Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatregeling Lansingerland 2020) |
Citeertitel | Mandaatregeling Lansingerland 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | bijlage 1, 2, 4, 5, 8, 9, 10, 12, 14, 16, 17, 18 | 13-12-2022 | T22.06205 | ||
16-04-2021 | 01-01-2023 | bijlage 3 | 30-03-2021 | T21.02212 | |
17-03-2021 | 01-01-2021 | 16-04-2021 | bijlage 1, 4 | 02-03-2021 | |
01-01-2021 | 17-03-2021 | bijlage 1, 2, 3, 4, 5, 6, 6a, 10, 11, 14, 17, 18 | 15-12-2020 | ||
08-05-2020 | 01-01-2020 | 01-01-2021 | artikel 5 | 28-05-2020 | |
01-01-2020 | 08-05-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | T19.22264 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland en de burgemeester van de gemeente Lansingerland, ieder wat betreft zijn bevoegdheden;
gelet op de Gemeentewet en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te mandateren aan ondergeschikte ambtenaren of aan anderen, dan wel aan hen volmacht te verlenen tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of aan hen machtiging te verlenen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke handeling zijn.
Het “Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland 2020”, almede het daarbij bijbehorende “Mandaatregister Lansingerland 2020” en toelichting vast te stellen.
De bevoegdheden zoals genoemd in het tot dit besluit behorende “Mandaatregister Lansingerland 2020” te mandateren, aan de daarin genoemde functionarissen.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 3 Bijwerking Mandaatregister
Indien bij afzonderlijk besluit (onder)mandaat wordt verleend en dit (nog) niet is opgenomen in het bijgevoegde Mandaatregister, of het verleende (onder)mandaat geheel, gedeeltelijk of tijdelijk wordt ingetrokken, dan dient het bijgevoegde Mandaatregister te worden geactualiseerd. Actualisatie van het Mandaatregister wordt tenminste eenmaal per jaar verricht door het team Juridische Zaken & Inkoop, van het domein Bedrijfsvoering. Het bijgewerkte Mandaatregister wordt ter kennis gebracht aan het bevoegde bestuursorgaan.
Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging
Wanneer het college of de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleent met betrekking tot een bepaalde bevoegdheid, dan wordt daarmee ook bedoeld het verrichten van alle daarbij behorende voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.
In geval van afwezigheid van de functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn gemandateerd of ondergemandateerd, worden deze uitgeoefend door diens plaatsvervanger, met in achtneming van het volgende:
Diegene die mandaat of ondermandaat verleent kan deze geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk intrekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het bevoegde bestuursorgaan gezonden.
Artikel 10 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat dient, tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.
Vastgesteld in Lansingerland op 17 december 2019.
Burgemeester en wethouders van Lansingerland,
Secretaris,
Lucas Vokurka
Burgemeester,
drs. Pieter van de Stadt
Burgemeester van Lansingerland,
drs. Pieter van de Stadt
Bijlage MANDAATREGISTER LANSINGERLAND 2020
Mandaten, ondermandaten, volmachten en machtigingen
Dit register is een onderdeel van de Mandaatregeling Lansingerland 2020. Deze mandaatregeling bestaat uit:
Dit register is bijgewerkt met alle vastgestelde mandaatbesluiten tot 1 januari 2020 en vastgesteld door het college en de burgemeester op 17 december 2019.
