Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldebroek

NOTA INTEGRALE HANDHAVING Jaarverslag 2017/2018 en Uitvoeringsprogramma 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldebroek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNOTA INTEGRALE HANDHAVING Jaarverslag 2017/2018 en Uitvoeringsprogramma 2019
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageNota integrale handhaving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In de bijlage treft u een pdf-bestand van de Nota integrale handhaving aan in de originele opmaak.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7.3, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-201924-06-2020wijziging

16-07-2019

gmb-2020-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

NOTA INTEGRALE HANDHAVING Jaarverslag 2017/2018 en Uitvoeringsprogramma 2019

VOORWOORD

 

Voor u ligt het jaarverslag 2017 en 2018 handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de diverse bijzondere wetten/verordeningen van het Handhaving Toezicht en Beheer Openbare Ruimte aan. In dit jaarverslag leest u wat wij het afgelopen jaar op het gebied van toezicht en handhaving hebben uitgevoerd.

Het jaarverslag maakt onderdeel uit van de beleidscyclus (Big – 8). De resultaten zoals opgenomen in dit jaarverslag zijn gebruikt bij het opstellen van het handhavingsuitvoeringsprogramma voor het jaar 2019 en de herijking van het integraal handhavingsbeleid. Ook geven wij in het uitvoeringsprogramma een doorkijk naar 2019 (de omkaderde passages).

 

LEESWIJZER

 

In hoofdstuk 1 beschrijven wij de beleidscyclus en de toepasselijke wettelijke bepalingen. Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de handhavingsactiviteiten op het gebied van de Wabo-regelgeving. Hoofdstuk 3 gaan we kort in op het onderdeel milieu en in hoofdstuk 4 geven wij een overzicht in de handhavingsactiviteiten op het gebied van openbare ruimte (APV en overige bijzondere wetten/verordeningen).

Als bijlage treft u het jaarverslag van de Omgevingsdienst Noord Veluwe 2017 en 2018. Voor het jaarverslag van de VNOG 2017 verwijzen wij naar de website; www.vnog-jaarverslag.nl.

 

HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN WETTELIJKE REGELINGEN

 

 

Inleiding

Elk bevoegd gezag moet op grond van artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een handhavingsuitvoeringsprogramma opstellen.

Voor 2017 en 2018 is door het college een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Het programma is bekend gemaakt aan de gemeenteraad en toegezonden aan de Provincie Gelderland, deelnemers van het Lokaal Handhavingsoverleg (LAHO), de omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV) en de VNOG. De nota wordt op de website van de gemeente gepubliceerd en ligt in het gemeentehuis ter inzage.

In het programma is aangegeven op welke wijze en op welke taakvelden toezichts- en handhavingscapaciteit wordt ingezet. Op dit punt wordt nu voldaan aan de kwaliteitseisen van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo).

In Oldebroek is het te doen gebruikelijk om jaarverslag en HUP in één document vast te stellen. In 2018 zijn de gemeenteraadsverkiezingen geweest en is een nieuw bestuursakkoord vastgesteld. Vervolgens zijn in 2018 de voorbereidingen gestart om te komen tot een herijking van het handhavingsbeleid en het stellen van nieuwe handhavingsprioriteiten. Het streven is er naar om in de tweede helft van 2019 tot besluitvorming te komen. Met het oog daarop is er voor 2018 geen HUP vastgesteld en golden de voor 2017 gestelde prioriteiten ook voor 2018 en totdat het nieuwe handhavingsbeleid is vastgesteld ook voor 2019.

In 2019 stellen we een nieuw handhavingsbeleid vast met daarin nieuwe handhavingsprioriteiten.

 

1.2 Wettelijk kader

Het uitvoeringsprogramma laat zien welke taken in het jaar worden uitgevoerd en hoe de capaciteit wordt ingezet. Het is zinvol om de daarin gestelde doelen en de verrichte werkzaamheden te evalueren. Het Bor stelt hieraan ook eisen in artikel 7.7 Bor en artikel 10.6 van de Mor. Zo moet in het jaarverslag worden aangegeven of de in het uitvoeringsprogramma opgenomen werkzaamheden zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan de gestelde algemene en specifieke doelen. Het jaarverslag (evaluatie) vormt een belangrijk onderdeel van de beleidscyclus voor toezicht en handhaving overeenkomstig de zogeheten Big-8 welke hieronder is weergegeven.

 

In het Bor zijn kwaliteitseisen opgenomen. Deze eisen een programmatische, strategische en onderling op elkaar afgestemde uitvoering van toezicht.

Grondslag voor professionaliteit en kwaliteit binnen toezicht en handhaving op de Wabo is de dubbele regelkring: de Big Eight. Het toezichtprotocol is het hulpmiddel om toezicht uit te voeren volgens deze Big Eight.

 

De bovenste regelkring betreft beleidskeuzen, strategie, het opstellen van een uitvoeringsprogramma en beleidsevaluatie. De onderste regelkring betreft het uitvoeringsprogramma en de professionele werkwijze, uitvoering en monitoring.

Kenmerkend is een keuze voor prioriteiten: belangrijke zaken krijgen veel aandacht en minder belangrijke minder. Het bestuur kan zelf de prioriteiten bepalen.

 

1.3. Samenwerking in de handhaving

De gemeente Oldebroek opereert in de handhaving niet als solitaire eenheid. De gemeente vindt afstemming met en samenwerking met diverse handhavingspartners, zoals rijk, provincie, politie, waterschap, regio en ODNV, belangrijk en noodzakelijk om een adequaat kwaliteitsniveau te bereiken.

De gemeente wil hier blijvend in investeren. Op het gebied van handhaving wordt op verschillende vlakken samengewerkt. Er zijn diverse overlegstructuren en een aantal gemeentelijke toezichtstaken zijn onder verantwoordelijkheid van gemeente overgedragen aan de veiligheidsregio en ODNV.

 

Samenwerken in de handhaving houdt ook in dat de gemeente de ogen niet sluit voor overtredingen die niet tot het eigen takenpakket behoren, maar tot het takenpakket van een ander overheidsorgaan. De gemeente heeft een oog- en oorfunctie en zal bij overtreding, waar een ander overheidsorgaan bevoegd gezag is, deze overtreding melden. Daar waar gezamenlijk optreden tegen een overtreding noodzakelijk, wenselijk en/of effectief is, zal de gemeente actief de samenwerking opzoeken.

 

NEO

Sinds enkele jaren werken de gemeente Nunspeet, Elburg en Oldebroek (NEO) nauwer samen op diverse gebieden. Daarbij is ook de samenwerking met de BOA’s opgestart. De samenwerking is bedoeld om in de toekomst efficiënt te kunnen werken. Het doel van de samenwerking is dat vanuit de zelfstandigheid van de gemeenten zorg wordt gedragen voor een goede dienstverlening aan de inwoners en bedrijven. Tevens is er in NEO verband gewerkt aan een Omgevingsvisie, deze is inmiddels afgerond.

 

De bestaande samenwerking in de handhaving wordt ook in 2019 gecontinueerd.

 

1.4. Omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV)

De ODNV is in het najaar van 2012 officieel opgericht en de gemeente Oldebroek is per 1 juli 2013 aangesloten bij de ONDV. Hierbij zijn de milieuvergunningen en – meldingen en het toezicht hierop overgegaan naar de ONDV. Per 1 juli 2015 zijn de taken voor slopen en asbest (meldingen/vergunningen en het toezicht hierop) overgegaan naar de ODNV.

 

De huidige samenwerking met de ODNV wordt in 2019 gecontinueerd.

 

1.5. Organisatie van de handhaving

De handhavingstaken zijn belegd binnen het team Handhaving, Toezicht en Beheer Openbare Ruimte (hierna: HTBOR). Daarnaast zijn er handhavingstaken die geheel of gedeeltelijk uitgevoerd worden door de veiligheidsregio of de ODNV. Zie onderstaand schema voor het taakveld van team HTBOR.

 

1.6. Oldebroek voor Mekaar

De doorvoering van de participatie-samenleving onder het motto “Oldebroek voor Mekaar” heeft effect gehad en zal ook in de toekomst gevolgen hebben voor de gemeentelijke handhaving.

 

Wij ambiëren een samenleving die zich ontwikkelt op basis van inbreng, betrokkenheid, kennis en verantwoordelijkheid van inwoners. Bij het uitgangspunt “Oldebroek voor Mekaar” staat activiteiten van de samenleving voorop. Wij zijn de weg ingeslagen van het stimuleren van initiatieven door de samenleving en die waar nodig faciliteren. Het gaat er ook om wat burgers, organisaties en gemeente samen kunnen doen. Waar nodig blijft daarbij een regierol voor de gemeente en zullen wij onze verantwoordelijkheid nemen om met visie leiding te geven aan het verder bouwen aan onze gemeente.

 

De gemeente heeft vertrouwen in het zelfsturend en zelfcorrigerend vermogen van de samenleving. Als gevolg daarvan kan de handhavingstaak op een enigszins andere manier vormgegeven worden, zonder dat daarbij afbreuk gedaan wordt aan de wettelijke handhavingstaak.

De samenleving wordt waar mogelijk gestimuleerd om problemen onderling op te lossen in plaats van conflicten via de gemeente te laten lopen. De praktijk leert namelijk dat met elkaar praten vaak effectiever is dan dat de gemeente het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium inzet.

 

Oldebroek voor mekaar blijft ook in 2019 zijn effect hebben op de gemeentelijke handhaving.

 

1.7. 24-uurs bereikbaarheid

In de gemeente Oldebroek is er voor gekozen om de 24-uurs bereikbaarheidsdienst vanuit de organisatie in te richten. Ook sluiten wij aan bij de piketdienst van de ODNV voor calamiteiten op het gebied van milieu en asbest. De piketdienst is 24 uur bereikbaar en 7 dagen in de week. Er is gekozen voor een calamiteitennummer dat inwoners buiten kantooruren kunnen bellen bij incidenten op het gebied van de Wabo-handhavingstaken en bij evenementen, waarvan de afhandeling niet kan wachten tot de eerstvolgende werkdag. Met de 24-uurs bereikbaarheid wordt voldaan aan artikel 7.4 van de Bor.

In 2017/2018 1 oproep geweest en er is enkele malen per telefoon contact geweest tussen de inspecteur en de jurist.

