Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Langedijk

Verordening Wet Inburgering gemeente Langedijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLangedijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet Inburgering gemeente Langedijk
CiteertitelVerordening Wet Inburgering gemeente Langedijk
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn
Externe bijlageToelichting wet inburgering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Inburgering, art. 19, lid 5
  2. Wet Inburgering, art. 23, lid 3
  3. Wet Inburgering, art. 35
  4. Wet Inburgering, art. 8
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-05-2010nieuwe regeling

04-04-2007

2010, 288 Gemeenteblad

R04042007GB288

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet Inburgering gemeente Langedijk

De raad van de gemeente Langedijk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 maart 2007, nummer 29;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet Inburgering;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

B E S L U I T

- artikel 3, 6, 9 en 14 van de Afstemmingsverordening Langedijk, zoals laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 4 januari 2005, in te trekken;

- en vast te stellen de hierna volgende

Paragraaf 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk;

b. de wet: de Wet inburgering;

2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van

toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringvoorzieningen.

2. Het college richt ten behoeve van de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen in ieder geval een gemeentelijk informatiepunt in.

3. Het college zal inburgeraars actief benaderen met informatie over de wet en daarmee samenhangende aspecten.

4. Het college beoordeelt tenminste eens in de twee jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Paragraaf 2 DOELGROEPEN EN SAMENSTELLING VAN DE INBURGERINGSVOORZIENING

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria:

a. Arbeidsperspectief;

b. Maatschappelijke participatie;

c. Sociale redzaamheid;

d. Opvoedingstaak.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

2. Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt

aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de

voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

3. Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, aanvullende

onderdelen bevatten zoals voortgangsgesprekken, een stageperiode en trajectbegeleiding.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste

zes (6) termijnen betaald.

2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de

termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de

algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

3. Indien er sprake is van een gecombineerd, dan wel volgtijdelijk re-integratie- en inburgeringstraject, waarop de bepalingen van de re-integratieverordening van toepassing is, dan kan het college aan de inburgeringsplichtige een premie ter hoogte van de eigen bijdrage verstrekken.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

a. het deelnemen aan de aangeboden en geaccepteerde inburgeringcursus;

b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door

het college wordt bepaald;

e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan

de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

Paragraaf 3 HET AANBOD VAN EEN INBURGERINGSVOORZIENING

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

c. de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

d. de termijnen en wijze van betaling; en

e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de

inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Paragraaf 4 DE BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 10% van de bijstandsnorm per maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn, indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Het bedrag van de bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan het maximale bedrag zoals genoemd in artikel 34 onder a van de wet.

2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 10% van de bijstandsnorm per maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn, indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening. Het bedrag van de bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan het maximale bedrag zoals genoemd in artikel 34 onder b van de wet.

3. De bestuurlijke boete bedraagt € 500,= indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

4. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, wordt geen bestuurlijke boete opgelegd.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt

ten hoogste 10% van de bijstandsnorm per maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de Wet werk en bijstand zou zijn, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt

ten hoogste 20% van de bijstandsnorm per maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin va de Wet werk en bijstand zou zijn, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

3. De bestuurlijke boete bedraagt € 1.000,= indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

4. De bestuurlijke boete bedraagt € 1.000,= indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Paragraaf 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Voorziening door college

Het college beslist in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 12 Citeerartikel en inwerkingtreding

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet Inburgering gemeente Langedijk.

Zij treedt in werking op 1 april 2007.

Artikel 13 Overgangsregeling

 

Paragraaf  

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Langedijk in zijn openbare vergadering van 4 april 2007.

De voorzitter,

drs. J.F.N. Cornelisse

De griffier,

mr. H.U. van der Zee