Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen. |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsen gemeente Putten. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
1.Regels grafbedekking, asbezorging en gedenkplaats
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-04-2013 | nieuwe regeling | 07-10-2010 Puttens Weekblad 3-11-2010 | 191312 |
De raad van de gemeente Putten;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2010, nr. 191305;
gelet op het bepaalde in artikel 35 van de Wet op de lijbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN VOOR DE GEMEENTE PUTTEN
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke miminum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijbezorging.
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dien te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 16 Afstand doen van rechten
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN EN HERINNERINGSPLAATJES
Artikel 18 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet tenminste eenmaal per jaar in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 19 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 20 Grafbeplanting en voorwerpen
Niet-blijvende beplantingen en losse voorwerpen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 23 Bezorging van overblijfselen en ruiming van as
Het voornemen van het college om een urnennis te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de nis geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. De urn met de asbus wordt aan de rechthebbende meegegeven of indien de urn aan de gemeente vervalt wordt de as verstrooid op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats.
HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP
Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 10, tweede lid, 13 en 17, derde lid, van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op het graf/de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de oude Verordening op het gebruik en het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt bestraft met een geldboete van de eerste categorie.