 

De bestaande 24 uurs bereikbaarheidsdienst wordt in 2019 ongewijzigd voortgezet.

 

1.8. Gevolgen Wet Kwaliteitsborging

Deze wet is op 14 mei 2019 door de Eerste kamer aangenomen. Door middel van deze wet komt de controle op kwaliteit en veiligheid in de bouw in handen van de sector zelf te liggen.

Een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen is van groot belang voor een goede werking van het beoogde stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Immers, één van de belangrijkste redenen om het huidige stelsel te heroverwegen, is dat het niet optimaal functioneert doordat de verantwoordelijkheden thans niet helder zijn. In het wetsvoorstel is als uitgangspunt genomen dat de bij de bouw betrokken partijen verantwoordelijk zijn voor de bouwkwaliteit. De indruk moet worden weggenomen dat het bevoegd gezag, omdat deze betrokken is bij de vergunningverlening of het toezicht op de naleving van de bouwtechnische voorschriften, die verantwoordelijkheid (deels) overneemt. Ook mag het niet zo zijn dat bouwpartijen zich verschuilen achter de betrokkenheid van het bevoegd gezag als vergunninghouder, dan wel als toezichthouder op de naleving van de bouwtechnische voorschriften.

Van belang is verder dat het publiekrechtelijke toezicht voorbehouden blijft aan de overheid. Dit is ook als uitgangspunt verwoord in het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificering en accreditatie. De uitdaging hierbij is dat er geen onnodige (dubbele) lasten ontstaan en er tegelijkertijd wel voldoende toezicht is om de naleving van wet- en regelgeving effectief te borgen.

 

De toezicht op de naleving van de bouwtechnische voorschriften en de daarmee gemoeide handhavingsbevoegdheden van de gemeenten veranderen in het voorziene stelsel niet. De beoordeling om naar aanleiding van een verzoek van de kwaliteitsborger over te gaan tot handhaving ligt bij de gemeente. De gemeente zal daarbij over voldoende informatie moeten beschikken. Daarvoor kan de gemeente al op basis van haar bestaande bevoegdheden alle informatie die zij nodig heeft om haar taak te kunnen uitoefenen opvragen bij de bouwpartijen.

De wet zal waarschijnlijk per 1 januari 2021 in werking treden.

 

De Wet Kwaliteitsborging heeft geen gevolgen voor gemeentelijke handhaving in 2019.

 

1.9. Invoering van de Omgevingswet

De Omgevingswet is een belangrijke nieuwe wet voor de leefomgeving die naar verwachting in 2021 in werking zal treden. De invoering van de wet komt neer op een stelselherziening. De wet vervangt een grote hoeveelheid bestaande wet- en regelgeving. De Omgevingswet heeft gevolgen voor alle gemeentelijke processen rond de leefomgeving, waaronder vergunningverleningen en handhaving. De regelgeving zoals die straks landelijk zal gelden is nog in ontwikkeling. Waar mogelijk wordt daar nu op geanticipeerd. Twee ontwikkelingen zijn in elk geval van belang. Ten eerste staat de wet voor een integrale blik op de leefomgeving. Dit onderstreept het belang van integrale handhaving. Ten tweede is het vertrouwen in de samenleving een belangrijk gegeven. Dat betekent onder meer dat de rol van gemeenten in vergunningverlening zal afnemen. Bijvoorbeeld doordat voor minder zaken een vergunning nodig is. Dit zal een zekere weerslag hebben op het gebied van toezicht en handhaving. De impact hiervan en de keuzeruimte die de gemeente hierin heeft is nog niet geheel duidelijk. De verwachting in den lande is dat het accent zal verschuiven van vergunningverlening naar handhaving.

 

De Omgevingswet heeft geen gevolgen voor gemeentelijke handhaving in 2019.

 

1.10. Herijking integraal handhavingsbeleid

Al enige tijd hebben we de wens om te komen tot een herziening van het handhavingsbeleid, waaronder het stellen van nieuwe handhavingsprioriteiten. Duidelijk was dat de komende invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gevolgen zou hebben voor de inhoud van het integraal handhavingsbeleid. Daarom heeft de herziening van het integraal handhavingsbeleid nog niet plaatsgevonden.

 

Inmiddels zijn de contouren van de Omgevingswet en de Wkb duidelijker geworden. In 2018 zijn dan ook de voorbereidingen gestart om te komen tot een herijking van het handhavingsbeleid en het stellen van nieuwe handhavingsprioriteiten. Het streven is er naar om in de tweede helft van 2019 tot besluitvorming te komen. Met het oog daarop is er voor 2018 geen HUP vastgesteld en golden de voor 2017 gestelde prioriteiten ook voor 2018.

Bij de herijking van het gemeentelijk handhavingsbeleid worden de ”Landelijke handhaving strategie” en de “Nalevingsstrategie Noord Veluwe” meegenomen. Ook de wijziging toezichtstrategie (risicogericht handhaven), de kwaliteitscriteria en OVM worden meegenomen.

 

In 2019 stellen we een nieuw handhavingsbeleid vast met daarin nieuwe handhavingsprioriteiten.

 

HOOFDSTUK 2: HANDHAVING BOUWEN, GEBRUIK EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN

 

 

2.1. Beschrijving van het taakveld

Het taakveld omvat het uitvoeren van toezicht en de controle op de naleving en handhaving van de Wabo, activiteiten bouw-, aanleg-, sloopactiviteiten, monumenten en gebruiksvoorschriften zoals deze zijn vastgelegd in bestemmingsplannen, Woningwet, Bouwbesluit, Gebruiksbesluit, bouwverordening, monumentenwet en de reclameverordening Oldebroek 2015.

 

2.2. Voeren van handhavingsprocedures

Handhavingsprocedures op het gebied van omgevingsrecht (milieu en Bouwen/RO) worden integraal opgepakt en geregistreerd. Één handhavingszaak verenigt vaak meerdere aspecten.

In zijn totaliteit zijn op het gebied van handhaving van het omgevingsrecht de volgende acties verricht:

 

Aantal handhavingsverzoeken

/constateringsbrieven: 250

Aantal dwangmaatregelen:23

Aantal gedoogbesluiten:0

Aantal inningen: 0

Aantal bezwaar- en beroepzaken:41

Ingebrekestellingen:5

Wob verzoeken:23

 

Aantal OvM/mediation :bij alle zaken ingezet

 

Overig*: 108

*denk aan uitzetten/voorbespreken, informatieve brieven, eindbrieven, opschortingsbrieven, intrekking besluiten, toewijzingsbeschikkingen, hoorzittingen, verslaglegging, klachten etc.

 

De tendens in het aantal opgepakte zaken is de afgelopen jaren wisselend. Dit heeft onder andere

te maken met een explosieve groei van handhavingsverzoeken en inzet van en personele capaciteit.

 

Mediation en OVM

Het aantal dwangmaatregelen/inningen zijn relatief laag, dit is een gevolg van toepassing van

"Oldebroek voor mekaar" in de handhavingsprocessen. Dit traject wordt al ingezet door de inspecteur, die doormiddel van bemiddeling en overleg probeert het probleem op te lossen.

In het vervolgtraject wordt er door de juridisch medewerkers, voordat er een juridische stap wordt

genomen, eerst opnieuw overlegd met de partijen om er op minnelijke wijze uit te komen. Daardoor

wordt in veel gevallen voorkomen dat er langlopende juridische trajecten gevolgd dienen te

worden. Opgemerkt moet worden, dat dit niet geldt voor de langdurige dossiers, waarin ondanks het toepassen van OVM geen enkele opening geboden wordt om een langdurig juridisch traject te voorkomen. Het toepassen van OvM levert geen tijd op, maar vaak is het voor beide partijen een bevredigendere oplossing dan de strikt juridische weg.

In de praktijk blijkt dat we gemiddeld gezien per zaak 2 uur aan OvM kwijt zijn, maar er zijn ook diverse gevallen waarbij het aantal uren veel hoger is. Ook in 2019 blijft OvM een rol spelen in de handhavingsprocessen.

 

In 2019 zullen we waar nodig handhavingsprocedures voeren om de naleving van de regelgeving te bewerkstelligen. Daarbij zullen we zoveel mogelijk “Oldebroek voor mekaar” toepassen.

 

2.3. controle naleving omgevingsvergunning ( excl. Milieu)

Omdat de gemeentelijke overheid de, wettelijk vastgelegde, taak heeft van toezicht op de kwaliteit en juiste uitvoering van bouw- en andere werken heeft zij toezichthouders in dienst die controleren of werken en werkzaamheden volgens de geldende regels worden uitgevoerd.

Voor werkzaamheden waarvan de kwaliteit achteraf niet meer kan worden gecontroleerd, of een foute uitvoering niet eenvoudig kan worden hersteld, geldt dat de uitvoerder van het werk vooraf moet melden wanneer het werkonderdeel kan worden gecontroleerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het uitzetten van de plaats van een gebouw en voor constructies die later door ander materiaal aan het oog worden onttrokken, zoals de wapening in beton. Hier wordt dan op afspraak een controle uitgevoerd. Omdat niet iedereen adequaat meldt zijn er ook onaangekondigde controles noodzakelijk.

Voor de kleinere bouwwerken of verbouwingen is het streven dat deze tweemaal worden gecontroleerd. De eerste controle is om te bepalen of er is gestart met de uitvoering, de tweede of het werk gereed is en of het is uitgevoerd conform vergunning.

Voor de grotere bouwwerken gelden de eerdergenoemde tussentijdse controles. Als de grotere bouwwerken gereed zijn volgt na enige tijd een aparte eindcontrole. Bij grotere bouwwerken wordt de eindcontrole uitgevoerd samen met de brandweer. Op deze manier is de borging van kwaliteit niet afhankelijk van één persoon en is aan het juridisch 'vier ogen principe' invulling gegeven.

 

Evenals in voorgaande jaren hebben bepaalde aspecten een hoge prioriteit gekregen en is er gekozen aan andere aspecten geen prioriteit te geven:

hoge prioriteit:

veiligheid (voor personen, constructie);

EPC (energieprestatie);

grote aantasting van straatbeeld en/of omgeving;

onomkeerbare gevolgen voor milieu;

geen prioriteit

maatafwijkingen van minder dan 10%;

onvoldoende ventilatievoorziening;

welstand technisch niet legaliseerbare overtredingen, gelegen op achtererven of anderszins vanaf de openbare weg of openbaar terrein niet zichtbare locaties;

als wijziging na de gereed melding van de vergunning vrij zou zijn;

 

Bij geconstateerde overtredingen wordt in lijn met de OvM-filosofie getracht om deze zoveel mogelijk in overleg te laten beëindigen. Mocht dat om welke reden dan ook niet lukken, dan resteert het bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium.

 

De prioriteiten zoals die in voorgaande jaren golden, blijven ook in 2019 gelden. Bij geconstateerde overtredingen passen we zo veel mogelijk “Oldebroek voor mekaar” toe.

 

Opgeleverde bouwprojecten

In 2017 en 2018 zijn in de gemeente Oldebroek meerdere nieuwbouwprojecten gerealiseerd. Zeker in de tweede helft van 2018 trok de bouw erg aan. Dit was duidelijk te merken aan het aantal aanvragen.

De laatste woningen van het project De Krone werden opgeleverd en in 2019 zal ook het appartementencomplex worden gebouwd. Hiermee is de inbreidingslocatie klaar. Oldebroek West kreeg er in 2018 weer een aantal straten met woningen bij. In 2019 zal de voorlopig laatste straat aan de Hoge Kamp worden opgeleverd.

Op bedrijventerrein H2O te Hattemerbroek zijn gebouwen voor Consmema, Jan Bakker, Thereca en Hatland opgeleverd. Op het bedrijventerrein Wezep Noord hebben Van Ommen Timmerwerken, Swinkels, Houthandel van Gelder, Zwart en Bouwbedrijf Reurink nieuw gebouwd. Daarnaast zijn er twee bedrijfsverzamelgebouwen gerealiseerd.

 

Een aantal overig noemenswaardige projecten in Wezep zijn Kind Centrum de Schaapskooi, verbouw Dorpshuis, appartementen Parc de Zwijger, bouw 10 woningen voormalige Johan Frisoschool, Hof van Kastanje (6 woningen) en 12 energie neutrale woningen Spoorlaan. In Oosterwolde zijn de Pniëlkerk en basisschool CNS de wegwijzer uitgebreid. In Noordeinde is het pand van het waterschap vergroot. In Oldebroek is een appartementencomplex met supermarkt gerealiseerd. In Hattemerbroek zijn woningen gebouwd op voormalige locatie VIKA.

 

Bouwprojecten in aanbouw

Op bedrijventerreinen H20 en Wezep Noord is inmiddels gestart met de bouw van meerdere bedrijfspanden. Bij de Zeuven Heuvels is gestart met de bouw van een woningbouwproject. De voormalige bedrijfsbebouwing is inmiddels allemaal gesloopt. In Wezep is gestart met een tweetal appartementencomplexen en in Hattemerbroek is aanvang gemaakt met CPO De Driehoek (11 woningen) en 5 woningen aan de Merelstraat.

 

Verder valt het op dat:

Er gemeente breed veel bijgebouwen/overkappingen worden gebouwd al dan met of zonder vergunning.

Het Raadhuisplein(inclusief gebouw) ging op de schop en zal voltooid zijn in 2019.

De fabriek van de Plukon is geheel herbouwd in 2018 al is weer geheel operationeel.

De bouwcontroles zijn allemaal uitgevoerd door het team Toezicht en Handhaving. Het administratieve werk kost veel tijd en dit drukt flink op de hoeveelheid controles. Vooral het registeren in diverse digitale programma’s vergt tijd.

 

In 2019 hopen we een verbetering van de efficiency te bereiken, waardoor enerzijds de controle buiten eenvoudiger wordt en de hoeveelheid administratief werk kan verminderen.

 

2.4 Ruimtelijke ordening (handelen zonder vergunning)

Dit onderdeel betreft het toezicht op en handhaving van illegale bouw-, sloop-, aanleg-, en gebruiksactiviteiten (naleving bestemmingsplannen).

Uitgangspunt is dat regels nageleefd moeten worden en dat waar dat niet spontaan gebeurt de gemeente het tot haar beschikking zijnde handhavingsinstrumentarium zal gebruiken om dat af te dwingen. Desalniettemin heeft de gemeente er vertrouwen in dat de samenleving ook hierin haar rol pakt ( motto “Oldebroek voor mekaar”). Wij gaan er enerzijds vanuit dat onze burgers het normaal vinden dat de regels nageleefd worden en dit zelf ook doen en anderzijds waar dit niet het geval is, burgers hun ogen hier niet voor sluiten en elkaar hier ook op aanspreken. Als aanspreken geen soelaas biedt, dan is de gemeente in kennis stellen van de overtreding aan de orde.

Deze visie heeft tot gevolg dat de controles beperkt blijven tot acteren op meldingen klachten en handhavingsverzoeken en op (veiligheids-)excessen.

Ook voor dit onderdeel geldt dat daar waar aan de klacht of melding een overtreding van de wettelijke voorschriften ten grondslag ligt, handhavend opgetreden zal worden e.e.a. conform bestaande processen, waarbij wel vooraf aan de melder verzocht zal worden om eerst zelf de overtreder aan te spreken.

 

Evenals in voorgaande jaren hebben bepaalde aspecten een hoge prioriteit en zullen andere aspecten geen prioriteit hebben:

 

hoge prioriteit:

Idem als bij controle naleving omgevingsvergunning ( 2.3)

geen prioriteit

zie opsommingen bij controle naleving omgevingsvergunning ( 2.3) en

erfafscheidingen van maximaal 2 meter, waarin bij hoekpercelen het perceelsgedeelte wordt afgescheiden dat gelegen is achter de voorgevel aan de zijkant van de woning,

op gronden met een agrarische bestemming aanwezige bouwwerken, geen gebouw zijnde, van maximaal 1,5 meter hoog, welke ten dienste staan voor training van het dier (hindernissen), voor voeding van het dier (drink- en voerbakken) en/of vermaak van het dier (bijvoorbeeld klimobjecten voor geiten).

mobiele melkinstallaties die daadwerkelijk in gebruik zijn

 

Controles

In 2017 hebben 426 controles ( ambtelijke constateringen, opleveringscontroles, handhaving controles, klachten burgers ed.) plaatsgevonden, in 2018 waren het 380 controles. In 2017 zijn er 129 overtredingen geconstateerd en in 2018 zijn er 194 overtredingen geconstateerd. Deze constateringen leidden tot 40 constateringsbrieven in 2017 en 53 constateringsbrieven in 2018. 9 maal is de bouw stil gelegd in 2017 en 7 maal in 2018.

 

De prioriteiten zoals die in voorgaande jaren golden, blijven ook in 2019 gelden. Bij geconstateerde overtredingen passen we zo veel mogelijk “Oldebroek voor mekaar” toe.

 

2.5. Onderzoek naar toepassing onveilige vloerconstructies

In het najaar van 2017 hebben we een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van mogelijk onveilige vloerconstructies in gebouwen in de gemeente.

In mei 2017 is in Eindhoven een in aanbouw zijnde parkeergarage ingestort. Uit onderzoek bleek dat de oorzaak hiervan lag bij de toegepaste vloerconstructie: (geprefabriceerde betonnen breedplaatvloeren met een daar op in het werk gestorte betonlaag, die steunen op kolommen)

 

Deze instorting heeft de minister van BZK aanleiding gegeven om de gemeenten bij brieven van 25 september 2017 en 9 oktober 2017 te verzoeken om een inventarisatie te doen van gebouwen waar een dergelijke constructie is toegepast en er op toe te zien dat eigenaren van deze gebouwen daadwerkelijk onderzoek uitvoeren en indien noodzakelijk maatregelen te nemen om de veiligheid te waarborgen. Uit de brieven van de minister blijkt dat gaat om breedplaatvloeren die na 1999 zijn toegepast en niet steunen op dragende wanden of betonnen liggers. In concreto gaat het dan om breedplaatvloeren die steunen op kolommen.

 

Gemeentelijke gebouwen

Voor gemeentelijke gebouwen geldt dat de gemeente als eigenaar er verantwoordelijk voor is dat het pand (waaronder de vloerconstructie) voldoet aan de relevante bouwvoorschriften.

Uit onderzoek is gebleken dat bij de 20 gemeentelijk gebouwen (w.o. een aantal scholen) de bewuste vloerconstructie niet is toegepast.

 

Niet gemeentelijke gebouwen

Voor niet gemeentelijke gebouwen geldt dat de verantwoordelijkheid voor het voldoen van het gebouw (waaronder de vloerconstructie) aan de bouwvoorschriften rust op de eigenaar. Als gemeente hebben we de publiekrechtelijke taak er op toe te zien dat de eigenaar deze verantwoordelijkheid ook waar maakt en dit zo nodig middels handhavingsmaatregelen af te dwingen.

 

Een uitgevoerde gemeentelijke inventarisatie wees uit dat bij 5 panden nader onderzoek nodig was. De betrokken pandeigenaren zijn daar op aangeschreven en hebben vervolgonderzoek ingesteld. Bij geen van de panden bleek uit het vervolgonderzoek dat er sprake was een onveilige vloerconstructie. Dat betekent dat bij geen van de panden veiligheidsmaatregelen getroffen hoefden te worden.

 

2.6. Onderzoek naar galerij- en balkonvloerconstructies

Eind 2017 hebben wij een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezigheid van mogelijk onveilige galerij- en balkonvloerconstructie.

De minister heeft een onderzoeksplicht voor pandeigenaren opgenomen in de regeling Bouwbesluit. De reden voor deze onderzoekplicht was de instorting van een galerijvloer van een flat in Leeuwarden in 2012.

 

Er kunnen zich twee mogelijke problemen voordoen:

De wapening in de galerijvloer is onvoldoende..

De wapening in de galerijvloer is aangetast door putcorrosie

 

In de regeling is opgenomen dat de eigenaar of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen, onderzoekt, of laat onderzoek uitvoeren naar, de staat van galerijflats met uitkragende betonnen galerij- of balkonvloeren die monoliet zijn verbonden aan de betonnen verdiepingsvloeren of gevelbalken. Het onderzoek moet voor 1 juli 2017 zijn uitgevoerd.

