Organisatie | Langedijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en horecaverordening |
Citeertitel | Drank- en horecaverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Art. 7 bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2013 | 17-12-2013 | intrekking | 17-12-2013 Gemeenteblad GB 30 december 2013, week 1, nr. 108 | R17122013 GB30122013 | |
02-11-1995 | 17-12-2013 | nieuwe regeling | 02-05-1995 Gemeenteblad 1995, 35 | R02051995GB35 |
De raad van de gemeente Langedijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 1995, nr. 68;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 18 van de Drank- en Horecawet;
gehoord de Noordhollandse Raad voor Volksgezondheid en Welzijn en de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier;
1. in te trekken de Drank- en Horecaverordening;
2. te bepalen dat het besluit onder 1 van kracht wordt op de dag waarop de verordening
genoemd onder 3 in werking treedt;
Hoofdstuk 2 BEPERKING VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE/STERKE DRANK
Artikel 3 Verbod alcoholhoudende drank
Het is verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:
a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht;
b. waarin onderwijs wordt gegeven;
c. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar-vervoerbedrijf.
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse of bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:
a. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij
jeugdorganisaties of –instellingen;
b. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij
sportorganisaties of –instellingen;
c. die kan worden aangemerkt als dorpshuis, buurt- of wijkgebouw;
d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke
1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de verboden gesteld in de artikelen 3 en 4.
2. Aan een ontheffing kunnen beperkingen of voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.
Artikel 6 Verbod sterke drank tijdens vermakelijkheid
De burgemeester kan bepalen dat het verboden is anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse en bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in één of meer met name genoemde inrichtingen gelegen op of in de onmiddellijke nabijheid van een terrein waarop een kermis, een lunapark of een soortgelijke vermakelijkheid wordt gehouden, gedurende de tijd dat zulk een vermakelijkheid plaatsvindt.
Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Het verbod gesteld in artikel 3 geldt niet voor de inrichtingen bedoeld onder a van dat artikel, voorzover deze inrichtingen op 14 november 1992, zijnde de datum van inwerkingtreding van de Drank- en Horecaverordening, vastgesteld op 12 mei 1992, reeds in het bezit waren van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet.