Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2024 | 01-01-2024 | artikel 1.1, 4.2, 4.2a, 4.3, 4.4, 5.4, 5.6, 5.7, 5.8, 5.10, 5.14, 5.15, 5.16, 5.17, 5.17a, 6.2 | 23-01-2024 | ||
01-01-2020 | 10-02-2024 | nieuwe regeling | 17-12-2019 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2019, nr. 72;
gehoord de commissie Samenleving van 4 december 2019;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4 eerste tot en met het vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de artikelen 3.8, tweede lid en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is, niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten en voor de cliënt ook daadwerkelijk beschikbaar is, financieel gedragen kan worden en adequate compensatie biedt;
Beschermd thuis: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een inwoner afgestemd geheel van diensten en activiteiten in het kader van intensieve ambulante individuele (woon-) begeleiding. Bedoeld voor personen met langdurige psychiatrische, psychische of psychosociale problemen, of een combinatie daarvan met een verstandelijke beperking of gedragsstoornissen, die niet volledig in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving c.q. niet geheel zelfstandig kunnen wonen. Deze intensieve ambulante individuele begeleiding is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. De individuele begeleiding kan, indien nodig, aangevuld worden met een vorm van dagbesteding (begeleiding groep). Beschermd thuis kan in die zin zowel begeleiding groep als begeleiding individueel omvatten waarbij begeleiding groep altijd aanvullend is op begeleiding individueel en niet los van begeleiding individueel kan worden ingezet. De maatwerkvoorziening Beschermd thuis wordt ingezet bij de afschaling van beschermd wonen naar zelfstandig (begeleid) wonen of ter voorkoming van opname in een beschermd wonen voorziening (opschaling). Daartoe behoort eveneens, in geval van individuele begeleiding, het bieden van 24-uurs bereikbaarheid van de begeleiding en deels planbare en deels onplanbare begeleiding;
Beschermd wonen: wonen en verblijf in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend 24-uurs toezicht en begeleiding in de directe nabijheid, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (artikel 1.1.1 Wmo 2015);
Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Kortdurend verblijf: de noodzakelijke ontlasting van de persoon die gebruikelijke zorg of mantelzorg verleent aan een persoon met een beperking aangewezen op permanent toezicht en / of 24 uur per dag zorg in de nabijheid middels het laten verblijven van mensen met een beperking gedurende maximaal drie etmalen buitenshuis, tot een maximum van 52 etmalen op jaarbasis;
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
Professionele dienstverlener: Een entiteit of dienstverlener (zelfstandige zonder personeel) die beroepsmatig zorg, maatschappelijke en / of aanpalende diensten aanbiedt aan cliënten. Van een beroepsmatig aanbod van diensten zoals genoemd in de eerste zin, is sprake wanneer de entiteit of dienstverlener (zelfstandige zonder personeel) staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en daarnaast uit overige feiten en omstandigheden blijkt dat de entiteit of de dienstverlener als onderneming respectievelijk als ondernemer kan worden aangemerkt;
HOOFDSTUK 2 PROCEDURE MAATWERKVOORZIENING EN TEGEMOETKOMING VOOR MEERKOSTEN
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het meldingsonderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundige(n) (namens het college) en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger(s) en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of de samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
HOOFDSTUK 3 TE BEREIKEN RESULTATEN
Artikel 3.1 De te bereiken resultaten
Artikel 3.2 Nadere regels in verband met de uitwerking van de te bereiken resultaten
Het college kan in nadere regels de objectieve norm stellen waaraan de kernactiviteiten, en/of taken en indien noodzakelijk de frequentie moeten voldoen. In verband met de bepaling en uitwerking van wat een schoon en leefbaar huis omvat, zoals genoemd in artikel 3.2, tweede lid, sub 1, hanteert het college een normenkader gebaseerd op de NEN 2075:2000.
HOOFDSTUK 4 CRITERIA MAATWERKVOORZIENING
Artikel 4.1 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. Hierbij wordt rekening gehouden met de uitkomsten van het meldingsonderzoek zoals beschreven in artikelen 2.1 tot en met 2.6 van de verordening.
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. De maatwerkvoorziening levert, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 4.2 Criteria specifieke maatwerkvoorzieningen
De maatwerkvoorziening HO wordt ingezet ter realisatie van het te bereiken resultaat “voeren van een huishouden” en het meest in het bijzonder een “schoon en leefbaar huis” en “schone en draagbare kleding” zoals gesteld in artikel 3.1. Een schoon huis betekent dat de leefvertrekken schoon moeten zijn volgens algemeen gebruikelijke hygiënische normen. Leefbaar staat voor opgeruimd en functioneel.
De maatwerkvoorziening Primaire levensbehoeften wordt ingezet ter realisatie van het te bereiken resultaat “voeren van een huishouden” en meer in het bijzonder “het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften” en ”het bereiden en neerzetten van de maaltijden” zoals gesteld in artikel 3.1.
De maatwerkvoorziening kortdurend verblijf wordt ingezet ter noodzakelijke ontlasting van de persoon die gebruikelijke zorg of mantelzorg verleent zodat deze de zorg langer kan volhouden. Kortdurend verblijf heeft tot doel de cliënt in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te wonen zoals gesteld in artikel 3.1, lid 5 onder a.
De intramurale maatwerkvoorziening beschermd wonen wordt ingezet ter realisatie van één of meerdere resultaten zoals gesteld in artikel 3.1 in lid 5 en 6. Voor de maatwerkvoorziening beschermd thuis gelden dezelfde te behalen resultaten waarbij de maatwerkvoorziening wordt ingezet ter voorkoming dan wel afschaling van beschermd wonen (artikel 3.1 lid 5 onder a).
Het college verstrekt de voorzieningen opvang en beschermd wonen en beschermd thuis volgens het daartoe vastgesteld beleid van gemeente Helmond, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en/of beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van deze gemeente.
Artikel 4.3 Weigeringsgronden maatwerkvoorziening
Een gevraagde voorziening wordt niet toegekend of een gevraagde voorziening wordt afgewezen:
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de persoon met beperkingen of problemen voorafgaand aan het moment van beschikken op de aanvraag heeft gemaakt, tenzij het college vooraf uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven, of als er sprake was van een acute noodsituatie waardoor het voor de cliënt dringend noodzakelijk was de voorziening te treffen.
indien een gevraagde maatwerkvoorziening reeds eerder krachtens deze, of een eerdere Verordening maatschappelijke ondersteuning is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;
HOOFDSTUK 5 HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB) EN DE FINANCIËLE TEGEMOETKOMING
Paragraaf 1: Het persoonsgebonden budget
Ingevolge artikel 2.3.6, tweede lid Wmo 2015, wordt een pgb alleen verstrekt indien:
de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren;
naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden ingezet. Hierbij weegt het college, ingevolge artikel 2.3.6, derde lid, Wmo 2015, mee of de voorzieningen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het pgb wordt verstrekt.
Indien het pgb wordt aangevraagd voor een dienst, dan overlegt de cliënt desgevraagd een volledig ingevuld pgb-plan conform een daartoe voorgeschreven model. Door of namens het college zal vervolgens worden getoetst of er in de situatie van een cliënt concrete belemmeringen zijn, gelet op het gestelde in lid 3, die gegronde reden zijn voor afwijzing van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van pgb.
Indien de verwachting bestaat dat binnen afzienbare tijd een vervanging van de voorziening nodig is dan wel de verwachting is dat de voorziening kortdurend wordt gebruikt, wordt geen pgb verstrekt. Wat heeft te gelden als “afzienbare tijd” of “kortdurend” hangt mede af van het typevoorziening in relatie tot de eventuele gebruikelijke afschrijvingsduur (in geval van hulpmiddelen).