Het betreft dus een zeer beperkt aantal bouwwerken: alleen galerijflats met uitkragende betonnen galerij- of balkonvloeren die monoliet zijn verbonden aan de betonnen verdiepingsvloeren of gevelbalken behoefden nader onderzoek.

 

De door ons uitgevoerde inventarisatie (empirisch onderzoek) heeft uitgewezen dat de nader te onderzoeken galerij-/balkonvloeren in onze gemeente niet aanwezig zijn. Dat betekent dat er geen aanleiding was om pandeigenaren aan te schrijven.

 

2.7. Onderzoek naar brandonveilige gevels.

In het najaar van 2018 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijke aanwezigheid van brandonveilige gevels in de gemeente.

 

In juni 2017 heeft een dodelijke brand gewoed in een woontoren in Londen (Grenfell). Brandonveilige gevelbeplating was hoogstwaarschijnlijk de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van de catastrofe (branduitbreiding langs de gevel). Deze brand heeft ook in Nederland geleid tot maatschappelijke zorgen over de brandveiligheid van bepaalde gevels.

 

De minister wilde aanvankelijk de uitkomsten van het onderzoek naar de oorzaak van de Grenfell-brand afwachten, en daarna te bezien welke maatregelen in Nederland nodig zijn. De oplevering van het Grenfell-rapport was voorzien voor april 2018, maar heeft vertraging opgelopen.

 

Deze vertraging heeft de minister aanleiding gegeven om niet de uitkomsten van het Grenfell-onderzoek af te wachten, maar gemeenten nu al te verzoeken om een inventarisatie uit te voeren naar brandonveilige gevels en de betrokken pandeigenaren daar op aan te schrijven (brief van 30 november 2018) .

 

Het door de gemeenten uit te voeren onderzoek betreft een relatief beperkt type bouwwerken:

Het gaat om gebouwen met gevels waarvan de buitenzijde niet van beton of baksteen is en:

het gebouw een vloer heeft met een verblijfsgebied op een hoogte van meer dan 13 meter met een gezondheidszorgfunctie met bedgebied, een woonfunctie voor zorg, een celfunctie of een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied;

het gebouw een vloer heeft met een verblijfsgebied op een hoogte van meer dan 20 meter met een woonfunctie of een logiesfunctie.

Alleen gebouwen die aan alle voorwaarden voldoen, moeten nader onderzocht worden.

 

Er heeft door ons team toezicht en handhaving onderzoek plaatsgevonden. Dit bestond uit dossier- en empirisch onderzoek. Daarbij is in de eerste plaats gekeken naar de hoogte. Het onderzoek heeft uitgewezen dat er geen gebouwen in de zin van de brief van de minister in de gemeente aanwezig zijn met een vloer met een verblijfsgebied op 13 meter resp. 20 meter. Wij hoefden daarom geen verder onderzoek in te stellen naar de brandveiligheid van gevels.

 

2.8. Onderzoeksplicht Roestvast Staal in Zwembaden

In oktober 2017 hebben wij de minister geïnformeerd over het nalevingsgedraging RVS bij overdekte zwembaden. Aanleiding hiervoor was een brief van de minister van 10 juli 2017 waarin deze de gemeenten verzoekt om te controleren op de naleving van onderzoeksplicht. Deze onderzoeksplicht rust op eigenaren van zwembaden waarin RVS constructies zijn toegepast.

Van de in de gemeente aanwezige overdekte zwembaden valt er één buiten de onderzoeksplicht omdat het geen opgehangen plafond heeft.

 

Bij de overige twee zwembaden zijn inspecties geweest en zijn noodzakelijke reparaties uitgevoerd. Deze zwembaden worden periodiek gecontroleerd door een externe deskundige en van gemeentewege wordt hier op toegezien.

 

2.9. Onderzoek naar ventilatievoorzieningen bij Kinderdagverblijven

Eind 2017 zijn alle kinderdagverblijven (3 stuks)  in onze gemeente gevraagd of zij aan kunnen geven of er voldaan wordt aan de nieuwe ventilatie-eis, genoemd in het Bouwbesluit 2012. Alle kinderdagverblijven hebben gereageerd, waarvan 2 het protocol ventilatie hebben toegestuurd en 1 heeft aangegeven dat er verhuisd gaat worden naar de nieuw gebouwde Goede Herderschool aan de Veluwelaan te Wezep. Dit is inmiddels uitgevoerd.

 

Veiligheid heeft een hoge prioriteit. Mocht er ook in 2019 van rijkswege verzocht worden om onderzoeken naar onveilige situaties uit te voeren, dan zullen we daar direct uitvoering aan geven.

 

2.10. Monumenten

Deze handhavingstaken gaan over werkzaamheden aan rijks- en gemeentelijke monumenten en eventuele wijzigingen aan een (historische) tuin binnen een landgoed met de status als beschermde buitenplaats. Bij deze werkzaamheden is er extra aandacht nodig voor juiste toepassing en uitvoering van de materialen, detaillering en kleurstelling. Ook is het belangrijk om te controleren in of er is voldaan aan eventueel aanvullende voorwaarden in de vergunning. Het aantal controles is afhankelijk van het aantal verleende vergunningen en het volgen van de gestelde voorwaarden. Per jaar worden ongeveer 10 vergunningen verstrekt.

 

In het kader van de deregulering is de wetgeving voor monumenten gewijzigd en zijn er een aantal onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan rijks- en gemeentelijke monumenten vergunningvrij geworden. De uitvoering van deze werkzaamheden moet zorgvuldig gebeuren om geen monumentale waarden te verliezen. De toezichthouders hebben geen zicht op de uitvoering van vergunningsvrije werkzaamheden en deze worden om die reden niet gecontroleerd, tenzij daar aanleiding toe is. Voor de inwoner is het veelal onduidelijk welke werkzaamheden vergunningsvrij zijn en welke werkzaamheden niet. Voor in 2019 wordt er gewerkt aan meer informatie op de website over wanneer werkzaamheden vergunningsvrij zijn en wanneer niet.

 

Voor de instandhouding van de monumentale waarden van de rijks- en gemeentelijke monumenten heeft deze controletaak (zeker ook op detailniveau) hoge prioriteit. Met name controle en bijsturing tijdens de bouw is gewenst, om te kunnen adviseren en bijsturen. Primair ligt de verantwoordelijkheid voor bovengenoemde controles bij de toezichthouders. Zij kunnen de controle in de meeste gevallen combineren met de reguliere bouwinspecties. De toezichthouders zijn voldoende deskundig voor de controle op de juiste uitvoering van bouwkundige werkzaamheden aan monumenten. Als er specifieke werkzaamheden aan monumenten zijn uitgevoerd, is het van belang om vanuit de monumentencommissie extra bouwkundige deskundigheid in te zetten. Daarbij is een nauwe afstemming met de secretaris van de monumentencommissie en een proactieve houding van de monumentencommissie van belang.

 

Handhavingszaken 2017

In 2017 is er een handhavingszaak geweest bij de Zwarteweg. Een monumentale boerderij werd verbouwd zonder dat er een vergunning voor verstrekt was. Daarnaast was er een tijdelijke woonunit geplaatst zonder vergunning. Om die reden werd er een bouwstop opgelegd. De vergunning voor de noodzakelijke wijzigingen is later als nog verleend onder voorwaarden dat de historische Heerd met bedstedes bewaard bleven. Daarnaast diende de historische kleuren aan de buitenzijde van het monument hetzelfde te blijven.

 

Handhavingszaken 2018

In het afgelopen jaar 2018 is er een handhavingszaak geweest bij een monument aan de Winterdijk. Bij een opleveringscontrole was geconstateerd dat er zaken niet conform de verleende vergunning zijn uitgevoerd. Het monumentale karakter is door de ingrepen aanzienlijke mate verloren gegaan en schade aangebracht. Verschillende onderdelen zijn voor altijd verdwenen en is niet meer terug te brengen, zoals het vervangen van de constructie en de kozijnen, maar een aantal ingrepen zijn te herstellen. Door de gemeente is dan ook het advies van de monumentencommissie opgevolgd om handhavend op te treden om zo de zichtbare elementen die schadelijk zijn voor het aanzicht en karakter van het monument te herstellen of te verwijderen. Dit is tenslotte door de eigenaar ook daadwerkelijk uitgevoerd.

 

Vooruit kijkend in 2019 loopt er een handhavingszaak bij de Oostendorperstraatweg. Op de locatie zijn verschillende ingrepen gedaan zowel in het pand als in de tuin waarvoor geen vergunning verleend is. Momenteel wordt in overleg met de eigenaar bekeken of het mogelijk is om de wijzigingen te vergunnen.

 

De bestaande controlesystematiek in 2019 voortgezet en streven we naar een verbetering van de informatievoorziening op de website.

 

2.11. Wet natuurbescherming

Met ingang van 1 januari 2017 zijn de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet vervangen door de Wet natuurbescherming.  Onder de Wet natuurbescherming geldt dat indien een verklaring van geen bedenking deel uit maken van de omgevingsvergunning, de gemeente het bevoegd gezag wordt. Indien er voorafgaand aan de omgevingsvergunning een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming wordt gevraagd aan de provincie, dan is de provincie het bevoegd gezag.

In 2018 hebben er 2 zaken gelopen. Eén aan de Voskuilersteeg en één m.b.t. de Zeuven Heuvels. In beide gevallen was men vergeten het natuurcomponent/ecologisch onderzoek te laten uitvoeren.

 

De wijze van controle op de naleving van de Wet natuurbescherming wijzigt in 2019 niet.

 

2.12. Brandveiligheid

Het toezicht op het onderdeel brandveilig gebruik (meldingsplichtige of vergunningsplichtige inrichtingen) wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland. Brandveilig bouwen ( Bouwbesluit) ligt bij de gemeente.

