Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels over tegemoetkoming sloop en vervanging van vervuilende dieselvoertuigen Amsterdam 2020 (Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam) |
Citeertitel | Subsidieverordening sloop en schoon alternatief vervoer Amsterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze subsidieverordening vervalt op 1 januari 2022.
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2020 | 30-03-2021 | artikel 1.1, 2.6, 2.6a, 2.7, 2.7a, 3.4, 3.6, 3.6a, 3.7, 3.8, 4.1, toelichting | 17-12-2020 | ||
01-01-2020 | 25-12-2020 | nieuwe regeling | 19-12-2019 | 2042A.19 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 – Begripsomschrijvingen
In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:
demontageverklaring: verklaring van een demontagebedrijf, dat beschikt over de RDW erkenning ‘bedrijfsvoorraad’ met het onderdeel bevoegdheid ‘Online Registratie Auto Demontage’, om binnen 48 uur na tenaamstelling van het betreffende kenteken op zijn naam, de registratie van demontage van de auto in het kentekenregister van de RDW te bewerkstelligen en deze melding nadien niet ongedaan te (laten) maken en tevens de verklaring dat het demontagebedrijf zich verplicht ook de auto in eigen beheer, conform de bij of krachtens het Besluit beheer autowrakken gestelde voorschriften, te demonteren en het niet in eigendom over te dragen of te exporteren;
de-minimisverklaring: de verklaring waarin de aanvrager aangeeft of hij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan;
e-bike: fiets met trapondersteuning, voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 1 kW waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en ten slotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;
emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig zoals opgenomen in het Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 , het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met harmonisatie van milieuzones, Stb. 2019, 398;
Artikel 2.1 – Doel sloopsubsidie
Doel van deze subsidie is het realiseren van de in het Actieplan Schone Lucht geformuleerde doelen omtrent het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam op de stoffen stikstofdioxide en fijnstof door het stimuleren van de sloop van vervuilende dieselpersonen- en -bestelauto’s van Amsterdammers die per 1 november 2020 niet meer in de milieuzones mogen rijden.
Artikel 2.2 – Subsidiabele activiteiten
Het college kan per aanvrager subsidie verlenen voor de sloop van maximaal één dieselpersonen- of bestelauto met een emissieklasse van 3 of lager.
Artikel 2.3 – Subsidiabele kosten
De subsidiabele kosten zijn gebaseerd op de gemiddelde marktprijs van voertuigen die op grond van deze verordening voor sloop in aanmerking komen.
Artikel 2.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In afwijking van het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
Artikel 2.7 – Weigeringsgronden
In aanvulling op het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college subsidie te verlenen als:
Artikel 2.7a - Aanvullende verplichtingen:
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 is aan de subsidie de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger het voertuig laat slopen bij een erkend sloopbedrijf zoals bedoeld in artikel 1.1 aanhef en onder n.
Artikel 3.1 – Doel aanschafsubsidie
Met deze subsidie wordt beoogd het voor Amsterdammers met een Stadspas met groene stip mogelijk te maken de overstap te kunnen maken naar een vervangend voertuig of een schoon alternatief.
Artikel 3.3 – Subsidiabele kosten
De subsidiabele kosten zijn een deel van de investeringskosten verbonden aan de activiteiten zoals beschreven in artikel 3.2 van deze subsidieverordening.
Subsidie voor een van de activiteiten genoemd in artikel 3.2, van deze subsidieverordening kan uitsluitend worden aangevraagd door een ingezetene van Amsterdam met een stadspas met groene stip, voor wiens voertuig een Sloopsubsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 is vastgesteld.
Artikel 3.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij een subsidieaanvraag voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, van deze subsidieverordening de volgende gegevens overgelegd:
Artikel 3.7 – Weigeringsgronden:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college subsidie te verlenen als:
Artikel 3.8 – Aanvullende verplichtingen
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 december 2019
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1. – Begripsomschrijvingen
Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieverordening gedefinieerd. Meestal spreken de gegeven definities voor zich.
Het begrip emissieklasse is ontleend aan het Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 , het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met harmonisatie van milieuzones, Stb. 2019, 398 (hierna: het wijzigingsbesluit). De wijzigingen houden verband met de harmonisatie van milieuzones. Het wijzigingsbesluit treedt per 1 januari 2020 in werking..
