Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Besluit van Gedeputeede Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG InnovatieregelinG (EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Gedeputeede Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG InnovatieregelinG (EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020)
CiteertitelEBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Groningen/610434/CVDR610434_1.html
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Groningen/602497/CVDR602497_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-01-202029-05-2020nieuwe regeling

07-01-2020

prb-2020-175

K18886

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Gedeputeede Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent EBG InnovatieregelinG (EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 7 januari 2020, nr. A.6, afdeling ECP, dossiernummer K18886 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

 

Overwegende dat:

  • -

    In het programma "Route voor het versterken van de economie in Noordoost-Groningen’ van Economic Board Groningen als programmalijn 2 is voorzien in het versterken van de economische structuur in het aardbevingsgebied door passende subsidie-instrumenten te ontwikkelen;

  • -

    Het bestuur van Economic Board Groningen in dit kader heeft besloten om een subsidieregeling op te stellen van waaruit ondernemers financiële steun kunnen ontvangen voor het uitvoeren van onderzoeks-, en ontwikkelingsactiviteiten

  • -

    Gedeputeerde Staten van Groningen de regeling vaststellen op verzoek van Economic Board Groningen en met middelen die hiervoor door Economic Board Groningen beschikbaar worden gesteld.

 

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3 van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • -

    de De-minimisverordening.

 

Besluiten:

 

I. Vast te stellen de:

 

Subsidieregeling "EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard en Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352);

  • d.

    Haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico’s in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn. Hierbij is aansluiting gezocht bij de inhoud van de definitie van een haalbaarheidsstudie in de Algemene groepsvrijstellingsverordening van de Commissie (Verordening (EU) nr. 651/2014);

  • e.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • f.

    MKB: kleine onderneming, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in bijlage I van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014;

  • g.

    Onafhankelijke organisatie: de organisatie die ingehuurd wordt moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. De organisatie dient onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming.

  • h.

    Onderneming: een onderneming die is ingeschreven in het handelsregister dat wordt bijgehouden door de Kamer van Koophandel;

  • i.

    Ontwikkeling van een product, dienst of procedé: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten;

  • j.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • k.

    Proeftuinfaciliteit: een voorziening waar producten, procedés of diensten die nog in ontwikkeling zijn onder realistische omstandigheden kunnen worden getest;

  • l.

    Project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in tijd en gericht op een specifiek eindresultaat.

  • m.

    provincie: provincie Groningen;

  • n.

    Werkingsgebied: de gemeenten Het Hogeland, Midden-Groningen, Delfzijl, Appingedam, Loppersum, de voormalige gemeente Ten Boer en de dorpen Ezinge, Feerwerd, Garnwerd en Aduarderzijl.

Artikel 2 Doel

De regeling heeft als doel om onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten binnen een onderneming te stimuleren waarmee de betreffende onderneming zijn concurrentievermogen structureel wil versterken.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een onderneming die behoort tot het MKB en:

  • a.

    die gevestigd is in het werkingsgebied en hier ondernemingsactiviteiten uitvoert, of

  • b.

    die onderbouwt dat de beoogde economische effecten van het project overwegend neerkomen in het werkingsgebied.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen één of meer openstellingsbesluiten vaststellen.

  • 2.

    Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en een subsidieplafond.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    ontwikkeling van een product, dienst of procedé; en/of

  • b.

    uitvoering van een haalbaarheidsstudie.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      aan de aanvrager op grond van deze regeling reeds een subsidie verstrekt is voor een project dat is gericht op hetzelfde product, procedé of dezelfde dienst;

    • b.

      de subsidiabele kosten zijn lager dan € 2.500,-;

    • c.

      de aanvraag voldoet niet aan het bepaalde in deze regeling;

    • d.

      de aanvraag is niet in overeenstemming met het doel van deze regeling;

    • e.

      de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de onderneming is gezien de rentabiliteit en de aard van de onderneming niet aanvaardbaar of er bestaat gerede twijfel omtrent het voortbestaan van de onderneming;

    • f.

      er een gegronde reden bestaat dat het project in financiële, organisatorische, technische of economische zin niet haalbaar is;

    • g.

      tegen de aanvraag anderszins overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 8 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    Voor zover activiteiten worden uitgevoerd door een externe organisatie dient deze organisatie onafhankelijk te zijn van de aanvrager.

  • b.

    Aannemelijk moet zijn dat het concurrentievermogen structureel wordt versterkt.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      personeelskosten tegen een vast uurtarief van 60 euro;

    • b.

      externe huurkosten van faciliteiten, apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project;

    • c.

      externe kosten van contractonderzoek, deskundigheid en kennis en octrooien die worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen;

    • d.

      kosten van materiaal.

  • 2.

    In aanvulling op lid 1 onder a komen personeelskosten voor subsidie in aanmerking tot een maximum van 75% van de totale subsidiabele kosten.

  • 3.

    Indien subsidiabele kosten reeds worden gefinancierd vanuit andere subsidieregelingen, komen alleen die kosten voor subsidie in aanmerking die niet al reeds worden gefinancierd en worden deze maximaal aangevuld tot 100%.