De regio verzorgt de controle en waar nodig de eerste correspondentie (constateringsbrief). Mocht een verder juridische procedure noodzakelijk zijn, wordt het dossier overgedragen aan de gemeente. Dit heeft in 2017 en 2018 niet hoeven plaatsvinden en wij concluderen hier dan ook uit dat de naleefbaarheid groot is. Een goed voorbeeld van een integrale samenwerking op dit gebied is de herbouw fabriek Plukon. Hier werden de controles vaak samen gedaan

 

Er wordt nog altijd gewerkt conform de gemaakte afspraken (2015) tussen het brandweercluster Veluwe Noord en de gemeente Oldebroek over de levering van diensten. Het gaat daarbij specifiek om maatregelen voor het beheersen van risico’s. Deze afspraken staan in een aparte overeenkomst opgenomen. Het gaat dan om afspraken over het geven van adviezen, het uitvoeren van controles en het geven van voorlichtingen. Deze afspraken lopen naar wens.

 

De bestaande samenwerking met de VNOG wordt in 2019 gecontinueerd.

 

2.13. Arbeidsmigranten

In januari van 2014 is het beleid huisvesting arbeidsmigranten vastgesteld. Op grond van dit beleid zijn arbeidsmigranten op recreatieparken en in woningen (kamerbewoning) niet toegestaan. Binnen de gemeente Oldebroek verblijven op diverse plaatsen arbeidsmigranten. Er verblijven arbeidsmigranten / asielzoekers op Heidehoek, IJsselheide en op losse percelen.

 

Met name op Heidehoek verblijven al geruime tijd arbeidsmigranten. Gemiddeld verblijven er nu zo'n 100 tot 150 arbeidsmigranten op het park. Het aantal arbeidsmigranten fluctueert per seizoen.

In juli 2015 is de bereidheid uitgesproken om medewerking te verlenen aan een legalisatieproces.

In januari 2016 is aangegeven dat tot handhaving wordt overgegaan omdat een concreet verzoek om legalisatie uitbleef. In september 2016 is een concept bestemmingsplan ontvangen. Daarin werd door de eigenaar nog steeds niet voldaan aan de gestelde voorwaarden / aandachtspunten. Het handhavingsproces is daarom ook voortgezet. In de beroepsprocedure heeft de rechter het begunstigingstermijn gezet op 1 januari 2018.

In november 2017 heeft de gemeente wederom een aangepast concept bestemmingsplan ontvangen. Omwonenden zijn geïnformeerd middels een informatieavond. Het college heeft op 20 maart 2018 ingestemd met het conceptbestemmingsplan, maar is er gecommuniceerd aan omwonenden dat er sprake moet zijn van een totaal visie vooraf aan de ter inzage legging. De begunstigingstermijn was daarom opgeschort tot 1 november 2018. Het is niet gelukt om tot een totaalvisie te komen voor 1 november en daarom is wederom is de begunstigingstermijn opgeschort. In januari 2019 is besloten de begunstigingstermijn op te schorten tot 1 juli 2019 en parallel hieraan de realisatie van een zonnepark uit te werken op het campinggedeelte. Deze termijn is in juni 2019 opgeschort tot eind 2019, daar de behandeling in de Raad in september 2019 zal plaatsvinden.

 

Heidehoek is in 2017 vier keer en in 2018 twee keer gecontroleerd en de controles op het park zullen met regelmaat worden voortgezet in 2019 om de situatie te blijven monitoren.

 

Tot slot verblijven er een aantal arbeidsmigranten in de gemeente in solitaire huizen en in één chalet op IJsselheide. De recreatiewoning op IJsselheide mag niet meer gebruikt worden voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Met de eigenaar zijn overleggen gaande voor het verplaatsen van de woning.

 

De controles zullen in 2019 gecontinueerd worden. De begunstigingstermijn is opgeschort.

 

2.14 Permanente bewoning

Het verbod op permanente bewoning ligt besloten in de gemeentelijke bestemmingsplannen en de beleidsnota “bestrijding permanente bewoning van recreatieverblijven in Oldebroek”. De procedures geven uitvoering aan dit vastgestelde beleid. De uitvoering van het beleid heeft in het verleden veel tijd gekost, omdat een onderzoek naar permanente bewoning zeer zorgvuldig en integraal moet worden uitgevoerd.

 

Beleidsnotitie “bestrijding permanente bewoning van recreatieverblijven in Oldebroek”

De planning was om in 2016 te starten met de aanpassing / actualisatie van de beleidsnotitie “bestrijding permanente bewoning van recreatieverblijven in Oldebroek”. Echter, in verband met de aanhouding van het ontwerpbestemmingsplan “recreatiepark Mulligen”, de vaststelling van het arbeidsmigrantenbeleid, de Structuurvisie permanente bewoning recreatiewoningen en het beleidsplan Verblijfsrecreatie heeft deze actualisatie vertraging opgelopen.

Inmiddels is het beleid huisvesting arbeidsmigranten en structuurvisie permanente bewoning en het bestemmingsplan Recreatiepark Mulligen eind 2017 / begin 2018 vastgesteld. Met betrekking tot het laatste plan is het wachten op een uitspraak van de Raad van State in 2019.

 

Vitale Vakantieparken (VVP)

Oldebroek neemt deel aan het programma Vitale Vakantieparken (VVP). In het programma VVP is handhaving één van de belangrijke thema’s. De handhavings-opgave richt zich op het actief aanpakken van ongewenste ontwikkelingen en op het voorkomen van nieuwe probleemsituaties. Hierbij gaat het om de vraagstukken van niet-recreatief gebruik van de parken, openbare orde en veiligheid, criminele activiteiten, maar ook om oplossingen voor de sociale problematiek.

 

In het bestuursakkoord VVP is afgesproken het niet recreatieve gebruik van bungalows, chalets, caravans en andere recreatieve accommodaties op vakantieparken in principe niet toe te staan en dit actief te handhaven. Dit behoudens formeel lokaal geregelde uitzonderingssituaties. Hierbij bepalen gemeenten lokaal de omvang en inzet van handhavingscapaciteit. Daar waar mogelijk en nodig wordt regionaal afgestemd rond specifieke beleidsvragen, zoals bijvoorbeeld tijdelijke uitzonderingssituaties. Hierbij is ook aandacht voor de zorg- en huisvestingsbehoeften van mensen in een kwetsbare positie die nu op de parken wonen.

 

Werkwijze binnen dit programma is dat gemeenten parkeigenaren, VvE’s, ondernemers etc.

worden gestimuleerd om voor elk park of cluster van parken op de Veluwe voor 2022 te beoordelen of er zicht is op een duurzaam toekomstperspectief voor het park en/of het cluster en op welke wijze dit perspectief bereikt kan worden. Dit zal moeten worden vastgelegd in een plan. Hierin kunnen ook afspraken worden gemaakt over het beëindigen van niet recreatief gebruik en het tegengaan hiervan. In 2017 en 2018 is op IJsselheide hiermee gestart. De actualisatie van de beleidsnotitie permanente bewoning schuift door tot wanneer de herijking van het integraal handhavingsbeleid is afgerond.

 

Bij de actualisatie zal zeker gekeken worden naar de uitgangspunten van Oldebroek voor Mekaar. Een mogelijke, nog te onderzoeken, optie is het invoeren van een convenant met de recreatieparken en dan gaan werken met keurmerken. Ook zal meer dan voorheen aandacht besteedt worden aan middelen als communicatie, voorlichting, informele gesprekken etc.. Dit omdat die middelen in de praktijk effectiever zijn.

 

Controles permanente bewoning

De procedures inzake permanente bewoning vinden jaarrond plaats, m.u.v. vakantieperioden en weekenden. Dit betekent concreet dat circa 40 weken op jaarbasis gecontroleerd kan worden.

Daarbij is het noodzakelijk om de aandacht onder de verschillende locaties zoveel mogelijk te verdelen.

 

De locaties zijn:

Mulligen

IJsselheide

Heidehoek

Landal

De Wyckel

Voormalige jeugdherberg

Solitaire objecten

 

In 2017/2018 zijn de recreatieterreinen minder gecontroleerd. Dit had onder andere te maken met de capaciteit van het team Handhaving en vaststelling van de structuurvisie betreffende het toestaan permanente bewoning in solitaire woningen en op park Mulligen.

 

Mulligen

In 2017 is verder gewerkt aan het vervolg van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, Mulligen, zoals in het voorjaar van 2016 ter inzage heeft gelegen. Voordat dit bestemmingsplan verder in procedure kon worden genomen is, de structuurvisie Permanente bewoning recreatiewoning aangevuld en geactualiseerd. Op 28 september 2017 heeft de raad deze visie vastgesteld. In december 2017 heeft het college ingestemd met het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan, dat in 2018 behandeld is. Het is wachten op een uitspraak van de Raad van State voor dit bestemmingsplan.

Met dit bestemmingsplan wordt de recreatieve bestemming van 38 van de 44 recreatieobjecten en de beheerderswoning gewijzigd naar een woonbestemming. In totaal houden 6 objecten een recreatieve bestemming. Deze percelen zullen in 2019 intensiever worden gecontroleerd.

 

IJsselheide

Bospark IJsselheide is een relatief groot park met 128 objecten. In het verleden is het park meerdere malen gecontroleerd en hebben er handhavingstrajecten en –gesprekken plaatsgevonden. In 2015 is met de exploitant en beheerder gesproken over de problematiek van permanente bewoning en is actie ondernomen om meer grip op de situatie te krijgen.

In 2017 was er aanleiding om dit steviger op te tuigen. Om die reden is er gestart met controles om te inventariseren wie er verblijven op het park. We werken toe naar een situatie met volledig recreatief gebruik van het park. Er wordt met regelmaat gesproken met de eigenaar. De eigenaar heeft aangegeven dat hij ook terug wil naar een park dat enkel gebruikt wordt voor recreatieve doeleinden. Hij werkt mee door eerst zelf de mensen die permanent woonachtig zijn op het park aan te spreken. Dit heeft deels effect gehad en in 2018 is de gemeente daadwerkelijk gestart met gefaseerd handhaven. Hierbij is in bepaalde situaties maatwerk nodig. Om de integraliteit te waarborgen, wordt dit projectmatig opgepakt en we huren hiervoor externe deskundigheid in. Het controleren van het park vindt veelvuldig plaats en inmiddels ligt het handhavingstraject op schema in 2019.

 

Heidehoek

Heidehoek is in 2017 vier keer gecontroleerd en in 2018 is het park 2 keer gecontroleerd. Deze controles vonden plaats in het kader van arbeidsmigranten.

 

Landal

Met betrekking tot Landal waren er in 2017 en 2018 geen bijzonderheden.

