Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

Verordening op de raadscommissies 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2019
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening op de raadscommissies 2019

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2019Nieuwe regeling

17-12-2019

gmb-2020-7258

bb19.00443

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2019

De raad van de gemeente Beuningen;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de volgende Verordening op de raadscommissies 2019

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

a. lid : lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

b. voorzitter : voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

c. griffier : griffier van de raad of diens vervanger;

d. vergadering : vergadering van een raadscommissie.

e. Plenair deel : algemeen deel van een raadscommissie

f. Deelsessie : onderdeel van een raadscommissie waarin een hoorzitting plaats kan vinden anders dan in een juridische procedure zoals bedoeld in artikel 2, lid drie.

g. Inwoners : inwoners, vertegenwoordigers van instellingen en bedrijven

 

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

  • a.

    Financiën en Algemene Zaken;

  • b.

    Ruimte;

  • c.

    Samenleving;

2. De raadscommissie Financiën en Algemene Zaken adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen en beleidsterreinen:

  • a.

    rubriek Financiën (begroting en begrotingsvraagstukken, jaarrekening, bestuursrapportages en overige financiële vraagstukken van algemene aard;

  • b.

    rubriek Algemene Zaken (grondzaken, communicatie, algemeen bestuurlijke aangelegenheden, personeel en organisatie, informatisering en automatisering, integrale handhaving politie- en brandweerorganisatie en rampenbestrijding en integrale veiligheid).

3. De raadscommissie Ruimte adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen en beleidsterreinen: ruimtelijke ordening, milieu, volkshuisvesting, openbare werken en civiele techniek, verkeer en vervoer, woonwagenzaken, zandwinning en monumentenaangelegenheden. Tevens is de raadscommissie Ruimte belast met het horen in het kader van een juridische procedure van belanghebbenden naar aanleiding van schriftelijke zienswijzen/bedenkingen met betrekking tot de vaststelling van bestemmingsplannen ex artikel 10 Wet op de Ruimtelijke Ordening.

4. De raadscommissie Samenleving adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen en beleidsterreinen: welzijn, onderwijs, sociale zaken, sport, Wet Maatschappelijke Ondersteuning, gehandicaptenbeleid, cultuur, subsidiebeleid, gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed,, recreatie, buitenlandse betrekkingen, toerisme, kunst en economische zaken, representatie en promotie

5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de raadscommissie besproken die het onderwerp het meest aangaat, tenzij de agendacommissie anders beslist.

6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

 

Artikel 3 Taken en agenda commissies

1. De raadscommissies Financiën en Algemene Zaken ,Ruimte en Samenleving hebben de volgende taken:

  • a.

    het verzamelen en inventariseren van meningen, ideeën, voor- en nadelen, argumenten pro en contra, over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, derde en vierde lid, genoemde onderwerpen en beleidsterreinen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad over en voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, derde en vierde lid, genoemde onderwerpen en beleidsterreinen;

  • c.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • d.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, derde en vierde lid, genoemde onderwerpen.

2. De agenda van de vergaderingen van de raadscommissies bestaat uit een plenair deel en deelsessies.

3. Per deel van de vergadering van de raadscommissie nemen per fractie maximaal twee leden deel. Per deel kan de samenstelling wisselen. Financieel specialisten kunnen te allen tijde als tweede lid van een fractie deelnemen aan een deel.

4. Elke agenda van de commissie Financiën en Algemene zaken bevat een rubriek Algemene zaken. Naar verwachting vier keer per jaar wordt deze agenda aangevuld met een rubriek Financiën. Het vergaderrooster per jaar wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 9 leden 1 en 2 (vergaderfrequentie).

5. Aan de deelsessies vallend onder de rubriek Financiën nemen per fractie maximaal 2 leden deel. Aan de deelsessies vallend onder de rubriek Algemene Zaken nemen alleen de vaste leden, zijnde fractievoorzitters deel.

 

Artikel 4 Samenstelling.

1. a. De raadscommissie Financiën en Algemene Zaken bestaat uit één vast lid per fractie, zijnde de fractievoorzitter en één financieel specialist ten behoeve voor artikel 2, a rubriek financiën.

  • b.

    De raadscommissie Ruimte en de raadscommissie Samenleving bestaat ieder uit maximaal 22 leden, het gezamenlijk totaal van de twee raadscommissies bedraagt echter niet meer dan 42 leden. Elke fractie mag tweemaal zoveel leden voordragen als dat de fractie zetels in de raad heeft waarbij een fractie met 1 raadszetel, naast het raadslid, 2 niet-raadsleden als commissielid kan voordragen. Binnen dit maximum is de fractie vrij om te bepalen of de plaats wordt bezet door een raadlid dan wel niet-raadslid.

2. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

3. Een Financieel specialist zoals bedoeld in lid 1 a en een lid van de commissies Samenleving en Ruimte als bedoeld in lid 1 b kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie, met dien verstande dat in afwijking van artikel 14 van de Gemeentewet het commissielid niet zijnde raadslid de eed of belofte ook bij de voorzitter van de gemeenteraad kan afleggen buiten de vergadering. Commissieleden niet zijnde raadsleden dienen om benoemd te kunnen worden tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de fractie.

