Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Schiedam houdende regels omtrent beheer woonruimtevoorraad (Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2020) |
Citeertitel | Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt 1 januari 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 23-01-2021 | nieuwe regeling | 19-12-2019 | 19VR074 |
De raad van de gemeente Schiedam;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2019 met kenmerk 19INT00247
Gelet op de artikelen 149 en 156 Gemeentewet en artikel 4, eerste lid, aanhef en onder b en het bepaalde in hoofdstuk 4 en 6 van de Huisvestingswet 2014;
Besluit vast te stellen de Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2020:
In deze Verordening wordt verstaan onder:
onzelfstandige woonruimte: bewoonde of kennelijk voor bewoning geschikte of bedoelde ruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
Met een duurzaam gemeenschappelijk huishouden als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder d, en het vorige lid wordt gelijkgesteld: een groep van ten hoogste drie vergunninghouders als bedoeld in artikel 1 lid 1, onder g, van de wet die geen gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren, maar gelet op de in artikel 28 van de wet genoemde taakstelling door burgemeester en wethouders gehuisvest worden of zijn in één woning.
Artikel 2. Vergunningplicht voor onttrekken, omzetten en woningvorming
Van de vergunningplicht als bedoeld in het eerste lid onder b zijn de volgende situaties uitgezonderd:
De eigenaar heeft in de, in het eerste lid onder de aanhef genoemde, woonruimte onzelfstandige woonruimte in gebruik gegeven aan ten hoogste twee personen, die geen deel uitmaken van zijn duurzame gemeenschappelijke huishouden. Het totaal aantal bewoners van de, in het eerste lid onder de aanhef genoemde, woonruimte bedraagt maximaal drie inclusief de eigenaar; of
Artikel 3. De vergunningaanvraag
Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
de gegevens over de beoogde situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs of verkoopprijs, het woonoppervlak, het aantal kamers, de bouwtekening of omgevingsvergunning in verband met de realisatie van de beoogde situatie, het aantal niet-openbare parkeerplaatsen dat ter beschikking staat aan de bewoners van de in de beoogde situatie te realiseren woonruimten.
Artikel 4. Voorwaarden en voorschriften
Artikel 6. Intrekking van de vergunning
In aanvulling op het bepaalde in artikel 26 van de wet kan een vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet ingetrokken worden als het gebruik van het gebouw, ten behoeve waarvan de vergunning verleend is, ernstige overlast of ernstig gevaar veroorzaakt.
Artikel 7. Vergunningplicht voor kadastraal splitsen
Woonruimten met een WOZ-waarde tot en met €250.000 gelegen in de artikel 1 van bijlage 1 genoemde delen van de gemeente, mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet gesplitst worden in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, lid 1 en 4, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek als een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte.
Artikel 8. De vergunningaanvraag
Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
de gegevens over de beoogde situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs of verkoopprijs, de bouwtekening of omgevingsvergunning in verband met de realisatie van de beoogde situatie, het aantal niet-openbare parkeerplaatsen dat ter beschikking staat aan de bewoners van de in de beoogde situatie te realiseren woonruimten.
Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden
Daar waar de Verordening niet in voorziet beslist burgemeester en wethouders.
Aan de eigenaar, die zijn woonruimte aantoonbaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening verhuurde, in de zin van artikel 2, eerste lid, onder b van deze verordening, wordt ingevolge deze Verordening een vergunning voor omzetten (kamerverhuur) voor onbepaalde tijd verleend, indien:
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019.
De griffier,
J.W. Scherpenzeel
De voorzitter,
C.H.J. Lamers
Op de volgende wijken van de gemeente Schiedam is het bepaalde in artikel 7 van de Verordening van toepassing:
De Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2016 is met ingang van 1 januari 2020 vervallen. Met deze Verordening kunnen we als gemeente sturen op de wijzigingen in de woonruimtevoorraad. Uitsluitend in deze verordening, voor de duur van vier jaar, kan de gemeenteraad regels geven met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimte en wijzigingen in de bestaande woonruimtevoorraad. Deze Verordening maakt onderdeel uit van de gemeentelijke Woonvisie, waarin de gewenste en noodzakelijke ontwikkelingen worden geschetst op het terrein van wonen voor de middellange termijn.
