Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE FINANCIËLE BIJDRAGE AAN FRACTIES GEMEENTE UTRECHT 2019 |
Citeertitel | Verordening op de financiële bijdrage aan fracties gemeente Utrecht 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2019 | vervangende regeling | 19-12-2019 |
Artikel 2 Jaarlijkse verlening financiële bijdrage; vast en variabel bedrag
De incidentele uitbreiding van de vaste component voor de jaren 2020, 2021 en 2022 bedraagt € 18.236,- per fractie per jaar. Het doel en het beoogde effect van de incidentele uitbreiding van de vaste component wordt voor het einde van 2021 door het presidium geëvalueerd, waarna door de gemeenteraad uiterlijk eerste kwartaal 2022 een besluit wordt genomen over de toepassing ervan vanaf 2023.
Artikel 3 Besteding financiële bijdrage
De subsidie mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:
betalingen, inclusief die ter voldoening van contributie, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten en/of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie of arbeidsovereenkomst;
Artikel 5 Regeling subsidie bij splitsing of verkiezingen
Bij splitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode heeft de nieuw gevormde fractie met ingang van het jaar, volgend op het jaar waarin de splitsing heeft plaatsgevonden uitsluitend aanspraak op de in artikel 2, vijfde lid genoemde variabele component. Deze aanspraak wordt in mindering gebracht op de variabele subsidiecomponent van de fractie in oude samenstelling. De nieuwe fractie kan geen aanspraak maken op de door de fractie in oude samenstelling opgebouwde egalisatiereserve.
Artikel 6 Liquiditeitsoverschot, egalisatiereserve
Het is een stichting niet toegestaan een tijdelijk of permanent liquiditeitsoverschot op een andere rekening te storten dan een uitsluitend voor dit doel geopende en beheerde spaarrekening. Indien een stichting dat wenst is het tevens mogelijk een liquiditeitsoverschot tussentijds terug te storten aan de gemeente.
De omvang van de egalisatiereserve (stand per 31 december) wordt door de accountant meegenomen bij de controle van de verantwoording over het jaar waarin verkiezingen hebben plaatsgevonden. Het bedrag dat het maximum overschrijdt, wordt door de stichting van een fractie die na verkiezingen wederom in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, binnen een maand na vaststelling van de subsidie door de gemeenteraad teruggestort in de gemeentekas. De hoogte van het maximum toegestane bedrag wordt berekend aan de hand van de hoogte van het totale subsidiebedrag dat de fractie heeft ontvangen voor de periode april tot met december van het verkiezingsjaar. Het betreffende bedrag wordt vermenigvuldigd met de factor 1,25.
De stichting aangewezen door een fractie die als gevolg van verkiezingen uit de raad verdwijnt dan wel ophoudt te bestaan, of door een fractie die tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, is verplicht de opgebouwde egalisatiereserve te restitueren aan de gemeente, met uitzondering van het gedeelte van de egalisatiereserve dat moet worden aangewend voor de afhandeling van nog lopende (personele) verplichtingen. Restitutie van de egalisatiereserve dient plaats te vinden binnen een maand na vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 8 lid 2 door de gemeenteraad, tenzij de voormalige fractie schriftelijk en gemotiveerd aan het presidium van de gemeenteraad aangeeft waarom deze termijn niet haalbaar is en daarbij tevens aangeeft voor welke datum restitutie zal plaatsvinden.
Artikel 7 Administratieve verplichtingen
De stichting voert een financiële administratie op basis van een kasstelsel. Deze administratie wordt op een zodanige wijze gevoerd dat deze steeds een volledig en juist inzicht geeft in alle uitgaven en inkomsten alsmede overige gegevens die voor de financiële verantwoording van belang zijn, waaronder mede begrepen de hoogte van de egalisatiereserve per 31 december van het jaar waarop de verantwoording betrekking heeft.
De stichting aangewezen door een fractie die als gevolg van verkiezingen uit de raad verdwijnt dan wel ophoudt te bestaan, of door een fractie die tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, dient uiterlijk binnen drie maanden na de verkiezingen respectievelijk de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 lid 4, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij de gemeenteraad over de periode van dat lopende jaar tot 1 april respectievelijk het moment van ophouden bestaan.