Bijlage 2. Team Gebiedsopgaven
Bijlage 3. Team Ruimtelijke Economische Strategie
Bijlage 6. Team Omgevingsrecht
Bijlage 7 Team Service & Contact
Bijlage 8 Team Veiligheid & APV
Bijlage 9 Team Maatschappelijke Opgaven
Bijlage 10 Team Maatschappelijke Ondersteuning & Jeugd
Bijlage 12 Team Organisatie & HRM
Bijlage 13 Team Bestuur & Communicatie
Bijlage 14 Team Juridische Zaken & Inkoop
Bijlage 16 Team Informatievoorziening & Digitalisering
Bijlage 17 Mandaten aan niet-ondergeschikten
BIJLAGE 2. TEAM GEBIEDSONTWIKKELING & VASTGOED
BIJLAGE 3. TEAM RUIMTELIJK ECONOMISCHE STRATEGIE
BIJLAGE 6. TEAM OMGEVINGSRECHT
Mandaten met betrekking tot bouwen en ruimtelijke ordening (gebaseerd op regelgeving voor 1 oktober 2010)
Mandaten met betrekking tot de wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), voor aanvragen die zijn ingediend vanaf 1 oktober 2010
Mandaten met betrekking tot de Erfgoedwet en Monumentenwet 1988
Mandaten met betrekking tot handhaving
Mandaten met betrekking tot planschade
Mandaten met betrekking tot privaatrechtelijke rechtshandelingen
Het adviseren van het Ministerie van Justitie over verzoeken tot naturalisatie en het bevestigen van optieverklaringen tot het Nederlanderschap. | ||||||
Verklaring tot verkrijging en afstand van het Nederlanderschap in ontvangst nemen. | Artikel 8 lid e en artikel 21 Rijkswet op het Nederlanderschap Artikel 63 lid a Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap | |||||
Besluiten over verlof tot uitstel van begraving of verbranding. | ||||||
Voorzien in lijkschouwing en lijkbezorging overeenkomstig de wet indien niemand hier in voorziet. | ||||||
Er worden geen kosten voor de afgifte in rekening gebracht indien het verzoek met plaats van ontleding binnen 3 dagen na het overlijden is ingediend. | ||||||
Het besluiten op een verzoek tot afgifte van een Laissez-passer voor vervoer van een lijk uit Nederland. | Artikel 11 juncto artikel 3 van de Overeenkomst van Straatsburg. | |||||
Beslissingen nemen en handelingen verrichten met betrekking tot reisdocumenten op grond van de Paspoortwet en aanverwante regelingen. | ||||||
Verklaringen verstrekken, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet betreffende de positie van Molukkers. | ||||||
Beslissingen nemen en handelingen verrichten met betrekking tot rijbewijzen, als bedoeld in het Reglement rijbewijzen, en beslissingen nemen en handelingen verrichten die te maken hebben met het afgeven en ongeldig verklaren van rijbewijzen, als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994. | ||||||
Het in kennis stellen van betrokkenen omtrent de uitsluiting van het kiesrecht. | ||||||
Het registreren van de kiesgerechtigdheid van ingezetenen van de gemeente in de gemeentelijke administratie. | ||||||
Het instellen van een of meer stembureaus en het benoemen van de stembureauleden. | ||||||
Het aanwijzen van een ruimte voor de zittingen van het hoofdstembureau en het aanwijzen van stemlokalen voor elk stemdistrict. | ||||||
Het in ontvangst nemen van kandidaten-lijsten en het verstrekken van een bewijs van ontvangst. | ||||||
Het aanwezig zijn bij de ondertekening van een ondersteuningsverklaring door een kiezer en het nagaan van diens kiesgerechtigdheid. | ||||||
Het zorgen voor voldoende en zodanig ingerichte stemlokalen geschikt voor kiezers met lichamelijke gebreken. | Conform motie 2016-320 van 30-06-2016 over 100% van de stemlokalen toegankelijk maken voor kiezers met een lichamelijke beperking. | |||||
Het verzoeken aan besturen van bijzondere scholen om stemlokalen alsmede het voor de inrichting benodigde materiaal beschikbaar te stellen alsmede het zorgdragen voor de inrichting van het stemlokaal en het aanwijzen van personen ten dienste gesteld aan het stembureau. | ||||||
Het uitreiken van een nieuwe stempas bij vermissing en het besluiten op een verzoek tot afgifte van een kiezerspas. | ||||||
Het besluiten op een verzoek tot het stemmen bij volmacht en op een verzoek om per brief te mogen stemmen. | ||||||
Het in ontvangst nemen van de processen-verbaal en verzegelde pakken van de stembureaus. | ||||||
Het vaststellen ten aanzien van iedere kandidaat en iedere lijst van het aantal stemmen dat in de gemeente op die kandidaat onderscheidenlijk die lijst is uitgebracht alsmede het vaststellen van het aantal blanco, ongeldige en bij volmacht uitgebrachte stemmen en het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld en voor zover mogelijk geeft de burgemeester hiervoor een verklaring | ||||||
Het overbrengen van de processen-verbaal en de vastgestelde aantallen stemmen naar de voorzitter hoofdstembureau alsmede het op verzoek van het centraal stembureau overbrengen van de in artikel N9 bedoelde pakken naar het centraal stembureau en vernietiging van de niet naar het centraal stembureau overgebrachte pakken 3 maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. | ||||||
De vaststelling van de kiesgerechtigheid, het besluiten op verzoeken van de in artikel Y3, onder b, bedoelde personen tot het registreren van hun de kiesgerechtigdheid alsmede het schrappen van de registratie van de kiesgerechtigdheid van de als kiezer geregistreerde niet-Nederlander die onderdaan is van een andere lidstaat. | Artikel Y32, juncto artikel Y3 onder b | |||||
Het instellen van één of meer stembureaus en de benoeming van leden en plaatsvervangende leden. | ||||||
Vaststellen van de totalen van de in artikel 64, eerste lid, bedoelde aantallen stemmen, het aantal stemmen dat bij volmacht is uitgebracht en het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld vast. Voor zover mogelijk een verklaring geven voor het in de vorige volzin bedoelde verschil. Tevens het vaststellen op basis van de registratie, bedoeld in artikel 20 van het aantal kiesgerechtigden in de gemeente. | ||||||
Het behandelen van aangiften van gevonden en verloren voorwerpen. | ||||||
Het verkopen, laten vernietigen of overdragen om niet van gevonden voorwerpen, zoals is omschreven in het beleid gevonden voorwerpen gemeente Lansingerland 2011. | ||||||
Het indienen van een aanvraag om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag alsmede het innen van het verschuldigde bedrag voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een afgifte van de verklaring omtrent het gedrag.en het afdragen van een door de minister vastgestelde vergoeding. | Artikel 30 en 39 lid 1 en 3 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens | |||||
De uitvoering van de paspoortwetgeving voor zover het betreft de aan de burgemeester opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. weigering tot afgifte en intrekking van reisdocumenten. | ||||||
De uitvoering van de rijbewijswetgeving voor zover het betreft de aan de burgemeester opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. opgelegde taken en bevoegdheden, inclusief het nemen van beschikkingen m.b.t. weigering van de afgifte en ongeldigheidsverklaring van rijbewijzen. | ||||||
Het besluiten op een aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart | Artikel 13, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 49 en 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de artikelen 85 en 86 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en de Regeling Gehandicapten-parkeerkaart. | |||||
Het besluiten omtrent het ongeldig verklaren van een gehandicaptenparkeerkaart | Artikel 53 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer | |||||
Aanwijzen van ambtenaren van de burgerlijke stand (ambtenaren werkzaam voor de gemeente Lansingerland en ambtenaren werkzaam voor een andere gemeente). | Artikel 2, lid 1 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Lansingerland en artikel 16 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek | |||||
Aanwijzen van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor de periode van één dag zoals bedoeld in artikel 2, lid 3 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Lansingerland. | Artikel 2, lid 3 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Lansingerland Artikel 16 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek | |||||
Aanwijzen van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Lansingerland voor een periode van drie jaar | Artikel 2, lid 3 juncto artikel 3 lid 2 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Lansingerland en artikel 16 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek | |||||
Aanwijzen van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor de periode van één dag | Artikel 2, lid 3 juncto artikel 3 lid 2 van het Reglement burgerlijke stand gemeente Lansingerland en artikel 16 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek | |||||
Besluiten op verzoeken tot aanwijzing van een trouwlocatie en locaties eenmalig aanwijzen als ‘Huis der gemeente’. | Een en ander met inachtneming van de door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangs-punten. | |||||
De uitvoering, de bijhouding van de inschrijving en de opneming van persoonsgegevens. | Hoofdstuk 2, paraaf 2, en de artikelen 2.2 t/m 2.26 Wet Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
Het aanwijzen van ambtenaren ten overstaan van wie een schriftelijke verklaring onder eed of belofte kan worden afgelegd. | Artikel 2.8 lid 2 sub e Wet Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
Het aanwijzen van instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang, op grond van artikel 1.1.1. Wmo 2015, gevestigd binnen de gemeente waar de daarin een woonadres hebbende personen in plaats van een woonadres een briefadres kunnen kiezen en het bepalen van tijdstippen waarop de hoofden van deze instellingen opgaaf doen van degenen die daar voor onbepaalde tijd verblijf zullen houden of gedurende drie maanden ten minste twee derde van die tijd zullen overnachten. | Artikelen 2.40 lid 4 en artikel 2.50 | |||||
Uit veiligheidsoverwegingen een burger niet op een woonadres opnemen en in afwijking van artikelen 2.38 lid 1 en 2.39 lid 1 opnemen op een briefadres en het aanwijzen van een rechtspersoon om als briefadresgever in de gemeente op te treden. | Artikel 2.41 en artikel 2.42 Wet Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
Ingezetene verplichten om, desverlangd in persoon inlichtingen te verstrekken en geschriften over te leggen voor belang van de bijhouding van de basisregistratie. | Artikelen 2.44, 2.45 lid 1, 2.46, 2.47 en 2.49 | |||||
Het besluiten op verzoeken van een burger hem mede te delen of gegevens van hem worden verwerkt in de basisregistratie, tot het verlenen van inzage in de betreffende gegevens en tot het verstrekken van een afschrift van de hem betreffende persoonsgegevens die verwerkt worden in de basisregistratie. | ||||||
Besluiten op een schriftelijk verzoek tot opname van gegevens op de persoonslijst van het gebruik van de geslachtsnaam krachtens artikel 9 Boek 1 BW en van de gegevens betreffende het geslacht en de naam i.v.m. een rechterlijke last tot wijziging van de vermelding van het geslacht in een geboorteakte. | ||||||
Besluiten op een schriftelijk verzoek tot verwijdering van gegevens betreffende een adoptie van de persoonslijst van een adoptiefkind. | ||||||
Besluiten op een verzoek van betrokkene tot verbetering, aanvulling of verwijdering van zijn gegevens in de basisregistratie. | ||||||
Op schriftelijk verzoek van betrokkene vermelden van een aantekening op zijn persoonslijst omtrent de beperking van de verstrekking van gegevens aan derden. | ||||||
Besluiten op verzoek tot verstrekking van gegevens uit de basisregistratie. | Artikel 3.5, 3.6, 3.7 en 3.9 van de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
a. Besluiten op een schriftelijk verzoek van een burger om geen gegevens over hem uit de basisregistratie te verstrekken aan derden. b. Besluiten op een verzoek van een burger hem mede te delen of over hem gegevens zijn verstrekt uit de basisregistratie. c. Besluiten op een verzoek van een burger tot mededeling aan afnemers en derden van de verbetering van hem betreffende gegevens in de basisregistratie. | - Artikel 3.21 van de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens - Artikel 3.22 van de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens in samenhang met artikel 46 van het Besluit Basisregistratie Personen - Artikel 3.23 van de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens in samenhang met artikel 46 van het Besluit Basisregistratie Personen | |||||
Het aanwijzen van ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5. Wet BRP | ||||||
Het ondertekenen en uitgeven van legitimatiepasjes t.b.v. de toezichthouder | ||||||
Het opleggen van een bestuurlijke boete in het kader van de Wet basisregistratie Persoonsgegevens. | Indien artikel 5:53 Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, wordt het mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt. | |||||
Het weigeren van een verzoek tot verstrekking van gegevens bedoeld in artikel 3.5 of 3.6 van de wet BRP en het niet voldoen aan een verzoek bedoeld in artikel 3.22 1e en 2e lid en artikel 3.23 lid 1 van de wet. | Artikel 40 en 46 van het Besluit Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
Aanhouden van het persoonsregister, bedoeld in het Besluit bevolkings-boekhouding, op een andere wijze dan in de vorm van persoonskaarten. | Artikel 22 Regeling Besluit Basisregistratie Persoonsgegevens | |||||
Ongewenst schenkingsaanbod met de nodige voortvarendheid afwijzen Verzoek om zich te beraden op schenkingsaanbod, erfstellingen, legaten en schenkingen aanvaarden en dadingen treffen. |
BIJLAGE 8. TEAM VEILIGHEID & APV
Mandaten met betrekking tot handhaving
Mandaten met betrekking tot de Algemene Plaatselijke verordening
Mandaten met betrekking tot bijzondere wetten
Mandaten met betrekking tot de vergunningverlening op grond van de Alcoholwet
Mandaten met betrekking tot het intrekken van een Alcoholwetvergunning
Mandaten met betrekking tot het schorsen van een Alcoholwetvergunning
Mandaten met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete in de zin van artikel 44a Alcoholwet
Mandaten met betrekking tot het Convenant Veilig uitgaan in Lansingerland d.d. 16 december 2008
Mandaten met betrekking tot artikel 2:30 Algemene plaatselijke verordening Lansingerland
Mandaten met betrekking tot de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet bibob)
Mandaten met betrekking tot de markt
Mandaten met betrekking tot vaststelling hoogte kosten bestuursdwang en verbeurde dwangsom
BIJLAGE 9. MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN
BIJLAGE 10. TEAM MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING & JEUGD
Mandaten met betrekking tot de Wmo
Mandaten met betrekking tot de Jeugdwet
Mandaten met betrekking tot woonurgenties
Mandaten met betrekking tot leerlingenvervoer en leerplicht
Met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart
Mandaten met betrekking tot de Wet Kinderopvang
Mandaten met betrekking tot de Wet verplichte ggz
De in deze bijlage genoemde bevoegdheden omvatten ook het nemen van het besluit ter voorbereiding van de privaatrechtelijke rechtshandeling. Dit volgt uit de bij de bevoegdheid genoemde grondslag; artikel 160, lid 1 onder d Gemeentewet.
BIJLAGE 13. TEAM BESTUUR & COMMUNICATIE
Besluiten bekostiging van het functioneren van de lokale publieke media-instelling | Dit is aan de orde als de gemeenteraad een advies als bedoeld in artikel 2.61, derde lid van de Mediawet 2008 heeft uitgebracht en daarbij positief heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c van de Mediawet 2008. De exploitant moet voldoen aan de richtlijnen uit de Mediawet 2008 en beschikken over een geldige zendmachtiging. |
BIJLAGE 14. TEAM JURIDISCHE ZAKEN & INKOOP
BIJLAGE 16. TEAM INFORMATIEVOORZIENING & DIGITALISERING
Mandaten met betrekking tot de Archiefwet
Beslissingen nemen en handelingen verrichten in het kader van archiefbeheer, zoals bedoeld in de Archiefwet 1995. |
Mandaten met betrekking tot de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG), de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken (Wkpb), de wet basisregistratie grootschalige topografie (Wet BGT) en de Wet basisregistratie ondergrond (Wet BRO)
BIJLAGE 17. MANDATEN AAN NIET-ONDERGESCHIKTEN
BIJLAGE 18. VOLMACHT EN MACHTIGINGEN
Dit register is bijgewerkt met alle vastgestelde mandaatbesluiten tot 1 januari 2020 en vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland op 17 december 2019 en door de burgemeester op 17 december 2019
Burgemeester en wethouders van Lansingerland,
Toelichting op de Mandaatregeling Lansingerland 2020
Er worden dagelijks in naam van de gemeente of haar bestuursorganen besluiten genomen, opdrachten verstrekt en overeenkomsten gesloten. Het is voor eenieder van belang om te weten wie bevoegd is om zulke (rechts)handelingen te verrichten. De verdeling van deze bevoegdheden wordt geregeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland 2020 en het Mandaatregister Lansingerland 2020 (hierna: de Mandaatregeling Lansingerland 2020).
