Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Beleidsregel subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003.
CiteertitelBeleidsregel subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Wet Bestuursrecht, art. 4, lid 81
  2. Algemene subsidieverordening 2002
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200301-01-2009nieuwe regeling

25-03-2003

Gemeenteblad van Utrecht 2003, nr. 25

Besluit van B&W van 25 maart 2003

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003.

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregelsubsidieverstrekkingonderhoud monumentale kerkgebouwen2003.

(besluit van b. en w. van 25 maart 2003)

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002 bevoegd zijn tot de toekenning van subsidies;

dat zij een beleidsregel willen vaststellen betreffende de toekenning en de normering van de hoogte van subsidies in het kader van het onderhoud aan monumentale kerkgebouwen c.a.;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;

BESLUITEN:

1.de Uitvoeringsregeling Onderhoud Monumentale Kerkgebouwen Utrecht

1997 in te trekken;

2.vast te stellen de navolgende

BELEIDSREGEL subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003":

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Doel van het subsidie

Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is eigenaren van een monumentaal kerkgebouw, zoals bedoeld in deze beleidsregel, subsidie te verlenen voor de kosten die gemoeid zijn met het bouwkundig onderhoud van het gebouw

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Op een subsidie ten behoeve van onderhoud van monumentale kerkgebouwen kan een beroep gedaan worden door:

    • a.

      natuurlijke personen die eigenaar zijn van een monumentaal kerkgebouw;

    • b.

      rechtspersonen, die al dan niet het oogmerk hebben tot het maken van winst, die eigenaar zijn van een monumentaal kerkgebouw;

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening 2002 kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst op grondslag van kosten.

Artikel 3 Subsidietermijn en -grondslag

  • 1.

    Het subsidie wordt verstrekt voor een project.

  • 2.

    Het subsidie wordt verstrekt op grond van door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde kosten.

Artikel 4 Afwijkingen ten opzichte van de Algemene

Subsidieverordening 2002

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.3, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening 2002 wordt de hoogte van de subsidie niet vastgesteld op basis van een raming van kosten van de onderhoudswerkzaamheden.

  • 2.

    Ingeval van strijdigheid tussen deze beleidsregel en de Algemene

Subsidieverordening 2002 gaat het bepaalde in deze beleidsregel voor.

3.Het bepaalde in de artikelen 2.6 en 2.7 alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.7 van de Algemene Subsidieverordening 2002 is niet van toepassing op deze beleidsregel.

Hoofdstuk 2 Onderhoud Monumentale Kerkgebouwen

Artikel 5 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a.de verordening de Algemene Subsidieverordening

2002, vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht op 4 juli 2002

(Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 13);

  • b.

    monumentaal kerkgebouw een kerkgebouw dat is opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 3, negende lid van de Monumentenverordening Utrecht 1998;

  • c.

    bijgebouw c.a. object, behorend tot en in één opzet gebouwd met het kerkgebouw en tevens geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst van de gemeente Utrecht;

  • d.

    eigenaar een (rechts)persoon -als bedoeld in artikel 1.1. van de verordening die op het object waarop de aanvraag om subsidie betrekking heeft een zakelijk recht heeft in de zin van:

    • 1.

      het eigendom

    • 2.

      het recht van erfpacht;

    • 3.

      een appartementsrecht (op een deel van het complex);

    • 4.

      een deelnemings- of lidmaatschaprecht op gebruik van een woning (in het kerkgebouw of bijgebouw);

    • 5.

      onder eigenaar wordt tevens verstaan een (rechts)persoon die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

  • e.

    onderhoudswerkzaamheden periodieke onderhoudswerkzaamheden om een casco van een kerkgebouw, een bijgebouw of een specifiek onderdeel in stand te houden;

  • f.

    bouwkundig inspectierapport een rapport met betrekking tot het kerk- en bijgebouw dat: de bouwtechnische staat van het kerk- en bijgebouw beschrijft en opgesteld is door een deskundige;

  • g.

    onderhoudsplan een plan met betrekking tot het meerjarig onderhoud van een kerk- en bijgebouw dat:

    • 1.

      gebaseerd is op het bouwkundig inspectierapport;

    • 2.

      gedetailleerd inzicht geeft in de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden over een periode van zes jaren alsmede de kosten daarvan.