 

De Wyckel

Er is een vergunning verleend voor de uitbreiding van het park. Een aantal mensen zijn gedurende een aantal maanden aanwezig op het park. In de meeste gevallen gaat het hier om tijdelijke huur in verband met verkoop woning of relationele problemen. In een incidenteel geval wordt de maximum periode van een half jaar overschreden. Deze bewoners worden hierop aangeschreven of doen zelf een verzoek op grond van de uitzonderingsregeling binnen het beleid “Bestrijding Permanente Bewoning”.

 

Overig

Er zijn in 2017 en 2018 diverse telefoontjes en brieven binnen gekomen met betrekking tot permanente bewoning en het beleid van de gemeente. Over het gehele jaar gezien gemiddeld 3 per maand. Het gaat met name om mensen die een woning willen kopen, dan wel persoonlijke problemen hebben en

gebruik willen maken van de persoonlijke gedoogbeschikking.

 

De projectmatige aanpak op IJsselheide wordt in 2019 voortgezet. De andere locaties blijven we in 2019 controleren en waar nodig zullen we handhavend optreden. De aanpak van permanente bewoning op park Mulligen is mede afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State inzake het bestemmingsplan. Deze uitspraak wordt in de zomer van 2019 verwacht.

 

2.15. Reclame

De gemeente Oldebroek en ondernemers in de gemeente hebben behoefte aan duidelijke regels voor zowel permanente als tijdelijke reclame-uitingen. Het is niet altijd duidelijk wanneer een reclame-uiting bestempeld kan worden als commercieel of juist als ideëel. Voor de gemeente is het lastig om goed te kunnen anticiperen op ontwikkelingen van reclame-uitingen en wildgroei kan niet goed worden tegengegaan. Dit kan uiteindelijk de omgeving en het straatbeeld verstoren. Op 15 oktober 2015 heeft de gemeenteraad daarom de reclameverordening vastgesteld.

 

In de verordening zijn duidelijke regels opgenomen, maar tegelijkertijd worden inwoners ook gewezen op de gedachte van ‘Oldebroek voor mekaar’. Hierin staat samen werken aan een sterke en leefbare samenleving centraal.

 

Aan de hand van de reclameverordening worden in de gemeente Oldebroek alle reclame- uitingen in beeld gebracht en beoordeeld. Van de reclame-uitingen die aan de hoofdwegen en in de weilanden staan worden de eigenaren aangeschreven om de borden te verwijderen. Gedurende het project ( voorjaar 2016 t/m voorjaar 2017) is het aantal geplaatste reclame-uitingen aanzienlijk gedaald. In totaal zijn er 52 zaken opgepakt. Daarbij zijn er 29 reclame-objecten geconstateerd/aangeschreven en 23 zaken zijn afgerond in 2016. 9 borden vielen onder het overgangsrecht. In 2017 zijn er 10 Reclame-objecten geconstateerd/aangeschreven en zijn er 7 Zaken afgerond.

 

In het voorjaar van 2017 heeft het college kenbaar gemaakt dat ze graag meer balans wilde tussen beleid en handhaving. Het college gaf aan om niet op centimeters nauwkeurig te kijken maar casussen individueel te beoordelen. Daarnaast gaf het college aan begrip te hebben dat daar subjectiviteit bij komt kijken en het college wilde dan ook graag in handhavingskwesties op de hoogte blijven.

 

Om aan deze wens te voldoen, is er gezocht naar een wijze om hier mee om te gaan. In de tussenliggende periode is bij gevaar en overlast handhavend opgetreden conform het beleid. Dit resulteerde in het voorstel om gebruik te maken van de inherente afwijkingsclausule van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:84 Awb) om de toetsing explicieter te maken, meer bewegingsruimte te genereren, het college via de portefeuillehouder nauw betrokken te laten zijn en tegelijkertijd de lijn van de reclameverordening 2015 vast te houden. Het college heeft begin 2018 ingestemd met het voorstel. De aanpak op reclame uitingen valt per 2018 onder het reguliere werk van team Handhaving. Hierdoor zijn in 2018 enkele zaken opgepakt.

 

Inmiddels wordt in 2019 intern afgestemd en nagedacht om de reclameverordening op enkele onderdelen te verduidelijken zoals bij de tijdelijke reclameobjecten en reclameobjecten in het centrumgebied.

 

2.16. Paramotoren

In het voorjaar/zomer van 2017 meldden bewoners overlast van paramotoren. Deze meldingen (klachten) kwamen binnen voordat aan de aanvragers opnieuw ‘verklaringen van geen bezwaar’ door de burgemeester waren afgegeven. De verklaringen van geen bezwaar gelden alleen om te mogen opstijgen op drie plekken in de gemeente Oldebroek. Het vliegen en landen is geregeld in de luchtvaartwet en daarvoor is de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bevoegd. De regels over paramotoren zijn verdeeld over verschillende wetten en regels. Tijdens de behandeling van de aanvragen is daarom veel aandacht besteed aan het informeren van de omwonenden. De verklaringen van geen bezwaar zijn in de zomer van 2017 afgegeven voor de duur van een jaar. De gemeente Oldebroek (hier de burgemeester) heeft alleen de bevoegdheid om op te treden bij klachten over het starten met de paramotoren. Voor meldingen/ klachten over laagvliegen of landen kunnen de omwonenden bij de ILT terecht. Daarom is er in de zomer van 2018 nog een afstemmingsoverleg geweest met ILT. In het najaar van 2018 zijn er twee verklaringen van geen bezwaar afgegeven voor de periode van 3 jaar. Hier loopt nog 1 bezwaar tegen.

 

In 2019 zal de lopende bezwaarprocedure afgewikkeld worden.

 

HOOFDSTUK 3 MILEU

 

 

Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV)

De gemeente Oldebroek is per 1 juli 2013 aangesloten bij de ODNV. In 2012 heeft de gemeente besloten om het basistakenpakket (de complexe milieutaken) over te dragen en de overige taken in eigen beheer te houden. Per 1 juli 2015 zijn de asbesttaken die betrekking hebben op alle sloop meldingen overgegaan naar de ODNV. Per 1 juli 2016 zijn ook de inrichting gebonden taken voor pakket 2 bedrijven overgegaan naar de ODNV. Het betreft het behandelen van meldingen en toezicht bij het restant van de niet vergunningplichtige bedrijven. Er vindt onderzoek plaats naar het uitvoeren van pakket 3 (overige niet-inrichtingsgebonden milieutaken) in NEO-verband of overdracht van ( een deel van) dit pakket naar de ODNV.

 

Resultaten 2017 en 2018

Over de door de ODNV uitgevoerde controles heeft de ODNV verslag uitgebracht in de jaarverslagen 2017 en 2018. ( zie bijlage)

 

Asbest

Asbestdaken worden voorlopig niet verboden. Het wetsvoorstel is op 4 juni 2019 weggestemd door de Eerste Kamer. In het oorspronkelijke voorstel zouden asbestdaken per 31 december 2024 verboden worden. De Eerste Kamer uitte twijfels over de haalbaarheid en betaalbaarheid van dit voorstel. Staatssecretaris Van Veldhoven paste het voorstel daarop aan, en wilde het verbod vier jaar uitstellen tot 2028. Het mocht niet baten want het aangepaste voorstel sneuvelde alsnog op 4 juni jl.

Veel Eerste Kamerleden voelen wel voor een verbod op asbestdaken, maar vinden dat het kabinet te overhaast en te rigoureus te werk gaat. Het kabinetsplan zou mensen die hun dak moeten vervangen veel werk bezorgen en op hoge kosten jagen.

 

In NEO verband wordt gewerkt aan een plan van aanpak om de sanering van asbestdaken te stimuleren.

 

Sinds de tweede helft van 2016 ligt dit gehele takenpakket bij de ODNV.  Wel komen bij ons de meldingen binnen. Elke asbestverwijdering moet schriftelijk worden gemeld. Daarin wordt o.a. aangegeven welke materialen er verwijderd worden en de hoeveelheid die verwijderd wordt. Ook wordt aangegeven wie het asbesthoudend materiaal gaat verwijderen en of hij gecertificeerd is om deze werkzaamheden uit te voeren. De melding wordt vervolgens doorgezet naar de ODNV. Dit betekent dat ODNV sloopmeldingen toetst en afhandelt, toezicht houdt op locatie, dit afhandelt en zorg draagt voor de eventuele handhaving die hieruit voortvloeit.

 

In 2017  zijn er 132 sloopmeldingen ingediend en in 2018 zijn het er 139 sloopmeldingen. Uit een inventarisatie van de Provincie Gelderland blijkt dat er in onze gemeente ongeveer 2.500 daken worden verdacht van asbest.

 

Wij verwachten dat het aantal sloopmeldingen in 2019 zal stabiliseren en niet explosief gaat stijgen aangezien het verbod van tafel is en heel veel mensen een wachtende houding aannemen.

 

Laag frequent geluid

In 2014 kwam aan het licht dat diverse inwoners van Wezep-Noord overlast ondervinden van laag-frequent geluid. Deze problematiek liep door in 2015 en 2016. In samenspraak met de GGD is ter zake een onderzoek uitgevoerd om enerzijds de aanwezigheid hiervan aan te tonen en anderzijds de bron hiervan te lokaliseren. De aanwezigheid van het geluid is aangetoond. Er is toen aangegeven dat de bron van het laag frequent geluid vele tientallen kilometers verwijderd kan zijn van de plek waar de overlast zich voordoet, waardoor de kans reëel is dat deze zich buiten de gemeentegrens bevindt.

Het bedrijf Microflown heeft in december 2016 onderzoek gedaan. Het rapport is inmiddels binnen en het er is op dit moment nog geen bron te achterhalen.

In het begin van 2018 was er een kleine toename van klachten die in de zomer weer terugliep tot het ‘normale’ niveau van de jaren er voor. Begin 2019 weet onderzoeker Peter Lentjes (ODRA) te melden dat er een bron in Noord Duitsland is gevonden. Deze is in de vorm van een grote NATO radar die ontwikkelt is om raketten op te sporen. Deze is sinds 2008 al in ontwikkeling maar pas sinds de laatste vier/vijf jaar echt werkzaam. Dit zou een mogelijke veroorzaker kunnen zijn van de problemen die we hier ervaren. De frequentie die bij de radar wordt gemeten komt overeen met de gemeten in de regio en daarbuiten. Het is afwachten of dit daadwerkelijk zo is. Er zal op hoger niveau worden overlegd. Voor team Handhaving en Toezicht is hiermee ons deel afgerond. Wel zal moeten worden gemonitord hoe de Provincie en het Rijk verder vervolg zullen geven aan deze zaak.

