Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2020
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten gemeente Midden-Groningen 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

19-12-2019

gmb-2019-320557

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2020

De raad van de Gemeente Midden-Groningen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2019;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten van de gemeente Midden-Groningen 2020.

 

 

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

  • 1.

    de algemene begraafplaats ‘De Stille Hof’, Knijpslaan te Hoogezand;

  • 2.

    de algemene begraafplaats ‘Knijpslaan Oost’, Knijpslaan te Hoogezand;

  • 3.

    de algemene begraafplaats ‘De algemene Noordooster’, Kerkstraat te Meeden;

  • 4.

    de algemene begraafplaats ‘Luppenhof’, Nieuweweg te Muntendam;

  • 5.

    de algemene begraafplaats ‘De Venne’, Kerkstraat te Muntendam;

  • 6.

    de algemene begraafplaats Noordbroek, Hoofdstraat te Noordbroek;

  • 7.

    de algemene begraafplaats Noordbroek, Pastorieweg te Noordbroek;

  • 8.

    de algemene begraafplaats Zuidbroek, Kerkstraat te Zuidbroek;

  • 9.

    de algemene begraafplaats ‘Vredehof’, Nieuweweg te Zuidbroek;

  • 10.

    de algemene begraafplaats Froombosch, Hoofdweg te Froombosch.

  • b.

    eigen graf of particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een

  • natuurlijke persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen

  • het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf waarop geen uitsluitend recht rust en waarbij de gemeente de

  • beschikking en de rechten over het graf houdt en primair bestemt voor degene die geen

  • voorzieningen heeft getroffen.

  • d.

    eigen urnengraf of particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan

  • een natuurlijke persoon of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht

  • is verleend tot:

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het doen verstrooien van as;

  • e.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten

  • en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • f.

    urnenamfitheater: een bouwwerk waar op consoles vaste urnen kunnen worden aangebracht;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van de as van één of meer personen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan

  • wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen

  • verstrooien;

  • j.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon het

  • uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken op een graf;

  • l.

    Beheersverordening: de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke

  • begraafplaatsen voor de gemeente Midden-Groningen, vastgesteld op 19 september 2019.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

 

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één

  • kist worden begraven.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze

  • verordening behorende tabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde

  • eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd onder 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

 

Artikel 8 Sluiting begraafplaats

Bij sluiting van de begraafplaats zal geen restitutie van betaalde rechten plaatsvinden over nog niet verstreken tijdvakken.

 

Artikel 9 De belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in de artikelen 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in de artikelen 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in de artikelen 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Artikel 10 De belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in de artikelen 5.3, 5.3.1, 18.2 en 18.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

 

Artikel 11 Tijdstip en termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 7, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

 

Artikel 12. Ruimen, opgraven en herbegraven

Voor het op aanvraag van rechthebbende ruimen van een graf of voor het op verzoek opgraven en/of herbegraven van een lijk worden de daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.

 

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

 

Artikel 15 Overgangsrecht

De ‘Verordening begrafenisrechten De Stille Hof 2018’ en de ‘Verordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan 2018’, vastgesteld op 25 september 2017 door de voormalige gemeente Hoogezand-Sappemeer; de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2018’, vastgesteld op 26 september 2017 door de voormalige gemeente Menterwolde; de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2018’, vastgesteld op 28 september 2017 door de voormalige gemeente Slochteren, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 16 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

 

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Midden-Groningen 2020”.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019,

Burgemeester, A. Hoogendoorn

Griffier, F.M. Bouwman

TARIEVEN

 

Tarieventabel behorende bij de begraafplaats ‘De Stille Hof’, Knijpslaan in Hoogezand

(artikel 1 lid a onder 1), artikel 1 tot en met 9.

 

H 1

Verlenen van rechten

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte wordt geheven:

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

€ 306,90

€ 613,85

€ 920,75

 

 

 

1.1.1

Voor verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 153,45

€ 306,90

€ 613,80

 

 

 

1.1.2

Voor het uitsluitend recht tot begraven voor de termijnen genoemd in artikel 1.1 en de verlenging van deze termijnen, indien het een begraving betreft in een daartoe aan te wijzen kindergrafruimte, wordt een bedrag geheven berekend naar de helft van de onder 1.1 en 1.1.1 genoemde bedragen, indien het een grafruimte betreft voor het begraven van een kind jonger dan de leeftijd van 12 jaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2

Voor het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn of ander voorwerp, bevattende as van een lijk na crematie, in de urnentuin wordt geheven

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

€ 66,50

€ 133,00

€ 199,50

 

 

 

