Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening Den Haag 2019 |
Citeertitel | Monumentenverordening Den Haag 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | 10/2019 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2019 | nieuwe regeling | 19-12-2019 | RIS302943 |
De raad van de gemeente Den Haag,
gezien het voorstel van het college van 25 juni 2019,
- de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988,
- de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
- artikel 149 van de Gemeentewet,
besluit vast te stellen de Monumentenverordening Den Haag 2019:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Aanwijzing tot gemeentelijk monument
Artikel 2:7 Intrekken van de aanwijzing
Indien het college de aanwijzing intrekt, zijn artikel 2:1, tweede, derde en vierde lid en de artikelen 2:4 en2:5 van overeenkomstige toepassing (met dien verstande dat voor aanwijzing wordt gelezen: intrekking van de aanwijzing), tenzij het monument waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig tenietgegaan is.
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal monumentenregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet. Het vervallen van de aanwijzing wordt bijgehouden in het gemeentelijk monumentenregister.
Hoofdstuk 3 Bescherming gemeentelijk monument
Artikel 3:1 Instandhoudingsplicht
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 3:2 Omgevingsvergunning
Artikel 3:3 De beoordeling van de aanvraag
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een kerkelijk monument neemt het college geen beslissing dan na overleg met de eigenaar. Voor zover het een beslissing betreft waarbij wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of levensovertuiging in dat monument in het geding zijn, neemt het college een beslissing in overeenstemming met de eigenaar.
Artikel 3:4 Advies omgevingsvergunning
Het college zendt een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor een gemeentelijk monument voor advies aan de welstands- en monumentencommissie.
Hoofdstuk 5 Gemeentelijk beschermd stadsgezicht
Artikel 5:3 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing
De gemeenteraad kan, op voordracht van het college, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 5:1, tweede, derde en vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stadsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Hoofdstuk 6 Handhaving en toezicht
Degene die handelt in strijd met artikel 3:1, het bepaalde krachtens artikel 3:2, eerste en derde lid, of artikel 5:4 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.