Organisatie | Plassenschap Loosdrecht e.o. |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Ligplaatsbeleid voor vaartuigen 2020 |
Citeertitel | Ligplaatsbeleid voor vaartuigen 2020 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2019 | Nieuwe regeling | 21-11-2019 |
Naast de regels uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) gelden in het Loosdrechts plassengebied nog een aantal extra regels voor het ligplaats innemen met vaartuigen. Deze extra regels zijn gebaseerd op artikel 18 van de Verordening Plassenschap Loosdrecht (hierna: VPL). Aan de hand van de hierbij gevoegde kaart A worden de regels uitgelegd.
Ten eerste is enige duidelijkheid van enkele begrippen nodig.
Op de bijgevoegde kaart staan 2 soorten gebieden:
gebied met arcering: Kievitsbuurten, 1e t/m 5e plas, Vuntusplas, O-Vuntus, Breukeleveenseplas, Ster
In dit gebied is het verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen. Een uitzondering wordt gemaakt voor:
voor vaartuigen op openbare aanlegplaatsen gedurende maximaal 3 opeenvolgende dagen of gedeelten daarvan, mits niet binnen 4 dagen dezelfde ligplaats of een ligplaats binnen 300 meter van de vorige ligplaats wordt ingenomen en mits in één seizoen niet langer dan gedurende 3 weken ligplaats wordt ingenomen op openbare aanlegplaatsen in het gebied.
Van het verbod in artikel 18 lid 1 VPL kan op grond van artikel 18 lid 6 VPL een ligplaatsontheffing worden verleend. Voor het verlenen van een ontheffing gelden de volgende regels:
Een overtreding van een van de bovenstaande regels kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van tweede categorie. Bovendien zal het Plassenschap de eigenaar van het betreffende perceel aanschrijven tot verwijdering van het pleziervaartuig waarbij indien nodig gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid om de overtreder een dwangsom op te leggen ofwel middels bestuursdwang het pleziervaartuig te verwijderen.
De regels beogen het permanent afmeren van vaartuigen zo veel mogelijk te beperken tot de daarvoor bestemde jachthavens en woongebieden. Op deze wijze blijft het Plassengebied voor de recreant vanuit langschappelijk oogpunt aantrekkelijk en krijgen plasoevers, rietkragen en natuurgebieden de kans om zich te ontwikkelen.
Ontheffingen zijn bedoeld voor het behoud van de ligplaatsen die reeds voor het tot stand komen van het ligplaatsenbeleid in gebruik waren en voor een uitzonderlijk geval indien het bestuur daartoe besluit.