Artikel 5.2 De hoogte van het pgb algemeen
Het pgb wordt zo vastgesteld dat de cliënt daarmee redelijkerwijs een voorziening kan kopen, huren of betrekken die inhoudelijk gelijkwaardig is aan een voorziening in natura. Hierbij geldt dat de prijs of het tarief van het pgb zo is vastgesteld dat een cliënt daarmee redelijkerwijs verzekerd is dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.
Artikel 5.4 Hoogte pgb voor HO
De huishoudelijke ondersteuningsbehoefte van de cliënt wordt uitgedrukt in een budget en wordt bepaald aan de hand van een empirisch onderbouwd en geobjectiveerd puntensysteem. Afhankelijk van welke resultaten moeten worden behaald en de individuele kenmerken van de cliënt waaronder begrepen mogelijkheden van cliënt en zijn sociaal netwerk tot inzet ho, gezinssamenstelling, hoeveelheid kamers, mate van vervuiling, wordt een aantal punten toegekend. Het aantal punten wordt vermenigvuldigd met een factor, afgerond op 1 decimaal achter de komma. De uitkomst van die vermenigvuldiging levert het budget op jaarbasis op.
Artikel 5.6 Hoogte pgb voor begeleiding
De hoogte van het pgb-tarief in geval van begeleiding door een professionele dienstverlener wordt afgeleid van het tarief zorg in natura dat zou hebben te gelden tussen de gemeente en een gecontracteerde aanbieder in geval van verstrekking in de vorm van zorg in natura. Het pgb is het rekenkundig gemiddelde van de som van de gemiddelde tarieven per bandbreedte zoals van toepassing in geval van zorg in natura. Deze regel geldt zowel in geval van begeleiding groep als begeleiding individueel.
Artikel 5.7 Hoogte pgb voor kortdurend verblijf
Het pgb voor kortdurend verblijf is bij professionele dienstverlening en particuliere inzet gelijk aan de stuksprijs per etmaal waarvoor het product wordt ingekocht bij gecontracteerde aanbieders.
Artikel 5.8 Hoogte pgb voor beschermd wonen en beschermd thuis
Het pgb voor beschermd wonen en/of beschermd thuis wordt vastgesteld volgens het daartoe vastgesteld beleid van gemeente Helmond, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en/of beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van deze gemeente.
Artikel 5.9 Begrenzing van de bestedingsvrijheid van de pgb-houder
Het is cliënt niet toegestaan om met dienstverlener een vast maandloon overeen te komen dan wel een andersoortige afspraak te maken op basis waarvan uitbetaling door SVB aan dienstverlener plaatsvindt zonder voorafgaande verplichting van cliënt tot overlegging aan SVB van een door cliënt geaccordeerde factuur of specificatie van ingezette zorg.
Paragraaf 2: Financiële tegemoetkoming
Artikel 5.11 Regels voor financiële tegemoetkoming
De regels inzake maatwerkvoorziening en in het bijzonder de regels inzake pgb’s zijn van overeenkomstige toepassing op de financiële tegemoetkoming tenzij de aard van de financiële tegemoetkoming zich tegen analoge toepassing verzet waaronder begrepen het opleggen van een bijdrage zoals bedoeld in artikel 6.2.
Artikel 5.14 Tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten
Indien het college heeft beoordeeld dat cliënt geen recht heeft op een maatwerkvoorziening voor woningaanpassing vanwege toepassing van het primaat verhuizing, kan het college een tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten verstrekken ter hoogte van de werkelijke kosten tot maximaal een door het college vast te stellen bedrag. Het college kan toestaan dat de tegemoetkoming door de cliënt wordt benut voor een woningaanpassing, als het woonprobleem hiermee duurzaam wordt verholpen.
Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is, wordt geen maatwerkvoorziening voor woningaanpassing verstrekt voor de huidige woning, rekening houdende met de criteria in het vierde lid. Een verhuiskostenvergoeding kan dan verstrekt worden en, indien noodzakelijk, een maatwerkvoorziening tot woningaanpassing van de woning waar naar toe wordt verhuisd.
