Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2020 |
Citeertitel | Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | 1731840 |
Gelezen het voorstel van Zorg & Samenleving
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2020 en Financieel Besluit Wmo 2020
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:
te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt:
Aldus vastgesteld, 17 december 2019
College van burgemeester en wethouders
de secretaris, de burgemeester,
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2020
Hoofdstuk 2. Aanvragen en besluit maatwerkvoorziening
- Onderzoek, gesprek, perspectiefplan
Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen
- Aanbod maatwerkvoorzieningen
- Huishoudelijke ondersteuning
- Dagbesteding / Groepsbegeleiding
- Maatschappelijke opvang en beschermd wonen
Hoofdstuk 4. Toegangs- en financieringsvormen tot een maatwerkvoorziening
Hoofdstuk 5: Terug en invordering
- Afzien van (verdere) invordering
- Terugbetaling van meerwaarde
Hoofdstuk 6. Mantelzorgwaardering
- Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Hoofdstuk 7. Betrekken ingezetenen bij beleid
Hoofdstuk 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld en toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid
- Meldingsregeling calamiteiten en geweld
- Toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid
Hoofdstuk 10. Klachtenregeling
De beleidsregels vormen een uitwerking van de gemeentelijke verordening. Van beleidsregels mag, mits goed beargumenteerd en binnen de kaders van de wet, worden afgeweken bij een besluit door het college.
gebruikelijke zorg of hulp: de normale dagelijkse zorg of hulp die partners, ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden;
onafhankelijke cliëntondersteuning: vanuit een externe, gecontracteerde partij geboden onafhankelijke ondersteuning met informatie en advies, die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventie zorg, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, wonen, werk en inkomen;
vertegenwoordiger: personen of rechtspersonen die als vertegenwoordiger op kunnen treden namens de cliënt zijn: de curator, de mentor of de gevolmachtigde van de cliënt, dan wel, indien zodanige personen ontbreekt, diens echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, of indien ook zodanige persoon ontbreekt, diens ouder, kind, broer of zus, tenzij de cliënt dat niet wenst;
wettelijk vertegenwoordiger: een wettelijk vertegenwoordiger is iemand die door de wet of rechter als vertegenwoordiger is aangewezen. Een wettelijk vertegenwoordiger handelt en beslist namens de inwoner. Denk daarbij aan een voogd, een curator, bewindvoerder of mentor. Bij de wettelijke vertegenwoordiger ligt een verantwoordingsplicht;
zzp-er: een zelfstandig werkende hulpverlener die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waarbij de activiteiten blijkens deze inschrijving bestaan uit het verlenen van ondersteuning die past binnen de kaders van de verordening, die voldoet aan de eisen voor een professioneel zorgverlener en die geen eerste- of tweedegraads bloed- of aanverwant is van degene aan wie hij ondersteuning biedt.
Hoofdstuk 2. Aanvragen en besluit maatwerkvoorziening
Artikel 2.2 Onderzoek, gesprek, perspectiefplan
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie. Zo nodig wordt de cliënt gevraagd alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen ter beschikking te stellen aan het college.
Wanneer sprake is van een maatwerkvoorziening maken de inwoner en de aanbieder binnen de kaders van het perspectiefplan op basis van de resultaten afspraken over de te leveren maatwerkvoorziening. Het college onderzoekt binnen welk profiel en met welke intensiteit een arrangement kan worden aangeboden aan een client. De onderbouwing hiervan wordt vastgelegd in het perspectiefplan.
Het volledig ingevulde perspectiefplan wordt door de medewerker van het gebiedsteam en de cliënt ondertekend. Het (ondertekende) perspectiefplan wordt, voor zover van toepassing voor een effectieve uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning, door cliënt of door het gebiedsteam, gedeeld met de betrokken aanbieder met inachtneming van de geldende privacyregelgeving.
Artikel 2.5 Procedure aanvraag woningvoorziening vanaf € 8.000,- (grote woningaanpassing)
Na de voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 6 maanden na het verlenen van toestemming voor het aanpassen van de woning, verklaart diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald (de woningeigenaar) aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid (de gereedmelding).
Hoofdstuk 3. Maatwerkvoorzieningen
Artikel 3.1 Aanbod Maatwerkvoorzieningen en producten
Indien is besloten dat cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, wordt een onderscheid gemaakt in de volgende voorzieningen:
Artikel 3.6 Dagbesteding / groepsbegeleiding
Groepsbegeleiding mag enkel door een professionele aanbieder aangeboden worden.
Artikel 3.7 Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf wordt aangeboden aan volwassenen met lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/of psychiatrische beperkingen die langdurig meer dan gebruikelijke hulp nodig hebben. Om in aanmerking te komen voor kortdurend verblijf dient er sprake te zijn van de volgende cumulatieve voorwaarden:
Artikel 3.8 Maatschappelijke opvang en Beschermd Wonen
De ‘beleidsregels Maatschappelijke Opvang, Beschermd wonen en Beschermd Thuis’ zijn door de centrum-gemeente namens de Westfriese gemeenten (WF7) separaat vastgelegd.
Artikel 3.9 Voorwaarden voor verstrekking van een tegemoetkoming voor een woonvoorziening
Om te bewerkstelligen dat de woningaanpassing wordt uitgevoerd conform het programma van eisen en er aldus een adequate aanpassing wordt verstrekt, is een aantal voorwaarden gesteld om de toegekende tegemoetkoming ook daadwerkelijk uit te betalen. De voorwaarden moeten ook middels de beschikking aan de aanvrager en eventueel aan de woningeigenaar, als die niet de aanvrager is, worden bekendgemaakt. Het zijn immers de voorwaarden waaraan het besluit is gebonden.
Hoofdstuk 4. Toegangs- en financieringsvormen tot een maatwerkvoorziening
Artikel 4.1 Persoonsgebonden budget
a. Kwaliteit van het persoonlijk budgetplan
Een budgethouder is in staat om de doelstellingen en de resultaten, uit het perspectiefplan te kunnen vertalen in een persoonlijk budgetplan. De budgethouder zal voordat het pgb wordt toegekend een persoonlijk budgetplan moeten overleggen inclusief een daarbij horende zorgovereenkomst. Het invul-len van het persoonlijk budgetplan en zorgovereenkomst vereist bepaalde vaardigheden.
Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee die gesteld worden aan een budgethouder of beheer-der:
Een budgethouders moet in staat zijn een administratie te kunnen voeren. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
In staat zijn om de doelstellingen in het ondersteuningsplan te volgen en te bewaken. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
d. Werkgeverschap (3 dagen ondersteuning of meer)
De budgethouder moet in staat zijn de werkgeversverplichtingen voortkomend uit het pgb te kunnen vervullen (indien van toepassing). Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
Als de budgethouder niet zelf het pgb kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het budget beheert. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. Aan de beheerder stellen we de volgende eisen:
Artikel 4.2 Financiële tegemoetkoming
De financiële tegemoetkoming levert een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en participatie van de inwoner, zonder dat deze kostendekkend hoeft te zijn.
Aan een financiële tegemoetkoming zijn dezelfde kwaliteitseisen verbonden zoals deze gelden door levering van gecontracteerde partijen via zorg in natura.
Artikel 4.3 Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm Pgb
De kwaliteit van de in te kopen of ingekochte ondersteuning is belangrijk om de doelen en resultaten die in het ondersteuningsplan zijn opgesteld effectief in te zetten en uiteindelijk tot een goed eindresultaat te leiden. In de wet is als basiseis geformuleerd dat de ondersteuning veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet worden verstrekt.
De eisen zoals geformuleerd in de wet behoeft vertaling naar werkbare eisen, waarover duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden. Om te kunnen spreken van goede kwaliteit van ondersteuning worden in aanvulling op artikel 9 van de verordening de volgende eisen gesteld:
Eisen voor niet-professionele ondersteuning:
Eisen voor professionele ondersteuning:
a. lichamelijke beperking (LB), profiel 5a;
b. lichamelijke beperking (LB-NAH), profiel 5b.
c. beschermd thuis (BT), profiel 6
d. beschermd wonen (BW), profiel 7
12. Stelt via het perspectiefplan een plan van aanpak op hoe het resultaat gehaald gaat worden.
Artikel 4.4 Pgb-toetsgesprek en een (tussentijdse) evaluatiegesprek door Gebiedsteams
Het pgb-toetsgesprek is een goed middel om vooraf te beoordelen of de budgethouder en/of budgetbeheerder pgb-vaardig zijn en of het pgb juist besteed gaat worden. Een toekomstig budgethouder kan zich door de wijkteammedewerker laten informeren over de taken en verantwoordelijkheden als budgethouder. Alleen als de toekomstig budgethouder en de budgetbeheerder, als er sprake is van een vertegenwoordiger of gemachtigde, aanwezig zijn kan een pgb-toetsgesprek plaatsvinden. De eisen die gesteld worden voor een effectief pgb-toetsgesprek zijn:
Een evaluatiegesprek is noodzakelijk om te onderzoeken hoe de budgethouder en de zorgverlener werken aan de doelstelling. Tijdens een evaluatiegesprek kunnen de doelen bijgesteld worden en zo ook het budget. Uitgaande van een indicatietermijn van één jaar zou op de helft van de termijn een evaluatiegesprek moeten plaatsvinden teneinde nog te kunnen bijsturen op de doelen die gesteld zijn. Als na het eerste jaar blijkt dat ondersteuning nog nodig is kan het pgb gecontinueerd worden. Dit kan pas als vastgesteld is dat het pgb effectief is ingezet, de zorgverlener de juiste activiteiten levert en er geen budgetoverschrijding is. Pas dan kan een tweede indicatietermijn worden afgegeven voor twee jaar. Voor alle termijnen geldt:
Artikel 4.6 Combinatie pgb en zorg in natura Wmo
Om een goede sturing te houden op een afgegeven arrangement, kan het arrangement in de volgende vorm worden afgegeven:
Als op meerdere resultaatgebieden één arrangement voor diensten (begeleiding, dagbesteding, respijtzorg en huishoudelijke ondersteuning) wordt samengesteld, heeft het de voorkeur dit in één vorm te verstrekken. Dit kan zijn of zorg in natura of in pgb. Artikel 7 lid 3 sub e van de verordening geeft de mogelijkheid hier van af te zien. Deze regeling is specifiek bedoeld voor cliënten welke al vóór 1 januari 2020 zowel een Wmo-maatwerkvoorziening in ZIN als Pgb ontvingen.
Hoofdstuk 5 Terug- en invordering
Artikel 5.5 Teruggaaf hulpmiddel dat verstrekt is in de vorm van een pgb
Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt dient dit binnen 30 dagen aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald, dan wel het hulpmiddel in eigendom aan de gemeenten te worden overgedragen. Hiervoor wordt geen vergoeding verstrekt.
De hoogte van het terug te betalen pgb wordt berekend door het aantal hele maanden vanaf het moment van niet gebruik tot aan het eind van de afschrijvingstermijn te delen door de voor het hulpmiddel van toepassing zijnde afschrijvingstermijn in maanden en deze breuk vervolgens te vermenigvuldigen met de hoogte van het oorspronkelijk verstrekte pgb.
Hoofdstuk 6. Mantelzorgwaardering
Artikel 6.1 Huishoudelijke Hulp Toelage voor mantelzorgers (HHT)
De situatie van elke mantelzorger is anders. Soms geven zij mantelzorg aan hun kind(eren) of hun partner thuis, soms aan familie of vrienden die ergens anders wonen. Extra hulp kan het voor de mantelzorger makkelijker maken om werk en zorgen voor jezelf en een ander vol te houden. Daarom is er de huishoudelijke hulptoelage. Op die manier blijft er voor mantelzorgers ook tijd over voor andere dingen. Deze extra hulp voor 36 uur per jaar (gemiddeld 3 uur in de maand) kan bij hun thuis of bij degene die zij verzorgen kosteloos worden ingezet.
De Westfriese gemeenten hebben hiertoe HHT bij een beperkt aantal aanbieders ingekocht.
Mantelzorgers die in de regio Westfriesland wonen en minimaal 3 maanden voor 8 uur per week mantelzorg verlenen, kunnen de huishoudelijke hulptoelage aanvragen. De huishoudelijke hulptoelage kan ook aangevraagd worden door inwoners die (extra) huishoudelijke hulp willen. Het college beslist over de aanvraag van HHT, op basis van de genoemde voorwaarden.
Deze regeling is kosteloos. Er geldt geen eigen bijdrage. De HHT wordt vergoed door de gemeente.
Artikel 6.2 Jaarlijkse mantelzorgwaardering
Het college draagt zorg dat mantelzorgers een jaarlijks een blijk van waardering ontvangen voor hun inzet. Dit gebeurt door middel van:
Het college ontvangt van de Omring een terugkoppeling over de uitgevoerde activiteiten. Op basis van vergaarde informatie kan de gemeente het mantelzorgbeleid te optimaliseren.
Hoofdstuk 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld en toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid
Hoofdstuk 10. Overige bepalingen
Bijlage 1: Normering huishoudelijke ondersteuning (HO) Hoorn
De voorliggende ‘normering HO Hoorn’ is opgesteld na onderzoek door KPMG Plexus. Dit onderzoek vond plaats in de tweede helft van 2016 en bestond uit een expertgroep en observaties van professionals in de praktijk. Op deze manier is in beeld gebracht welke activiteiten HH kunnen omvatten voor de verschillende resultaatgebieden met de daarbij benodigde frequentie en gemiddelde tijdsbesteding. In het onderzoek is gewerkt met gemiddelde tijden. In zijn algemeenheid worden deze in Hoorn als acceptabel bevonden. Het uitgangspunt in de praktijk blijft het bieden van maatwerk, afgestemd op de individuele situatie van de cliënt. De CRvB is akkoord met dit KPMG-normenkader.
De normtijden worden per week weergegeven uitgaande van volledige professionele overname. Een aantal taken zullen dagelijks moeten plaatsvinden, andere wekelijks of met een andere frequentie. De verschillende frequenties van de verschillende activiteiten zijn verwerkt in deze wekelijkse normtijden. Ook wordt inzicht gegeven in de belangrijkste factoren die tot meer tijd kunnen leiden. De frequentie per activiteit wordt in een aparte tabel weergegeven.
Wanneer wordt geconstateerd dat er meer of minder tijd benodigd is, wat niet expliciet is beschreven, dan bestaat altijd de mogelijkheid de extra of verminderde tijd te verstrekken. Dit zal altijd goed moeten worden gemotiveerd. Maatwerk vanuit een individuele benadering staat voorop. Dit betekent dat in individuele cliëntsituaties moet worden bepaald:
Natura en Persoonsgebonden budget
De normering is voor zowel zorg in natura als voor het vaststellen van het persoonsgebonden budget de onderbouwing van het Hoornse beleid voor HO. Op deze wijze kan de gemeente duidelijk maken op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultatengebieden binnen HO.
De normering dient als leidraad bij de intake door de aanbieder met de cliënt. Hiermee wordt in beeld gebracht wat de benodigde activiteiten zijn door inzet van HH.
De verschillende resultaten waarvoor de maatstaf is uitgewerkt, zijn:
Tabel 2 Normtijden resultaatgebied Schoon en Leefbaar huis
Tabel 3 Normtijden resultaatgebied Schoon en Leefbaar huis
Tabel 4 frequentie per activiteit Schoon en leefbaar huis
* Per bezoek wordt naast de activiteiten ook tijd besteed aan aankomst en vertrek, het pakken van materialen en sociaal contact met de cliënt.
Tabel 5 Normtijden resultaatgebied Schone kleding & linnengoed
Tabel 6 Normtijden en frequenties resultaatgebied beschikken over voldoende levensmiddelen & het kunnen nuttigen van maaltijden
beschikken over voldoende levensmiddelen & het kunnen nuttigen van maaltijden |
Tabel 7 Normtijden resultaatgebied zorg voor kinderen onder de 6 jaar
Tabel 8 Normtijden resultaatgebied dagelijkse organisatie van het huishouden