer open voor een nieuwe aanvrager. Een vergunninghouder mag zich uiteraard wel laten bijstaan/assisteren.
In geval van afwezigheid moet dit altijd vooraf, onder opgaaf van redenen, gemeld worden bij het college. De melding moet zo vroeg mogelijk en schriftelijk worden gedaan. In geval van spoed, kan achteraf de melding worden gedaan dat men afwezig is geweest, eveneens onder opgaaf van redenen:
Indien de afwezigheid/vervanging langer duurt dan de bovengenoemde twee weken of vaker dan 3 keer per jaar, is sprake van langdurige afwezigheid/vervanging. Het college kan verzoeken de afwezigheid nader schriftelijk te onderbouwen. Slechts vanwege dringende redenen mag een vergunninghouder zich langdurig laten vervangen. Uiteraard moet de vervanger wel aan de algemene vereisten voor personen voldoen (meerderjarigheid, niet onder curatele of onder meerderjarigenbewind gesteld en rechtmatig verblijf in Nederland hebben).
9. Afwijking van beleid voor maatschappelijke doeleinden
Indien een standplaats incidenteel wordt ingenomen ten behoeve van maatschappelijke doeleinden (voor maximaal 6 weken per jaar), kan vergunningverlening plaatsvinden in afwijking van de in deze beleidsnota opgenomen locaties wanneer dit noodzakelijk is. Onder maatschappelijke doeleinden wordt o.a. verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve doelen, politieke doelen, politieke partijen in het kader van verkiezingen.
Er mag niet worden afgeweken van de regels voor openbare orde, veiligheidsregels, volksgezondheid en milieu bij het bepalen van de incidentele standplaatslocatie.
10. Procedure vergunningaanvraag
Voor behandeling van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van een standaard aanvraagformulier.
De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst geregistreerd en behandeld. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag binnenkomen zullen zoveel mogelijk aanvragen worden gehonoreerd (mits wordt voldaan aan het beleid). Voor overlappende aanvragen welke zijn ingediend op eenzelfde dag zal loting uitwijzen welke plaats op de wachtlijst deze aanvragen zullen krijgen.
Er is voorafgaand toestemming nodig van de eigenaar van de grond die gebruikt gaat worden voor de standplaats. Dit geldt ook indien het gemeentegrond is. U moet zorgen dat u deze toestemming heeft verkregen voordat u een standplaatsaanvraag indient. Voor gebruik van gemeentegrond is een privaatrechtelijke vergoeding verschuldigd.
17. Inwerkingtreding en overgangsrecht
Dit beleid treedt in werking per 1 januari 2020. De ‘Beleidsnota standplaatsen gemeente Bellingwedde 2013’ en het ‘Beleid standplaatsen en venten Vlagtwedde’ worden met ingang van dezelfde datum ingetrokken.
Alle vergunningen die zijn verleend vóór 1 januari 2020 blijven van kracht, met dien verstande dat al deze vergunningen per 1 juli 2020 ambtshalve worden omgezet naar een vergunning voor bepaalde tijd van 2 jaren.
Deze laatste termijn is bedoeld als overgangstermijn voor de huidige vergunninghouders omdat zij rechten hebben opgebouwd waarvan wij vinden dat deze niet van de ene op de andere dag ongedaan gemaakt mogen worden door de landelijke regelwijziging omtrent schaarse vergunningen. Anderzijds sluit deze termijn aan op het proces van ontwikkeling van een omgevingsplan, waar de reguliere standplaatslocaties in worden aangewezen.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de wettelijke kaders voor het bestuursrecht weer. De Awb is daardoor van toepassing op het traject van de standplaatsvergunning, zoals het aanvragen en afgeven van de vergunning en de mogelijke bezwaar- en beroepsprocedure.
Op basis van de Handelsregisterwet 2007 dient een onderneming ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zonder de benodigde inschrijving is het niet mogelijk om goederen of diensten aan te bieden.
Op basis van de Drank- en Horecawet is het verboden om via een standplaats alcohol te verstrekken. Uitzondering is wanneer een ontheffing is verleend op grond van artikel 35 van de Drank en Horecawet. Als een aanvraag voor een dergelijke standplaats wordt ontvangen of als bij controle blijkt dat een vergunninghouder alcohol verstrekt, dan worden maatregelen genomen op basis van de Drank- en Horecawet.
De Warenwet stelt regels voor de goede hoedanigheid en aanduiding van waren.
Daarnaast stelt deze wet regels voor de hygiëne en degelijkheid van producten. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.
In de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (meestal Activiteitenbesluit genoemd) wordt een regeling getroffen voor inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor de standplaatshouder, als zijn/haar verkoopplek als ‘inrichting’ kan worden aangemerkt. Dit kan het geval zijn als de kraam gedurende een zekere tijd een vaste standplaats heeft en daar met een zekere regelmaat wordt opgesteld en in werking gebracht. Van belang is dan de regelgeving die geldt voor friet- en viskramen die voor de inrichting aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen.
Wanneer een bak- en braadstandplaats als een inrichting op grond van de Wet milieubeheer kan worden aangemerkt, dan zal de standplaatshouder een melding in het kader van het Activiteitenbesluit moeten indienen en zich moeten houden aan de voorschriften zoals deze zijn gesteld in het Activiteitenbesluit.
Winkeltijdenwet en Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet
Deze wet regelt een aantal zaken voor de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats. Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor werkdagen (maandag tot en met zaterdag). Alleen standplaatshouders die ter plekke bereidde etenswaren en alcoholvrije dranken verkopen, mogen een vergunning voor zon- en feestdagen.
De Europese Dienstenrichtlijn is van toepassing op het aanbieden van diensten. Dit kan van toepassing zijn bij het innemen van standplaatsen.
In 2020 stelt de gemeente nieuw terrassenbeleid vast. Daarbij zal ook rekening worden gehouden met terrassen bij standplaatsen.