 

In 2019 zullen we monitoren in hoeverre rijk en provincie vervolg geven aan de problematiek van het laag frequent geluid.

 

Drie tal grotere handhavingszaken

Een tweetal langlopende complexe handhavingsdossiers hebben ook in 2017 en 2018 geleid tot een bovenmatige inzet. Voor deze zaken was het dan ook noodzakelijk om inhuur te plegen.

De zaken lopen nog altijd door in 2019 en kenmerken zich door de vele brieven, gesprekken en telefoontjes. Verzoeken worden zoveel mogelijk tijdig en juridische correct afgehandeld. Daarbij kunnen wij aangeven dat eerdere pogingen om thematisch te werken en de wegen van minnelijk overleg niet tot een bevredigende oplossing hebben geleid.

 

De eigenaar van een perceel in onze gemeente heeft een varkens fokbedrijf. Hij heeft 5 illegale mestbassins aangelegd. Op 10 oktober 2016 is aan de eigenaar een last onder dwangsom opgelegd om hem te dwingen de illegaal aangelegde mestbassins op te ruimen. Hier gaf hij geen gehoor aan en daarom is aan hem op 26 maart 2018 een last onder bestuursdwang opgelegd, om een dreigend milieu probleem te voorkomen. Wij kunnen dan als gemeente, op kosten van de eigenaar de mestbassins laten leeg halen en laten opruimen. Er is totaal 1.550 m³ drijfmest afgevoerd en de 5 illegale mestbassins zijn opgeruimd.

In november 2018 signaleerde onze inspecteur dat de mestkelders dreigden over te lopen. Om een milieuprobleem, door het overstromen van de mestkelders, te voorkomen is op 23 december 2018 dan ook een spoedeisende last onder bestuursdwang opgelegd om op kosten van de eigenaar het niveau van de mestkelders op een zodanig peil te houden dat overstroming wordt voorkomen. Op 20 december 2018 is een definitieve last onder bestuursdwang opgelegd.

Ondertussen is er intensief met de eigenaar overlegd om hem te bewegen zijn bedrijf af te bouwen. Hetgeen gelukt is want per eind maart 2019 zijn alle stallen leeg. Inmiddels is ook een traject gestart om te komen tot functieverandering, hetgeen zeer passend zou zijn in deze omgeving waar overwegend burgers wonen.

 

Alle drie de handhavingszaken kenmerken zich door de diverse belangen en partijen. Deze zaken zijn daardoor zeer arbeidsintensief en complex. Het vereist nauwe samenwerking met andere overheden zoals de ODNV en de Provincie.

 

De verwachting is dat de drie grote handhavingszaken ook in 2019 de nodige capaciteit zullen vergen. We hopen de handhavingskwestie betreffende het varkensbedrijf in 2019 af te ronden. Voor de twee andere zaken geldt dat wij ingekomen verzoeken zoveel mogelijk tijdig en juridisch correct zullen afhandelen.

 

HOOFDSTUK 4: HANDHAVING APV, BIJZONDERE WETTEN EN OPENBARE RUIMTE

 

 

4.1. Beschrijving van het taakveld

De handhaving APV omvat het toezicht en de controle op de naleving en handhaving van voorschriften uit de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarnaast omvat het tevens het toezicht op de naleving van de bijzondere wetgeving waaronder o.a. de Drank- en Horecawet.

Vanuit de regio is er een integraal Veiligheidsplan 2016-2019, Uitvoeringsplan 2019 opgesteld, waarin onder andere regionaal de verkeersproblemen, parkeerproblemen, (jeugd) overlast, woninginbraken, maatschappelijke ondermijning en radicalisering in beeld worden gebracht.

 

Openbare ruimte is een breed begrip. In het kader van handhaving van de openbare ruimte, zijn er twee categorieën: 1) het handhaven van illegaal in gebruik genomen gemeentegrond, en 2) het handhaven van vergunningen die een activiteit mogelijk maken in de openbare ruimte, uitgezonderd bouwwerken. Bij de tweede categorie moet gedacht worden aan de verlening van omgevingsvergunningen voor de activiteiten kappen en uitwegen, standplaatsvergunningen (ook op de weekmarkt), evenementenvergunningen en verkeersbesluiten. Wanneer er een vergunning wordt verleend voor één van bovengenoemde activiteiten dan wordt er waar mogelijk op gecontroleerd. Tevens wordt er handhavend opgetreden bij een eventuele klacht of ernstige hinder.

 

Openbare Orde en Veiligheid

 

4.2. Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s)

De buitengewoon opsporingsambtenaren in domein I (boa’s) vervullen in Oldebroek een belangrijke rol en leveren een grote bijdrage aan de leefbaarheid en veiligheid binnen de gemeente. Boa’s hebben een signalerende én controlerende rol. Mede ook door de terugtrekkende rol van de politie die de focus legt op hun kerntaken, is de inzet van boa’s op overlastfeiten noodzakelijk. De boa’s hebben naast een strafrechtelijke taak (aangewezen door Openbaar Ministerie) ook een toezichthoudende taak (aangewezen door de burgemeester of het college). Ze vormen een bekend gezicht in het straatbeeld.

In 2017 en 2018 waren twee boa’s in domein 1 in dienst van de gemeente Oldebroek (1,4 fte). Het accent lag op afval (afvaldump, afval verbranden, onjuist aanbieden van afval), verkeersveiligheid, horeca/evenementen en kleine ergernissen naar aanleiding van meldingen van inwoners (hangjongeren, onderlinge ergernissen, zichtbaarheid in de wijk en ondersteuning politie).

In 2019 heeft een personele wisseling plaatsgevonden. De vacature van boa is opengesteld voor domein 2. Daarmee zijn in Oldebroek in 2019 twee boa’s werkzaam, waarvan één in domein 1 (0,6 fte openbare ruimte) en één in domein 2 (0,8 fte Milieu, welzijn en infrastructuur). Daarmee kunnen naast de aanpak van overlast en kleine ergernissen binnen de openbare ruimte ook (economische) milieudelicten opgespoord worden, zoals bijvoorbeeld illegale afvallozing.

 

Afhandeling van klachten

Via diverse kanalen (telefonisch/ e-mail / social media) komen klachten /meldingen binnen bij de gemeente. Soms kan iets telefonisch afgehandeld worden door uitleg te geven wat mag en wat niet, en soms moet de boa ter plaatse de situatie in ogenschouw nemen.

De klachten kunnen betrekking hebben op diverse categorieën:

milieuzaken (zoals aanbieden huisvuil, vuilstort in de bossen, afvalverbranding)

APV zaken (zoals parkeren, hangjongeren, hondenpoep, groenvoorziening, speeltoestellen etc)

Onderhoud openbare ruimte

De meldingen worden altijd in behandeling genomen, tenzij ze anoniem worden ingediend. Deze worden in principe niet opgepakt, tenzij de veiligheid in het geding is of de klacht zodanig is dat de boa dit bij een toezicht ronde zelf ook zou hebben opgepakt.

 

Aanbod gestuurde opdrachten of projecten voor collega’s gemeentebreed of politie

Deze opdrachten of projecten kunnen bestaan uit de opbouw van een dossier, adrescontrole, verificatie van de stand van zaken ter plaatse voor een vergunning etc. Ook worden de boa’s ingezet bij projecten, zoals bijvoorbeeld controle op veiligheid rondom scholen, aanwezigheid bij verkeersexamen scholieren, witte voetjesactie i.s.m. politie, handhavingsprojecten met groennetwerk, etc.

Daarnaast treden de boa’s ter ondersteuning van de politie op als verkeersregelaar bij ongevallen waarbij het noodzakelijk is om (een gedeelte van) de weg af te zetten om zo te zorgen voor een veilige verkeerssituatie.

 

Surveillance / vrije controle in de wijk door de boa’s zelf in te vullen

Dit zijn de momenten dat de boa niet gericht (naar aanleiding van meldingen, opdrachten e.d.) in de openbare ruimte surveilleert.

 

Controles tijdens evenementen

Bij grotere evenementen zijn de boa’s aanwezig. Zowel vooraf tijdens de opbouw van bijvoorbeeld tenten, als tijdens het evenement zelf.

 

Horecacontroles

Alle horecagelegenheden worden periodiek gecontroleerd op de vergunningvoorschriften.

Daarnaast vinden incidenteel controles op leeftijdsgrenzen plaats, voornamelijk bij evenementen.

De boa’s hebben een zelfstandige bevoegdheid om te bepalen hoe ze in bepaalde situaties handelen. Voor de meeste overtredingen geldt, dat voornamelijk waarschuwend wordt opgetreden. In de praktijk worden ongeveer drie keer zoveel waarschuwingen uitgedeeld als dat er boetes of processen-verbaal worden uitgeschreven. Inwoners zijn over het algemeen goed aanspreekbaar. Het doel is dat inwoners indien mogelijk direct hun eigen overtredingen opheffen. Bij herhaling wordt direct een proces-verbaal uitgeschreven.

In 2017 zijn door de boa’s in totaal 69 processen-verbaal uitgeschreven op feitcode en in 2018 zijn door de boa’s in totaal 62 processen-verbaal uitgeschreven op feitcode (alcohol nuttigen/bij zich hebben, onjuist afval aanbieden, afvalverbranding/stoken, hondenpoep, vissen zonder vispas, crossen en betreden verboden gebied, etc.)

