Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Baarle-Nassau houdende regels omtrent de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening Precariobelasting 2020) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2019.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 18-12-2019 |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De precariobelasting wordt geheven van degenen die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven voor het hebben van een terras voor horecagelegenheden en bedraagt:
Voor de precariobelasting die naar een tarief per jaar of per maand wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar, onderscheidenlijk een kalendermaand.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt is de naar een tarief per jaar geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de naar een tarief per jaar geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijn van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingsweg 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 45,00, doch minder is dan € 10.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. Of, in zoveel termijnen als er nog maanden in het kalenderjaar na de dagtekening van de kennisgeving resteren. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.