Met het verlenen van mandaat worden het college en de burgemeester ontzorgd van besluitvormingstaken, zodat zij zich meer kunnen richten op het bepalen van de hoofdlijnen en het stellen van doelen voor de (middel-)lange termijn. Verder zorgt het verlenen van mandaat ervoor, dat de administratieve procedures sneller en efficiënter doorlopen worden. Dit leidt tot verbeterde dienstverlening richting de burger en dat past binnen de doelstellingen van de gemeente Lansingerland.
Met betrekking tot het nemen van mandaat- en ondermandaatbesluiten heeft het team Juridische Zaken & Inkoop binnen het domein Bedrijfsvoering een coördinerende en adviserende rol. Zij beheert en distribueert het mandaatregister. Ten minste eenmaal per jaar verzorgt het team Juridische Zaken & Inkoop een algemene herziening van de mandaatregeling (incl. het register en de toelichting).
Alle mandaat- en ondermandaatbesluiten die buiten deze jaarlijkse herziening worden vastgesteld, worden door de teams zelf opgepakt. Het team Juridische Zaken & Inkoop neemt het mandaatbesluit op in het mandaatregister, nadat dit door het desbetreffende team is gepubliceerd.
Deze mandaatregeling bestaat uit twee gedeelten. Allereerst het mandaatbesluit waarin allerlei algemene zaken ten aanzien van mandaatverlening en volmacht- of machtiging worden geregeld. Vervolgens een register waarin alle mandaten zijn opgenomen.
Onderscheid mandaat, volmacht en machtiging
In de toelichting wordt het begrip mandaat gebruikt voor de verdeling van de bevoegdheden. Formeel worden de bevoegdheden van het college en de burgemeester onderverdeeld in het verlenen van mandaat voor het nemen van publiekrechtelijke besluiten (bijv. vergunningverlening of het toekennen van een uitkering of subsidie), het verlenen van volmacht voor privaatrechtelijke rechtshandelingen (bijv. opdrachtverstrekkingen) en het verlenen van machtiging voor andere handelingen (bijv. de voorbereiding van besluiten, zitting nemen in overlegverbanden, het houden van een toespraak, het voeren van onderhandelingen).
Het college respectievelijk de burgemeester blijft altijd verantwoordelijk voor een in mandaat genomen besluit. Van een functionaris wordt verwacht dat bij de uitoefening van in mandaat gekregen bevoegd-heden, de wet- en regelgeving in acht wordt genomen. Daarnaast dient een functionaris te handelen in overeenstemming met gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid en de instructies van de mandaatgever.
Uitgangspunten van het mandaatbesluit
Mandaat is gewoonlijk een bevoegdheidsverlening aan een hiërarchisch ondergeschikte. Een voorbeeld is de bevoegdheid van het college om op een aanvraag om een uitkering te beslissen, te mandateren aan de algemeen directeur.
Mandaat aan een niet-ondergeschikte is een uitzondering. Een voorbeeld is het mandaat aan Directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Hiervoor geldt de bijzondere eis dat de gemandateerde schriftelijke instemming dient te verlenen, tenzij de mandaatverlening is voorzien bij wettelijk voorschrift.
Een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid kan zich, volgens artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht tegen mandaatverlening verzetten.
Het verlenen van ondermandaat is op grond van de Algemene wet bestuursrecht mogelijk, maar bestuursorganen moeten hiertoe wel uitdrukkelijk besluiten. In deze Mandaatregeling is dit opgenomen in artikel 2.
