Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venray

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Venray houdende regels omtrent de Participatieraad sociaal domein (Verordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenray
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Venray houdende regels omtrent de Participatieraad sociaal domein (Verordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020)
CiteertitelVerordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening Participatie sociaal domein gemeente Venray 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 150, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 47 van de Participatiewet
  3. artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  4. artikel 2.10 van de Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

29-10-2019

gmb-2019-320541

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Venray houdende regels omtrent de Participatieraad sociaal domein (Verordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020)

de raad van de gemeente Venray;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2019;

 

Gelet op artikel 150 lid 1 van de gemeentewet,

en artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

 

BESLUIT vast te stellen: de Verordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      Belanghebbenden: inwoners van de gemeente Venray die hun kennis, ervaring en ideeën willen inbrengen ten behoeve van vraagstukken in het sociaal domein.

    • b)

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray;

    • c)

      Participatie: de wijze waarop het college inwoners en cliënten die bij het college kenbaar maken dat zij mee willen denken op basis van hun interesse, kennis en ervaring, betrekt bij beleidsvorming, -uitvoering en –evaluatie op basis van de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet en hiermee samenhangende vraagstukken in het sociaal domein.

    • d)

      Participatieagenda: jaarlijks op te stellen overzicht van de onderwerpen waarop in het betreffende jaar het formele adviesrecht van de Participatieraad betrekking heeft en dat, gevoed door ideeën en signalen van inwoners dient als leidraad voor de vraagstukken waarop de Participatieraad in samenwerking met de ambtelijke organisatie in dat jaar uitvoering geeft aan haar opdracht.

    • e)

      Participatieraad: het door het college ingestelde orgaan dat het college inhoudelijk adviseert over onderwerpen op de participatieagenda en over het vroegtijdig betrekken van belanghebbenden bij vraagstukken die spelen binnen het sociaal domein.

    • f)

      Participatievorm: de voor de duur van een beleidstraject of project gewenste samenwerkingsvorm afhankelijk van het vraagstuk en de belanghebbenden die bereikt moeten worden.

    • f

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Venray;

    • g)

      Sociaal domein: de domeinen waarop de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet betrekking hebben en alle hiermee samenhangende beleidsterreinen, zoals sport, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, schulddienstverlening en sociaal cultureel werk.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet.

Artikel 2. Doel en invulling van participatie

  • 1.

    Het doel van participatie is het stimuleren van brede en vroegtijdige betrokkenheid van belanghebbenden bij vraagstukken in het sociaal domein.

  • 2.

    Het college organiseert en faciliteert participatie dusdanig dat vroegtijdige en brede betrokkenheid mogelijk is op een bij het vraagstuk passende wijze en waarbij het perspectief van belanghebbenden zichtbaar wordt gemaakt in de besluitvorming van het college en de raad.

  • 3.

    Om invulling te geven aan participatie in het sociaal domein installeert het college een Participatieraad.

Artikel 3. Taken en bevoegdheden Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad heeft de volgende (kern)taken:

    • a)

      het gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeente over het beter, eerder en breder betrekken van belanghebbenden bij de planvorming. Hierin wordt samen opgetrokken met de ambtelijk verantwoordelijken;

    • b)

      het betrokken worden bij het gehele proces van startnotitie tot beleidsnota;

    • c)

      het inhoudelijk adviseren van de in overleg opgestelde participatieagenda;

    • d)

      Ongevraagd initiatief te ontplooien of maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht te brengen van het college en of de gemeenteraad.

  • 2.

    Het college stelt in afstemming met de Participatieraad jaarlijks een participatieagenda op die dient als leidraad voor de vraagstukken waarop de Participatieraad in samenwerking met de ambtelijke organisatie uitvoering geeft aan haar opdracht en waarop het formele adviesrecht betrekking heeft.

  • 3.

    Het concept van de participatieagenda wordt jaarlijks voorgelegd aan de commissie Leven.

  • 4.

    De Participatieraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die individuele inwoners betreffen. Evenmin kan worden geadviseerd op het gebied van de gemeentelijke bedrijfsvoering en financiën.

Artikel 4. Samenstelling van de Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad bestaat uit maximaal 12 leden.

  • 2.

    De leden van de Participatieraad wijzen uit hun midden een voorzitter en een secretaris aan.

  • 3.