1.2.1

Voor verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 51,15

€ 102,30

€ 204,60

 

 

 

1.3

Voor het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn of ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een nis van de urnenmuur of het urnenamfitheater wordt geheven

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

 

€ 409,20

€ 818,40

€ 1227,60

 

 

 

1.3.1

Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 204,60

€ 409,20

€ 818,40

 

 

 

1.4

Voor het uitsluitend recht tot het verkrijgen van een gedenkplaatje met naam en andere gegevens, op de daarvoor bestemde gedenkzuil, wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

 

€ 40,95

€ 81,90

€ 122,85

 

 

 

1.4.1

Voor elke verlenging wordt een recht geheven

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 28,10

€ 55,20

€ 112,40

 

 

 

 

H 2

Begraven

 

2.1

Het recht voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag, in een nieuw graf, inclusief het recht tot het plaatsen van een gedenkteken van

een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt

een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt

 

 

€ 521,80

€ 260,90

 

 

 

2.1.1

Het recht voor het begraven van een lijk op zaterdag, in een nieuw graf, inclusief het recht tot het plaatsen van een gedenkteken van

a. een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt

b. een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt

 

 

€ 920,80

€ 460,40

 

 

 

2.2

Het recht voor het begraven van een lijk op maandag tot en met vrijdag, in een reeds uitgegeven graf waarop reeds een gedenkteken is geplaatst, van

een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt

een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt

 

 

€ 440,00

€ 220,00

 

 

 

2.2.1

Het recht voor het begraven van een lijk op zaterdag, in een reeds uitgegeven graf waarop reeds een gedenkteken is geplaatst, van

a. een persoon van 12 jaar en ouder bedraagt

b. een kind beneden de leeftijd van 12 jaar bedraagt

 

 

€ 767,30

€ 383,65

 

 

 

2.3

Een graf kan worden gereserveerd. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht.

 

 

 

 

H 3

 

H 4

Vervallen

 

Bijzetten van asbussen en urnen

 

4.1

Het recht voor het bijzetten van een urn of een ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een daarvoor bestemde nieuwe urnenruimte of in het urnenamfitheater bedraagt

 

 

€ 97,20

 

 

 

4.1.1

Voor het recht voor het bijzetten in een grafruimte is het vermelde onder 2.1 en 2.2 van toepassing

 

 

 

 

4.1.2

Het recht voor het gelijktijdig bijzetten van een urn of een ander voorwerp, bevattende de as van een lijk na crematie, in een daarvoor reeds uitgegeven urnenruimte bedraagt

 

 

€ 51,15

 

 

 

4.1.3

Voor het verstrooien van as op de begraafplaats

€ 51,15

 

 

 

 

H 5

Grafbedekking en onderhoud

 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheersverordening, wordt geheven:

 

 

 

 

5.1.1

Voor het plaatsen of het vervangen van een gedenkteken op een reeds eerder uitgegeven grafruimte

 

€ 81,85

 

 

 

5.1.2

Voor het plaatsen of aanbrengen van een opstal op een reeds eerder uitgegeven kindergrafruimte of urnenruimte

 

€ 42,95

 

 

 

5.1.3

Voor de aanleg van een grafkelder

€ 255,80

 

 

 

5.1.4

Voor het plaatsen van een tijdelijke grafmarkering, die direct na het begraven wordt geplaatst, wordt geen bedrag in rekening gebracht.

 

 

 

 

5.2

Het recht voor het vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats bedraagt:

 

 

5.2.1

Indien het onder 5.2 genoemde recht betreft de grafruimte, die is uitgegeven:

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

€ 753,00

€ 1.506,00

€ 2.259,00

 

 

 

5.2.1.1

Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 376,50

€ 753,00

€ 1.506,00

 

 

 

5.2.2

Indien het onder 5.2 genoemde recht betreft een kindergrafruimte of een ruimte voor het bijzetten van een urn of vaas, die is uitgegeven:

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

€ 376,50

€ 753,00

€ 1.129,50

 

 

 

5.2.2.1

Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 188,25

€ 376,50

€ 753,00

 

 

 

5.2.3

Het recht voor het vanwege de gemeente schoonhouden en onderhouden van de nis in de urnenmuur bedraagt, indien de urnennis is uitgegeven:

a. voor de tijd van 10 jaar

b. voor de tijd van 20 jaar

c. voor de tijd van 30 jaar

 

 

€ 261,90

€ 523,80

€ 785,70

 

 

 

5.2.3.1

Voor elke verlenging wordt een recht geheven van

a. voor de tijd van 5 jaar

b. voor de tijd van 10 jaar

c. voor de tijd van 20 jaar

 

