Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent parkeren op straatniveau, zoals de bloktijden, parkeerduurbeperkingen en 10-centzones (Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent parkeren op straatniveau, zoals de bloktijden, parkeerduurbeperkingen en 10-centzones (Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2020)
CiteertitelUitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting Amsterdam 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 stratentabel

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/296035/CVDR296035_6.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-07-2020artikel 8, bijlage 1

30-06-2020

gmb-2020-194163

08-01-202030-07-2020nieuwe regeling

12-11-2019

gmb-2020-5325

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent parkeren op straatniveau, zoals de bloktijden, parkeerduurbeperkingen en 10-centzones (Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op de artikelen 4, 5 en 6 van de Parkeerverordening 2013 en artikel 225 van de Gemeentewet,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

 

Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2020

Artikel 1  

  • 1.

    Tegen voldoening van de belasting, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2020, mag worden geparkeerd op de parkeerapparatuurplaatsen in de tariefgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10-cent-tariefgebied en 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals omschreven in de bij die verordening behorende Tarieventabel.

  • 2.

    Indien er contant wordt betaald, bedraagt de minimaal te betalen belasting € 0,10.

Artikel 2  

Bij de voldoening van de parkeerbelasting wordt het kenteken opgegeven van het te parkeren voertuig en worden de overige voorschriften die op of bij de parkeerapparatuur staan vermeld of uit de parkeerapparatuur of de parkeerkaart blijken in acht genomen.

Artikel 3  

  • 1.

    Geen naheffingsaanslag wordt opgelegd binnen 10 minuten na het verstrijken van de geldigheidsduur van het tijdgebonden parkeerrecht, dan wel binnen 10 minuten na afloop van een periode waarvoor aangifte van parkeerbelasting is gedaan.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet indien bij aanvang van het parkeren het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de mobiele telefoon, of andere communicatiemiddelen, inloggen op de centrale computer.

Artikel 4  

Elkaar in tijd overlappende parkeerrechten, met uitzondering van 10 cent-parkeerrechten en tijdgebonden parkeerrechten uit het tariefgebied 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zijn geldig voor de totale van die tijdgebonden parkeerrechten bij elkaar opgetelde parkeertijd. Een tijdgebonden parkeerrecht gekocht voor het bedrag van een dagparkeerrecht, geldt als dagparkeerrecht.

Artikel 5  

In de 10-cent-tariefgebieden, bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt alleen geparkeerd met een 10-cent-parkeerrecht dat in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur; een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen.

Artikel 6  

In het 10-cent-tariefgebied/tarief 4, bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt alleen geparkeerd met een tijdgebonden parkeerrecht die in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur, een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen.

Artikel 7  

Indien voldoening van de parkeerbelasting, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2020 door middel van het in werking stellen van parkeerapparatuur middels een daarvoor ingerichte mobiele telefoon of andere communicatiemiddelen geschiedt, gebeurt dit met inachtneming van de voorschriften die bij de verstrekking van of het toestaan van deze apparatuur, waarvan het model en de versie van gemeentewege wordt bepaald, zijn gesteld.

Artikel 8  

  • 1.

    Een wielklem kan direct worden aangebracht als er sprake is van wanbetalen. Er is sprake van wanbetalen indien:

    • a.

      op een Nederlands kenteken dan wel een buitenlands kenteken uit een land waarvoor het mogelijk is de tenaamstelling van de kentekenhouder te verkrijgen, vijf of meer niet-betaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

    • b.

      op een buitenlands kenteken uit een land waarvoor het niet mogelijk is de tenaamstelling van de kentekenhouder te verkrijgen, twee of meer niet-betaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

    • c.

      indien een land zoals genoemd in onderdeel a van dit artikel geen of tijdelijk geen gegevens van de tenaamstelling van kentekens levert, zal het desbetreffende land gedurende de tijd dat er geen tenaamstellingsgegevens worden geleverd onder de werking van onderdeel b worden gebracht.

  • 2.

    Voor het verwijderen van een wielklem gelden de volgende voorschriften:

    • a.

      de wielklem wordt verwijderd nadat de naheffingsaanslagen alsmede de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Hierna vindt verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats;

    • b.

      de onder a bedoelde kosten worden ter plekke voldaan bij de betreffende handhaafinstantie, zoals vermeld op het naheffingsaanslagbiljet. Indien het voertuig is weggesleept, worden de kosten voldaan aan Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR).

Artikel 9  

  • 1.

    De bloktijden, bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 en hoofdstuk 3 van de bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020 behorende Tarieventabel, zoals die door de stadsdelen in hun tariefgebieden worden gehanteerd voor de zondag, gelden tevens op Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag.

  • 2.

    Wanneer het college geen bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied voor de zondag, dan wel indien het college enkel bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied op de koopzondagen, dan is er op de genoemde feestdagen geen parkeerbelasting verschuldigd.

Artikel 10  

Op Koningsdag hoeft geen parkeerbelasting te worden voldaan.

Artikel 11  

Ter nadere bepaling van de plaats en het tijdstip van het parkeren, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt de in de bijlage opgenomen stratentabel vastgesteld. In de Stratentabel wordt op straatniveau beschreven welke tarieven en tariefregimes er gelden, op welke tijden parkeergeld betaald moet worden en welke parkeerduur- en geldigheidsbeperkingen van toepassing zijn .

Artikel 12  

De parkeerbelasting en de tarieven, bedoeld in de Verordening Parkeerbelastingen 2020, zijn verschuldigd op de door het college conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden.

Artikel 13  

Het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit 2019 op grond van de Verordening Parkeerbelastingen 2019 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2020, met dien verstande dat dit van toepassing blijft op de feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

Artikel 14  

De bijlage Stratentabel 2020 wordt bekendgemaakt door terinzagelegging op het stadhuis en bij de stadsloketten.

Artikel 15  

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2020.

Artikel 16  

Dit besluit wordt aangehaald als Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting Amsterdam 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 november 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink