Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent huisvesting (Huisvestingsverordening Amersfoort 2020) |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Amersfoort 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Huisvestingsverordening Amersfoort 2018.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2020 | 01-10-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2019 |
ViA-traject: een vorm van tweede kansbeleid met als doel huisuitzetting van de huurder te voorkomen. Tijdens dit traject kan besloten worden dat verhuizen noodzakelijk is, omdat de woning te duur is of omdat de huidige woning/omgeving een structurele oplossing van de onderliggende problematiek niet ten goede komt;
HOOFDSTUK 2 VERDELING VAN WOONRUIMTE
Paragraaf 2.2 Aanbieding en Rangorde
Artikel 10 Voorrang bij woonruimte van een bepaalde aard of grootte
Woonruimte kan door verhuurders bij aanbieding overeenkomstig de tabel worden aangemerkt voor de aangewezen doelgroepen.
Paragraaf 2.3 Voorrang bij urgentie
Artikel 16 Doelgroepen van urgentie
De woningzoekenden benoemd in lid 2 dienen een economische of maatschappelijke binding te hebben aan de gemeente Amersfoort. Dit is niet van toepassing op vergunninghouders en woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten.
Een urgentieverklaring geldt alleen voor etagewoningen, tenzij een ander woningtype is geïndiceerd. Urgentieverklaringen voor huishoudens bestaande uit 2 personen of meer kunnen gelden voor eengezinswoningen. Urgentieverklaringen voor huishoudens bestaande uit 6 personen of meer gelden voor alle woningtypes.
Artikel 19 Criteria voor urgentie
Van een medische indicatie als bedoeld in artikel 16 is sprake in het volgende geval: Indien in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning verhuizing wordt aanbevolen in verband met moeilijkheden bij het normale gebruik van de woning, vanwege aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek, kan urgentie worden verleend, mits verhuizen naar oordeel van burgemeester en wethouders spoedeisend is.
Onverminderd het bepaalde in het derde lid, is urgentie op grond van echtscheiding alleen mogelijk als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
Uit het huwelijk één of meer kinderen voortkomen, die ten tijde van de inschrijving minderjarig zijn en de ouder die de urgentieverklaring aanvraagt oefent (mede) ouderlijk gezag uit over het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen. Ook minderjarige kinderen die uit een eerder huwelijk of eerdere samenleving voortkomen, worden meegerekend;
Onverminderd het bepaalde in het derde lid, is urgentie op grond van samenleving alleen mogelijk als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
In de situatie als bedoeld onder a moet naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende zijn aangetoond dat de samenleving minstens een jaar heeft geduurd, de samenleving is beëindigd én dat het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen het hoofdverblijf heeft/hebben bij de ouder die de urgentie aanvraagt. Dit kan bij afwezigheid van een ouderschapsplan worden aangetoond met een notariële akte of een ander door een onafhankelijke partij opgesteld en door beide partijen ondertekend document;
De beëindiging van de samenleving kan bijvoorbeeld worden aangetoond met een notariële akte, ondersteund door ander bewijs waaruit de beëindiging blijkt. Zoals een uittreksel uit de Basisregistratie Personen, bankafschriften, gegevens van de belastingdienst en andere officiële instanties en bewijs van beëindiging van gezamenlijke rekeningen en andere overeenkomsten.
Degenen die te maken hebben met ernstige, levensbedreigende problemen in relatie tot de huidige woning zoals benoemd in lid 2 onder b kunnen uitsluitend in de volgende gevallen in aanmerking komen voor urgentie:
Indien kan worden onderbouwd dat er sprake is geweest van zeer ernstige, direct tegen het leven gerichte mishandeling, terwijl er gegronde vrees is voor herhaling. Hierbij dient een relatie te bestaan tussen de problematiek en de huidige woonsituatie. Daarnaast moet een andere woning binnen dezelfde gemeente kunnen bijdragen aan een oplossing van de huidige levensbedreigende woonsituatie.
Van een financiële indicatie als bedoeld in artikel 16 is sprake in het volgende geval: Zij die een dure huurwoning of een koopwoning verlaten om een goedkopere huurwoning te betrekken, waarbij als voorwaarde geldt dat het huishoudinkomen te laag is om de huur of hypotheek van de huidige woning te betalen, en daarvoor een woonkostentoeslag ontvangen van de gemeente Amersfoort;
Artikel 20 Urgentiecategorieën
Woningzoekenden die in aanmerking komen voor een urgentieverklaring worden ingedeeld in drie categorieën:
Categorie 1: urgentie voor de duur van 3 maanden voor verhuizingen die dringend noodzakelijk zijn;
Categorie 2: urgentie voor de duur van 6 maanden voor verhuizingen die noodzakelijk zijn;
Categorie 3: urgentieverklaringen voor de duur van 6 maanden met een automatische verlenging voor de duur van 6 maanden.