€ 130,95

€ 261,90

€ 523,80

 

 

 

5.3

Voor het door de gemeente onderhouden van de begraafplaats, van de vóór 1 januari 1989 uitgegeven grafruimten, wordt een jaarlijks recht geheven van

 

 

€ 75,30

 

 

 

5.3.1

Indien het onder 5.3 genoemde recht, een kindergrafruimte betreft of een ruimte voor het bijzetten van een urn of vaas, wordt een jaarlijks recht geheven van

 

 

€ 34,75

 

 

 

5.3.2

 

 

 

 

 

H 6

 

Voor de afkoop van het recht voor het jaarlijkse onderhoud van de onder de nummers 5.3 en 5.3.1 genoemde bedragen, worden de onder de 5.2.1 en 5.2.2 genoemde bedragen geheven.

Voor de afkoop over een kortere periode dan 10 jaar wordt een evenredig deel geheven van de onder nummers 5.2.1 en 5.2.2 genoemde bedragen.

 

Vervallen

 

 

 

 

H 7

Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van een ruimte als bedoeld in deze tabel ten name van rechthebbende wordt een recht geheven van

 

€ 4,05

 

 

 

 

H 8

Ruimen, opgraven, herbegraven

 

8.1

Wanneer op verzoek wordt geruimd of opgegraven en herbegraven,

worden de daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.

 

 

 

 

H 9

Overige heffingen

 

9.1

De in deze tabel genoemde rechten voor het begraven of bijzetten worden met 50% verhoogd, indien de begraving of de bijzetting geschiedt buiten de tijd, dat de begraafplaats volgens de Beheersverordening voor het begraven geopend is, tenzij de begraving plaatsvindt op last van de overheid, of de begraving door omstandigheden onafhankelijk van de wil van belanghebbende niet op de normale openingstijden kan plaatsvinden.

 

 

9.2

Luiden van de klok tijdens de plechtigheid

€ 27,60

 

 

Tarieventabel behorende bij de begraafplaats ‘Knijpslaan Oost’, Knijpslaan in Hoogezand

(artikel 1 lid a onder 2), artikelen 10 tot en met 14

 

H 10 Tarieven grafruimten

10.1

 

 

 

 

 

 

 

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot begraven in een eigen graf wordt geheven voor de tijd van 20 jaar:

a. in een grafruimte vallend onder afdeling A

b. in een grafruimte vallend onder afdeling B

c. in een grafruimte vallend onder afdeling C

d. in een grafruimte vallend onder afdeling D

 

 

€ 30,60

€ 15,30

€ 7,55

€ 5,00

H 11Begraafrechten

11.1 Het recht voor het begraven van een lijk, indien dit geschiedt op maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 15.00 uur bedraagt:

a. van een persoon van 12 jaar en ouder € 440,00 b. van een kind jonger dan 12 jaar € 220,00

 

11.2 Het recht voor het begraven van een lijk wordt met 50% verhoogd indienen het begraven geschiedt, anders dan op last van de burgemeester of de rechterlijke macht of op medisch advies, op andere dan in artikel 11.1 genoemde perioden.

 

11.3 Het recht voor het begraven van een lijk wordt met 100% verhoogd indienen het begraven geschiedt, anders dan op last van de burgemeester of de rechterlijke macht of op medisch advies, op een zondag, tenzij drie zondagen (feestdagen) op elkaar volgen.

 

 

H 12Plaatsen voorwerpen

12.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen

van de voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheersverordening,

wordt geheven € 85,45

 

 

H 13Aanleg grafkelder

13.1 Voor het aanleggen van een grafkelder wordt een recht geheven van € 255,80

 

 

H 14Onderhoud

14.1 Voor het van gemeentewege onderhouden van een graf gedurende een

nader overeen te komen periode, wordt een recht per jaar geheven van € 9,60

 

 

Tarieventabel behorende bij de begraafplaatsen in Muntendam, Noordbroek en Zuidbroek (artikel 1 lid a onder 3 tot en met 9), artikelen 15 tot en met 21

 

H 15 Verlenen van rechten

15.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

voor een periode van 10 jaar € 425,60

voor een periode van 20 jaar € 851,20

voor een periode van 30 jaar € 1.276,80

 

15.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

a. voor een periode van 10 jaar € 240,00

b. voor een periode van 20 jaar € 480,00

c. voor een periode van 30 jaar € 720,00

 

15.3 Voor het verlenen van het recht op een urnennis voor een periode van vijf jaar wordt

geheven € 400,00

 

15.4 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in artikel 15.1 en 15.2

wordt geheven:

a. voor een periode van 5 jaar € 212,80

b. voor een periode van 10 jaar € 425,60

c. voor een periode van 20 jaar € 851,20

 

15.5 Voor het verlengen van de rechten bedoeld in artikel 15.3 met vijf jaar wordt een recht

geheven gelijk aan het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van die rechten.