1.2 Waarom regels over de woonruimtevoorraad?
Een van de kernopgaven binnen de Woonvisie is het realiseren een gedifferentieerde, evenwichtige woningvoorraad. Een woningvoorraad die het voor Schiedammers mogelijk maakt een wooncarrière te maken en Schiedammers aan de stad bindt. En een woningvoorraad van een betere kwaliteit die bijdraagt aan leefbare woonbuurten. Het verbeteren en toekomstbestendig maken van de woningvoorraad is belangrijk omdat Schiedam groeit. Naar verwachting zowel in aantallen bewoners als huishoudens. Daarom bouwen we extra woningen om deze groei op te vangen. Naast de nieuwbouwopgave kijken we ook naar de bestaande woningvoorraad. Door deze intensiever te gebruiken vangen we een deel van de groei op. Het is echter van belang dat de nadelige effecten hiervan beperkt blijven. Zo wordt het door verkamering en bouwkundige splitsing van woningen voor gezinnen steeds lastiger om een woning te vinden. De regels in de Verordening maken het mogelijk om te sturen op de wijzigingen in de woningvoorraad. En de juiste woningen op de juiste plek te realiseren. Een uitgebreide onderbouwing van de noodzaak tot sturing in de woonruimtevoorraad is te vinden in de “Evaluatie Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2016”.
2. Artikelsgewijze toelichting
Dit hoofdstuk van de toelichting bevat een artikelsgewijze toelichting op de Verordening. In bepaalde andere gevallen wordt volstaan met een verwijzing naar de algemene toelichting of wordt een gedeelte van algemene toelichting herhaald.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 1, lid 1 onder f: definitie splitsen gewijzigd naar kadastraal splitsen. Dit om verwarring te voorkomen met bouwkundig splitsen.
Artikel 1, lid 1 onder l: de Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2016 gewijzigd naar de Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2020.
Artikel 1, lid 1 onder o: De peildatum van de WOZ-waarde, is gewijzigd van 2015 naar 2018.
Artikel 1, lid 2: Dit lid bepaalt wat met een duurzaam gemeenschappelijk huishouden wordt bedoeld.
Een duurzaam gemeenschappelijk huishouden houdt in dat twee of meer personen samen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en (financieel) voor elkaar zorgen. Zij vallen hierdoor buiten de vergunningplicht voor kamerbewoning vanaf 4 personen. In het huidige beleid is een uitzondering gemaakt voor bewoning van woningen t/m 3 personen in een niet duurzaam gemeenschappelijk huishouden. Om gezien te kunnen worden als een duurzaam huishouden, moet dit huishouden in het algemeen aan de volgende kenmerken voldoen:
Door de definitie aan te passen, is het helder en aan iedereen uitlegbaar aan welke regels voldaan moet worden.
Artikel 2. Vergunningplicht voor onttrekken, omzetten en woningvorming
In dit artikel wordt geregeld voor welke activiteit in de woningvoorraad een vergunningsplicht geldt. In de Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2016, was het samenvoegen van woningen nog vergunningplichtig voor bepaalde categorieën woonruimte. Deze vergunningplicht is geschrapt omdat de regels hiervoor niet meer nodig zijn. Het aantal aanvragen voor samenvoegingen is nagenoeg nihil. Daarnaast is het samenvoegen van woningen niet onwenselijk gezien de genoemde overwegingen in 1.2 (Waarom regels over de woningvoorraad?). Vergunningplicht voor onttrekken, samenvoegen, omzetten en woningvorming is daarom gewijzigd naar Vergunningplicht voor onttrekken, omzetten en woningvorming.
Artikel 2, lid 1: Dit lid bepaalt dat alle woonruimten gelegen in Schiedam, aangewezen worden waar niet zonder vergunning een activiteit zoals bedoeld in artikel 21 van de wet (onttrekken, omzetten en woningvorming) mag plaatsvinden. In de Verordening beheer woonruimtevoorraad Schiedam 2016 waren er prijs- en gebiedsgrenzen. Deze grenzen zijn losgelaten en de Verordening is van toepassing op alle woonruimten in de gemeente Schiedam. De vorige prijs- en gebiedsgrenzen hebben geleid tot een waterbedeffect. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van woningomzetting (kamerverhuur) en woningvorming naar gebieden die niet aangewezen werden. Gezien de dreigende eenzijdigheid van de woningvoorraad en het toenemend aantal initiatieven voor kleine woningen is meer sturing op de woningvoorraad gewenst. De vergunningplicht voor de hele voorraad voor woningvorming is noodzakelijk gezien dit niet gemakkelijk terug te draaien is. Woningvorming heeft een meer permanent karakter omdat er doorgaans meer bouwkundige ingrepen nodig zijn.
