Organisatie | Hof van Twente |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening burgerinitiatief gemeente Hof van Twente |
Citeertitel | Verordening burgerinitiatieven gemeente Hof van Twente |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2006 | Nieuwe regeling | 25-04-2006 Hofnieuws, 03-05-2006 | Onbekend |
In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies,worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.
Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van deraad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.
De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum vanindiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste drie weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.
De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.
Bijlage 1 Model-verzoek burgerinitiatief
Aan de gemeenteraad van Hof van Twente
Ter attentie van de voorzitter mevrouw Drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel/onderwerp op deagenda van de gemeenteraad te plaatsen:
Toelichting op voorstel/onderwerp:
Eerste voornaam en verdere voorletters:
Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedataen handtekeningen van 100 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
Bijlage 2 Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende onderwerp/voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:
Doel van het burgerinitiatief is burgers maximale zekerheid te bieden over behandeling van hun initiatief. Die behandeling wordt in deze verordening gegarandeerd, doordat de raad zich verplicht om het onderwerp op de raadsagenda te plaatsen.
Het burgerinitiatief is een activiteit van één of meer burgers:
De rol van overheid is slechts faciliterend. Het is voor de politiek niet mogelijk een voorstel zonder toestemming van de initiatiefnemers aan toepassen of (onherkenbaar) te veranderen. De burgers zullen hun idee dus altijd kunnen blijven herkennen.
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de raadsagenda moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als het niet is uitgezonderd in artikel 4 en voorts aan de in artikel 5 genoemde voorwaarden voldoet. In artikel 3 wordt omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.
In dit artikel is gekozen voor een ruime definitie van initiatiefgerechtigde. Dit ligt voor de hand omdat het per slot van rekening gaat om de kwaliteit van het initiatief. Bij indiening van het verzoek wordt getoetst of de indiener voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. De gegevens die nodig zijn voor deze toetsing staan ondermeer in artikel 5.
Het is niet efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. De afstand tussen burger en bestuur wordt alleen maar vergroot als aan het eind van de procedure blijkt dat de raad niet bevoegd is. Een vraag over gemeentelijk beleid kan geen onderwerp zijn een burgerinitiatief omdat hiervoor andere wegen openstaan zoals het spreekrecht in de gemeenteraad. Verder moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of klachtenprocedure doorkruist. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief.
Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar het college of de burgemeester is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 regelt de afhandeling door het college of de burgemeester in dat geval.
Het ligt voor de hand dat het burgerinitiatief wordt ingediend bij de voorzitter van de raad. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen raadzaam dat indiening van het burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Verder moeten de gegevens aangeleverd worden van de initiatiefgerechtigden die het verzoek steunen. De modelformulieren zijn als bijlage 1 en 2 bij deze verordening gevoegd.
De burger moet er op kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Om het verzoek ordentelijke te controleren is een termijn van drie weken opgenomen tussen de dag van indiening en de dag van de vergadering. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorsturen naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. De initiatiefnemer wordt uitgenodigd in de betreffende raadsvergadering en krijgt de gelegenheid zijn verzoek toe te lichten. Met de derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. De initiatiefnemer krijgt altijd schriftelijk bericht wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Wordt het verzoek afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bewaar en beroep op de rechter openstaat.
Belangrijk is dat de burgemeester jaarlijks via het Burgerjaarverslag verslag over het burgerinitiatief uitbrengt. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens en aan een beknopte overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven en aan de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven.