Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hof van Twente

Verordening burgerinitiatief gemeente Hof van Twente

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHof van Twente
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief gemeente Hof van Twente
CiteertitelVerordening burgerinitiatieven gemeente Hof van Twente
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2006Nieuwe regeling

25-04-2006

Hofnieuws, 03-05-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Hof van Twente

De raad van de gemeente Hof van Twente;

 

gelezen het voorstel van het raadspresidium;

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet

 

besluit:

 

Vast te stellen de Verordening burgerinitiatief gemeente Hof van Twente.

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2
  • 1.

    1.De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet ten minste door 100 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3
  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen en belanghebbenden van 16 jaar en ouder.

  • 2.

    Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op dedag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4
  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrechttegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies,worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3.

    Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5
  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van deraad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage1 en bijlage 2 van deze verordening opgenomen modellen.

Artikel 6
  • 1.

    De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum vanindiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste drie weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2.

    De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad of door plaatsing op de gemeentelijke website.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5.

    De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6.

    Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemenen wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

De verordening treedt in werking een dag na haar bekendmaking en wordt aangehaald als “Verordening burgerinitiatieven gemeente Hof van Twente.”

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 25 april 2006.

 

De raad van de gemeente Hof van Twente,

de griffier, de voorzitter,

 

A.W. Averink, Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Bijlage 1 Model-verzoek burgerinitiatief

Aan de gemeenteraad van Hof van Twente

 

Ter attentie van de voorzitter mevrouw Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

 

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op deagenda van de gemeenteraad te plaatsen:

 

Toelichting op voorstel/onderwerp:

 

Naam:

 

Eerste voornaam en verdere voorletters:

 

Geboortedatum:

 

Adres:

 

Postcode:

 

Woonplaats:

 

Handtekening:

 

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedataen handtekeningen van 100 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

 

Het burgerinitiatief kunt u indienen bij de raadsgriffier.

 

Dhr./Mw.:

Adres:

Telefoonnummer:

E-mail adres:

Bijlage 2 Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

 

Naam, eerste voornaam en voorletters

Adres

Geboortedatum

Handtekening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikelsgewijze toelichting  

Artikel 1.

Doel van het burgerinitiatief is burgers maximale zekerheid te bieden over behandeling van hun initiatief. Die behandeling wordt in deze verordening gegarandeerd, doordat de raad zich verplicht om het onderwerp op de raadsagenda te plaatsen.

Het burgerinitiatief is een activiteit van één of meer burgers:

  • -

    gericht op de bevordering van het algemeen belang;

  • -

    die een meerwaarde heeft voor de gemeenschap;

  • -

    die in het publiek domein plaatsvindt;

  • -

    waarbij de overheid op enig moment een rol speelt;

  • -

    en waarbij de initiatiefnemers “geestelijk eigenaar” blijven van het initiatief.

De rol van overheid is slechts faciliterend. Het is voor de politiek niet mogelijk een voorstel zonder toestemming van de initiatiefnemers aan toepassen of (onherkenbaar) te veranderen. De burgers zullen hun idee dus altijd kunnen blijven herkennen.

 

Artikel 2.

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de raadsagenda moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als het niet is uitgezonderd in artikel 4 en voorts aan de in artikel 5 genoemde voorwaarden voldoet. In artikel 3 wordt omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

 

Artikel 3.

In dit artikel is gekozen voor een ruime definitie van initiatiefgerechtigde. Dit ligt voor de hand omdat het per slot van rekening gaat om de kwaliteit van het initiatief. Bij indiening van het verzoek wordt getoetst of de indiener voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. De gegevens die nodig zijn voor deze toetsing staan ondermeer in artikel 5.

 

Artikel 4.

Het is niet efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. De afstand tussen burger en bestuur wordt alleen maar vergroot als aan het eind van de procedure blijkt dat de raad niet bevoegd is. Een vraag over gemeentelijk beleid kan geen onderwerp zijn een burgerinitiatief omdat hiervoor andere wegen openstaan zoals het spreekrecht in de gemeenteraad. Verder moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of klachtenprocedure doorkruist. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief.

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar het college of de burgemeester is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 regelt de afhandeling door het college of de burgemeester in dat geval.

 

Artikel 5.

Het ligt voor de hand dat het burgerinitiatief wordt ingediend bij de voorzitter van de raad. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen raadzaam dat indiening van het burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Verder moeten de gegevens aangeleverd worden van de initiatiefgerechtigden die het verzoek steunen. De modelformulieren zijn als bijlage 1 en 2 bij deze verordening gevoegd.

 

Artikel 6.

De burger moet er op kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Om het verzoek ordentelijke te controleren is een termijn van drie weken opgenomen tussen de dag van indiening en de dag van de vergadering. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorsturen naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. De initiatiefnemer wordt uitgenodigd in de betreffende raadsvergadering en krijgt de gelegenheid zijn verzoek toe te lichten. Met de derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. De initiatiefnemer krijgt altijd schriftelijk bericht wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Wordt het verzoek afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bewaar en beroep op de rechter openstaat.

 

Artikel 7.

Belangrijk is dat de burgemeester jaarlijks via het Burgerjaarverslag verslag over het burgerinitiatief uitbrengt. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens en aan een beknopte overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven en aan de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven.

 

Artikel 8.

Dit artikel behoeft geen andere toelichting.