Het mandaatbesluit gaat uit van een systeem waarbij het college en de burgemeester het merendeel van haar bevoegdheden mandateert aan de algemeen directeur, (de 1e functionaris). De algemeen directeur mag vervolgens ondermandaat verlenen voor bepaalde bevoegdheden aan de in het mandaatregister genoemde 2e functionarissen, te weten de concerndirecteuren. In de meeste gevallen kan ook de 2e functionaris ondermandaat verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 3e functionarissen. Dit zijn de teammanagers. Ook de teammanagers zijn in de meeste gevallen bevoegd om ondermandaat te verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 4e functionarissen, te weten de medewerkers.
Daarnaast zijn er nog een aantal bevoegdheden gemandateerd aan externe partijen.
Degenen die bevoegd zijn opdrachten te verstrekken via het mandaatregister, mogen de gemandateerde begrotingsposten niet overschrijden. Onder het verlenen van een opdracht wordt verstaan het aangaan van een verplichting met financiële consequenties. De grensbedragen zijn genoemd in het mandaatregister.
Indien een gemandateerde afwezig is, dan is zijn plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Deze plaatsvervanger moet formeel als zodanig zijn aangewezen (bijvoorbeeld bij zijn benoemingsbesluit of in zijn functiebeschrijving). Indien de gemandateerde en zijn plaatsvervanger afwezig zijn of er is geen plaatsvervanger aangewezen, dan is de plaatsvervanging geregeld via verticale, dan wel via horizontale plaatsvervanging.
In principe geldt de verticale plaatsvervanging, waarbij de eerstvolgende hogergeplaatste leidinggevende van de gemandateerde het mandaat krijgt toebedeeld. Dit betekent dat een teammanager een medewerker binnen hetzelfde team vervangt, de concerndirecteur de teammanager binnen hetzelfde domein en de algemeen directeur de concerndirecteuren.
Evenwel is horizontale vervanging ook toegestaan. Dit betekent dat de concerndirecteuren elkaar mogen vervangen, maar ook dat de teammanagers elkaar mogen vervangen mits zij werkzaam zijn binnen hetzelfde domein. Indien de bevoegdheden lager in de organisatie zijn belegd, bijvoorbeeld op medewerkersniveau, dan dient de plaatsvervanging te worden afgestemd met de teammanager. Uiteraard kunnen medewerkers elkaar alleen vervangen, als degene die de ander vervangt ook bevoegd is om het mandaat uit te oefenen. Zo kan een administratief medewerker bijvoorbeeld geen adviseur B vervangen, als het (onder)mandaat alleen is verleend aan adviseur B.
Algemene en bijzondere beperkingen
In de mandaatregeling worden grenzen gesteld aan de omvang van de mandaatverlening, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan wordt genomen. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij overschrijding van budgetten, bij persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde, als een besluit sterkt tot afwijking van vastgesteld beleid etc. Deze algemene beperkingen staan vermeld in artikel 5 van de mandaatregeling.
In de mandaatregeling worden grenzen gesteld aan de omvang van het (onder)mandaat. Zo vermeldt het mandaatregister per bevoegdheid eventueel ook bijzondere beperkingen. Deze beperkingen gelden in aanvulling op de algemene beperkingen uit artikel 5 van de mandaatregeling.
De burger die met een besluit wordt geconfronteerd dat in mandaat is genomen, dient hierover te worden geïnformeerd ingevolge artikel 10:10 van de Awb. Deze informatieplicht vloeit voort uit het meer omvattende beginsel van de rechtszekerheid. Het in mandaat genomen besluit moet dan ook vermelden namens welk bestuursorgaan het is genomen. In artikel 8 van deze regeling staat precies beschreven hoe besluiten die in (onder)mandaat zijn genomen, moeten worden ondertekend.
Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Om expliciet duidelijk te maken dat deze mandaatregeling ook van toepassing is op volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, is in een schakelbepaling opgenomen in de mandaatregeling. Van belang is dat dit alleen geldt voor de gemandateerden die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college en de burgemeester.
Deze regeling en het bij deze regeling behorende mandaatregister moeten worden gepubliceerd. Uit artikel 3:40 van de Awb volgt immers, dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt. Dit geldt eveneens voor de ondermandaatbesluiten.