De accountant controleert of de verantwoording in overeenstemming is met het gestelde in deze verordening en geeft hierover zijn oordeel. Bij de controle hanteert de accountant een goedkeuringstolerantie ter hoogte van 1% van de uitgaven met een minimum ter hoogte van 1% van het voorschot van de subsidie van de grootste fractie in de gemeenteraad. Bij de berekening hiervan wordt de incidentele vaste component buiten beschouwing gelaten. Voor uitgaven minder dan € 450,- is voor de controle het overleggen van een factuur voldoende.
Indien een stichting nalaat een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen, een zodanige aanvraag niet tijdig of onvolledig indient, stelt de gemeenteraad de subsidie ambtshalve vast uiterlijk op 1 juli. De gemeenteraad kan daarbij de subsidie lager vaststellen. Daarnaast zal betaling van het voorschot voor het daarop volgende jaar plaatsvinden in twee termijnen. De helft van de door de gemeenteraad vastgestelde subsidie wordt uiterlijk 31 januari uitgekeerd. Het resterende bedrag wordt uiterlijk 15 juli uitgekeerd, tenzij de stichting op dat moment de aanvraag tot vaststelling van de subsidie nog steeds niet (volledig) heeft ingediend bij de gemeenteraad. In dat laatste geval vindt uitbetaling plaats op het moment dat de stichting alsnog een volledige aanvraag heeft ingediend.
Artikel 10 Terugvordering en verrekening
Indien uit de verantwoording met bijbehorende controleverklaring blijkt dat een fractie in strijd heeft gehandeld met artikel 3 of wanneer niet is voldaan aan andere bepalingen van deze verordening, vordert de gemeenteraad de in het geding zijnde uitgaven terug, dan wel verrekent deze uitgaven met het voorschot voor het volgende jaar.
De gemeenteraad verleent de griffier mandaat om alle correspondentie naar aanleiding van de in deze verordening genoemde besluiten van de gemeenteraad te ondertekenen.
Artikel 12 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet beslist de gemeenteraad op voorstel van het presidium van de gemeenteraad.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 19 december 2019.
De griffier, De voorzitter,
mr. M. van Hall mr. J.H.C. van Zanen
In artikel 33 van de Gemeentewet is vastgelegd dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen recht hebben op ondersteuning. De Gemeentewet is grondslag voor deze verordening. Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De financiële bijdrage voor de fractieondersteuning is een subsidie die jaarlijks wordt verstrekt aan de fracties. Deze tegemoetkoming in de fractiekosten is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Derhalve zijn ook de bepalingen uit Titel 4.2 over subsidies van de Awb van toepassing op tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt jaarlijks als beschikking vastgesteld en door de griffier aan de stichtingen toezonden.
Uitbetaling van de voorschotten geschiedt door overmaking aan de stichting tot ondersteuning van de fractie. De stichting treedt slechts op als ontvanger en beheerder van de tegemoetkoming, onverlet de eigen verantwoordelijkheid van de fractie voor een rechtmatige besteding en het voldoen aan het gestelde in deze verordening.
In dit artikel worden enkele belangrijke begrippen uit de verordening gedefinieerd.
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële bijdrage. De hoogte van het totale budget voor fractieondersteuning wordt in de gemeentebegroting opgenomen en dus door de raad vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel per raadszetel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben, bijvoorbeeld op facilitair gebied, ontvangen zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding.
Ter voorkoming van onnodige bureaucratie is het indienen van een aanvraag om voor een subsidie in aanmerking te komen niet nodig.
Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning worden de fracties grotendeels vrijgelaten. Minimumvoorwaarde is wel dat de financiële bijdrage wordt besteed aan kosten die door de fractie ten behoeve van het raadswerk worden gemaakt. Daaronder worden verstaan kosten die verband houden met het voorbereiden, uitvoeren en uitdragen van het fractiebeleid. De tegemoetkoming is in ieder geval bestemd voor de uitgaven die samenhangen met de administratieve ondersteuning en beleidsondersteuning voor de fractie en bijhorende bureaukosten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de volgende kosten (niet limitatief):
• personeelskosten: het betreft zowel de (salaris)kosten van medewerkers die op basis van een arbeidscontract alsook de kosten van medewerkers die op basis van een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten voor de fractie werken. Ook de kosten van personeelsbeheer, personeelsadministratie en personeelsverzekeringen behoren bij deze kostenpost
• bureaukosten: het betreft kosten die verband houden met inrichting van een kantoorwerkplek, voor zover niet reeds ter beschikking gesteld door de gemeente Utrecht, en de kosten van kantoorbehoeften zoals papier en schrijfmaterialen
• kosten die verband houden met het oprichten en in stand houden van de stichting (met uitzondering van een vergoeding voor de bestuursleden van de stichting, dat is nadrukkelijk niet toegestaan)
In geval van twijfel over de rechtmatigheid van specifieke uitgaven of reserveringen is het raadzaam om de accountant te consulteren of dit voor te leggen aan het presidium, voordat verplichtingen worden aangegaan. Het eindoordeel over de mate waarin aan voorwaarden is voldaan is voorbehouden aan de raad.
In lid 2 is een limitatief overzicht van bestedingen opgenomen waarvoor de bijdrage niet mag worden gebruikt. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage het inkomen van raadsleden wordt aangevuld of verkiezingscampagnes worden gefinancierd.
Onder c is bepaald dat de bijdrage niet mag worden gebruikt voor een aanvulling op de vergoeding voor de werkzaamheden of voor andere vergoedingen waarvoor al een regeling is getroffen op grond van het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers en de hierop gebaseerde verordening. Het gaat hierbij om onder meer de volgende vergoedingen of tegemoetkomingen:
i. vergoeding voor de werkzaamheden;
iii. Reis- en verblijfkosten woon/werkverkeer en kosten voor reizen zowel binnen als buiten het grondgebied van de gemeente;
v. informatie- en communicatievoorzieningen voor de raadsleden;
vi. verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Om te voorkomen dat stichtingen bestedingen doen aan bedrijven waarover raadsleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben (zie onder e.), is het aan te bevelen dat de stichtingen gebruikmaken van de volgens artikel 12 van de Gemeentewet verplichte openbare opgave van nevenfuncties van de raadsleden. Bij twijfel over de toelaatbaarheid van voorgenomen uitgaven kan een fractie het oordeel vragen van het Presidium.
Onder f is bepaald dat de bijdrage niet mag worden besteed aan kantoorruimte buiten het stadhuis. De reden hiervoor is dat de fracties reeds kosteloos een kamer op het stadhuis ter beschikking wordt gesteld. De uitzondering heeft geen betrekking op de huur van vergaderzalen buiten het stadhuis.
Onder g is bepaald dat de bijdrage niet mag worden gebruikt ter bekostiging van verkiezingscampagnes. De verkiezingscampagnes komen voor rekening van de politieke partijen. De financiële bijdrage die voortvloeit uit deze verordening, is niet bedoeld om de politieke partijen te subsidiëren. Het onderscheid tussen uitgaven voor de verkiezingscampagne (niet toegestaan) en uitgaven voor voorlichtingsactiviteiten (wel toegestaan) is overigens niet met waterdichte definities aan te geven. Hier wordt een beroep gedaan op de oordeelsvorming en de eigen verantwoordelijkheid van de stichtingen. In ieder geval moeten spotjes voor radio en tv, affiches, folders en alle andere oproepen om op een partij te stemmen in de twee maanden voorafgaande aan de verkiezingen, gerekend worden tot de campagneactiviteiten. Bepalend is hierbij het moment van openbaarmaking van de uiting. Bij twijfel is het raadzaam advies te vragen aan het Presidium.
Dit artikel regelt het jaarlijks uitbetalen van de subsidie in de vorm van een voorschot voor 15 januari. In een verkiezingsjaar vindt betaling plaats in twee termijnen, voor 15 januari en voor 15 april. Wanneer een fractie voor de uitbetaling van salarissen van fractiemedewerkers gebruik maakt van de salarisadministratie van de gemeente, worden deze periodiek in rekening gebracht.
Dit artikel is er op gericht te verduidelijken op welke wijze de subsidie (basisbedrag èn variabel deel) wordt aangepast bij verkiezingen en bij fractiesplitsing.
Het is denkbaar dat de samenstelling van een fractie tijdens een zittingsperiode van de raad wijzigt. Gemeenteraadsleden kunnen bijvoorbeeld uit de fractie treden en zelfstandig verder gaan of zich aansluiten bij een andere fractie in de gemeenteraad. Voor die situatie is in artikel 5 geregeld dat die raadsleden slechts aanspraak kunnen maken op de variabele component voor de ondersteuning van hun raadswerkzaamheden, met ingang van het kalenderjaar volgend op de splitsing. De door de fractie in de oorspronkelijke samenstelling opgebouwde reserve komt bij splitsing niet voor verdeling in aanmerking. Hieronder is weergegeven welke regels er gelden ten aanzien van de subsidie in de verschillende situaties.
Het is fracties toegestaan om een batig exploitatieresultaat toe te voegen aan een egalisatiereserve. Onttrekkingen aan de egalisatiereserve worden door de accountant getoetst op rechtmatigheid. De omvang van de egalisatiereserve bedraagt maximaal 100% van het totaal door de stichting ontvangen subsidie over één jaar en wordt eenmaal per zittingsperiode beoordeeld door de accountant en door de gemeenteraad vastgesteld. Ten aanzien van fracties die na gemeenteraadsverkiezingen opnieuw terugkeren in de raad gebeurt dit op basis van de verantwoording over het jaar waarin de verkiezingen hebben plaatsgevonden. Gekeken wordt naar de hoogte van de vergoeding die de stichting heeft ontvangen over de periode april t/m december en dat bedrag wordt vermenigvuldigd met factor 1,25.
Gedurende de zittingsperiode kan het voorkomen dat de egalisatiereserve hoger is dan toegestaan. In die gevallen is sprake van een latente terugbetalingsverplichting. Indien een fractie dat wenst is het mogelijk om een liquiditeitsoverschot tussentijds terug te storten aan de gemeente.
Hieronder is weergegeven welke regels er gelden ten aanzien van (het terugbetalen van) de egalisatiereserve in de verschillende situaties.
Het kasstelsel is de manier van boekhouden waarbij de inkomsten en uitgaven worden verwerkt op het moment dat ze ook daadwerkelijk zijn ontvangen en betaald. Als er bijvoorbeeld in november een bestelling wordt geplaatst en de rekening ervan wordt betaald in februari, worden de uitgaven in februari geboekt.
De administratie dient zodanig te zijn ingericht dat op eerste aanvraag van de accountant nadere informatie kan worden verschaft en bescheiden of bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven kunnen worden overgelegd. Er dient sprake te zijn van een deugdelijke verantwoording en administratie. Daaronder dient te worden verstaan dat per grootboekrekening (voor afzonderlijke kosten en opbrengsten) een onderbouwing direct beschikbaar is. Daarbij zijn onderliggende declaraties gespecificeerd, duidelijk gemarkeerd als boekingstuk en zijn de afzonderlijke boekingstukken op logisch wijze geordend. Indien sprake is van andere opbrengsten dan de tegemoetkoming die van gemeentewege wordt verstrekt, worden deze opbrengsten en daaraan gerelateerde kosten gescheiden geadministreerd en hiervoor dient een andere bankrekening te worden gebruikt dan de rekening voor de subsidie (of de spaakrekening voor een eventueel liquiditeitsoverschot).
De fractie is primair verantwoordelijk voor een rechtmatige besteding van de ontvangen tegemoetkoming en het voldoen aan de verplichtingen zoals gesteld in deze verordening. Het gebruik van een stichting voor onder meer het beheer van de ontvangen tegemoetkoming ontslaat een fractie niet van deze verantwoordelijkheid.
De stichting dient jaarlijks voor 15 april een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij de gemeenteraad. Deze aanvraag bestaat uit drie onderdelen:
• een verantwoording overeenkomstige het model (bijlage)
• een controle verklaring van een accountant (AA of RA)
Het niet of niet tijdig indienen van de verantwoording leidt in elk geval tot een gescheiden behandeling in het de gemeenteraad onder opgaaf van redenen voor de vertraging.
Overschrijding van de indieningstermijn kan gepaard gaan met een korting op de subsidie. Daarnaast zal betaling van de subsidie in het jaar daaropvolgend plaatsvinden in twee termijnen.
Na vaststelling van de subsidie door de gemeenteraad, wordt de verantwoording van de fracties openbaar gepubliceerd op de website van de gemeente als onderdeel van de Integriteitsrapportage.
Hieronder is weergegeven welke regels er gelden ten aanzien van de verantwoording (indienen aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij de gemeenteraad) in de verschillende situaties.
BIJLAGE A BIJ VERORDENING OP DE FINANCIËLE BIJDRAGE AAN FRACTIES GEMEENTE UTRECHT 2019.
Verantwoording ingevolge artikel 5 lid 2 van de Verordening op de financiële bijdrage aan fracties gemeente Utrecht 2019 van het bestuur van de stichting: ………………… over het kalenderjaar …………
Eindsaldo betaalrekening vorig jaar: € ………......
NB. Bij de juiste toepassing van het kasstelsel en het gebruik van één bankrekening voor de ontvangst en besteding van de fractiekostenvergoeding moeten de saldi reserve 31 december en de banksaldi per 31 december aan elkaar gelijk zijn.