Artikel 5.17 Tegemoetkoming voor sportvoorziening
Voor wat betreft de looptijd van tegemoetkoming dan wel de afschrijvingsduur wordt aansluiting gezocht bij de afschrijvingstermijn die gangbaar is voor de voorziening. Indien de sportvoorziening na verstrijken van de gestelde afschrijvingsduur nog adequaat is, kan een tegemoetkoming voor onderhoud van de voorziening verstrekt worden in plaats van verstrekking van een nieuwe tegemoetkoming.
Artikel 5.18 Uitbetaling en verantwoording tegemoetkoming
Uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats na overlegging van de bewijsstukken waaruit realisatie blijkt van de gemaakte kosten en uitvoering conform de gestelde eisen door de gemeente (eventueel middels een Programma van Eisen) dan wel indien de situatie waarvoor de tegemoetkoming is verstrekt is gerealiseerd door storting op de rekening van de aanvrager of degene die als diens wettelijke vertegenwoordiger optreedt.
HOOFDSTUK 6 BIJDRAGE VOOR VOORZIENINGEN
Artikel 6.1 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen
Een cliënt is voor het gebruik van algemene voorzieningen geen bijdrage verschuldigd.
Artikel 6.2 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s
Voor maatwerkvoorzieningen en pgb’s bedraagt de hoogte van de bijdrage voor een of meerdere voorzieningen samen het bedrag genoemd in artikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het volgende lid van dit artikel geen bijdrage is verschuldigd.
In het kader van het minimabeleid:
Wordt voor de inkomensgrens zoals genoemd in lid b aansluiting gezocht bij de standaardparameter 2018 (laagste bijdrageplichtig inkomen) volgend uit artikel 3.8, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, zoals dit tot 1 januari 2019 luidde. Dit bruto bijdrageplichtig inkomen wordt vervolgens geïndexeerd op basis van de Prijsindex voor de gezinsconsumptie. De inkomensgrens wordt vastgesteld op 91,67% van dit bruto bijdrageplichtige inkomen.
Een cliënt is een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van de maatwerkvoorziening collectief vervoer. Die bijdrage bestaat uit een opstaptarief per rit en een kilometertarief, afgeleid van het tarief voor regulier openbaar vervoer. Het opstaptarief en het kilometertarief kunnen ieder opvolgend kalenderjaar worden gewijzigd aan de hand van prijsindex voor het reguliere openbaar vervoer. Reist een cliënt meer dan 25 kilometer dan is cliënt vanaf 25 kilometer het commerciële kilometertarief verschuldigd.
Het college kan nadere regels stellen m.b.t. de hoogte van de bijdrage.
De bijdrage voor de maatwerkvoorziening opvang, dan wel het pgb voor deze voorziening, wordt vastgesteld en geïnd volgens het daartoe vastgesteld beleid van gemeente Helmond, de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde nadere regels en/of beleidsregels maatschappelijke ondersteuning van deze gemeente.
Een bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
HOOFDSTUK 8 PROCEDURELE BEPALINGEN ROND WIJZIGING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Artikel 8.1 Wijziging situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een maatwerkvoorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en uit eigen beweging aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
HOOFDSTUK 9 KWALITEIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
Artikel 9.1 Kwaliteitseisen aanbieders en dienstverleners
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de gestelde kwaliteitseisen door overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. In beleidsregels kan het college hieraan nadere invulling geven.
Het college kan, uit het oogpunt van beoordeling kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, onderzoek doen naar de bestedingen van pgb’s.
Artikel 9.3 Verhouding prijs en kwaliteit levering maatwerkvoorziening door derden
HOOFDSTUK 10 BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Het college informeert de cliënt over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
HOOFDSTUK 11 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 11.2 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Krachtens het instellingsbesluit Participatieraad d.d. 2 februari 2010 betrekt het college, ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 12.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze regels, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.