4. De raad benoemt op voordracht van een fractie per raadscommissie maximaal één plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid a, b en c. Het plaatsvervangend lid voor het vaste lid van de raadscommissie Financiën en Algemene Zaken is raadslid..

5. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 derde lid kan de raad buitengewone leden benoemen, met dien verstande dat een fractie maximaal zes keer in de totale raadsperiode een buitengewoon lid mag voordragen.

 

Artikel 5 Voorzitter

1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

2. Bij de raadscommissies Ruimte en Samenleving is de voorzitter geen lid van de raadscommissie; de voorzitter van de raadscommissie Financiën en Algemene Zaken is één van de leden.

3. De voorzitter is belast met:

a. het leiden van de vergadering;

b. het handhaven van de orde;

c. het doen naleven van deze Verordening;

d. hetgeen deze Verordening hem verder opdraagt.

 

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

6. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

 

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

1. De griffier of diens plaatsvervanger ondersteunt de raadscommissies.

2. De griffier of diens plaatsvervanger is in iedere vergadering aanwezig.

 

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college en burgemeester

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester

1. De agendacommissie nodigt de burgemeester en/of één of meer collegeleden uit in de vergadering van de raadcommissie aanwezig te zijn om informatie te geven.

De burgemeester en het college kunnen zich tijdens de vergadering laten bijstaan door hun adviseurs.

 

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie volgens een periodiek door de agendacommissie vast te stellen vergaderrooster plaats. De agendacommissie bepaalt plaats en aanvangsuur.

2. Een raadscommissie vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

 

Artikel 10 Oproep

1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden van de raadscommissies een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

2. De concept agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden elektronisch beschikbaar gesteld.

3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11 eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

 

Artikel 11 De procedure m.b.t. de agenda

1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

3. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging in de raad voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere informatie vragen.

 

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

2. Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

 

Artikel 13 Openbare kennisgeving

1. De vergadering wordt spoedig na de schriftelijke oproep door aankondiging in een Huis-aan-huis blad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

2. Daarnaast worden de bij de concept agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

 

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst.

 

Artikel 15 Opening vergadering en quorum

1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal, in het plenaire deel zitting hebbende leden aanwezig is.

2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

 

Artikel 16 Spreekrecht inwoners bij de raadscommissie

1. Na de opening van de vergadering kunnen inwoners gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over niet geagendeerde onderwerpen.

2. Het is niet mogelijk in te spreken:

  • a.

    Als spreker gebruik kan maken van een juridische procedure van belanghebbenden naar aanleiding van schriftelijke zienswijzen/bedenkingen met betrekking tot de vaststelling van bestemmingsplannen ex artikel 10 Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • b.

    over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan

  • c.

    over zaken waar de gemeente niet over gaat;

  • d.

    over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • e.

    indien een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

  • f.

    wanneer een inspreker al eerder over hetzelfde onderwerp heeft ingesproken;

  • g.

    wanneer de voorzitter dit geraden voorkomt.

3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord, met dien verstande dat in totaal 30 minuten beschikbaar is voor de uitoefening van het spreekrecht van alle geagendeerde onderwerpen. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

6. Inspreken over geagendeerde onderwerpen vindt plaats aan het begin van het geagendeerde agendapunt, tenzij de voorzitter anders bepaalt.

7. De te hanteren procedure bij inspreken over niet geagendeerde en geagendeerde onderwerpen is als volgt:

  • a.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • b.

    De voorzitter staat de deelnemers aan de commissievergadering toe aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • c.

    De deelnemers krijgen desgewenst de mogelijkheid met elkaar in gesprek te gaan of het college vragen te stellen, waarbij de inspreker luistert.

  • d.

    De inspreker krijgt de gelegenheid een korte afsluitende reactie te geven.

  • e.

    De voorzitter doet een voorstel voor de behandeling van de inspreker.

 

Artikel 17 Besluitenlijst

1. Van de commissievergaderingen wordt een besluitenlijst gemaakt. Verder wordt er van een commissievergadering een beeldopname gemaakt.

2. Bij het begin van de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

3. Elektronisch beschikbare besluitenlijsten en beeldopnamen worden op de website van de gemeente geplaatst.

 

Artikel 18 Voorstellen van orde

1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

 

Artikel 19 Handhaving orde; schorsing

1. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

2. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

 

Artikel 20 Advies bij raadscommissies

1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

4. In het advies worden de standpunten per politieke partij opgenomen.

 

 

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 22 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze Verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

 

Artikel 23 Verslag

1. Het verslag van een besloten vergadering wordt uitsluitend aan de vaste leden toegezonden. Indien geheimhouding is opgelegd wordt het verslag van een besloten vergadering uitsluitend aan de aanwezige leden toegezonden.

2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering vastgesteld. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

 

Artikel 24 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

 

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 25 Toehoorders en pers

1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

 

Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

 

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 28 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze Verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de Verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

 

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking daags na 17 december 2019. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies van de raad van de gemeente Beuningen vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2010.

 

Beuningen 17 december 2019

De raad voornoemd,

drs. A.V. Dewkalie

griffier

drs. D. A. Bergman

voorzitter