Voor woningomzetting (kamerbewoning) geldt er nog steeds een vrijstelling t/m 3 personen. Hiervoor is er dus geen vergunningplicht. In Oost en West geldt deze vrijstelling niet meer en is er een vergunningplicht t/m drie personen. Om de activiteiten te verduidelijken is er achter iedere omschrijving de activiteit zelf benoemd: achtereenvolgend onttrekken, omzetten en woningvorming.
Artikel 2, lid 2 en lid 3: hier is uitgelegd aan welke regels je moet voldoen om voor de vrijstelling t/m drie personen bij kamerbewoning in aanmerking te komen. Enkele zinnen zijn toegevoegd:
om te voorkomen dat er verwarrende situaties ontstaan, zoals een bewoning van een woonruimte van een gezin, die ook nog eens twee personen laten inwonen. Hierdoor wordt het maximale aantal van drie overschreden. Dit laatste is niet wenselijk: Het totaal aantal bewoners van de woonruimte bedraagt maximaal drie, inclusief de eigenaar.
om te voorkomen dat een gezin (duurzaam gemeenschappelijk huishouden) of samenwonend koppel vergunningplichtig wordt. Voor dit laatste geval is de volgende zin toegevoegd: De eigenaar heeft de woonruimte in gebruik gegeven aan maximaal twee personen die geen duurzaam gemeenschappelijk huishouden vormen, zonder er zelf te wonen.
Daarnaast komt men voor de vrijstelling in aanmerking als de woonruimte geen flat-of portiekwoning betreft. In Oost en West geldt geen vrijstelling t/m drie personen voor kamerbewoning.
Artikel 3. De vergunningaanvraag
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 4. Voorwaarden en voorschriften
De vergunning is persoons- en zaaksgebonden en is niet-overdraagbaar. Een uitzondering is overdracht onder algemene titel, bijvoorbeeld door vererving of fusie van een bedrijf, conform artikel 4 lid 4 van de verordening.
De vergunning vervalt als het pand door verkoop in andere handen komt. Een vergunninghouder kan de vergunning voor omzetten (kamerverhuur) niet meenemen naar een ander pand.
Artikel 5. Weigeringsgronden ten aanzien van onttrekken, omzetten en woningvorming
Artikel 5: Hier zijn drie aanvullende weigeringsgronden toegevoegd ten aanzien van omzetten en woningvorming. De vergunning voor omzetting (kamerverhuur) en woningvorming wordt geweigerd indien de woning zich in een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied bevindt. De benoemde gebieden zijn opgenomen in het Aanwijzingsbesluit ‘Aangewezen gebieden Verordening woonruimtevoorraad’ (de gebieden zijn terug te vinden in de bijlage). Hierdoor wegen we het aspect leefbaarheid mee in de beoordeling van vergunningaanvragen. Daarnaast is er bij woningomzetting (kamerverhuur) een minimale gebruiksoppervlakte van 18 m2 per persoon vereist en woningvorming minimale gebruiksoppervlakte per woning gehanteerd worden, namelijk 70 m2. Voorheen bedroeg dit 50 m2.
Artikel 3:1 Hier is splitsen gewijzigd in kadastraal splitsen. Dit gaat over de activiteit kadastraal splitsen, niet te verwarren met bouwkundig splitsen (woningvorming). De wijziging is doorgevoerd in de hoofdstuk aanduiding en in artikel 3:1, lid 1.
Artikel 6. Intrekking van de vergunning
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 7. Vergunningplicht voor kadastraal splitsen
Voor de activiteit kadastraal splitsen wordt er vastgehouden aan gebieds- en prijsgrenzen, namelijk een vergunningplicht in Oost, Zuid, West, Nieuwland en Groenoord. Wel wordt prijsgrens verhoogd van €200.000 naar €250.000, vanwege prijsstijgingen. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat nieuw ontstane VVE’s niet met achterstallig onderhoud van start gaan.
Artikel 8. De vergunningaanvraag
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 9. Weigeringsgronden ten aanzien van kadastraal splitsen
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 10. Bestuurlijke boete
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel regelt het overgangsrecht voor woonruimte die op basis van de Verordening 2016 buiten de vergunningplicht dan wel onder de vrijstelling viel, maar sinds de inwerkingtreding van deze Verordening vergunningplichtig is geworden.
Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel