Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Afvalstoffenheffing 2005 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingverordeningen, verordening afvalstoffenheffing |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | art. 3 | 23-11-2017 | RB17.0050 |
De raad van de gemeente Brummen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2004;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan in gevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief
een afvalzak in de kleine inworpopening (30 liter) bestemd voor restafval € 0,80;
een afvalzak in de grote inworpopening (60 liter) bestemd voor restafval € 1,52;
een container van 80 liter bestemd voor restafval € 2,30;
een container van 140 liter bestemd voor restafval € 3,65;
een container van 240 liter bestemd voor restafval € 5,90;
een container van 80 liter bestemd voor gft-afval € 0,82;
een container van 140 liter bestemd voor gft-afval € 1,32;
een container van 240 liter bestemd voor gft-afval € 2,12
een container bestemd voor recyclebaar afval / papier € 0,00.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Indien door belastingplichtige toestemming is verleend voor automatische incasso wordt de belasting als bedoeld in artikel 1, opgelegd middels een zgn. voorlopige aanslag, ingevorderd in 10 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend en elke volgende termijn een maand later.
In afwijking van het onder lid 2 gestelde, wordt de belasting als bedoeld in artikel 1, opgelegd middels een zgn. afrekening na afloop van het belastingjaar, via automatische incasso ingevorderd in 3 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend en elke volgende termijn een maand later.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening reinigingsheffingen 1997’ van 19 december 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28/30 oktober 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2004 en sindsdien gewijzigd op 24 november 2005, 15 november 2006, 8 november 2007, 6 november 2008, 17 december 2009, 19 december 2011, 29 november 2012, 28 november 2013, 28 oktober 2014, 29 oktober 2015, 26 mei 2016, 24 november 2016 en 23 november 2017.