Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen (Verordening kwijtschelding 2020) |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening kwijtschelding 2019 van de gemeente Binnenmaas, de Verordening kwijtschelding 2019 van de gemeente Cromstrijen, de Verordening kwijtschelding 2019 van de gemeente Korendijk, de Verordening kwijtschelding 2019 van de gemeente Oud-Beijerland en de Verordening kwijtschelding 2019 van de gemeente Strijen.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2019 |
De raad van de gemeente Hoeksche Waard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen, alsmede artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen;
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2020
Artikel 1. Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
Artikel 2. Percentage kosten van bestaan
Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste lid en tweede lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent:
Artikel 3. Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent
Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.
worden ingetrokken met ingang van de in artikel 5, derde lid genoemde datum van ingang van deze verordening met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.