    De Participatieraad bestaat uit diverse inwoners van de gemeente Venray die representatief zijn voor de Venrayse samenleving met inhoudelijke kennis en een aantoonbaar netwerk binnen het sociaal domein.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de Participatieraad hebben geen directe betrokkenheid of binding met het bestuur van de gemeente, waaronder ook begrepen leden van een commissie(pool) of leden van de gemeenteraad.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de Participatieraad is niet verenigbaar met het werkzaam zijn bij de gemeente Venray, het werkzaam zijn in een leidinggevende of beleidsfunctie bij een zorgaanbieder of bij een professionele instelling waar de gemeente een subsidierelatie en/of contract mee heeft.

  • 6.

    De Participatieraad beschikt in combinatie van leden over de competenties die nodig zijn om het college inhoudelijk te adviseren en in samenspraak met de ambtelijke organisatie de beoogde werkwijze te ontwikkelen.

  • 7.

    De leden van de Participatieraad zijn verplicht tot geheimhouding conform artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht.

  • 8.

    Het staat de Participatieraad vrij om hun werkkracht te versterken door het aanleggen van een ‘flexibele schil’ van deskundigen. Op de deelnemers in de flexibele schil is lid 7 en artikel 7, lid 2 niet van toepassing.

Artikel 5. Benoeming en ontslag leden van de Participatieraad

  • 1.

    De Participatieraad werft en selecteert nieuwe leden op basis van een door het college opgesteld profiel.

  • 2.

    Het college benoemt de leden van de Participatieraad op voordracht van de Participatieraad.

  • 3.

    Het college kan de voordracht gemotiveerd weigeren als er ernstige bezwaren bestaan tegen het voorgedragen lid of besluiten een lid van de Participatieraad te ontslaan als tegen dat lid ernstige bezwaren opkomen.

  • 4.

    De leden van de Participatieraad worden bij de start van de Participatieraad per 2020 eenmalig door het college geworven, geselecteerd middels een selectiecommissie en benoemd op basis van het in lid 1 genoemde profiel.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar. Herbenoeming voor een periode van maximaal vier jaar is mogelijk.

  • 6.

    De Participatieraad stelt een rooster van aftreden op, met dien verstande dat de voorzitter en secretaris nooit gelijktijdig zullen aftreden.

Artikel 6. Werkwijze advisering

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de Participatieraad wordt betrokken bij de voorbereiding-, ontwikkeling- en evaluatie van beleid en regelgeving op de in de participatieagenda benoemde onderwerpen door:

    • a)

      de Participatieraad de gelegenheid te bieden kennis en ervaring in te brengen tijdens het gehele proces van beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling en -evaluatie;

    • b)

      conceptvoorstellen voor beleid en regelgeving met verzoek om advies voor te leggen aan de Participatieraad.

  • 2.

    Een advies zoals bedoeld in lid 1 sub b wordt op een zodanig tijdstip gevraagd en gegeven, dat het nog van invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 3.

    De vraag om advies wordt begeleid door de aan het voorgestelde besluit ten grondslag liggende stukken en andere relevante informatie inclusief de planning van het besluitvormingsproces.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat het perspectief van belanghebbenden in de beleidsontwikkeling zichtbaar wordt gemaakt en betrekt het advies van de Participatieraad zichtbaar bij de besluitvorming. Indien het college afwijkt van het advies van de Participatieraad, dan wordt dit bij het voorstel vermeld en beargumenteerd. Bij de onderwerpen waarop conform de participatieagenda het formele adviesrecht van toepassing is wordt het advies van de Participatieraad en de reactie hierop van het college bij het voorstel gevoegd indien dat wordt voorgelegd aan de raad.

Artikel 7. Ondersteuning en vergoedingen

  • 1.

    Het college stelt middelen ter ondersteuning van de Participatieraad beschikbaar. Hiertoe:

    • a)

      stelt het college vergaderruimte beschikbaar in het gemeentehuis voor de Participatieraad;

    • b)

      zorgt het college voor een ambtelijk aanspreekpunt voor de Participatieraad;

    • c)

      stelt het college een uitvoeringsbudget beschikbaar voor de Participatieraad voor kosten in het kader van deskundigheidsbevordering, bijwonen studiedagen of symposia, en voorlichting en PR.

  • 2.

    Leden van de Participatieraad ontvangen een nader door het college te bepalen vergoeding.

  • 3.

    Jaarlijks voor 1 april, met ingang van 2021, brengt de Participatieraad aan het college verslag uit van haar activiteiten en bevindingen in het voorgaande jaar. Daarbij wordt tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde uitvoeringsbudget. Budget dat niet in het betreffende jaar is besteed vloeit terug naar de algemene middelen van de gemeente.