De periode vangt aan op de datum van afgifte van de urgentieverklaring.
Paragraaf 2.4 Afwijkende bepalingen voor bijzondere woonvormen
Deze paragraaf is van toepassing op de in de gemeente Amersfoort gerealiseerde en nog te realiseren standplaatsen voor woonwagens.
Artikel 25 Inschrijving voor een standplaats
Woningzoekenden voor een standplaats kunnen zich inschrijven in het register voor woningzoekenden als bedoeld in artikel 3.
HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verwerken van gegevens van woningzoekenden en personen behorende tot zijn huishouden, voor de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 7 en artikelen 16 tot en met 20, waaronder gegevens over gezondheid en strafrechtelijke gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
Artikel 31 Toezicht en handhaving
Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn de toezichthoudende ambtenaren van de afdeling belast.
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op de evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte en het in de Huisvestingsverordening bepaalde.
Artikel 34 Overleg bij wijziging
Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van deze verordening plegen burgemeester en wethouders overleg overeenkomstig artikel 6 van de wet, met de in de gemeente Amersfoort werkzame toegelaten instellingen, met woonconsumentenorganisaties en met andere daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende organisaties die binnen de gemeente Amersfoort op het gebied van de woonruimteverdeling werkzaam zijn.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Op een aanvraag om vergunning of ontheffing, een verzoek om inschrijving, verlening van urgentie of toestemming anderszins, welke is ingediend voor het tijdstip waarop deze verordening in werking is getreden en waarop op genoemd tijdstip nog niet onherroepelijk is beschikt, blijven de bepalingen van de huisvestingsverordening van kracht die golden op het moment van indiening van het verzoek van toepassing, tenzij de aanvrager de wens te kennen heeft gegeven dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.
In dit artikel zijn begrippen beschreven zoals die zijn opgenomen in de huisvestingsverordening 2020.
Artikel 2 Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
De verordening heeft betrekking op alle zelfstandige huurwoningen onder de huurtoeslaggrens, alsmede op standplaatsen voor woonwagens.
Artikel 3 lid 1,2,3 Inschrijfsysteem van woningzoekenden
De woningcorporaties zijn verantwoordelijk voor het inschrijfsysteem. Iedereen kan zich inschrijven. De woningcorporaties leggen bepaalde gegevens vast en verstrekken een inschrijfbewijs. Verder is bepaald dat het woningaanbod kosteloos digitaal moeten worden bekend gemaakt. De woningcorporaties maken voor inschrijving en bekendmaking gebruik van het systeem van Woningnet.
Dit volgt uit artikel 11 a van de Wet.
In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een jongere als bedoeld in artikel 7:274c, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek een huurovereenkomst op grond van dat artikel is aangegaan, de inschrijving van die jongere om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt.”
Dit volgt uit artikel 11b van de Wet.
In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een huurder een huurovereenkomst voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 7:271, eerste lid, tweede volzin, van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan, de inschrijving van die huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt.”
Artikel 4 Criteria voor verlening van een huisvestingsvergunning
Met de huisvestingvergunning wordt geregeld dat huurwoningen onder de huurtoeslaggrens terecht komen bij doelgroepen met een inkomen vallend binnen de door de rijksoverheid daartoe bepaalde inkomensgrenzen. Verder moeten woningzoekenden Nederlander zijn of beschikken over een geldige verblijfstitel.
Artikel 5 lid 1 Aanvragen van een huisvestingsvergunning
De huisvestingsvergunning wordt in mandaat namens burgemeester en wethouders verstrekt door de woningcorporaties bij de ondertekening van de huurovereenkomst.
Artikel 6 Vruchteloze aanbieding
Artikel 6 bevat de vruchteloze aanbiedingsprocedure, waarbij na twee keer vruchteloos adverteren de woning kan worden toegewezen waarbij van de doelgroepbepaling (artikel 4) en van de rangordebepalingen (artikel 10,11,12,13) kan worden afgeweken.
Artikel 9 Methodes van woningaanbieding
Geregeld is dat woonruimte op drie manieren kan worden aangeboden. Via het aanbodmodel, via loting en via directe bemiddeling.
Artikel 10 Voorrang bij woonruimte van een bepaalde aard of grootte
Woonruimte kan door verhuurders bij aanbieding overeenkomstig de tabel worden gelabeld voor de aangewezen doelgroepen. Dit betekent dat er bij bepaalde woningtypes voorrang wordt gegeven aan een doelgroep, waarbij andere woningzoekenden niet worden uitgesloten van het aanbod. Het is uiteindelijk ook mogelijk dat een andere woningzoekende in aanmerking komt.