 

 

H 16Begraven

16.1 Voor het begraven van een lijk wordt geheven:

a. van een persoon van 12 jaar of ouder € 563,20

b. van een kind jonger dan één jaar € 250,20

c. van een kind ouder dan één jaar en jonger dan 12 jaar € 312,85

 

16.2 Voor het begraven op maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot en met 8.30 uur,

op zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdagen worden de rechten bedoeld

in artikel 16.1 verhoogd met 50%.

 

 

H 17Bijzetten van asbussen en urnen

17.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

a. in een urnennis € 112,60

b. op een urnengraf € 112,60

c. in een urnengraf € 375,25

d. op een eigen graf € 112,60

e. in een eigen graf € 375,25

 

 

H 18Grafbedekking en onderhoud

18.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen

van voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheersverordening, wordt geheven:

a. voor de aanleg van een grafkelder € 250,20

b. voor het plaatsen van een gedenkteken, kruis of zerk € 250,20

c. voor het aanleggen van een graftuin of andere beplantingen € 250,20

 

18.2 Voor het van gemeentewege onderhouden van de voorwerpen, bedoeld in

artikel 18.1, wordt geheven per jaar:

a. voor een grafkelder € 87,40

b. voor een gedenkteken, kruis of zerk € 87,40

c. voor een graftuin of andere beplantingen € 87,40

 

18.3 Voor het van gemeentewege onderhouden van een grafruimte, daaronder niet

begrepen het onderhoud van voorwerpen bedoeld in hoofdstuk 5 van de

Beheersverordening, wordt geheven per grafruimte per jaar:

a. voor een eigen graf € 100,00

b. voor een eigen urnengraf € 75,00

c. voor een urnennis € 62,30

 

H 19Lijkschouwing

19.1 Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer

wordt geheven € 124,95

 

H 20Inschrijven en overboeken

20.1 Voor het inschrijven en overboeken wordt geheven van:

a. eigen graven in een daartoe bestemd register € 12,20

b. eigen urnengraven in een daartoe bestemd register € 12,20

c. urnennissen in een daartoe bestemd register € 12,20

 

 

H 21Opgraven, ruimen en verstrooien

21.1 Voor het opgraven van een lijk of de overblijfselen wordt geheven € 788,70

 

21.2 Voor het na opgraven opnieuw begraven wordt geheven:

a. in hetzelfde graf € 392,95 b. in een ander graf € 563,20

 

21.3 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

a. uit een urnennis € 87,40

b. vanaf een urnengraf € 87,40

c. uit een eigen urnengraf € 250,20

d. vanaf een eigen graf € 87,40

e. uit een eigen graf € 250,20

 

21.4 Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 87,40

 

21.5 Voor het ruimen van het graf op verzoek van belanghebbende wordt

geheven € 788,70

 

21.6 Voor het verstrooien van as op een verstrooingsplaats wordt per asbus

geheven € 87,40

 

21.7 Voor het na ruiming van een graf afzonderen van de overblijfselen van

een lijk ten behoeve van crematie of herbegraven, wordt geheven € 87,40

 

 

Tarieventabel behorende bij de begraafplaats in Froombosch (artikel 1 lid a onder 10), artikelen 22 tot en met 26

 

H 22 Verlenen van rechten

22.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

a. voor een periode van 10 jaar € 406,80

b. voor een periode van 20 jaar € 813,60

c. voor een periode van 30 jaar € 1.220,40

 

22.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

a. voor een periode van 10 jaar € 203,40

b. voor een periode van 20 jaar € 406,80

c. voor een periode van 30 jaar € 610,20

 

H 23Begraven

23.1 Voor het begraven van een lijk wordt geheven:

a. van een persoon van 12 jaar of ouder € 355,90

b. van een kind jonger dan 12 jaar € 177,95

 

 

H 24Bijzetten van asbussen en urnen

24.1 Voor het bijzetten van een asbus of een urn wordt geheven € 50,85

 

 

H 25Grafbedekking en onderhoud

25.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen

van voorwerpen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Beheersverordening,

wordt geheven: € 50,85

 

 

H 26Inschrijven en overboeken

26.1 Voor het inschrijven en overboeken van een particulier graf, urnengraf of

gedenkplaats in een daartoe bestemd register wordt geheven € 25,40

 

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2019.

 

De griffier van de gemeente Midden-Groningen,

F.M. Bouwman