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.5 van de Procedureregeling zijn de kosten gemaakt na het verstrijken van de projectperiode, niet subsidiabel.

Artikel 11 De subsidieaanvraag

In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een subsidieaanvraag:

  • a.

    een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • b.

    een projectplan, met daarin een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd (inclusief start- en einddatum) en een beschrijving op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten uit de subsidieregeling;

  • c.

    een begroting van de kosten en een bijbehorend dekkingsplan;

  • d.

    een offerte van de door de aanvrager geselecteerde onafhankelijke organisatie (indien van toepassing);

  • e.

    een de-minimis verklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verleend zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun;

  • f.

    een volledig ingevuld formulier ‘MKB toets’;

  • g.

    een meest recente jaarrekening (indien beschikbaar);

  • h.

    indien de onderneming behoort tot een verband van ondernemingen: een schematische weergave van de juridische organisatiestructuur van het verband van ondernemingen, inclusief deelnemingspercentages en een opgave van het aantal werknemers, de jaaromzet en het balanstotaal (per onderneming of geconsolideerd).

Artikel 12 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor deze regeling wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 13 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5 bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,-.

  • 2.

    Onverminderd het percentage als genoemd in het eerste lid wordt het maximumbedrag verhoogd met € 25.000,- indien als onderdeel van het project gebruik wordt gemaakt van een proeftuinfaciliteit die onafhankelijk is van de aanvrager en de daaraan verbonden kosten meer dan 35% van de totale kosten van het project zijn.

Artikel 14 Beslistermijn

In afwijking van artikel 2.4 van de Procedureregeling beslist Gedeputeerde Staten binnen een termijn van 8 weken op een aanvraag tot subsidieverlening.

Artikel 15 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 16 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    Het project moet binnen een termijn van 12 maanden na dagtekening van de verleningsbeschikking zijn afgerond.

  • 2.

    Op verzoek kan Gedeputeerde Staten besluiten om de in lid 1 genoemde termijn met maximaal 6 maanden te verlengen.

Artikel 17 Prestatieverantwoording

  • 1.

    Voor subsidies tot € 25.000,- geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om binnen 8 weken na afronding van het project bewijsstukken te overleggen en hiermee aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2.

    Bij een subsidie vanaf € 25.000,- wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overlegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 18 Bevoorschotting en betaling

In afwijking van artikel 2.9 van de Procedureregeling wordt 50% van het verleende subsidiebedrag bevoorschot.

Artikel 19 Subsidievaststelling

De subsidie wordt binnen 13 weken na ontvangst van de prestatieverantwoording vastgesteld.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020.

Groningen, 7 januari 2020.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling "EBG InnovatieregelinG provincie Groningen 2020"

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 2

De regeling heeft als doel om onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten binnen een onderneming te stimuleren, onder de voorwaarde dat het product, procedé of de dienst die ontwikkeld wordt nieuw is voor de betreffende onderneming. Dit met het oog op het bevorderen van bedrijvigheid in het gebied en het versterken van de concurrentiekracht van ondernemers in het werkingsgebied.

 

Artikel 3

Deze regeling heeft als doel om bij te dragen aan groei van duurzame werkgelegenheid, bedrijvigheid en bruto regionaal product in het werkingsgebied. Van aanvragen die worden gehonoreerd binnen de EBG InnovatieregelinG wordt verwacht dat ze bijdragen aan dit doel. Aanvragers die niet in het werkingsgebied gevestigd zijn worden niet op voorhand uitgesloten, maar moeten wel aannemelijk maken dat de verwachte economische effecten overwegend ten goede komen aan het werkingsgebied door een bijdrage aan duurzame werkgelegenheid, bedrijvigheid of bruto regionaal product in het werkingsgebied.

 

Artikel 9 lid 1 sub a

Om verantwoording van kosten te vereenvoudigen is voor de berekening van de personeelskosten gekozen voor een vaste-uurtarief systematiek. Daarbij is aansluiting gezocht bij het uurtarief dat wordt gehanteerd in de MIT subsidieregeling van de noordelijke provincies.

 

Artikel 9 lid 1 sub b en c

Alleen kosten van externe partijen komen binnen deze categorieën in aanmerking voor subsidie. Met extern wordt hier bedoeld: niet behorend tot hetzelfde verband van ondernemingen als de aanvrager en zonder belang in de uitkomst van het project. De onderneming waar de deskundige werkt moet ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet optreden als onafhankelijke organisatie. De uren van de in te schakelen onafhankelijke deskundige zijn subsidiabel. In dat kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er in ieder geval geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • -

    Als de organisatie een (financieel) belang in de aanvragende onderneming heeft.

  • -

    Als de aanvragende onderneming een (financieel) belang heeft in de onderneming van de

  • -

    organisatie.

  • -

    Als de directeur/bestuurder van de aanvragende onderneming ook de directeur/bestuurder van de in te schakelen organisatie is.

  • -

    In het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind/broer/zuster) of een gezinsrelatie aanwezig is.

  • -

    Als de organisatie een duidelijk belang heeft in de uitkomsten van het project, verder dan gebruikelijk is.