Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Beleidsregels Tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang Eindhoven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang Eindhoven
CiteertitelWijziging Beleidsregel Tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang Eindhoven
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1.1 van de Wet kinderopvang

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2022Wijziging artikel 7

29-03-2022

gmb-2022-150232

01-01-202001-04-2022beleidsregels tegemoetkoming kosten SMI kinderopvang

19-11-2019

gmb-2019-320241

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang Eindhoven

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven,

 

gelet op artikel 1.6 Wet kinderopvang en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht

 

besluit vast te stellen

 

Beleidsregels Tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang Eindhoven

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Reguliere kinderopvang: kinderdagverblijf in de zin van artikel 1.1. Wet Kinderopvang

  • b.

    Kinderopvang Plus: Het betreft een kinderopvangvoorziening met extra begeleiding, aandacht en zorg voor kwetsbare kinderen. Kinderopvang Plus is bedoeld voor kinderen die vanwege hun problematiek niet terecht kunnen bij de reguliere opvang. Kinderopvang Plus betekent: kleinere groepen en hoger opgeleide leid(st)ers ;

  • c.

    Ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft

  • d.

    Sociaal medische indicatie (SMI) kinderopvang: kinderopvang waarvan de vergoeding wordt toegekend op grond van sociaal-medische factoren en waarvoor geen tegemoetkoming kan worden aangevraagd via de Belastingdienst;

  • e.

    Voorliggende voorziening: kan zijn een adequate (opvang)voorziening in niet professionele zin (eigen netwerk, eigen kracht initiatieven, etc.); of een adequate (opvang)voorziening in professionele zin (Wk, peuterspeelzaal, een WMO voorziening, een voorziening in het kader van het persoonsgebonden budget, Medisch Kinderdagverblijf, etc.). 

  • f.

    Wk: Wet Kinderopvang.

 

Artikel 2 Doelgroep en indicatie

De ouder die volgens de Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig is in de gemeente Eindhoven, kan voor diens thuiswonend kind, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI kinderopvang mits:

  • a.

    de ouder en/of het kind behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en waarvan is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    dat zonder deze kinderopvang een ernstige ontwikkelingsachterstand dreigt te ontstaan bij het kind.

 

Artikel 3 Voorwaarden en weigeringsgronden

  • 1.

    De kinderopvang waar het kind geplaatst wordt, moet geregistreerd staan in het landelijk register kinderopvang (LRK registratie).

  • 2.

    Een tegemoetkoming wordt geweigerd als de ouder aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening.

  • 3.

    De kinderopvang op Sociaal medische indicatie is onderdeel van het ondersteuningsplan dat de ouder en de generalist van stichting WIJeindhoven samen opstellen.

  • 4.

    Een tegemoetkoming wordt geweigerd als door verstrekking van de tegemoetkoming het budgetplafond wordt overschreden.

  • 5.

    De ouder verstrekt de gemeente een machtiging waarmee zij de toegekende tegemoetkoming SMI kinderopvang rechtstreeks kan overmaken aan de kinderopvang. Zonder deze machtiging wordt geen tegemoetkoming SMI verstrekt.

 

Artikel 4 Aanvraag

De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang wordt gedaan door de ouder met een daartoe vastgesteld aanvraagformulier en ingediend bij het College van gemeente Eindhoven.

 

Artikel 5 Noodzaak tegemoetkoming SMI kinderopvang

  • 1.

    Het college bepaalt de noodzaak van een tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang.,

  • 2.

    De tegemoetkoming in de kosten SMI kinderopvang kan worden toegekend voor reguliere kinderopvang of Kinderopvang Plus.

  • 3.

    De bedoelde noodzaak is niet aanwezig wanneer binnen een periode van twee jaar voorafgaand aan de SMl-aanvraag , een SMI-aanvraag voor het desbetreffende kind is afgewezen en de omstandigheden sindsdien in hoofdzaak ongewijzigd zijn.

  • 4.

    De bedoelde noodzaak is eveneens niet aanwezig wanneer binnen een periode van drie jaar voorafgaand aan een SMl- aanvraag, reeds een indicatie voor SMI kinderopvang of een verlenging hiervan zoals bedoeld in artikel 8 voor het desbetreffende kind is afgegeven.

 

Artikel 6 Duur, omvang en ingangsdatum

  • 1.

    De duur van de tegemoetkoming in de kosten van SMl kinderopvang wordt door het college vastgesteld:

    • a.

      voor de reguliere kinderopvang voor maximaal 12 maanden.

    • b.

      voor de Kinderopvang Plus voor maximaal 12 maanden

  • 2.

    De omvang van de SMl kinderopvang wordt door het college vastgesteld:

    • a.

      voor de reguliere kinderopvang

      • i.

        voor hele dagopvang op maximaal 6 dagdelen per week, en

      • ii.

        voor buitenschoolse opvang op maximaal 3 dagen per week.

    • b.

      voor de Kinderopvang Plus

      • i.

        op maximaal 3 dagen voor buitenschoolse opvang

  • 3.

    Het besluit over de tegemoetkoming biedt geen garantie op een plaats in de kinderopvang. De ouder dient zelf een plaats te zoeken, eventueel met hulp van de generalist van WIJeindhoven.

 

Artikel 7 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de kosten van de door het college noodzakelijke geachte omvang van de kinderopvang en bedraagt maximaal het door het Rijk vastgestelde uurtarief voor dagopvang en buitenschoolse opvang

  • 2.

    Indien de kinderopvangorganisatie een hoger uurtarief hanteert dan wordt vergoed door het vastgestelde rijkstarief per uur als bedoeld in lid 1 van dit artikel, brengt de kinderopvangorganisatie daarvoor een eigen bijdrage SMI in rekening bij de ouders.

  • 3.

    De eigen bijdrage SMI komt voor rekening van en wordt door ouders rechtstreeks aan kinderopvangorganisatie betaald.

  • 4.

    In afwijking van lid 1 en lid 3 van dit artikel kunnen ouders die de eigen bijdrage SMI niet kunnen betalen in aanmerking komen voor vergoeding op grond van de bijzondere bijstand.

  • 5.

    Ingeval bijzondere bijstand wordt toegekend voor de eigen bijdrage SMI zoals bedoeld in lid 4 van dit artikel dan machtigen ouders de gemeente om deze bijzondere bijstand over te maken aan de kinderopvangorganisatie.

  • 6.

    Voor de Kinderopvang Plus is de omvang van de tegemoetkoming het door het Rijk vastgestelde uurtarief+ een opslag voor extra begeleiding.

 

Artikel 8 Verlenging SMI kinderopvang

  • 1.

    Een verzoek voor tegemoetkoming SMI kinderopvang dat aansluit op een voorafgaande tegemoetkoming SMl kinderopvang voor de duur zoals bedoeld in artikel 6 wordt beschouwd als een verzoek tot verlenging van de tegemoetkoming SMI kinderopvang.

  • 2.

    Uitsluitend verzoeken tot verlenging van SMI kinderopvang waaraan ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag voor SMI kinderopvang nieuwe sociaal-medische feiten of nieuwe belastende omstandigheden ten grondslag liggen, komen voor tegemoetkoming in aanmerking.

  • 3.

    De duur voor een verzoek tot verlenging van SMI kinderopvang als bedoeld in het tweede lid wordt bepaald op maximaal de helft van de duur van de voorafgaande tegemoetkoming.

  • 4.

    Een tegemoetkoming voor SMI kinderopvang kan niet meer dan éénmaal worden verlengd.

 

Artikel 9 Beperking duur tegemoetkoming

De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt beëindigd of ingetrokken indien:

  • a.

    de kinderopvang niet meer plaatsvindt of niet langer adequaat is;

  • b.

    de ouder of het kind niet meer woonachtig is in Eindhoven;

  • c.

    de ouder aanspraak kan maken op tweedelijns jeugdhulp;

  • d.

    de sociaal medische indicatie komt te vervallen.

  • e.

    de ouder niet voldoet aan de in de beschikking genoemde voorwaarden en de daaraan gekoppelde verplichtingen

 

Artikel 10 Betaling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen aan de kinderopvangorganisatie uitbetaald, op basis van de door ouder afgegeven machtiging zoals bedoeld in artikel 3 lid 5 van deze beleidsregels.

  • 2.

    Het college kan voor de tegemoetkoming in de kosten SMl kinderopvang een budgetplafond en verdeelregels vaststellen.

 

Artikel 11 Terugvordering

Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen van de ouder op de volgende gronden:

  • a.

    de hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder en de ouder had redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald;

  • b.

    de ouder heeft zonder geldige reden en toestemming van het college niet of niet volledig gebruik gemaakt van de kinderopvang.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan de bepalingen in deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van de ouder of het kind of beiden, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 13 Overgangsbepaling en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI kinderopvang die op of na de datum van inwerkingtreding zijn ingediend.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld

Eindhoven, 19 november 2019

Het college van burgemeester en wethouders,

,burgemeester

,secretaris

 

Toelichting

Artikel 1

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 2

Wanneer een ouder of één van de ouders niet werkt dan valt het gezin niet onder de Wet kinderopvang en komt dit gezin niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Toch kan het soms in het belang van de ouders of van het kind zijn om gebruik te maken van kinderopvang. De tegemoetkoming maakt de financiering van deze kinderopvang mogelijk. De problematiek kan zowel bij de ouder als bij het kind aanwezig zijn. De problematiek dient van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard te zijn en dusdanig dat deze problematiek kinderopvang noodzakelijk maakt. Denk bijvoorbeeld aan ziekenhuisopname van een ouder. Daarnaast is tegemoetkoming mogelijk als kinderopvang een aanwezige of dreigende beperking of belemmering in de ontwikkeling van kinderen kan opheffen of verminderen.

Deze doelgroep bevat niet alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook personen die een hoger inkomen hebben of een partner met inkomsten.

Artikel 3

Ad 1: Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk register kinderopvang.

Ad 2: Voorbeelden van voorliggende voorzieningen zijn:

a. een voorziening op grond van de Wet kinderopvang;

b. een voorschool (peuterspeelzaal);

c. een voorziening op grond van de Jeugdwet;

d. een voorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

e. opvangmogelijkheden binnen het sociale netwerk.

Ad 3: Uitgangspunt is dat de oorzaak van de noodzaak van opvang wordt aangepakt. Daarom wordt aan de tegemoetkoming de verplichting verbonden dat de ouder werkt aan een plan van aanpak samen met de generalist van WIJeindhoven. Met deze voorwaarde wordt er voor gezorgd dat de opvang daadwerkelijk een tijdelijke oplossing is en dat ondertussen gewerkt wordt aan een oplossing voor het achterliggende probleem.

Ad 4: Het college kan een budgetplafond vaststellen. Als het college gebruik maakt van deze bevoegdheid, dient het college op grond van het bepaalde in artikel 4:25 Algemene wet bestuursrecht de tegemoetkoming te weigeren als het plafond door verstrekking van de tegemoetkoming dreigt te worden overschreden.

Artikel 4

De tegemoetkoming gaat in vanaf de dag dat de kinderopvang begint. De kinderopvang zelf gaat in beginsel niet eerder in dan de dag waarop het college een verleningsbeschikking voor een SMl-tegemoetkoming heeft afgegeven. Bij bijzondere omstandigheden kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

Artikel 5

In het kader van één gezin, één plan, één contactpersoon, en ter waarborging van voldoende deskundigheid bij het onderzoek, is de SKJ geregistreerde generalist de aangewezen persoon om de noodzaak te beoordelen.

Om te voorkomen dat na een weigering om een tegemoetkoming te verlenen telkens een nieuwe afweging van herhaalde aanvragen zou moeten plaatsvinden, wordt in het tweede lid geregeld dat binnen een periode van twee jaar na de eerste afwijzing, de noodzaak van SMl-kinderopvang ontbreekt als de omstandigheden van het gezin sindsdien in hoofdzaak ongewijzigd zijn. Deze toets wordt gedaan door de SKJ geregistreerde generalist. Hiernaast regelt het derde lid dat wanneer er binnen een periode van drie jaar voorafgaand aan een SMl-aanvraag al een indicatie en een verlenging heeft plaatsgevonden, de noodzaak van SMl-kinderopvang ontbreekt. Dit is nodig om te voorkomen dat na afloop van de duur van de afgegeven SMl-indicatie na een korte pauze een nieuwe aanvraag door ouders wordt ingediend. Honorering hiervan is feitelijk een verlenging van de geïndiceerde SMl-periode op oneigenlijke wijze en leidt tot een onaanvaardbare verhoogde financiële druk op de beschikbare middelen. de betrokken.

Artikel 6

Om te voorkomen dat de voorziening wordt beschouwd als een structurele opvangvoorziening wordt de tegemoetkoming beperkt tot de duur van maximaal 12 maanden met maximaal 6 dagdelen kinderopvang per week. Er wordt van uitgegaan dat er binnen 12 maanden een oplossing dan wel hulp georganiseerd is.

In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen de reguliere SMl-kinderopvang en Kinderopvang Plus. Plaatsing in Kinderopvang Plus vindt plaats indien kindfactoren uitwijzen dat het kind niet in de reguliere kinderopvang past.

De duur van de toegekende hulp aan de ouders moet ook in ogenschouw worden genomen. Ervaringen in de praktijk laten zien dat een SMI of Kinderopvang Plus periode soms al bijna voorbij is voordat er überhaupt hulp aan de ouder(s) is opgestart en lopen de twee vormen van ondersteuning en hulp dus niet synchroon. Het is aan te bevelen dat de tegemoetkoming pas dán wordt gestart wanneer ook de hulp aan de ouders daadwerkelijk is gestart. De generalist ziet daar op toe. Zo wordt voorkomen dat door een trage start van de hulpverlening aan de ouders de duur van de tegemoetkoming op oneigenlijke wijze wordt opgerekt.

Artikel 7

In de Wet Kinderopvang ontvangen ouders met een inkomen op minimum niveau via de Belastingdienst een tegemoetkoming (Kinderopvangtoeslag) die vrijwel alle kosten dekt. Met betrekking tot de tegemoetkoming aan sociaal medische geïndiceerde personen wordt de gemeente vrij gelaten in de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. De gemeente sluit aan bij de jaarlijks door het Rijk vastgestelde tarieven voor dagopvang en buitenschoolse opvang. Is het uurtarief van een kinderopvangorganisatie hoger dan dit door het Rijk vastgestelde normtarief, dan kan de kinderopvangorganisatie het resterende bedrag zelf bij de ouder in rekening brengen.

Artikel 8  

Het kan in uitzonderingssituaties gewenst zijn om de reeds toegekende SMl-tegemoetkoming met een eenmalige periode te verlengen. Hiervoor geldt de voorwaarde dat er sprake moet zijn van nieuwe sociaal medische feiten of belastende omstandigheden die door de SKJ geregistreerde generalist in alle objectiviteit zijn vastgesteld.

Artikel 9  

Zodra een indicatie voor SMl-tegemoetkoming is afgegeven, dient de ontvangende ouder zich aan diverse regels te houden en zich tevens te realiseren dat er omstandigheden kunnen ontstaan die rechtvaardigen dat de SMl-tegemoetkoming wordt heroverwogen.

Artikel 10 t/m 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.