Toelichting:

Inonderdeelb(kerkgebouwen)gaathetomgebouwendieinoorspronguitsluitendofvooreengrootdeeltenbehoevevandeeredienst(ofhetbelijden vandegeloofsovertuiging)zijnopgericht.Hethuidiggebruikvandiekerkgebouwenisnietvanbelang.

Onderbijgebouwinonderdeelcwordtverstaaneenobjectdatalsonderdeel vaneencomplexinéénopzetmethetkerkgebouwisgebouwdendaarmee eenarchitectonischeeenheidvormt.Voorbeeldenvaneenbijgebouwzijnde pastorieendekosterij.Inaldezegevallengeldtdatdeonderhoudskosten vanzelfstandigbeschermdeonderdelenindeaanvraagomeensubsidie separaatmoetenwordenopgenomen.

Onderdeonderhoudswerkzaamhedenalsbedoeldinonderdeelevallendie werkzaamhedendiebijdragenaaneengoedebouwkundigestaatvanhet kerkgebouwdanwelbijgebouw.Hierbijishetuitgangspuntdatdemonumentalewaardenvanhetkerk-enbijgebouwnietwordenaangetast.

Methetinonderdeelfbedoeldebouwkundiginspectierapportwordtbeoogd eeninzichttekrijgenindebouwkundigestaatvanhetmonumentophet momentvandeopname.Deaandachtdientzichhierbijvooralterichtenop dieonderdelen,waarvoorinprincipeeensubsidiekanwordenverkregen.

Hetinonderdeelggenoemdeonderhoudsplandientvooreenperiodevan zesjaaraantegevenwelkewerkzaamheden-metopgavevaninloonen materiaalgespecificeerdekosten-inelkvandiejarenzijnvoorzien.Ditplan dientdooreenterzakedeskundigetewordenopgesteld.Jaarlijksdienen voorafgaandaanuittevoerenwerkzaamhedeneenwerkomschrijvingeneen inmensurenenmaterialenuitgesplitstebegrotingtergoedkeuringteworden overgelegd.

Voordeopstellingvaneenonderhoudsplanmoetgebruikwordengemaakt vaneendoordegemeenteuittegeven(digitaal)model.Deeigenaarheeft demogelijkheidomeeningediendengoedgekeurdonderhoudsplantussentijdsteherziennaaraanleidingvanbijvoorbeeldeenbouwkundiginspectierapportvandeMonumentenwachtofeeninterneheroverweging.Ookdit herzieneonderhoudsplanbehoeftdegoedkeuringvanburgemeesteren wethoudersalsbedoeldinartikel2.

Artikel 6 Grondslag en werkingssfeer

  • 1.

    Op grond van de verordening artikel 3.2, vierde lid kunnen burgemeester en wethouders een projectsubsidie verlenen voor de kosten van het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan monumentale kerkgebouwen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een kerk- en/of bijgebouw voor de periode van zes jaar een subsidie verstrekken in de kosten van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden aan het casco daarvan ten behoeve van het wind- en waterdicht houden.

  • 3.

    Het subsidie wordt slechts verleend ten behoeve van een kerk- en bijgebouw dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders in redelijk tot goede staat verkeert.

  • 4.

    Indien het in totaal beschikbare budget niet toereikend is om volledig aan alle aanvragen om een subsidie te kunnen voldoen, bepalen burgemeester en wethouders voor welke onderdelen van kerk(en)- en bijgebouw(en) een subsidie in de onderhoudskosten wordt verleend.

  • 5.

    Het subsidie wordt slechts verleend indien de financiële dekking van het gedeelte van de kosten van de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden dat niet door een subsidie gedekt kan worden, naar genoegen van burgemeester en wethouders zeker gesteld is. Indien in verband met ontoereikendheid van het budget slechts een subsidie wordt verleend in de onderhoudskosten van bepaalde onderdelen van een kerk- en bijgebouw, geldt deze verplichting slechts met betrekking tot de onderhoudskosten van deze onderdelen.

  • 6.

    Voor kosten van onderhoudswerkzaamheden die op grond van een verzekering worden gedekt dan wel op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in mindering kan worden gebracht wordt geen subsidie verstrekt.

  • 7.

    Voor kerkelijke en overige particuliere eigenaren geldt een subsidiepercentage van 50%; voor eigenaren die belastingplichtig zijn in het kader van vennootschapsbelasting geldt een subsidiepercentage van 20%.

  • 8.

    Het subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verleend op grond van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd onderhoudsplan.

Toelichting: Lid1

Opbasisvanheteerstelidishetmogelijkeensubsidieteverkrijgenvoorde uitvoeringvanonderhoudswerken,mitshiervoorvoldoendemiddelen beschikbaarzijn(begrotingsvoorbehoudopgrondvandeverordeningartikel

2.5).Hetsubsidieplafondvanderegelingwordtjaarlijksgepubliceerd.

Lid2

Hetsubsidieheefttotdoelhetperiodiekeonderhoudzodanigtestimuleren datdaardoorvoorkomenwordtdatbinnenafzienbaretijdeenrestauratie moetwordenuitgevoerd.Hetgaatbijonderhoudswerkzaamhedenindezin vandezeregelingomwerkzaamhedenaandebuitenkantvanhetmonument tenbehoevevanhetwind-enwaterdichthouden.

Voorzoverdieaandebuitenzijdeverrichtewerkzaamhedennoodzakelijkerwijsentegelijkertijdwerkzaamhedenaandebinnenzijdemoetenwordenverricht,isersprakevaneenzodanigesamenhangdatdezeregelingookvan toepassingisopdebinnenzijde.Hetmoetendanuiteraardwel-inderedengevendebeschrijvingaangegeven -orgelsofanderespecifiekeonderdelen zijnzoalsaangegeveninhetachtstelidvanditartikel.

Lid3

Opgrondhiervanwordtgeensubsidieverleendvoormonumentendieineen zodanigeslechtestaatverkerendathetdoelvandezeregeling(instandhou -dingvanmonumentalewaarden)nietmeerterealiserenis.Omdebouwkundigestaatgoedtekunnenbeoordelenisbepaalddateenbouwkundig inspectierapportmoetwordenmeegezondenmetdeaanvraag.

Lid4en5

Hetsubsidieisbedoeldalseenaanvullendebijdrage.Datwilzeggendatpas totsubsidieverleningwordtovergegaanalsdedekkingvoordeeigenbijdrageuitdeaanvraagblijkten"hard"is.Ingevalhettotaalgevraagdebedrag hetbeschikbaresubsidiebudgetovertreftbepalenburgemeesterenwethoudersvoorwelkeonderdelenvanhetkerk-enbijgebouweensubsidiewordt verleend.Debenodigdedekkingvandeeigenarengeldtdannatuurlijkook slechtsvoordieonderdelen.

Lid6

Hieraanligttengrondslagdatgeensubsidiebehoorttewordenverleendin kostendieookopeenanderewijzeniettenlastevandeeigenaarbehoeven tekomen.Kostendiedooreenverzekeringkunnenwordengedektalsmede kostendieopdeverschuldigdeBTWinaftrekkunnenwordengebracht.

Lid7

Inhetkadervandevennootschapsbelastingbelastingplichtigeeigenaren kunnendekostenvanherstelenverbeteringvanhungebouwafschrijvenop debalansenfiscaalverrekenenindewinstenverliesrekening.Omdiereden geldttenopzichtevankerkelijkeenandereparticuliereeigenareneenlager subsidiepercentage(persaldoisditnietonvoordeliger).

Lid8

Doorhetcollegewordtderedelijkheidvandeinhetonderhoudsplanopgevoerdeonderhoudskostenbeoordeeld.Ookeentussentijdsherzienonderhoudsplanbehoeftdegoedkeuringvanburgemeesterenwethouders.

Alsonderhoudswerkzaamhedeninhetkadervanhetonderhoudsplan wordeniniedergevalaangemerkt:

-aandaken:hetincidenteelvernieuwenvanpannenofherstellenvan leiwerk,hetreparerenenvernieuwenvanzink,hetaanbrengen,c.q. goedplaatsenvanloodetc.,hetonderhoudvanbliksembeveiliging

(jaarlijksecontroleenkleinereparaties)enhetonderhoudvanbrandveiligheidsvoorzieningenvoorzoverdezegerichtzijnophetbehoudvan hetgebouw(o.a.jaarlijksecontroleenkleinereparatiesvanbrandmeldsystemenenblusinstallaties);

-aanschoorstenen:reparaties;

-aangotenofregenwaterafvoeren:hetopheffenvanverstoppingen, reparaties(herstelenvervanging),schoonmaken,werkzaamhedendie dewaterhuishoudingrondomhetgebouwbevorderen;

-aanmuren:hetherstellenvanvoegenenpleisterwerk;

-aanvensters:beglazing

-aanorgels:ééngeneralestembeurt,hetverhelpenvanstoringenen hetbijregelenvanhetmechaniekenincidentelewerkzaamhedenaan hetpijpwerk,dieterplekkekunnenwordenuitgevoerd(bijv.bijeen verzwaktepijpvoet).

-schilderwerkaanbuiten-enbinnenzijdevanbuitenkozijnen

-schilderwerkvanbuitengevelonderdelen

-materialendievoorwind-enwaterdichthoudeninzelfwerkzaamheid wordenverwerkt

-luiklokkenenuurwerken,mitsvanhistorischewaarde.

Ookdekostenverbondenaanhetopstellenvaneenbouwkundiginspectierapporteneenonderhoudsplanvallenonderhetbegriponderhoudswerkzaamheden.Tevenskomendekosten,verbondenaanhetlidmaatschap

(abonnementeninspectie-uren)vandeMonumentenwachtvooreensubsidieinaanmerking.

Tenslottevallenookdekostenvanhetmakenvandenoodzakelijkevoorzieningeninverbandmetbereikbaarheidenveiligheid(toegangsluikenen veiligheidsvoorzieningen)onderhetbegriponderhoudswerkzaamheden.

NB:Voorhetuitvoerenvaneenvandebovengenoemdewerkzaamheden kaneenmonumentenvergunningvereistzijn(aanvraagintedienenbijde gemeenteUtrecht).

Artikel 7 Aanvraag en beschikking

1.Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt tezamen met het onderhoudsplan door de eigenaar bij burgemeester

en wethouders ingediend vóór 1 oktober van het eerste jaar waarop het zesjarig onderhoudsplan betrekking heeft.

  • 2.

    Indien de beslissing het verlenen van een subsidie inhoudt, wordt het bedrag vermeld en -voor zover van toepassing- die onderdelen die door burgemeester en wethouders niet zijn goedgekeurd.

  • 3.

    Een beschikking als bedoeld in het tweede lid kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken of gewijzigd indien niet meer voldaan wordt aan het bepaalde in deze beleidsregel.

  • 4.

    Een beschikking als bedoeld in het tweede lid kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken of gewijzigd indien voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders sturen een afschrift van de beschikking aan de Stichting Nationaal Restauratiefonds.

Toelichting

Hetinheteerstelidgenoemdeonderhoudsplanistebeschouwenalsde

"uitvoeringsovereenkomst"conformartikel2.9vandeverordening.Delooptijdvanhetonderhoudsplanis-inafwijkingvanartikel3.1vandeverordening-zesjaar.

Inafwijkingvanartikel5.2vandeverordeningisdedatumvanindiening genoemdinplaatsvaneenindieningtermijnvanzeventienweken.Overigens blijftinallegevallendebehandeltermijnzoalsaangegeveninartikel5.6van deverordeninggehandhaafd.

Debepalingeninartikel5.3,tweedelidvandeverordeningzijnvoordeaanvraagomeensubsidievoorhetonderhoudaanmonumentalekerkgebouwen nietrelevant.Uitgangspuntisinstandhoudingvanhetkerkgebouw(enbijgebouw)doormiddelvandeuitvoeringvanhetdoorburgemeesterenwethoudersgoedgekeurdeonderhoudsplan.Hierbijwordtgeenonderscheid

gemaakttussenrechtspersonenennatuurlijkepersonen.

Waarinditartikelwordtgesprokenvan"subsidieverlenen"ishetgehele procesovereenperiodevanzesjaarbedoeld.Indieneenaanvraagomeen subsidiewordtingediendvindt-behoudensingevalvaneennegatieve beschikking-allereersteenverleningplaatsondervermeldingvanhetsubsidie.

Vervolgenswordtjaarlijksopbasisvanintedienenrekeningensubsidie uitbetaald.

Artikel 8 Voorschotten en verrekeningen

  • 1.

    Nadat het subsidie is verleend, worden jaarlijks -bij wijze van voorschot- de door de eigenaar bij burgemeester en wethouders ingediende rekeningen voor 50% uitbetaald door de Stichting Nationaal Restauratiefonds, tot ten hoogste één zesde deel van het verleende subsidie.

  • 2.

    Indien aan een eigenaar in enig jaar minder dan het voor hem beschikbare voorschot is uitbetaald, wordt het verschil toegevoegd aan het bedrag dat in het volgende jaar bij wijze van voorschot aan hem kan worden uitbetaald.

Toelichting

opbasisvanuitgevoerdeonderhoudswerkzaamhedenwordenrekeningen aanburgemeesterenwethoudersaangeboden.Burgemeesterenwethouders gevenaanwelkdeelvandegedeclareerdekostensubsidiabelisensturen dezerekeningendoornaarhetNationaalRestauratiefonds.HetNRFzorgt voorbetalingvan50%respectievelijk20%(ingevalvaneeninhetkader

vandevennootschapsbelastingbelastingplichtigeeigenaar)vandesubsidiabeleonderhoudskostenaandeeigenaar.HiertoebiedthetNRFdeeigenaareenrekening-courant-faciliteitaan.

Jaarlijkswordt,indienhetonderhoudsplanwordtgevolgd,hettotaalvande rekeningen-mitsvoldaan-uitbetaaldaandeeigenaar.Denietbestede bedragenwordentoegevoegdaanhetbeschikbaresubsidievoorhetvolgendejaar.Nadeperiodevanzesjaarvindtde"geldelijkeverantwoording" plaatsenwordthetdefinitievesubsidievastgesteldopbasisvandaadwerkelijkgemaaktekosten.

Artikel 9 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De eigenaar dient jaarlijks vóór 1 april een ondertekend overzicht in bij burgemeester en wethouders van de in het afgelopen kalenderjaar;

    • a.

      geplande en verrichte onderhoudswerkzaamheden;

    • b.

      de daarmee gemoeide kosten;

    • c.

      verklaring waaruit blijkt dat de kosten betaald zijn.

  • 2.

    De eigenaar dient jaarlijks het meest recente bouwkundig inspectierapport in bij burgemeester en wethouders.

Toelichting

Opgrondvanartikel5.8vandeverordeningdientingevalvaneenmeerjarigsubsidiejaarlijkseenaantalstukkentewordenoverlegdmetdenodige gegevensmetbetrekkingtotdeinhetafgelopenjaarverrichtewerkzaamhedenengemaaktekosten.

Inafwijkingvanartikel5.7vandeverordeningisdeindieningtermijnvande jaarrapportengesteldop1aprilvanhetopvolgendejaar.

Opgrondvanartikel4.38vandeAlgemenewetbestuursrechtkunnen burgemeesterenwethouders

bijverleningvaneensubsidiedoelgerichteverplichtingenopleggendie strekkentotverwezenlijkingvanhetdoelvanhetsubsidie.Inditgevalgericht opdeuitvoeringvanhetonderhoudsplan.

Methetjaarlijksrapport,datdirectnadeinspectiemoetwordeningediend, bereikenburgemeesterenwethoudersenerzijdséénduidigheidinhetopvragenenverkrijgenvangegevens,anderzijdsishetvanbelangdatdevoortgangvanhetonderhoudsplankanwordengevolgden,zonodig,inoverleg kanwordengetredenmetdeeigenaaromdezevoortgangalsnogtebevorderen.

Artikel 10 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Na ontvangst van het zesde van de in artikel 9 genoemde overzichten stellen burgemeester en wethouders het definitief subsidie vast -met inachtneming van de bepalingen in artikel 6, vierde tot en met zevende lid- en delen dit mede aan de eigenaar en het Nationaal Restauratiefonds.

  • 2.

    Indien niet is voldaan aan één of meer bepalingen in deze beleidsregel, kan het subsidie in afwijking van het eerste lid op een lager bedrag worden vastgesteld.

Toelichting

Conformartikel5.10vandeverordeningstellenburgemeesterenwethouders hetdefinitiefsubsidievastbinnenzesmaandennadeontvangstvanhet laatste(zesde)vandeinartikel5genoemdeoverzichten.

Naontvangstvanhetzesdeoverzichtwordthetsubsidievastgesteld.Hierbij kansprakezijnvaneengewijzigdebeschikking,bijvoorbeeldindienblijktdat definanciëledekkingvanhetnietvooreensubsidieinaanmerkingkomend gedeeltevandekostenvanwerkzaamhedennietmeergegarandeerdis.Een andervoorbeeldishetgevalwaarindeeigenaaringebrekeblijfthetjaarlijks overzichtalsbedoeldinartikel9indedienen.

Artikel 11 Overige bepalingen

  • 1.

    Indien er zich omstandigheden voordoen die van invloed kunnen zijn op de beschikking omtrent het subsidie, bericht de eigenaar dit zo spoedig mogelijk aan burgemeester en wethouders onder de overlegging van de relevante stukken.

  • 2.

    Aan de door burgemeester en wethouders aangewezen personen worden door de eigenaar alle bescheiden getoond en alle inlichtingen verstrekt die noodzakelijk zijn voor een juiste behandeling van de subsidieaanvraag.

  • 3.

    Voor zover modellen zijn vastgesteld voor de aanvraag, het onderhoudsplan en het jaarlijks overzicht, dient hiervan gebruik gemaakt te worden.

Toelichting

Lid1

Hierbijkanwordenbijvoorbeeldgedachtaaneenanderevolgordevanuitvoeringvandeonderhoudswerkzaamhedenofhetinplannenvanandere werkzaamhedendanbeschreveninhetonderhoudsplan.Hetinformerenvan burgemeesterenwethouderskanteleurstellingbijdevaststellingvanhet subsidievoorkomen.

Lid3

Opgrondvanartikel5.3vandeverordeningkunnenburgemeesteren wethoudersmodellenvoorintedienenstukkenvoorschrijven.

Artikel 12 Sanctiebepalingen

  • 1.

    Indien blijkt dat een subsidie ten gevolge van het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens is vastgesteld op een subsidie dat hoger is dan wanneer het zou zijn vastgesteld op grond van juiste en volledige gegevens, kunnen burgemeester en wethouders het subsidie opnieuw vaststellen.

  • 2.

    De eigenaar stort een teveel ontvangen voorschot of subsidie op eerste verzoek van burgemeester en wethouders onmiddellijk terug, tenzij burgemeester en wethouders tot verrekening op andere wijze hebben besloten.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking onderhoud monumentale kerkgebouwen 2003.

  • 2.

    De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 april 2003. Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders, gehouden op 25 maart 2003.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 9 april 2003.

Deze beleidsregel is in werking getreden op 1 april 2003.