Artikel 8. Evaluatie

Het college evalueert voor het eerst na twee jaar of de werkwijze voldoet met het oog op de in artikel 2 genoemde doelstellingen en de in artikel 3 lid 1 genoemde (kern)taken. Vervolgens vindt evaluatie in principe elke 4 jaar plaats.

Artikel 9. Bestuurlijk overleg

Er vindt tenminste éénmaal per jaar een overleg plaats tussen de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) en de Participatieraad. Agendapunten voor dit overleg kunnen door zowel de Participatieraad als de gemeente worden aangeleverd.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen

  • 1.

    In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college, na de Participatieraad te hebben gehoord.

  • 2.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen over de uitvoering van deze verordening na overleg met de Participatieraad.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Participatie sociaal domein gemeente Venray 2015.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als de “Verordening Participatieraad sociaal domein gemeente Venray 2020”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Venray op 29 oktober 2019,

De raad voornoemd,

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting

In mei 2019 is de beleidsnotitie ‘Vernieuwing inwoner- en cliëntenparticipatie sociaal domein’ vastgesteld door de gemeenteraad van Venray. Middels deze verordening geeft de gemeente vorm aan de beoogde nieuwe werkwijze. In de beleidsnotitie wordt de noodzaak van het verder werken aan de cultuuromslag benadrukt. De nieuwe werkwijze en bijbehorende cultuurverandering vraagt tijd, (nieuwe) kennis en vaardigheden en ruimte voor experiment. Het is niet de bedoeling om met deze verordening de nieuwe werkwijze volledig ‘dicht te timmeren’. Van belang is dat de belangrijkste basisspelregels voor alle partijen duidelijk zijn vastgelegd. De manier waarop de nieuwe werkwijze vervolgens vorm krijgt, zal samen met de nieuwe Participatieraad ingevuld moeten worden.

 

Toelichting bij artikelen:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel omvat de definities van de in deze verordening gebruikte begrippen en behoeft geen nadere toelichting.

 

 

Artikel 2. Doel en invulling van participatie

Gemeenten zijn wettelijk verplicht om gebruikers van voorzieningen op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Jeugdwet en de Participatiewet in de gelegenheid te stellen om hun kennis en ervaring in te brengen op het gebied van ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid. Geen van de wetten verplicht tot het instellen van een standaard overlegorgaan. De manier waarop gemeenten dit organiseren staat vrij, mits bij verordening geregeld is hoe de doelgroep daartoe in staat wordt gesteld. Wij gaan uit van een brede definitie van het sociaal domein. Naast de wettelijke verplichtingen kiest de gemeente Venray bewust voor participatie op het brede sociale domein. De Participatieraad is dus actief op alle beleidsvelden zoals genoemd in artikel 1 lid 1 sub g. De werkwijze in Venray voldoet aan meer dan de wettelijke verplichting, doordat beoogd wordt om meer inwoners zo vroeg mogelijk te betrekken. We zien alle inwoners als adviseurs. Dit kunnen inwoners zijn die een beroep doen op een maatwerkvoorziening, als mantelzorger betrokken zijn of anderszins hun kennis, ervaring en ideeën willen inbrengen ten behoeve van vraagstukken in het sociaal domein. Om die reden spreken we in de verordening over belanghebbenden.

De gemeente Venray wil steeds meer inzetten op interactie met de omgeving en luisteren naar ideeën van inwoners over een concreet onderwerp. Hiervoor bestaat geen vaste formule. De bedoeling is om afhankelijk van het onderwerp, de meest passende vorm van participatie te organiseren. De Participatieraad zal de gemeente hierbij ondersteunen en hierin samen optrekken.

 

Artikel 3. Taken en bevoegdheden Participatieraad

Lid 1

De Participatieraad en de ambtelijke organisatie zoeken in samenspraak met elkaar naar een passende werkwijze om belanghebbenden te betrekken, afhankelijk van het vraagstuk en de doelgroep. De inbreng van belanghebbenden kan op diverse wijzen plaatsvinden. Van een tijdelijke projectgroep tot een digitale peiling, tot een expertmeeting etc. In de opstartfase is extra aandacht nodig voor het opbouwen van een netwerk ten behoeve van de doelgroep jeugd, gelet op het feit dat voor jeugd nog geen vorm van structurele participatie voorhanden en georganiseerd is. Voor de onderwerpen op de Participatieagenda geldt dat de Participatieraad altijd gedurende het gehele beleidsproces wordt betrokken. Voor de onderwerpen op de Participatieagenda geldt het formele adviesrecht van de Participatieraad. Op deze onderwerpen zal dus altijd een advies worden gevraagd aan de Participatieraad.