De harmonisatieregeling strekt onder meer tot een beperking in keuze van toelatingsregime voor personen- en bestelvoertuigen, gebaseerd op de zogeheten emissieklasse van de voertuigen. Daarmee wordt aangesloten bij de milieukenmerken van de voertuigen: grofweg geldt dat hoe hoger de emissieklasse is, des te minder verontreinigende stoffen worden uitgestoten. De emissieklasse wordt afgeleid van de in het kentekenregister vastgelegde Milieuclassificatie (Euroklasse), van het nummer van de EU-basisregelgeving emissie en de wijzigingsregelgeving of van de datum van eerste toelating tot het verkeer voor het betreffende voertuig (DET). Dit gebeurt conform de bijlage bij het Kentekenreglement, met daarin opgenomen de transponeringstabellen voor de vaststelling van emissieklassen.
Sloop kan bij een door de RDW erkend demontagebedrijf. Zij zorgen ervoor dat de registratie in het kentekenregister van de RDW wordt beëindigd, zodat het voertuig niet meer op naam staat. Na beëindiging van de registratie stopt de verzekeringsplicht (WAM). Een overzicht van deze bedrijven is te vinden op https://www.rdw.nl/particulier/voertuigen/brommer/slopen-of-demonteren/slopen-bij-rdw-erkend-demontagebedrijf
Een leverancier is een in het handelsregister van de KVK geregistreerde detailhandelaar in (elektrische) fietsen en/of elektrische brom- of snorfietsen en/of (elektrische) personen- of bestelauto’s die met de gemeente Amsterdam een contract heeft gesloten. In dat contract worden onder meer afspraken gemaakt over de wijze waarop mogelijke fraude en misverstanden kunnen worden voorkomen. Ook over de wijze van verantwoording van de aanschaf worden afspraken gemaakt. Het is aan de leveranciers om zelf te bepalen of ze wel of niet meedoen.
De definitie van ‘onderneming’ ontleend aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.01.2014). Het begrip ‘concern’ is niet wettelijk bepaald. Vandaar dat er in deze subsidieverordening een definitie van is opgenomen. De centrale leiding is een kernbegrip bij een concern. In hoeverre hiervan sprake is kan worden bepaald aan de hand van de volgende factoren:
Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’
De ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013’ kan worden geraadpleegd via: http://www.amsterdam.nl/subsidies.
Artikel 1.3 – Subsidieplafond en verdeelsleutel
In dit artikel is vermeld dat het subsidieplafond € 4.000.000,00 bedraagt, wat betekent dat geen nieuwe subsidies meer kunnen en zullen worden verstrekt indien daarmee het totaal aan op grond van dit hoofdstuk de som van € 4.000.000,00 zou overschrijden.
Op grond van artikel 7, eerste lid, van de ASA 2013 zal het beschikbare subsidiebudget worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'. Volledige subsidieaanvragen zullen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.
Artikel 2.1 – Doel sloopsubsidie
Iedere Amsterdammer heeft recht op gezonde lucht. In Amsterdam zijn op een aantal plekken nog overschrijdingen van de Europese grenswaarden en nog flinke stappen te zetten naar de WHO-advieswaarden. Dieselvoertuigen zijn een belangrijke veroorzaker van slechte luchtkwaliteit waarop de lokale overheid invloed uitoefent, met name de oudere dieselvoertuigen aangezien na het verbrandingsproces van diesel het voertuig niet is voorzien van een roetfilter. Roet is zeer ongezond en heeft negatieve gevolgen op onze luchtwegen. Doelstelling van de sloopsubsidie is het realiseren van de in het Actieplan Schone Lucht geformuleerde doelen omtrent het verbeteren van de luchtkwaliteit in Amsterdam.
Artikel 2.2 – Subsidiabele activiteiten
Het college verleent alleen subsidie ten behoeve van de sloop van een dieselpersonen- of bestelauto met emissieklasse 0-3 waarvan de kentekenhouder als bewoner in Amsterdam of als ondernemer bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam staat geregistreerd.
Artikel 2.3 – Subsidiabele kosten
De subsidiabele kosten zijn gebaseerd op de gemiddelde marktprijs van voertuigen die op grond van deze verordening voor sloop in aanmerking komen.
Artikel 2.4 – Hoogte van de subsidie
De hoogte van het subsidiebedrag voor sloop is mede afhankelijk gesteld van het moment waarop de aanvraag voor subsidie binnenkomt. Daarbij geldt: wie snel beslist, komt in aanmerking voor een hoger bedrag. Door het stimuleren van een snelle beslissing krijgen aanvragers de mogelijkheid tijdig uit te zoeken welk alternatief (aanschaf vervangend vervoer of schoon alternatief) goed bij hen past.
Alle bewoners en ondernemingen in Amsterdam met een vervuilend dieselpersonen- of –bestelauto die vanaf 2020 niet meer in de milieuzone mag rijden komen in aanmerking voor subsidie.