Artikel 11 Voorrang bij economische of maatschappelijke binding
Dit is conform artikel 14, tweede lid van de Wet.
Het is met de verordening mogelijk om voor ten hoogste 50% van het woningaanbod voorrang te geven aan woningzoekenden met een economisch of maatschappelijke binding aan de woningmarktregio. Deze regio omvat de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg. Bij ten hoogste de helft van dit woningaanbod kan voorrang worden gegeven aan woningzoekenden met een economische of maatschappelijke binding aan Amersfoort. De bindingseisen zijn geen toelatingscriterium voor de huisvestingsvergunning maar een rangordecriterium.
In deze artikelen zijn rangorderegels geformuleerd waarmee de volgorde van de woningzoekenden wordt bepaald. Er is een rangorde per verdelingsmodel gegeven. Urgent woningzoekenden gaan uitsluitend bij woningen via het aanbodmodel voor op andere woningzoekenden. Bij het aanbodmodel is de inschrijfduur van een woningzoekende bepalend voor de volgorde. Bij het lotingsmodel geldt er de eerst gelote gegadigde.
Artikel 15 Directe bemiddeling
Ter bevordering van de uitstroom van diverse doelgroepen uit (zorg)instellingen kunnen deze woningzoekenden met voorrang een woning krijgen. Om deze woningzoekenden een goede start te geven in een voor hen passende omgeving worden zij direct bemiddeld. Directe bemiddeling houdt in dat woningzoekenden niet zelf op een woning reageren, maar samen met de verwijzer en het wijkteam wordt geïnventariseerd wat voor type woning het best past. De woningcorporaties zoekt daar dan een passende woning bij. Hiermee wordt bevorderd dat de woningzoekende een woning aangeboden krijgt die past bij de persoonlijke situatie. Dit gaat om passendheid in grootte maar vooral om passendheid bij de zorg of ondersteuningsvraag van de betrokkene en het (te vormen) sociale netwerk.
Door directe bemiddeling krijgt de woningzoekende binnen afzienbare tijd een passende woning aangeboden. Deze woning kan 1 keer worden geweigerd.
Artikel 19 lid 6 sub 1 Criteria voor urgentie
De onderbouwing kan met politierapporten worden aangetoond.
Financiële ontwrichting kan bijvoorbeeld ontstaan door plotselinge werkloosheid waardoor de woonlasten niet langer opgebracht kunnen worden en een andere financiële oplossing (woonkostentoeslag van de gemeente) het probleem niet oplost.
Onder het contingent kunnen de volgende woningzoekenden vallen:
Cliënten die uitstromen uit een zorg- of opvangvoorziening:
Hiermee wordt bedoeld alle woningzoekenden die uitstromen uit zorginstellingen zoals, Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang, blijf-van-mijn-lijfhuis en dag- en nachtopvang. Een urgentieverklaring kan worden verleend aan een woningzoekende die woonruimte nodig heeft aansluitend op verblijf in een instelling voor maatschappelijke opvang, een psychiatrische instelling of een erkende hulp- of dienstverleningsinstelling.
Hieronder worden de verschillende zorginstellingen nader toegelicht:
Blijf-van-mijn-lijfhuis: slachtoffers van huiselijk geweld en/of in combinatie met kinderen, cliënten die woonachtig zijn bij de betrokken zorginstelling en cliënten vanuit de opvang. Urgentieaanvraag is in principe gericht op uitstroom zorglocatie of kan, in uitzonderlijke gevallen, preventief worden ingezet ter voorkoming van gebruik van een klinische voorziening.
Cliënten die te maken hebben met meervoudige complexe problematiek:
Deze doelgroep verloopt via het team complexe casuïstiek. Bij meervoudige complexe problematiek gaat het bijvoorbeeld om gezinnen met minderjarige kinderen die dakloos dreigen te raken en die niet voor een reguliere urgentie in aanmerking komen. Er is vaak sprake van problemen op meerdere gebieden.
Cliënten die in een ViA- traject zitten:
Tijdens dit traject kan besloten worden dat verhuizen noodzakelijk is, omdat de woning te duur is of omdat de huidige woning/omgeving een structurele oplossing van de onderliggende problematiek niet ten goede komt. Het gaat niet over mensen uit de vrije sector.
Daders en slachtoffers van woonoverlast:
Het gaat om zowel daders als slachtoffers van woonoverlast. Vaak zijn het mensen die al een sociale huurwoning hebben en verplaatsen naar een andere huurwoning. Voor deze woningzoekenden wordt andere woonruimte gezocht, eventueel in overleg met politie en de woningcorporatie.
Artikel 19 lid 14 b 50% urgenties
Met het bepalen van het contingent urgenties zorgen Burgemeester en wethouders ervoor dat de totale toewijzing aan urgenten zo dicht mogelijk bij de 50% ligt. Per kwartaal wordt beoordeeld hoeveel woningen zijn verhuurd aan urgente doelgroepen. Het kwartaal daarop wordt het aantal urgenties in het contingent daarop aangepast, zodat aan het eind van het jaar de 50% woningtoewijzingen aan urgenten zoveel mogelijk gerealiseerd is.
Artikel 20 lid 14 Urgentiecategorieën
(Half) jaarlijks stellen burgemeester en wethouders het contingent voor woonurgenties vast. Dit betekent dat de verwijzer, namens de woningzoekende die voor een urgentie uit het contingent in aanmerking komt urgentie kan aanvragen. Het betreft cliënten die in Amersfoort wonen of waarvoor de gemeente een wettelijke verantwoordelijkheid heeft als bedoeld in artikel 28 van de Wet.
Artikel 22 lid 2 f en lid 6 Vervallen, intrekken wijzigen of verlengen urgentie
Er zijn doelgroepen die met een urgentieverklaring zelf met voorrang een passende woning zoeken in het woningaanbod. Ook voor de woningzoekenden die direct worden bemiddeld is passendheid een vereiste en bestaat er de noodzaak voor snelle uitstroom. Omdat het mogelijk is dat de woning na het aanbod toch niet aan de verwachtingen voldoet, mogen deze woningzoekenden 1 keer een woning weigeren. Als de woningzoekende nogmaals een woning weigert, vervalt de urgentie en kan de woningzoekende op basis van de inschrijfduur blijven reageren, maar dan zonder voorrang.
Urgent woningzoekenden hebben op basis van hun situatie een voorrangspositie ten opzichte van andere woningzoekenden, zodat ze snel een woning krijgen. Wanneer er passende woonruimte wordt geweigerd roept het de vraag op of de voorrang wel gerechtvaardigd is. Daarom wordt bij te veel weigeringen door urgent woningzoekende hun positie weer gelijk gemaakt aan die van de niet-urgent woningzoekenden.
Om te voorkomen dat er direct weer een nieuwe urgentie wordt aangevraagd, komt de betreffende woningzoekende na het vervallen van de urgentie een half jaar niet in aanmerking voor een nieuwe urgentie , tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. In dat geval wordt de situatie opnieuw beoordeeld.
Artikel 23, 24, 25, 26, 27 Standplaatsen
In deze artikelen is de procedure voor het toewijzen van woonwagenstandplaatsen opgenomen.
Dit artikel geeft het burgemeester en wethouders de mogelijkheid om in overleg met de woningcorporaties en de huurders te komen tot experimenten om de doorstroom binnen de sociale- en de midden huurwoningvoorraad te vergroten. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het in staat stellen van senioren om passender te gaan wonen (van groot naar beter) of om huurders die scheef wonen in een sociale huurwoning voorrang te geven bij toewijzing van midden huurwoningen.
De hardheidsclausule maakt het voor burgemeester en wethouders mogelijk om in het voordeel van de aanvrager af te wijken van de verordening in gevallen waar de verordening naar hun oordeel tot bijzondere hardheid leidt.
Voor het uitvoeren van de toekenning van huisvestingsvergunningen en urgentieverklaringen is het noodzakelijk dat de betrokkene gegevens verstrekt waaruit blijkt dat hij in aanmerking komt voor de betreffende vergunning of valt onder een (of meer) categorieën voor een urgentieverklaring. Deze gegevens worden deels verwerkt door de urgentiecommissie.
Artikel 31 en 32 Toezicht en handhaving en Bestuurlijke boete
In deze artikelen is geregeld wie de verordening kunnen handhaven en wat de boete is bij het overtreden van de verordening.
In de dit artikel is bepaald dat in gevallen waarin de huisvestingsverordening geen uitsluitsel geeft, burgemeester en wethouders bepalen. Daarbij laten ze zich alleen leiden door overwegingen uit de verordening en ten behoeve van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte.
Artikel 34 Overleg bij wijziging
Hierin wordt bepaald dat burgemeester en wethouders bij het voorbereiden van vaststelling of wijziging van deze verordening overleg plegen met de relevante partijen en de andere gemeenten uit de woningmarktregio informeren.
Bij de inwerkingtreding van regionale woonruimteverdeling is een overgangsregeling vastgesteld, in principe voor de duur van 3 jaar. Deze overgangsregeling is tegelijk met de Huisvestingsverordening 2014 in werking getreden. In 2017 is de regeling voor onbepaalde tijd verlengd en zo opgenomen in de verordening.
Deze verordening wordt genoemd “Huisvestingsverordening Amersfoort 2020”
In dit artikel is opgenomen wanneer de verordening in werking treedt.