De Participatieraad kan op vraagstukken waar zij dit wenselijk vindt ook zelf participatie inrichten door op een actieve wijze signalen en relevante informatie te verzamelen en een advies uit te brengen. Dit wordt beschouwd als het zogenaamde ‘ongevraagde’ advies.

 

Artikel 4. Samenstelling van de Participatieraad

Lid 3

Voor de werving van leden van de Participatieraad wordt een profiel opgesteld. Mensen worden uitgenodigd te solliciteren als ze interesse hebben om lid te worden van de Participatieraad en van mening zijn dat ze passen in het opgestelde profiel. Als kerncompetenties voor leden van de Participatieraad geldt dat zij inhoudelijke kennis hebben en een integrale visie op het sociaal domein en dat zij in staat zijn om een actief netwerk aan te boren of op te bouwen van belanghebbenden die hun kennis en ervaring kunnen inzetten.

 

Lid 6

Er wordt niet beoogd dat de Participatieraad vertegenwoordigers van alle beoogde doelgroepen omvat. Wel wordt bij de samenstelling van de Participatieraad in het oog gehouden dat deze in combinatie van leden in staat is om de beoogde doelgroepen en belanghebbenden te bereiken en te motiveren.

 

Lid 8

Informatie wordt altijd eerst gedeeld met leden van de Participatieraad. Zij hebben een geheimhoudingsplicht en moeten dus afwegen welke informatie zij delen met de flexibele schil. Voor het verrichten van werkzaamheden in de flexibele schil is geen vergoeding beschikbaar.

 

De overige leden van dit artikel spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 5. Benoeming en ontslag leden van de Participatieraad

Dit artikel schetst de gebruikelijke werkwijze voor het werven, benoemen en ontslaan van leden van de Participatieraad. De nieuwe Participatieraad moet nog geheel gevormd worden. Hiervoor stelt het college eenmalig een onafhankelijke commissie aan, die de leden selecteert op basis van een door het college opgesteld profiel. Benoeming geschiedt door het college op voordracht van de selectiecommissie. Een voorwaarde voor leden van de Participatieraad is dat zij een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen overleggen.

 

Artikel 6. Werkwijze advisering

Lid 2

Het is van belang dat de Participatieraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is.

 

Lid 4

Het is van belang dat aan belanghebbenden gedurende het participatietraject, van begin tot eind, helder wordt gecommuniceerd wat er met de resultaten gedaan wordt. Bij de onderwerpen op de participatieagenda wordt in adviesnota’s voor college en raad in de communicatie paragraaf omschreven of en hoe participatie heeft plaatsgevonden. Indien geen participatie heeft plaatsgevonden, wordt omschreven waarom niet. Het proces en het resultaat wordt in het advies samengevat. Op die manier wordt door het college zichtbaar gemaakt hoe het perspectief van belanghebbenden bij de ontwikkeling van het beleidsvoorstel is betrokken.

 

De overige leden van dit artikel spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 7. Ondersteuning en vergoedingen

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de Participatieraad wordt gefaciliteerd. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de Participatieraad. De ambtelijk contactpersoon van de Participatieraad fungeert als eerste aanspreekpunt voor de Participatieraad en zorgt er onder meer voor dat het bestuurlijk overleg als bedoeld in artikel 9 plaatsvindt.

 

Artikel 8. Evaluatie

Over 2 jaar, dat wil zeggen voor 1 juli 2022, wordt de nieuwe werkwijze voor het eerst geëvalueerd. Het uitvoeren van de evaluatie zal worden uitbesteed. Evaluatie vindt plaats op in ieder geval de volgende onderdelen:

  • a)

    Zichtbaarheid en toegankelijkheid van de Participatieraad

  • b)

    Samenstelling en competenties van de Participatieraad

  • c)

    Werkwijze en samenwerking (met: ambtelijke organisatie, bestuur/politiek, maatschappelijk middenveld)

  • d)

    Kwaliteit van signaleren en adviseren

  • e)

    Ondersteuning en vergoedingen

De evaluatiecriteria zullen voor 1 januari 2021 voor advies worden voorgelegd aan de commissie Leven. Eventuele verbeterpunten uit de evaluatie worden gezamenlijk geformuleerd.

 

Artikelen 9 t/m 12

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.