Artikel 2.7 – Weigeringsgronden
Naast de weigeringsgronden die genoemd zijn in de ASA 2013, zijn in dit artikel aanvullende gronden opgenomen die als basis dienen voor een weigering van de subsidie. Dit betekent dat de subsidieaanvrager niet aan de gestelde voorwaarden en verplichtingen heeft voldaan en de subsidie wordt geweigerd.
Subsidieverlening wordt onder meer geweigerd als het te slopen voertuig niet aan de volgende voorwaarden voldoet:
Artikel 2.9 – Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet een demontageverklaring worden overgelegd waaruit blijkt dat het voertuig is gesloopt. De gemeente wil hiermee voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor activiteiten waarvoor geen toestemming van het bevoegde gezag is gegeven.
Artikel 3.1- Doel aanschafsubsidie
Deze subsidie beoogt het voor Amsterdammers met een Stadspas met groene stip mogelijk te maken de overstap te kunnen maken naar een schoner voertuig met minimaal emissieklasse 4, niet zijnde diesel, of een elektrische personen- of bestelauto, elektrische brom- of snorfiets of een schoon alternatief. Regulerende maatregelen in het kader van luchtkwaliteit zoals een milieuzone leiden mogelijk tot problemen in het kader van vervoer, en dat is onwenselijk.
Artikel 3.2 – Subsidiabele activiteiten
Het college verleent subsidie ten behoeve van de aanschaf van een vervangend personen- of bestelauto emissieklasse 4 of hoger, niet zijnde een dieselvoertuig, en elektrische bestel- of personenauto’s. Voorwaarde is wel dat met subsidie een vervuilend voertuig op grond van hoofdstuk 2 is gesloopt. Deze voorwaarde geldt ook voor de subsidie voor aanschaf van een schoon alternatief. In artikel 1.1 van deze subsidieverordening zijn de schone alternatieven die voor subsidie in aanmerking komen omschreven.
Artikel 3.3 – Subsidiabele kosten
De subsidiabele kosten zijn gedeeltelijk de investeringskosten verbonden aan de activiteiten zoals beschreven in artikel 3.2.1. van deze subsidieverordening. Uitsluitend de daadwerkelijk gemaakte kosten komen voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 3.4 – Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor de aanschaf vervangend voertuig van maximaal € 1.250,00 is - samengenomen met het bedrag voor de in hoofdstuk 2 genoemde sloopsubsidie – een bedrag waarmee de overstap zonder of met geringe meerkosten gemaakt kan worden. Het bedrag voor een schoon alternatief van maximaal € 750,00 is afgestemd op de prijs van de alternatieven.
Uitsluitend bewoners van Amsterdam die in het bezit zijn van een stadspas met groene stip komen in aanmerking voor deze aanschafsubsidie, en alleen als zij beschikten over een voertuig dat op grond deze subsidieverordening is gesloopt.
De gemeente Amsterdam stelt de Stadspas met ‘groene stip’ beschikbaar voor inwoners met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum en weinig vermogen. De stadspas met groene stip wordt verstrekt op aanvraag. De ook in het kader van verstrekking van de Stadspas met ‘groene stip’ gehanteerde inkomensgrens vormt een in breder verband gehanteerde, en daarmee geaccepteerde norm voor definiëring van een laag inkomen. Aansluiten bij de Stadspas met ‘groene stip’ biedt als bijkomend voordeel dat de toetsing (op inkomen) reeds is gedaan en dat komt ten goede aan de efficiëntie van de uitvoering van deze stimuleringsregeling.
De in deze subsidieverordening opgenomen stimuleringsregeling is mede bedoeld om deze groep mensen zonder of tegen gering meerkosten de overstap te kunnen laten maken naar een schoner alternatief; dat kan zowel een benzine emissieklasse 4 zijn als een nog schoner uitstootvrij alternatief.
Artikel 3.6 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Bij de subsidieaanvraag dient onder meer een aankoopbewijs (bij een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets) van een leverancier als bedoeld in artikel 1.1, onder q te worden verstrekt.
De eigen bijdrage die voor een vervangend voertuig en schoon alternatief zijnde een e-bike of fiets moet worden betaald, is een vast bedrag van respectievelijk € 750,- en € 250,-. Op deze manier wordt bij iedere aanvrager die recht heeft op subsidie hetzelfde bedrag in mindering gebracht op de totale aanschafprijs van het vervangende voertuig of schone alternatief.
Artikel 3.9 – Aanvullende verplichtingen
In dit artikel zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen waaraan de subsidieontvanger moet voldoen. De bevoegdheid tot het vaststellen van deze nadere verplichtingen is gebaseerd op artikel 4:37 Awb.