Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent de Maritieme campus (Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland) |
Citeertitel | Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-06-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | 2524271 |
Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 17 december 2019, nummer 2523874 hebben vastgesteld de:
Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Rijk en regio op 10 juli 2019 een Regio Deal hebben gesloten waarin financiële middelen beschikbaar worden gesteld ten behoeve van onder andere het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland;
de economische (concurrerende en toekomstbestendige) positie van het Maritiem Cluster Urk met het geven van een impuls in de scholingsactiviteiten wordt versterkt, doordat medewerkers hiermee de gevraagde kennis en vaardigheden op peil kunnen houden/brengen én er meer mensen kunnen worden opgeleid voor de vraag van het bedrijfsleven in het maritiem cluster;
de beschikbare financiële middelen voor het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland in de vorm van een subsidie beschikbaar kunnen worden gesteld;
de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;
Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden om voor het beschikbaar stellen van een subsidie ten behoeve van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland, deze nadere regels vast te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,
de volgende nadere regels vast te stellen:
Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Onderwijsinstelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel van de Wet educatie en beroepsonderwijs, instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of instelling als bedoeld in artikel 2.1, onderdeel van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Regio Deal: de op 10 juli 2019 tussen het Rijk, provincie Flevoland, gemeenten Urk en Noordoostpolder en andere (publieke en private) partners afgesproken samenwerking gericht op duurzame verbetering van het perspectief van burgers en bedrijven op thema’s als werk, inkomen en leefbaarheid waarbij drie opgaven centraal staan: (1) het toekomstbestendig maken van het Maritiem Cluster op Urk, (2) de verduurzaming van de IJsselmeervisserij en (3) smart mobility met realisatie van het Mobiliteit en Infrastructuur Testcentrum (MITC) in Marknesse. En waarmee een impuls gegeven wordt aan de brede welvaart en de regionale economie in Noordelijk Flevoland.
Artikel 2. Reikwijdte nadere regels
Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken ter versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland.
Deze nadere regels hebben tot doel aan potentiele subsidieaanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze nadere regels een incidentele subsidie voor activiteiten gericht op het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland, met een eenmalig karakter in de vorm van een projectsubsidie.
Om voor subsidie op grond van deze nadere regels in aanmerking te kunnen komen moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voldoen aan de volgende criteria:
Artikel 10. Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden aangemerkt alle kosten die redelijkerwijs noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van de activiteiten en hieraan direct toegerekend kunnen worden.
Artikel 12. Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt tenminste € 25.000 en ten hoogste € 1.500.000.
Artikel 13. Wijze van verdeling
Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 17 december 2019.
de secretaris de voorzitter
Deze nadere regels vloeien voort uit:
De regiodeal gesloten door Rijk en Regio op 9 juli 2019 om financiële middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland.
Deze stimulering kan plaatsvinden via subsidiëring;
De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 geeft een procedureel kader voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid.
In deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 is aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria.
Omdat het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van de versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur, deze nadere regels vast te stellen, zijn Gedeputeerde Staten hiertoe overgegaan.
Waarom nadere regels nodig als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is.
Een bestuursorgaan mag op grond van subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen. De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleid specifiek voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er wanneer sprake is van subsidiering niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. DE BASISSPELREGELS VOOR SUBSIDIERING ZIJN OPGENOMEN IN DE ASF 2012 EN DE SUBSIDIETITEL VAN DE AWB. De beleid specifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.
In dit artikel zijn verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigeringsgronden zich voordoen, moet de aanvraag om subsidie worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag om subsidie moet worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. Het kan in de praktijk voorkomen dat een aanvraag om subsidie, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zodanig door de subsidie-aanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.
Artikel 9. Subsidiabele kosten
Dit artikel gaat over de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het project en over het financiële tekort.
Het financiële tekort wordt vast gesteld door de gemaakte (subsidiabele) kosten te verminderen met de opbrengsten (cofinanciering door of financiële bijdrage van andere partijen dan de provincie). Voorbeelden daarvan zijn subsidie van andere organisaties, sponsorbijdragen dan wel de eigen bijdragen aan het project.