In 2017 zijn daarnaast 208 administratieve boetes uitgeschreven en in 2018 zijn 142 administratieve boetes uitgeschreven. Het merendeel van deze boetes is uitgeschreven naar aanleiding van projecten waar vooraf ook communicatie met inwoners over heeft plaatsgevonden en waar eerst een ruime waarschuwingsperiode is geweest, waarna vervolgens bekeuringen zijn uitgeschreven. Het betreft onder andere:

In 2017:

Controle in verband met herinrichting winkelcentrum Wezep op (brom)fietsen in voetgangersgebied (+/- 30 boetes)

Controle verkeersproject De Hagen op onjuist parkeren / parkeren in groenstrook (+/- 30 boetes)

Controle project verkeersveiligheid rond basisscholen (+/- 10 boetes)

Controle parkeren vrachtwagens binnen de bebouwde kom (+/- 15 boetes)

Controle parkeren bij dorpshuis Wezep in parkeerverbod ( +/- 20 boetes)

Verder zijn in 2017 meerdere boetes uitgeschreven voor:

Overtredingen bij (weg)werkzaamheden onder andere station Wezep en (omleiding) Zuiderzeestraatweg (geslotenverklaring) i.v.m. verkeersveiligheid (+/- 20 boetes)

Overtredingen geslotenverklaring vrachtverkeer n.a.v. klachten (+/- 20 boetes)

Parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats (+/- 20 boetes)

In 2018:

Controle verkeersproject wijkagent De Hagen op onjuist parkeren / parkeren in groenstrook (+/- 15 boetes)

Controle project verkeersveiligheid rond basisscholen (+/- 25 boetes)

Controle parkeren vrachtwagens binnen de bebouwde kom (+/- 15 boetes)

Overtredingen geslotenverklaring vrachtverkeer n.a.v. klachten (+/- 10 boetes)

Controle bevinden op verboden grond n.a.v. klachten (jeugdoverlast etc.) (+/- 25 boetes)

Verder zijn in 2018 meerdere boetes uitgeschreven voor:

Verkeerd aanbieden van afval in containers/afvaldumpingen (+/- 20 boetes)

Parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats (+/- 15 boetes)

De overige boetes zijn uitgeschreven voor diverse overige overtredingen (bromfietsers zonder helm, overige parkeerovertredingen, etc).

 

De verwachting is dat de aantallen processen-verbaal en administratieve boetes in 2019 lager zullen zijn. Dit heeft vooral te maken met de personele wisseling, waardoor er een aantal maanden slechts één boa beschikbaar was. Bovendien zijn de omstandigheden waaronder een boa in domein 2 milieudelicten moet opsporen vaak ingewikkeld en vergen veel tijd.

Daarnaast heeft de politie aangegeven in 2019 meer samen te willen werken met de boa’s. Dit gebeurd onder andere door het doorgeven van meldingen vanuit de politie naar de gemeente, waaronder bijvoorbeeld jeugdoverlast, hangplekken en overige meldingen die bij de meldkamer binnenkomen. De samenwerking met de wijkagenten zal dus in 2019 worden geïntensiveerd.

 

Evenementen

In 2017 en 2018 zijn diverse grotere evenementen gecontroleerd in samenwerking met de regionale brandweer en politie. Hierbij wordt de evenementenvergunning voor en tijdens het evenement gecontroleerd en vervolgens geëvalueerd. De controles vinden voornamelijk plaats bij evenementen in de gemeente waarvoor een evenementenvergunning is verleend en/of waarbij er sprake was van alcoholverstrekking. Over het algemeen is het naleefgedrag van de evenementenvergunningen goed en worden er nagenoeg geen grote overtredingen geconstateerd. Kleine overtredingen zijn voor of tijdens het evenement teruggekoppeld aan vergunninghouder en/of organisatie en deze zijn – indien mogelijk – direct aangepast. In een aantal gevallen hebben de organisatoren na afloop van het evenement alsnog een brief ontvangen met de geconstateerde overtredingen en informatie over hoe te handelen in het vervolg.

In 2017 zijn bij twee muziekevenementen geluidscontroles uitgevoerd door de Omgevingsdienst Noord Veluwe en in 2018 zijn bij vijf muziekevenementen geluidcontroles uitgevoerd. De geluidsnormen werden niet overschreden. Desondanks ontving de gemeente wel een aantal klachten van geluidsoverlast van omwonenden.

Bij meldingsplichtige evenementen vindt niet altijd een controle plaats, maar gaan de boa’s vaak wel even langs voor een praatje of luisterend oor. Op deze manier wordt de zichtbaarheid en kenbaarheid van de boa’s vergroot.

Ook in 2017 en 2018 is voor een aantal grotere of nieuwe evenementen gebruik gemaakt van vooroverleggen en evaluatiegesprekken met alle betrokken partijen (organisator evenement, politie, brandweer, gemeente). Hierdoor kunnen voorafgaand aan het evenement mogelijke knelpunten worden besproken en kan informatie worden gegeven over de wet- en regelgeving. Tijdens de evaluatiegesprekken kunnen de bevindingen van alle betrokken partijen worden gedeeld en wordt besproken of het evenement ook in de toekomst op dezelfde wijze georganiseerd kan worden of dat er aanpassingen/verbeteringen nodig zijn.

 

In 2019 zullen de controles, overleggen en evaluatiegesprekken op vergelijkbare wijze plaatsvinden.

 

Drank- en Horeca

Er zijn tijdens diverse evenementen controles uitgevoerd op de verkoop van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar. Een aantal keer zijn hiervoor jongeren aangesproken op hun gedrag en heeft een gesprek plaatsgevonden met de organisator.

Voor de controle op leeftijdsgrenzen wordt ook gebruik gemaakt van inhuurboa’s van City 360. De gemeente Elburg heeft deze boa’s in dienst en door middel van de regionale samenwerkingsovereenkomst kan ook de gemeente Oldebroek van de inzet van deze boa’s gebruik maken. Het voordeel hiervan is dat deze boa’s niet bekend zijn in de gemeente Oldebroek.

Daarnaast zijn diverse horecagelegenheden bezocht en gecontroleerd of werd voldaan aan de vergunning- en inrichtingseisen. In 2017 is in drie gevallen en in 2018 in zeven gevallen een ambtelijke waarschuwingsbrief gestuurd, onder andere voor overtreding van de sluitingstijden en het niet aanwezig zijn van de juiste leidinggevenden.

In 2017 en in 2018 zijn twee bestuurlijke boetes opgelegd voor het verstrekken van alcohol zonder vergunning (één in 2017 en één in 2018).

In 2017 en 2018 is geen mysteryguest onderzoek uitgevoerd. In het najaar van 2019 zal er weer een mysteryguest onderzoek plaatsvinden. Wel heeft er in 2018 handhavingsactie plaatsgevonden in het kader van NIX18 op leeftijdsgrenzen bij verkoop van alcoholhoudende drank. Daarbij zijn ongeveer 25 bedrijven gecontroleerd. In 17 gevallen bleek uit de controle dat er niet of niet voldoende gecontroleerd werd op leeftijd en dat er alcohol meegegeven werd aan jongeren. Deze bedrijven hebben een waarschuwingsbrief gehad.

In 2017 zijn 6 sportclubs bezocht en in 2018 zijn twee sportclubs om te controleren of werd voldaan aan de sluitingstijden. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.

 

De controle op de naleving van de Drank en horecawet zal in 2019 op vergelijkbare wijze plaatsvinden. In het najaar van 2019 zal een mysteryguest onderzoek plaatsvinden.

 

Openbare Ruimte

 

4.3 illegaal gebruik van gemeentelijk eigendom

Illegaal gebruik gemeentelijk eigendom

Illegaal gebruik van gemeentelijk eigendom ziet vooral op groenstroken. Bewust of onbewust wordt vaak gebruik gemaakt van een strook grond, die men bij zijn perceel heeft getrokken.

In juli 2014 is de beleidsnotitie “Onrechtmatig Grondgebruik Gemeente Oldebroek in werking getreden. In deze notitie staat beschreven op welke wijze er wordt om gegaan met illegaal in gebruik genomen gemeentegrond. Hiervoor moet eerst worden geïnventariseerd op welke locaties sprake is van illegaal gebruik. Vervolgens is het uitgangspunt dat de illegale situatie wordt gelegaliseerd, door de grond te verkopen aan de “overtreder". Voorwaarde daarbij is dat de in gebruik genomen grond niet van waarde is volgens de gemeentelijke Groenvisie.

 

Aan de beleidsnotitie is inmiddels uitvoer gegeven. Een inventarisatie heeft plaats gevonden. Er is een lijst opgesteld met overschrijdingen en er is een “steekproef” gedaan om te beoordelen of het onrechtmatige gebruik “in bezit neming” of “in gebruik neming” betreft. Het blijkt dat het in de meeste gevallen om “in gebruik name” gaat. Aan de hand van deze constateringen gaat het college binnenkort een keuze maken of er een projectmatige aanpak gehanteerd gaat worden.

 

2019 zal in het teken staan van de verdere uitvoering van de beleidsnotitie.

 

4.4. Omgevingsvergunning voor de activiteit kappen

Omgevingsvergunningen voor het onderdeel kappen zijn in 2017 en 2018 allemaal getoetst. Daarbij worden de vergunningen met een herplantplicht alleen steekproefsgewijs gecontroleerd. De controle op de herplantplicht kan pas na 1 jaar van vergunningverlening plaatsvinden. In 2017 zijn er 128 en in 2018 zijn er 111 kapvergunningen verleend. De controles worden vaak in combinatie met de omgevingsvergunningen uitgevoerd.

 

Actualisatie kapverordening

In navolging van besluitvorming rondom de actualisatie van de kapverordening zijn in de afgelopen jaren de bijzondere bomen in onze gemeente geïnventariseerd. In 2018 heeft de besluitvorming plaatsgevonden en is de Bomenverordening vastgesteld. Met deze nieuwe verordening, waarbij ook de inwoners bij de opstelling zijn betrokken, is het aantal regels rondom kappen verminderd (veel bomen zijn kapvergunningsvrij geworden) en worden de bijzondere en beschermingswaardige bomen beschermd.

 

Het toezicht op de naleving zal in 2019 ongewijzigd gecontinueerd worden.

 

4.5 Uitwegen

Uitwegen zijn een potentieel risico voor de verkeersveiligheid. Wanneer er een omgevingsvergunning wordt verleend voor deze activiteit dan wordt er waar mogelijk op gecontroleerd. In 2017 zijn er 33 verleend en in 2018 zijn er 25 verleend. De controles worden vaak in combinatie met de omgevingsvergunningen uitgevoerd.

 

Het toezicht op de naleving zal in 2019 ongewijzigd gecontinueerd worden.